Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2011

Op 19 november 2010 zond u mij een mailbericht van een vader over de
problemen van zijn zoon met ADD, die waren ontstaan als gevolg van de
wijzigingen in de AWBZ. U verzocht mij om een reactie op deze brief.
Hieronder treft u deze aan.

De afgelopen maanden is zowel per mail als telefonisch een aantal keer
contact geweest met de betreffende vader. In deze contacten is het
huidige en toekomstige beleid (passend onderwijs, pakketmaatregel AWBZ,
de Regeling subsidie regionale expertisecentra in verband met de
pakketmaatregel AWBZ 2009) nader toegelicht en zijn de mogelijkheden
besproken die er binnen deze kaders zijn voor zijn zoon.

Gebleken is dat de zoon inderdaad niet in aanmerking komt voor de
hierboven genoemde subsidieregeling die is ingesteld ter compensatie van
de pakketmaatregel AWBZ. Deze regeling is namelijk alleen opengesteld
voor leerlingen met een dusdanige onderwijsbeperking dat zij beschikken
over een indicatie voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarvan is
in dit geval geen sprake. In de contacten met de vader is wel gebleken
dat de zoon nog steeds beschikt over een persoonsgebonden budget vanuit
de AWBZ. Kern van het persoonsgebonden budget is dat de cliënt zelf
beslist hoe de toegekende middelen worden besteed. Dat kan dus ook in de
school. Het mag echter niet worden ingezet voor onderwijsdoeleinden, wel
voor ondersteuning in de school. De vader heeft aangegeven hiermee naar
tevredenheid geïnformeerd te zijn.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart