[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 7 maart 2011

Bijlage

Nummer: 2011D14278, datum: 2011-03-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 7 maart 2011 (2011D14277)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage:Verslag Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en
Consumentenzaken, onderdeel WSB van 7 maart 2011 te Brussel

Deze Raad onder Hongaars voorzitterschap werd voorgezeten door de
ministers Rethely en Czomba. Aanwezig waren de vertegenwoordigers van de
Lidstaten en de Commissarissen Andor (sociaal beleid en inclusie) en
Reding (gelijke kansen). Tevens waren de voorzitters van het
Werkgelegenheidscomité en het Sociaal Beschermingscomité present.

Voorbereiding Voorjaarsraad 2011

Het ochtenddebat stond in het teken van de voorbereiding van de
Voorjaarsraad van 24 en 25 maart 2011. De voorliggende vragen van het
voorzitterschap vroegen de lidstaten in te gaan op de
hervormingsprioriteiten die de Commissie heeft aangemerkt in haar
(eerste) “Annual Growth Survey”; de haalbaarheid van de Europa 2020
doelstellingen tegen de achtergrond van de situatie als geschetst in het
Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag; en de vraag welke hervormingen in
het licht van de Europa 2020 doelstellingen het meest dringend zijn en
ter attentie van de Voorjaarsraad gebracht dienen te worden. 

Commissaris Andor waarschuwde voor een economisch herstel zonder
banengroei en brak een lans voor de tien hervormingsprioriteiten die de
Commissie in het Annual Growth Survey aanbeveelt om spoedig economisch
herstel te bevorderen. Hij stelde dat niets minder dan het Europees
Sociaal Model op het spel staat als de lidstaten en Commissie nu niet
doortastend handelen. Hij sprak zijn zorg uit dat de werkgelegenheids-
en armoedereductiedoelstellingen die lidstaten nationaal gesteld hebben,
tekortschieten om de EU wijde doelstellingen voor 2020 die de Europese
Raad bekrachtigd heeft, te behalen. Hij verzocht lidstaten die nog geen
doelstellingen geformuleerd hebben met klem dit alsnog zo snel mogelijk
te doen. De commissaris gaf aan zich bewust te zijn van de verdeelde
ontvangst van de suggestie van de Commissie aan lidstaten met een sterk
gesegmenteerde arbeidsmarkt om een ‘open ended arbeidscontract’ in
te voeren waarmee werknemers die de arbeidsmarkt betreden gradueel
rechten opbouwen. Hij gaf aan dat dit idee verder geanalyseerd en
bediscussieerd moet worden tijdens een hernieuwde inzet op flexicurity
die onder meer gestalte zal krijgen in de vorm van een brede conferentie
dit najaar en een Commissie Mededeling komend jaar. 

Met betrekking tot de aankomende meerjarenbegroting voor de EU en meer
in het bijzonder de positie daarbinnen van het Europees Sociaal Fonds,
gaf de commissaris aan te zullen ijveren voor: i) een nauwe afstemming
van het ESF op de Europa 2020 strategie; ii) een voldoende omvang van
het ESF om daadwerkelijk bij te kunnen dragen aan het realiseren van de
Europa 2020 doelstellingen, en iii) een vereenvoudigde en meer
effectieve opzet van het fonds.

De delegaties benadrukten in hun interventies de beleidsterreinen en de
hervormingen die in hun lidstaat momenteel prioriteit krijgen. Veel
interventies gingen in op de noodzaak sociale zekerheidssystemen
activerender te maken, om de scholing van werkenden te bevorderen, om de
overstap van uitkering naar werk lonend te maken en om regelgeving die
baancreatie belemmert, te reduceren. Veel delegaties stelden verder dat
de sociaal zwakkeren niet de dupe mogen worden van de huidige noodzaak
tot budgetconsolidatie in de lidstaten. Algemeen was er instemming met
de prioriteiten die de Commissie gesteld heeft in haar Annual Growth
Survey.  

