[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Appreciatie van het rapport van de Commissie inzake hoofdstuk 23 / Kroatië

Bijlage

Nummer: 2011D14721, datum: 2011-03-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Kabinetsappreciatie over het interim-rapport van de Europese Commissie inzake hoofdstuk 23 (rechterlijke macht en fundamentele rechten) van de toetredingsonderhandelingen tussen de EU en Kroatië (2011D14719)

Preview document (🔗 origineel)


Appreciatie van het rapport van de Commissie inzake hoofdstuk 23 /
Kroatië

Stand van zaken EU-toetredingsproces Kroatië 

Op 14 december 2010 sprak de Raad Algemene Zaken zijn waardering uit
voor de vorderingen die Kroatië maakt in het EU-toenaderingsproces. De
conclusies van de Raad, die door de Europese Raad van 16/17 december
2010 werden onderschreven, stellen dat de afronding van de
toetredingsonderhandelingen ‘binnen bereik’ ligt (zie verslag van de
Raad Algemene Zaken van 14 december, Kamerstuk 21 501-02 nr 1004). 

Op dit moment zijn 28 van de 35 onderhandelingshoofdstukken (voorlopig)
gesloten. Van de resterende hoofdstukken zullen 11 (landbouw) en 22
(regionaal beleid) waarschijnlijk tijdens de IGC van 19 april kunnen
worden gesloten. Ook ziet het ernaar uit dat de hoofdstukken 13
(visserij) en het complexe hoofdstuk 8 (mededinging), dat toeziet op de
moeizaam verlopende herstructurering van de scheepswerven en de
staalsector, op niet al te lange termijn kunnen worden afgerond. Daarmee
komt de nadruk in de laatste fase van de onderhandelingen te liggen op
hoofdstuk 23, betreffende de rechterlijke macht en de fundamentele
vrijheden. Aan het einde van de onderhandelingen zal ook het hoofdstuk
‘overige kwesties’ moeten worden gesloten, dat voornamelijk
institutionele bepalingen bevat, en het hoofdstuk 33 ‘financiële en
budgettaire bepalingen’. 

Onderhandelingshoofdstuk 23 

Nederland hecht veel belang aan onderhandelingshoofdstuk 23, waarin het
functioneren van de rechtsstaat, de naleving van de mensenrechten en het
respect voor, en de bescherming van, minderheden centraal staan. In
hoofdstuk 23 liggen de kernwaarden van de Unie verankerd. 

In het geval van Kroatië wordt onder hoofdstuk 23 ook specifiek
aandacht besteed aan de lokale berechting van verdachten van
oorlogsmisdaden en de mate van samenwerking met het
Joegoslavië-tribunaal (ICTY). Volledige samenwerking met het ICTY is
ook een algemene (‘horizontale’) voorwaarde uit het
onderhandelingsraamwerk dat de EU in 2005 met Kroatië overeen kwam.

Via een systeem van openings- en sluitingsijkpunten wordt voortgang op
dit specifieke beleidsterrein inzichtelijk en meetbaar gemaakt. Het nu
voorliggende rapport van de Commissie markeert de voortgang die Kroatië
heeft geboekt bij het voldoen aan de ijkpunten voor het voorlopig
sluiten van de onderhandelingen over dit hoofdstuk. 

Deze systematiek reflecteert de wens zeker te stellen dat een
kandidaat-lidstaat op het moment van toetreding niet alleen het acquis
communautaire heeft overgenomen, maar ook in staat is dat effectief toe
te passen (track record). Zodoende krijgen de Europese Commissie en de
lidstaten een formeel kader om het functioneren van de rechtsstaat in
kandidaat-lidstaten te beoordelen. 

     

Nederlandse appreciatie tot dusver

Nederland heeft de Kroatische inspanningen ten aanzien van de
hervormingen die door hoofdstuk 23 worden gedicteerd sinds het begin van
de toetredingsonderhandelingen zeer nauwlettend en kritisch gevolgd. Er
is de afgelopen jaren goede voortgang op het onderhavige terrein
geboekt. Maar Kroatië is er nog niet. Het kabinet heeft, onder meer in
zijn appreciaties van de voortgangsrapportages van de Commissie, ook
uitdrukkelijk aandacht besteed aan de door de Commissie nog
geconstateerde tekortkomingen (zie kabinetsappreciatie van de
voortgangsrapporten van 1 december 2010, Kamerstuk 23 987 nr 122).
Herhaaldelijk heeft Nederland erop gewezen dat de Kroatische
autoriteiten weliswaar de vereiste wet- en regelgeving hebben
geïntroduceerd, maar dat het nog schort aan implementatie van dit
instrumentarium. In de visie van Nederland zijn voor de vereiste opbouw
van een overtuigende staat van dienst (de eerder genoemde track record)
juist de aantoonbare kwaliteit van de uitvoering en duurzame handhaving
van wet- en regelgeving van groot belang. 

Ook de Kroatische samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal heeft in
het verleden te wensen overgelaten. In reactie op aanhoudende kritische
beoordelingen van Hoofdaanklager Brammertz  besloot Nederland, samen met
een aantal gelijkgezinde landen, begin 2009 de opening van
onderhandelingshoofdstuk 23 uit te stellen. Naar aanleiding van de
rapportage van de heer Brammertz in december 2009 aan de
VN-veiligheidsraad en het besluit van de Kroatische premier om een Task
Force in te stellen, stemde Nederland ermee in dat de Commissie zou
starten met de voorbereidende stappen voor de opening van het hoofdstuk
(zie ook kamerstuk 21 501-02 nr 948 van 11 februari 2010). 

