[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda JBZ-Raad 11-12 april 2011

Bijlage

Nummer: 2011D16868, datum: 2011-03-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de JBZ-Raad op 11 en 12 april 2011 (2011D16864)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de bijeenkomst van het

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

11-12 april 2011 te Luxemburg

Raad

Goedkeuring van de agenda

Wetgevende besprekingen

Goedkeuring van de A-puntenlijst

(evt.) Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de
Raad over de voorwaarden van toegang en verblijf van een burger van een
derde land in het kader van een intra-corporate transfer 

-	Stand van zaken 

Het voorstel heeft betrekking op hoger opgeleide migranten die tijdelijk
naar de EU komen om te werken voor internationale bedrijven. De kern van
het voorstel ziet op de mogelijkheid om snel en efficiënt bij
vestigingen van deze bedrijven in verschillende lidstaten te werken.

Tijdens de ambtelijke besprekingen hebben lidstaten, waaronder
Nederland, opgemerkt wel enige controle te willen houden op de toe te
laten ‘intra-corporate transferees’. Zoals ook aangegeven in het
BNC-fiche over dit voorstel, maakt Nederland zich sterk voor een soepele
toelating in het kader van intra-EU mobiliteit.

(evt.) Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de
Raad over de voorwaarden van toegang en verblijf van een burger van een
derde land voor seizoenswerk

-	Stand van zaken 

Dit voorstel wordt momenteel besproken in de raadswerkgroep. Zoals
toegezegd in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 14 oktober
2010, wordt de Kamer in april 2011 nader geïnformeerd over de volgende
zaken:

het behoud van de tewerkstellingsvergunning bij een verblijf korter dan
drie maanden;

het behoud van de mogelijkheid een arbeidsmarktbijlage toe te voegen aan
de verblijfsvergunning bij arbeid langer dan drie maanden;

de eenmaligheid van toelating (geen multi-entry);

de mogelijkheid om in de vergunning voorwaarden op te nemen inzake
arbeidsvoorwaarden en huisvesting;

de beperking van de maximale duur van het verblijf tot 24 weken.

Op een aantal punten is in het laatste voorstel van het Voorzitterschap
al tegemoet gekomen aan de Nederlandse bezwaren. Dit betreft de
eenmaligheid van toelating (geen multi-entry), de mogelijkheid om in de
vergunning voorwaarden op te nemen inzake arbeidsvoorwaarden en
huisvesting en de beperking van de maximale duur van het verblijf.

Ten aanzien van de tewerkstellingsvergunningsplicht heeft de Europese
Commissie in haar brief van 21 januari 2011 aan de voorzitter van de
Tweede Kamer aangegeven dat de tewerkstellingsvergunning kan worden
gehandhaafd bij een verblijf korter dan drie maanden. 

Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS)

-	Stand van zaken 

Dit agendapunt betreft vermoedelijk nadere informatie van het
Voorzitterschap over de voortgang in de onderhandelingen over het
Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). De volgende voorstellen
zijn thans in onderhandeling: de Eurodac-verordening, de
Dublin-verordening, de Kwalificatierichtlijn, de Procedurerichtlijn, de
Opvangrichtlijn en de richtlijn Langdurig Ingezetenen. Te verwachten is
dat het Voorzitterschap in het bijzonder in zal gaan op de
onderhandelingen in de Raad en met het Europees Parlement.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot
oprichting van een Agentschap voor het operationele beheer van
grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en
recht

-	Stand van zaken 

Het voorstel betreft de oprichting van een agentschap dat
verantwoordelijk is voor het operationeel beheer van de grootschalige
IT-systemen Eurodac, SIS-II en VIS en eventueel toekomstige
grootschalige IT-systemen. De Commissie beoogt door middel van het
voorstel schaalvoordelen te behalen in het operationeel beheer van deze
systemen.

Nederland onderschrijft de noodzaak van samenwerking op het gebied van
het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen en is daarom
voorstander van het oprichten van het IT-Agentschap.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over
het gebruik van persoonsgegevens van passagiers voor het voorkomen,
opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en
zware criminaliteit

-	Eerste gedachtewisseling over een aantal specifieke punten

Het betreft een eerste gedachtewisseling over bepaalde onderdelen van
het nieuwe voorstel voor een richtlijn voor uitwisseling van gegevens
van vliegtuigpassagiers (Passenger Name Records (PNR)) ten aanzien van
vluchten naar de EU en vanuit de EU naar derde landen. Dit voorstel is
op 2 februari 2011 door de Europese Commissie gepubliceerd. Met dit
voorstel voldoet de Commissie aan de oproep in het Stockholm Programma. 

Een eerder Commissievoorstel tot een kaderbesluit EU PNR uit 2007 kon
niet volledig afgehandeld worden vóór de inwerkingtreding van het
Verdrag van Lissabon. Hierdoor werd een nieuw voorstel noodzakelijk.

