[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 14 en 15 maart 2011 te Brussel

Bijlage

Nummer: 2011D11328, datum: 2011-03-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 14 en 15 maart 2011 te Brussel (2011D11326)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en de Ecofin Raad van 14 en 15
maart te Brussel

Veelomvattende aanpak eurocrisis

Document: niet openbaar

Aard bespreking: gedachtewisseling/ voorbereiding besluitvorming
Europese Raad van 24 & 25 maart 

Besluitvormingsprocedure: n.v.t. 

Toelichting: En marge van de Europese Raad in december hebben de
regeringsleiders/staatshoofden van de eurolanden de Eurogroep opgeroepen
om met een brede aanpak voor de eurocrisis te komen. Het is de bedoeling
dat de Europese Raad deze brede aanpak op 24 en 25 maart bespreekt.
Daarom zal de komende Eurogroep wederom spreken over de brede aanpak.
Ook de eurotop van 11 maart zal waarschijnlijk aandacht besteden aan
(delen van) deze aanpak. Nederland ziet de onderdelen van de brede
aanpak als een samenhangend geheel. Er moet dan ook voorkomen worden dat
er op onderdelen een akkoord wordt bereikt, zonder goede afspraken over
versterking van de governance. De brede aanpak bevat verschillende
elementen:

Economic governance

De Ecofin Raad moet een politiek akkoord bereiken over het governance
pakket, zodat zo snel mogelijk kan worden begonnen met de
onderhandelingen met het Europees Parlement over de voorstellen waarop
het Europees Parlement medebeslist. Het doel is om het
besluitvormingsproces over de governancevoorstellen voor de zomer af te
ronden. In de Ecofin Raad zal nog een aantal belangrijke knelpunten
moeten worden opgelost. 

Zo moet een definitief akkoord worden bereikt in de Raad over de
richtlijn waarin minimumeisen zullen worden gesteld aan lidstaten op het
gebied van nationale begrotingsraamwerken. Het gaat hierbij om het
versterken van het gebruik van objectieve macro-economische ramingen in
nationale begrotingsprocessen, om het hanteren van een budgettair
meerjarenraamwerk en het hanteren van begrotingsregels die de
SGP-afspraken respecteren. Verreweg het grootste deel van de lidstaten
onderkent inmiddels de nut en noodzaak van een dergelijke richtlijn.
Daarnaast moet een overeenkomst worden bereikt over de uitgaven
benchmark in de preventieve arm van het SGP. Dit is belangrijk, want het
structurele saldo alléén is beperkt om real time goed zicht te krijgen
op de voortgang van lidstaten naar de middellangetermijndoelstelling
(MTO) uit het SGP.

Ook moeten knopen worden doorgehakt over de uitwerking van de
schuldbenchmark die de Commissie voorstelt. Het voorstel van de
Commissie behelst dat lidstaten de publieke schuld boven de 60% BBP met
gemiddeld 1/20e deel per jaar moeten afbouwen, en dat anders een
procedure op basis van ongewenste schuldontwikkelingen kan worden
gestart. Enkele lidstaten hebben nog bezwaren tegen de voorgestelde
parameters die ambitieus zijn voor lidstaten met een schuld die
(redelijk) ver boven de 60% BBP ligt. Voorts zal met betrekking tot de
preventieve arm van het SGP nog gediscussieerd worden over de afspraak
uit de werkgroep van Rompuy dat van lidstaten met een schuld boven de
60% BBP en/of met een groot houdbaarheidsprobleem, meer inspanning kan
worden gevraagd in de preventieve arm van het SGP, zeker wanneer het
economische goede tijden zijn. Het is belangrijk om de eisen die in de
preventieve arm van het SGP aan lidstaten worden gesteld, aan te
scherpen, omdat de ervaring leert dat hier in het verleden te weinig mee
gedaan is door de meeste lidstaten. 

Parallel aan de discussie over de versterking van het SGP zal ook 
discussie gevoerd worden over de op te richten procedure voor
macro-economische onevenwichtigheden. Zo is in de werkgroep van Rompuy
afgesproken dat bij het vaststellen van de macro-economische indicatoren
(en de grenswaarden hiervan) in de onevenwichtighedenprocedure rekening
moet worden gehouden met verschillen tussen eurolanden en
niet-eurolanden. Enkele lidstaten zien echter liever explicieter
vastgelegd dat bij het vaststellen van de indicatoren en de grenswaarden
rekening moet worden gehouden met het catching-up effect (lidstaten met
een lager BBP-niveau die convergeren naar het EU-gemiddelde en daardoor
sneller dan gemiddeld groeien). De Commissie en veel lidstaten zijn
echter van mening dat geen nieuwe criteria moeten worden toegevoegd en
dat het huidige voorstel genoeg ruimte biedt om rekening te houden met
lidstaatspecifieke factoren.