Frankrijk bracht in zijn interventie het Concurrentiepact op waartoe
Duitsland en Frankrijk het initiatief hebben genomen en dat op 11 maart
tijdens een aparte Eurozone Top zal worden besproken. Frankrijk
beklemtoonde dat het ook een sociaal Pact betreft omdat veel van de
maatregelen waaraan gedacht wordt enkel met instemming van de sociale
partners kunnen worden ingevoerd. De Franse delegatie benadrukte dat ook
een onderwerp als detachering direct met het Pact samenhangt en meende
dat de Commissie nog het nodige werk zou kunnen oppakken bij het
voorkomen van grensoverschrijdende fraude met brievenbusbedrijven.
Enkele lidstaten gaven aan zorgen te hebben over de voorstellen in het
Pact met betrekking tot loonvorming en benadrukten het primaat van de
sociale partners daarbij. 

Minister Kamp gaf aan het eens te zijn met de aanbevelingen in de Annual
Growth Survey en met de boodschap dat budgettaire consolidatie en
herstel van de financiële sector de hoofdprioriteiten moeten zijn.
Direct gevolgd echter door hervormingen van de arbeidsmarkt gericht op
flexibilisering en op het activerend maken van de sociale zekerheid. Dit
om de arbeidsparticipatie te doen toenemen om de uitdaging van een
stagnerende en in Nederland vanaf 2021 afnemende omvang van de
beroepsbevolking aan te kunnen. Minister Kamp gaf aan dat hiertoe de
duurzame inzetbaarheid van werknemers verbeterd dient te worden door
werknemers aantrekkelijk te laten blijven voor de arbeidsmarkt. Tegelijk
is van belang dat werknemers op goede wijze werk en zorgactiviteiten
kunnen combineren. De minister benadrukte verder dat het kabinet de
armoede wil aanpakken door hervormingen aan de ‘onderkant van de
arbeidsmarkt’ omdat het hebben van een baan de beste methode blijft om
armoede te voorkomen.

De voorzitter gaf aan dat van een “compendium” van het debat naar de
Raad Algemene Zaken gezonden zal worden waar van de boodschappen van de
vakraden een kort gezamenlijk document zal worden opgesteld ter
doorgeleiding naar de Voorjaarsraad. De voorzitter concludeerde dat de
voorliggende sets Raadsconclusies en het Gezamenlijk
Werkgelegenheidsverslag waren aangenomen en stelde een algemene
oriëntatie vast met betrekking tot de Werkgelegenheidsrichtsnoeren.

Nadere ontwikkeling van een elektronisch uitwisselingssysteem dat de
administratieve samenwerking in het kader van de detacheringsrichtlijn
vereenvoudigt

De Raadsconclusies betreffen een pilot over uitwisseling van informatie,
middels een nieuw systeem, over de op gedetacheerde werknemers van
toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden. Commissaris Andor kondigde aan dat
in mei een grote conferentie zal plaatsvinden, bedoeld om input te
vergaren ten behoeve van het aanstaande richtlijnvoorstel over
detachering dat eind 2011 zal verschijnen. Dit voorstel zal
handhavingsvoorschriften bevatten bedoeld om de naleving van de EU
richtlijn detachering uit 1996 te verbeteren. Laatstgenoemde richtlijn
regelt dat op gedetacheerde werknemers een ‘harde kern’ van
arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn die gelden in het land waar zij
werken. Lidstaten riepen de Commissie op om in haar nieuwe voorstel ook
aandacht te besteden aan de problematiek van brievenbusfirma's.
Voorzitter concludeerde dat de voorliggende Raadsconclusies waren
aangenomen.

Europees Pact voor gendergelijkheid (2011 - 2020)

De voorzitter lichtte toe dat het Pact dat nu voorlag een ‘update’
was van het reeds eerder in 2006 aangenomen gender pact. De strategie is
onder andere aangepast als gevolg van het nieuwe Lissabonverdrag en de
vorig jaar door de Commissie uitgebrachte genderstrategie. In het Pact
wordt onder andere een link gelegd naar de werkgelegenheidsrichtsnoeren
van de Europa 2020 strategie. Daarnaast vermeldde de voorzitter het
nieuwe onderdeel bestrijding van geweld tegen vrouwen. De voorzitter gaf
aan ervoor te zullen zorgen dat het Pact een passende plaats krijgt op
de Europese Raad. De Voorzitter memoreerde ook de 100e internationale
vrouwendag, die op 8 maart plaatsvond.

