Afschrift van brief van de commissie voor de Rijksuitgaven aan de minister van Financien d.d. 6 juli 2009 inzake het VBTB-principe
Verbetering verantwoording en begroting
Bijlage
Nummer: 2011D15427, datum: 2011-03-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verantwoord begroten. Een analyse en voorstellen om te komen tot compacte begrotingen t.b.v. een "Compacte Rijksdienst" (2011D14577)
Preview document (š origineel)
De minister van FinanciĆ«n De heer W. Bos Postbus 20015 2500 EA DEN HAAG i.a.a. de minister van BZK Plaats en Datum Den Haag, 6 juli 2009 Betreft Voorgestelde begrotingswijzigingen BZK en FinanciĆ«n Ons kenmerk 09-RU-B-012/2009D35055 Uw kenmerk Uw brief van In afschrift aan Bijlagen Geachte heer Bos, Op 30 juni 2009 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven van u een brief ontvangen met een nadere toelichting op de voornemens om de begrotingen van BZK en FinanciĆ«n te wijzigen, waarbij afgeweken wordt van het VBTB-principe dat apparaatskosten toegerekend dienen te worden aan beleidsartikelen. De commissie voor de Rijksuitgaven is van mening dat het uitgangspunt voor de Rijksbegroting dient te blijven dat apparaatskosten zoveel mogelijk integraal worden toegerekend aan doelen van beleid. De commissie is echter bereid om -onder nadere voorwaarden- te bezien of in bepaalde gevallen een andere begrotingsindeling meerwaarde kan hebben. Deze voorwaarden sluiten overigens in grote mate aan bij de voorstellen die u zelf doet in uw brief, namelijk: een afwijkende begrotingsindeling ten aanzien van apparaatskosten blijft uitzondering in plaats van regel; een afwijkende begrotingsstructuur wordt vooraf besproken met de Algemene Rekenkamer en wordt -ruim van tevoren- ter instemming voorgelegd aan de desbetreffende vaste commissie; door middel van een aparte tabel inclusief toelichting, wordt inzicht gegeven in welke mate de apparaatsuitgaven zijn toe te rekenen aan beleid en drukken op de verschillende beleidsartikelen van de begroting; wanneer een minister de keuze maakt voor centrale, input-georiĆ«nteerde verwerking van apparaatsuitgaven in de begroting, dan impliceert dit ook dat voor de Kamer in de begroting nadere informatie wordt geleverd over deze inputgegevens. Wat dit laatste punt betreft verzoekt de commissie voor de Rijksuitgaven de minister om in de Rijksbegroting 2010 de niet-beleidsartikelen waarop apparaatsuitgaven staan geboekt zoveel mogelijk uniform weer te geven en te voorzien van de door de Kamer gewenste input-informatie. De invulling hiervan is in de bijlage bij deze brief geconcretiseerd. Vanuit de gedachte van uniformering geldt dit wat de commissie voor de Rijksuitgaven betreft niet alleen voor de begrotingen waarvoor voorstellen zijn ontvangen (BZK en FinanciĆ«n), maar ook voor andere begrotingen die een niet-beleidsartikel kennen waarop apparaatsuitgaven worden verantwoord (zoals bijvoorbeeld VROM en Justitie). Tot slot is de commissie voor de Rijksuitgaven met u van mening dat het goed is om deze thematiek ook te betrekken in de evaluatie āExperiment verbetering verantwoording en begrotingā. De commissie voor de Rijksuitgaven ziet de begroting 2010 met belangstelling tegemoet en zal, gezien het voorgaande, de vaste commissie in overweging geven extra aandacht te besteden aan de wijze waarop aan de in deze brief geschetste voorwaarden is voldaan. De Kamer behoudt zich daarbij vanzelfsprekend het recht voor om de wijzigingen in de indeling van de begrotingen BZK en FinanciĆ«n terug te draaien indien zij van oordeel is dat hiermee geen recht wordt gedaan aan haar informatiebehoefte of het budgetrecht. Hoogachtend, Ch. B. Aptroot voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven BIJLAGE De commissie voor de Rijksuitgaven zou vanaf de begroting 2010 de in de brief genoemde voorwaarde voor de vormgeving van niet-beleidsartikelen waarop apparaatsuitgaven worden begroot en verantwoord, als volgt uitgewerkt willen zien: een uniforme structuur voor deze niet-beleidsartikelen en een consequente toerekening; uitsplitsing van externe inhuur binnen het apparaatsartikel; presenteren van enkele vaste ramingskengetallen. ad a). Vaste artikelstructuur en consequente toerekening Bij apparaatskosten dient tenminste onderscheid gemaakt te worden in personele uitgaven enerzijds en materiĆ«le uitgaven anderzijds. In de huidige centrale artikelen met apparaatsuitgaven (bijvoorbeeld het niet-beleidsartikel 91 op zowel de begroting van VROM als Justitie) worden uitsluitend de totale apparaatskosten weergegeven, zonder dat daarbij onderscheid gemaakt wordt tussen materieel en personeel. De commissie voor de Rijksuitgaven vindt het in de rede liggen om rijksbreed voor dit type niet-beleidsartikelen een vaste structuur te hanteren: Niet-beleidsartikel Personeel Regulier personeel Overige personele uitgaven MateriĆ«le uitgaven ten behoeve van personele inhuur Overige materiĆ«le uitgaven Indien er niet sprake is van een centraal beleidartikel waarop alle apparaatskosten worden verantwoord, maar van een combinatie (zoals bij de begroting FinanciĆ«n waar de kosten van de Generale Thesaurie centraal worden verantwoord en andere apparaatskosten wel worden toegerekend), dan dient de toerekening consequent te worden toegepast. In het voorbeeld van de Generale Thesaurie is het ongewenst dat delen van de apparaatskosten van de Generale Thesaurie ook op beleidsartikelen worden verantwoord. ad b.) Inzicht in kosten externen De kosten van externen op centrale apparaatartikelen (onderdeel 02 in de hiervoor geschetste vaste artikelindeling) dienen nader te worden uitgesplitst. Dit conform de categorieĆ«n, zoals eerder door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Kamer zijn gemeld (in haar brief van 3 november 2008) naar aanleiding van motie Schinkelshoek, te weten: interim-management; organisatie- en formatieadvies; beleidsadvies; communicatieadvies; juridisch advies; advisering opdrachtgevers automatisering; accountancy, financiĆ«n en administratieve organisatie; uitzendkrachten. ad c.) verplichte ramingsindicatoren centrale personeelsartikel Wanneer de keuze gemaakt wordt voor een niet-beleidsartikel met apparaatskosten, dienen daarbij de volgende indicatoren in de begroting opgenomen te worden: Begrotingssterkte in Fte Gemiddelde prijs per Fte Externe inhuur in Fte (cf. punt b.) Indien van toepassing, dit zowel voor het geheel van de begroting als uitgesplitst per directoraat-generaal. DocProperty "Dienst" DCO Sociaal & Financieel Betreft Voorgestelde begrotingswijzigingen BZK en FinanciĆ«n Kenmerk 09-RU-B-012 Vervolg Brief Bladzijde PAGE 4 DCO Sociaal & Financieel Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 Den Haag Postbus 20018 2500 EA Den Haag Tel: 070 ā 318 2015 Fax: E-mail: www.tweedekamer.nl