Een belangrijk punt is dat landen er op de korte termijn alles aan doen
om de financiële stabiliteit te waarborgen. Dat geldt het sterkst voor
landen die onder druk staan op de financieel markten. Nederland vindt
dat er een harde toezegging moet komen van Portugal dat dat land
onmiddellijk additionele maatregelen zal nemen mochten er aanwijzingen
zijn dat er achterstand ontstaat ten aanzien van de doelstelling voor
verkleining van het begrotingstekort over 2011 (verlaging van 7% BBP in
2010 naar 4,6% in 2011).

Europese Financiële Stabiliteit Faciliteit (EFSF)

Een voorwaarde voor Nederland om in  kunnen stemmen met het herstellen
van de effectieve leencapaciteit van het EFSF van 440 miljard euro, is
dat er concrete afspraken worden gemaakt over versterking van de
governance. De verhoging van de capaciteit zal gebeuren via een
combinatie van hogere garanties en hogere overgaranties, die nodig zijn
om de AAA status van het EFSF te borgen. Nederland staat terughoudend
tegenover de verdere flexibilisering van het EFSF.

Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)

Als sluitstuk van versterkte economische beleidscoördinatie heeft de
Europese Raad in december 2010 besloten tot de oprichting van een
permanent noodmechanisme dat steun kan bieden aan landen van de eurozone
als dat nodig is om de financiële stabiliteit van de hele eurozone te
waarborgen. Het ESM krijgt naar verwachting een omvang van 500 miljard
euro; dat is vergelijkbaar met de beoogde capaciteit van de huidige
Europese noodfaciliteiten, EFSF en EFSM. Voor het ESM hecht Nederland
zeer aan een sterke betrokkenheid van het IMF, zowel qua expertise als
qua financiële bijdrage. 

Bovenal ziet Nederland ESM als sluitstuk van versterkte economische
beleidscoördinatie. Het is van groot belang dat in de preventieve sfeer
belangrijke stappen worden gezet op economische beleidscoördinatie,
zoals middels een numerieke schuldenregel en een richtlijn voor
begrotingsraamwerken. 

Overige punten

Zoals reeds bekend is zal er in de Eurogroep gesproken worden over een
verlenging van de looptijd van de Griekse leningen van gemiddeld 4 naar
gemiddeld 7,5 jaar. Nederland kan instemmen met de verlenging als
onderdeel van het totaalpakket, maar hecht er sterk aan dat als er
afspraken worden gemaakt over een langere terugbetaalperiode voor
Griekenland, er dan ook additionele afspraken worden gemaakt over de
monitoring van het Griekse beleid na afloop van het programma in 2013
tot alle leningen zijn terugbetaald.

Als onderdeel van de ‘comprehensive package’ zal ook een nieuwe
ronde stress tests worden gehouden bij de Europese banken. Bij deze
nieuwe stress tests zal meer transparantie gegeven worden over de
exposures van de banking book van banken. 

Voortgang implementatie Stabiliteits- en groeipact. 

Document: n.v.t.

Aard bespreking: n.v.t. 

Besluitvormingsprocedure: n.v.t. 

Toelichting: Mogelijk zal de Ecofin Raad spreken over de implementatie
van het Stabiliteits- en groeipact in Polen en Hongarije. Verder zal op
basis van een snapshot analyse van de tekortrealisaties gesproken worden
over de voortgang van de andere lidstaten. De herfstvoorspellingen in
november 2010 lieten zien dat met name Polen en Hongarije in 2010 niet
of nauwelijks structurele verbetering hebben getoond. Naar aanleiding
van de herfstvoorspellingen 2010 heeft de Commissie aangegeven
additionele stappen te overwegen in de buitensporigtekortprocedure van
Polen en Hongarije. De Commissie heeft beide landen gevraagd verdere
maatregelen te specificeren die bijdragen aan het realiseren van de
gestelde targets voor 2011 en 2012. Polen en Hongarije hebben hier
inmiddels op gereageerd. Verwacht wordt dat de Commissie haar analyse
van de Poolse en Hongaarse reactie bij de Ecofin Raad zal presenteren.
Daarnaast zal op basis van een zogenaamde snapshot analyse, gebaseerd op
kasdata uit het eerste kwartaal, de voortgang van de overige lidstaten
in het terugdringen van hun buitensporig tekort besproken worden. Hier
is op dit moment nog geen verdere informatie over beschikbaar. 

Richtlijnvoorstel betreffende BTW restitutie

Document: niet beschikbaar

Aard bespreking: politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting: Het richtlijnvoorstel ziet op uitbreiding van de rol van de
Commissie om bepaalde uitvoeringsmaatregelen te kunnen nemen volgens de
procedure van de Verordening  1999/468/EG, meer specifiek volgens de
regelgevingsprocedure. Op die manier zouden de lidstaten en de Commissie
de noodzakelijke technische aspecten in verband met de uitvoering van de
richtlijn kunnen vastleggen en ervoor zorgen dat het teruggaafsysteem
beter functioneert. Bij de introductie van het BTW teruggaafsysteem
waren een aantal opstartproblemen. In Nederland draaien de
desbetreffende processen inmiddels stabiel, zowel voor de doorzending
van verzoeken van Nederlandse ondernemers als voor het afdoen van
verzoeken van buitenlandse ondernemers. De achterstanden bij het afdoen
van verzoeken uit het buitenland zijn  ingehaald. 