Commissaris Reding benadrukte dat het ongelijkheidsprobleem nog lang
niet is opgelost. Ze hoopte op spoedige vooruitgang, zodat de viering
van de 150e nationale vrouwendag niet meer nodig zal zijn. Reding
verwees naar de bijeenkomst die zij afgelopen week organiseerde met
CEO’s en Voorzitters van raden van bestuur van grote bedrijven in de
EU, om hen vrijwillig aan te sporen om de gender-balans te verbeteren.
Zij gaf aan dat dit geen ‘feministische hobby’ van haar is, maar
gebaseerd is op het feit dat bedrijven met een evenwichtige
bestuurssamenstelling beter presteren.

Enkele Lidstaten steunden het initiatief van Commissaris Reding voor het
verhogen van het aantal vrouwen in topposities in Europese bedrijven.
Een enkele lidstaat gaf aan dat het het Pact kon steunen, maar betreurde
wel de beperkte aandacht voor de loonkloof. Lidstaten waren verdeeld
over het nastreven van de Barcelona doelstellingen met betrekking to
kinderopvang. Polen gaf aan, in hoedanigheid van aankomend voorzitter,
het werk van de vorige voorzitterschappen te zullen voortzetten.

Voorzitter concludeerde dat de voorliggende  Raadsconclusies waren
aangenomen.

Verslag inzake de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in 2010

Commissaris Reding lichtte kort de bevindingen in het rapport toe. De
vooruitgang richting gelijkheid man/vrouw gaat (te) langzaam. Reding
benadrukte het belang van meer vrouwen op de arbeidsmarkt en verwees
naar de desbetreffende doelstellingen uit de Europa 2020 strategie. Het
streefcijfer van 75% is voor vrouwen nog (lang) niet gehaald. Met
betrekking tot het armoederisico, is het risico voor met name oudere
vrouwen veel groter, ook omdat zij langer leven. Reding wees ook op de
‘European Equal Pay Day’ op 5 maart, die volgens haar noodzakelijk
is omdat de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog steeds hoog is.

Er waren geen interventies van Lidstaten. Voorzitter concludeerde dat de
Raad had kennisgenomen van het rapport.

Rapport over de consultatie in het Groenboek “Naar adequate, houdbare
en zekere

Europese pensioenstelsels 

Commissaris Andor informeerde de Lidstaten over de analyse die de
Commissie heeft gemaakt op basis van de reacties op het groenboek
pensioenen en over de vervolgstappen. Hij gaf aan dat een uitgebreide
analyse vandaag op het internet is gepubliceerd. De Commissie heeft
geconstateerd dat er bij Lidstaten positief was gereageerd op het
groenboek, met name op de holistische aanpak en de link die gelegd wordt
tussen adequaatheid, houdbaarheid en zekerheid. 

De rol voor de EU bij het coördineren van beleid werd door de
meerderheid van de respondenten als belangrijk ervaren. Er waren meer
voorstanders van het verdiepen van het Europese pensioenframework, dan
voor uitbreiding van regels op Europees niveau, aldus de Commissaris.
Met betrekking tot regelgeving gaf hij toe dat de respondenten verdeeld
waren. Het gaat dan om onderwerpen als overdraagbaarheid,
solvabiliteitseisen, bescherming tegen insolvabiliteit en
informatievoorziening. Hij benadrukte dat aan wetgevende initiatieven
grondige impact-assessments vooraf zullen gaan. Het witboek van de
Commissie en de herziening van de bedrijfspensioenrichtlijn
IORP-richtlijn zijn beide voorzien voor de tweede helft van dit jaar:
het witboek voor september en IORP voor december.