Ik heb het bezoek van vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken
Goran Jandrokovic van 15-16 februari jl. aangegrepen om de Nederlandse
positie ten aanzien van (onder meer) hoofdstuk 23 nog eens nadrukkelijk
toe te lichten.

Commissie rapport van 2 maart 2011

De onderhandelingen over Hoofdstuk 23 werden tijdens de
Intergouvernementele Conferentie van 30 juni 2010 geopend. Daarbij werd
geformuleerd onder welke voorwaarden de onderhandelingen (voorlopig)
konden worden gesloten. Deze voorwaarden werden neergelegd in een
tiental sluitingsijkpunten. 

Op 2 maart 2011 presenteerde de Commissie het interimrapport
‘Croatia’s progress in the field of justice and fundamental
rights’ (zie bijlage). De Commissie loopt in deze tussentijdse
evaluatie alle sluitingsijkpunten af en geeft aan op welke terreinen
sinds november 2010 voortgang is geboekt. De Commissie verwelkomt de
bereikte resultaten op het gebied van de hervorming van de rechterlijke
macht. De onafhankelijkheid, professionaliteit en doelmatigheid van de
rechterlijke macht zijn versterkt dankzij concrete maatregelen. Hoewel
niet alles vlekkeloos verloopt, zijn begin dit jaar de eerste rechters
volgens de aangepaste wetgeving benoemd. Ook zijn inmiddels de leden van
de recent ingestelde Raden voor Openbaar Ministerie en rechtspraak
verkozen. 

Op het gebied van de bescherming van minderheden vermeldt de Commissie
eveneens een aantal positieve ontwikkelingen, met de kanttekening dat de
vertegenwoordiging van minderheden in de publieke sector achterblijft.
Dit is echter volgens de Commissie deels te verklaren door een
aannamestop die in verband met de economische crisis voor de gehele
overheid is afgekondigd. De Commissie verwacht dat de doelstellingen
voor de huisvesting van terugkerende (Servische) vluchtelingen binnen
enkele maanden kan zijn behaald. 

In haar evaluatie identificeert de Commissie ook een aantal gebieden
waarop verdere inspanningen nodig zijn om aan de sluitingsijkpunten te
voldoen. De Commissie constateert dat op het punt van
corruptiebestrijding wel het nodige is gebeurd, maar dat van voortgang
in alle fasen van de procesgang, zoals vereist door het betreffende
sluitingsijkpunt, nog geen sprake is. Ook de depolitisering van het
politieapparaat vereist nog de nodige aandacht. 

Een ander punt dat de Commissie kritisch beoordeelt is de lokale
vervolging van oorlogsmisdaden. Ondanks de grote hoeveelheid af te
handelen zaken ontbreekt het in de door Kroatië gepresenteerde
strategie aan heldere keuzes, een tijdpad en concrete acties. 

De Commissie zegt weinig over het sluitingsijkpunt inzake de
samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal en constateert dat Kroatië
is begonnen de door Hoofdaanklager Brammertz aanbevolen
onderzoeksmethode te hanteren. In juni 2011 zal de heer Brammertz zijn
eerstvolgende rapportage aan de VN-veiligheidsraad presenteren over de
mate waarin de landen in de Westelijke Balkan samenwerken met het ICTY. 

Appreciatie Nederland

Nederland heeft met waardering kennis genomen van het rapport van de
Commissie. Met deze scherpe, objectieve en grondige evaluatie bevestigt
de Commissie dat zij haar taak als hoedster van de EU
uitbreidingsstrategie serieus neemt.  

De evaluatie toont aan dat Kroatië serieuze voortgang heeft geboekt.
Tegelijkertijd signaleert het Commissie-rapport nog onvolkomendheden ten
aanzien van een aantal onderwerpen die onder dit hoofdstuk vallen. De
belangrijkste conclusie die kan worden getrokken is dat in de meeste
gevallen nog geen sprake is van een voldoende overtuigend track record.
Op een aantal beleidsterreinen kan Kroatië de gesignaleerde
tekortkomingen op relatief korte termijn met praktische maatregelen
wegwerken. Indien Kroatië goed doorpakt, is het denkbaar dat bij een
volgend ijkmoment de balans op deze terreinen wel positief uitvalt.

Deze aanpak geldt evenwel niet voor alle openstaande kwesties. Voor
sommige onderwerpen vereist de opbouw van een track record simpelweg
ervaring met de nieuw aangenomen wetgeving. In deze gevallen zal
Kroatië bij Commissie en lidstaten het vertrouwen moeten genereren dat
de ingezette koers beklijft. Nederland zal te zijner tijd afwegen of het
hervormingsproces voldoende overtuigend en duurzaam is.

Na afsluiting van de hoofdstuk-onderhandelingen blijft de Commissie
nauwlettend toezien op de verdere voortgang die Kroatië zal maken bij
het overnemen en deels al toepassen van het acquis communautaire tot aan
het moment van toetreding. De Raad heeft de mogelijkheid om, indien de
omstandigheden daarom vragen, te besluiten over versterkte monitoring. 

 Raadsconclusies van december 2010: “Het verheugt de Raad dat Kroatië
in het algemeen goede vorderingen maakt met de naleving van de criteria
voor lidmaatschap. De toetredingsonderhandelingen zijn in de eindfase
gekomen en de voorbereidingen voor de opstelling van het
toetredingsverdrag vorderen gestaag. De afronding van de
onderhandelingen ligt binnen bereik”.

 Toetredingsonderhandelingen volgen het principe dat ’niets is
besloten, totdat alles is besloten’. Definitieve sluiting vindt
derhalve pas plaats aan het einde van het onderhandelingsproces. 

 PAGE   3 

1