Het gewijzigde voorstel van het Hongaarse voorzitterschap heeft de
reikwijdte van het voorstel aangepast tot ‘nadere technische
voorschriften’.  Hier staat tegenover dat er nog steeds onvoldoende
zicht is op welke precieze problemen de Commissie wil aanpakken. Het
laat bovendien onverlet dat ook een technische aanpassing grote impact
kan hebben voor de Nederlandse ondersteunende systemen en de
communicatie met ondernemingen. Deze kunnen de in Nederland gekozen
architectuurprincipes en andere generieke uitgangspunten op dit gebied
doorkruisen. 

Voorzittersverslag reisbureauregeling

Document: niet beschikbaar 

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Europese Commissie heeft in het verleden om de volgende
redenen een richtlijnvoorstel met betrekking tot de reisbureaus en de
BTW ingediend. De reissector is sinds de jaren 70 van de vorige eeuw
sterk veranderd, denk hierbij alleen al aan bijvoorbeeld de
internetverkoop. Daarnaast is er een groot aantal lidstaten dat de
huidige bijzondere reisbureauregeling in de Europese BTW richtlijn
verschillend interpreteert. Het is echter niet mogelijk gebleken
overeenstemming op dit dossier te bereiken. Het Hongaarse
voorzitterschap ziet daarom geen kans enige vooruitgang te boeken zonder
een nieuwe volledige effect beoordeling. Dit zal in het kader van het
BTW-groenboek worden meegenomen. 

Klimaatfinanciering

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting: In november 2010 vond de 16de Conference of the Parties
(COP) van de  HYPERLINK "http://unfccc.int/" United Nations Framework
Convention on Climate Change  (UNFCCC) in Cancún  plaats. Uitkomsten
van deze onderhandelingen zijn de ‘Cancún Agreements’. Deze
conclusies betreffen een appreciatie en een voorzichtige indicatie van
vervolgstappen naar aanleiding van de klimaattop.  

Belangrijkste elementen van de voorliggende conclusies zijn:

Verwelkoming van de Cancún Agreements;

Herbevestiging van de Europese toezeggingen en prestaties ten aanzien
van  korte termijn klimaatfinanciering;

Herbevestiging van het doel om in 2020 100 miljard per jaar aan lange
termijn klimaatfinanciering, door ontwikkelde economieën en afkomstig
uit verschillende bronnen (publiek, privaat en innovatieve
financiering), te mobiliseren en de noodzaak tot nadere analyse van de
mate van geschiktheid van deze bronnen;

Verwelkoming van het Green Climate Fund en het Transitional Committee
dat zich zal buigen over de operationalisatie van dit nieuwe
multilaterale klimaatfonds. 

Nederland heeft de in Cancún  overeengekomen klimaatafspraken
onderschreven. De voorliggende concept conclusies blikken terug op deze
afspraken en zijn derhalve grotendeels neutraal geformuleerd. 

Verordening Short selling en credit default swaps

Document: Regulation of the European Parliament and of the Council on
Short Selling and certain aspects of Credit Default Swaps;  HYPERLINK
"http://ec.europa.eu/internal_market/securities/docs/short_selling/20100
915_proposal_en.pdf"
http://ec.europa.eu/internal_market/securities/docs/short_selling/201009
15_proposal_en.pdf  

Aard bespreking: overeenkomen raadsstandpunt ten behoeve van triloog

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: Het voorstel stelt regels aan short selling, zijnde het
verkopen van financiële instrumenten die iemand op dat moment niet
bezit. De belangrijkste elementen uit het voorstel zijn (i)
transparantie van netto short posities in aandelen, staatsobligaties en
credit default swaps; (ii) voorwaarden voor ongedekte short sales en
(iii) bevoegdheden voor nationale  toezichthouders en de Europese
Effectenmarkten Autoriteit (ESMA) om maatregelen te treffen bij
uitzonderlijke marktomstandigheden. Nederland is voorstander van een
verordening ter regulering van short selling. Met name waar het gaat om
transparantie van netto short posities en bevoegdheden voor
toezichthouders om maatregelen te treffen bij uitzonderlijke
marktomstandigheden. Nederland streeft naar een evenwichtig regime. Het
is van belang dat de verordening geen negatieve invloed heeft op de
liquiditeit op de aandelen- en staatsobligatiemarkt. Om die reden pleit
Nederland ten aanzien van een aantal maatregelen voor een andere
vormgeving die geen negatieve invloed zal hebben op deze liquiditeit.