Lidstaten benadrukten unaniem het belang van subsidiariteit en van het
respecteren van de verschillen tussen de stelsels. Er was brede steun
voor het intensiveren van het gebruik van de Open Coördinatie Methode.
Alhoewel het verhogen van de pensioenleeftijd door meerdere Lidstaten
werd genoemd als een belangrijk element bij hervormingen, werd ook hier
gewezen op de verschillende situaties in de Lidstaten  (verschil in
leeftijd van effectieve uittreding of in levensverwachting). 

Een enkele Lidstaat benadrukte geen voorstander te zijn van
minimumpensioenen en waarschuwde ook voor overregulering, met name met
betrekking tot de mobiliteit van werknemers (portabiliteitsrichtlijn).
Diverse Lidstaten gaven expliciet aan dat de Solvency II regels voor
verzekeraars niet in dezelfde vorm op pensioenfondsen van toepassing
zijn. Ze wezen met name op het risico van te stringente buffereisen.
Minister Kamp benadrukte het belang van stabiele financiële stelsels en
van het strikt naleven van het Stabiliteits- en Groeipact. Hij was het
ook eens met de sprekers die van mening waren dat de inrichting van het
pensioenstelsel een nationale bevoegdheid is en moet blijven. Minister
Kamp ging kort in op het feit dat in Nederland op dit moment
onderhandelingen bezig zijn over pensioenhervormingen en hij informeerde
dat daar onder andere zaken aan de orde komen als een koppeling tussen
de levensverwachting en de pensioenleeftijd, een verhoging van de
arbeidsdeelname van ouderen en het koppelen van de hoogte van het
pensioen aan de beleggingsresultaten. Hij wees erop dat het belangrijk
is om bij wijzigingsvoorstellen van bijvoorbeeld de
bedrijfspensioenrichtlijn IORP, rekening te houden met de effecten die
deze wijzigingen voor de meest betrokken landen kunnen hebben en
waarschuwde ervoor dat schijnbare wijzigingen van details vaak grote
gevolgen kunnen hebben voor pensioenen. Als voorbeeld noemde hij ook de
handel in derivaten.

In zijn slotopmerkingen benadrukte Commissaris Andor nogmaals dat de
Commissie niet uit is op uniformiteit en ook het belang van de Open
Coördinatie Methode erkent. Hij wees op gemeenschappelijke uitdagingen
zoals demografische ontwikkelingen. 

Diversen

Het voorzitterschap blikte kort terug op de Informele Raad van 17 en 18
januari 2011 die focuste op de thema’s Jeugdwerkgelegenheid en het
creëren van banen.

Het voorzitterschap informeerde de ministers over de voortgang op de
volgende wetgevende dossiers: 1)Verordening coördinatie sociale
zekerheidsstelsels. De onderhandelingen over dit voorstel zijn gaande.
Voorzitterschap streeft naar het aannemen van een algemene oriëntatie
op de Raad WSB van juni. 2) Legale migratie: Intercorporate Transferees
en Seizoensarbeiders. Voorzitter informeerde ministers over deze
wetgevende voorstellen die primair in de JBZ Raad worden behandeld. De
Raadswerkgroep Sociale zaken en werkgelegenheid is om advies gevraagd
over bepalingen met betrekking tot sociale rechten en gelijke
behandeling. Dit advies zal medio april moeten zijn afgerond. Voorzitter
wees op het belang van samenwerking op nationaal niveau van
migratieministers en ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitters van het Comité voor de werkgelegenheid en het Comité
voor sociale bescherming gaven informatie over hun respectievelijke
werkprogramma’s voor 2011.

De Franse delegatie gaf informatie over de voorbereiding van de G-20 -
bijeenkomst van de ministers van Arbeid en  Werkgelegenheid. De Franse
delegatie benadrukte kort het belang van de G-20 bijeenkomst van
ministers van Arbeid en Werkgelegenheid die Frankrijk in september dit
jaar zal organiseren en verzekerde de aanwezigen dat Frankrijk de
voorbereiding van de bijeenkomst in EU verband uitgebreid wil afstemmen.