Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2011D13511, datum: 2011-03-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verdrag ter bevordering van de economische betrekkingen ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Denemarken (2011D13505)
Preview document (š origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-120/11 AAN DE KONINGIN Verdrag ter bevordering van de economische betrekkingen tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en het Koninkrijk Denemarken; Parijs, 10 september 2009 (Trb. 2009, 166 en Trb. 2010, 121) ās-Gravenhage, 16 februari 2011 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 juli 2010, nr. 10.002030, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde Verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 26 augustus 2010, nr. W02.10.0320/II/K, bied ik U hierbij aan. 1. Woonplaats De toelichting op artikel 2 is aangepast, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad. 2. Inkomsten uit vaste inrichtingen De toelichting op artikel 3 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad. 3. Dividenden De toelichting op artikel 4 is aangepast, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad. 4. Duur en beĆ«indiging De toelichting op artikel 9 is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad. 5. Redactionele kanttekening Aan de redactionele kanttekening is gevolg gegeven. 6. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele redactionele verbeteringen aan te brengen, met name in verband met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen. Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van CuraƧao en van Sint Maarten. De Minister van Buitenlandse Zaken,