De concept-richtlijn beoogt de voorwaarden vast te stellen voor het
gebruik van PNR-gegevens ten behoeve van het voorkomen, opsporen,
onderzoeken en vervolgen van terroristische en andere zware misdrijven.
Het voorstel verplicht luchtvaartmaatschappijen om de bij hen
beschikbare PNR-gegevens voor internationale vluchten aan de overheid te
verstrekken voorafgaand aan vertrek, zodat deze gegevens voor het
hiervoor genoemde doel kunnen worden geanalyseerd. Door met een
geharmoniseerd Europees systeem te komen verwacht de Europese Commissie
te voorkomen dat er grote systeemverschillen binnen de EU ontstaan met
betrekking tot het verzamelen van PNR-gegevens. Dit kan resulteren in
een ongelijk databeschermingsniveau, en in hogere kosten en juridische
onzekerheden voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen. 

De onderdelen van het voorstel waarover tijdens de JBZ-Raad van
gedachten zal worden gewisseld zijn nog niet vermeld op de agenda, maar
waarschijnlijk zal de discussie onder meer betrekking hebben op de
volgende vraagpunten:

Moet er gekozen worden voor een centraal of een decentraal
verzamelsysteem? Nederland beraadt zich momenteel op een definitief
standpunt. Overwegingen die bij de keuze voor een decentraal of een
centraal systeem een rol spelen zijn:

gaat het alleen om centraal gegevens verzamelen of ook om
bewerking/analyse op centraal niveau? Dit laatste kan de effectiviteit
van het systeem sterk beïnvloeden. Overheden moeten zelf tijdig kunnen
beschikken over de juiste en volledige informatie;

de kosten en administratieve lasten voor de overheid én
luchtvaartmaatschappijen moeten zoveel mogelijk worden beperkt; 

de gegevensbescherming moet goed geregeld worden;

het is de vraag hoe een dergelijk systeem zich verhoudt tot andere
Europese ontwikkelingen op het gebied van grensmanagement (in het
bijzonder het verzamelen van API-gegevens, dit gebeurt momenteel
decentraal);

de (on)mogelijkheden voor de Europese Commissie om een centraal systeem
op te zetten (de Europese Commissie is erg terughoudend ten aanzien van
de centrale optie onder meer in verband met de complexiteit van een
dergelijk systeem).

Moet ook worden gekozen voor het verzamelen van passagiersgegevens voor
intra-EU verkeer? Vooralsnog wil Nederland eerst ervaring opdoen met
internationale vluchten. Nederland staat evenwel open voor een discussie
of andere lidstaten de mogelijkheid moeten krijgen om nationaal ook
intra-EU vluchten toe te voegen. Hierbij moet wel goed onderzocht worden
wat de consequenties zijn voor lidstaten (en luchtvaartmaatschappijen)
die de PNR-gegevens voor deze vluchten níet verzamelen en gebruiken. Er
moet gekeken worden naar de voordelen en nadelen, de kosten en
juridische aspecten van een dergelijke uitbreiding.

Wat vinden lidstaten van de in het voorstel opgenomen bewaartermijn? In
het voorstel is een bewaartermijn opgenomen van 30 dagen. Daarna moeten
de gegevens worden geanonimiseerd, waarna ze nog vijf jaar bewaard
kunnen worden en gebruikt mogen worden voor analysedoeleinden en om
beoordelingscriteria te ontwikkelen. Voor lopende onderzoeken en/of
vervolging en bij een concreet gevaar of risico kunnen de volledige
gegevens worden ingezien nadat toestemming is verleend door het hoofd
van de decentrale passagiersinformatie-eenheid. Verwacht wordt dat
verschillende lidstaten er voor zullen pleiten om de bewaartermijnen ter
verruimen. Het kabinet kan zich in algemene zin vinden in de
voorgestelde systematiek en beraadt zich nog op de effectiviteit van de
voorgestelde bewaartermijn.

Voor het overige is het kabinetsstandpunt neergelegd in het BNC-fiche
dat uw Kamer onlangs is toegezonden (Kamerstukken II, 2011/11, 22112 nr.
1149).

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter
bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en
kinderpornografie, en tot intrekking van Kaderbesluit 2004/68/JBZ

-	Informatie van het Voorzitterschap over de triloog met het Europees
Parlement op 16 maart 2011

Tijdens deze bijeenkomst zal de Raad worden geïnformeerd over de stand
van zaken van de triloog tussen de Raad, Commissie en het Europees
Parlement over het voorstel voor een richtlijn ter bestrijding van
seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en
kinderpornografie. Door de Raad werd tijdens de bijeenkomst van 3
december jl. een algemene oriëntatie over dit voorstel bereikt.

  	

Het voorstel vervangt het kaderbesluit uit 2004 (2004/68/JBZ) met een
ruimere strekking. Deze richtlijn brengt het beschermingsniveau binnen
de EU in overeenstemming met de in het Verdrag van Lanzarote neergelegde
internationale rechtsnorm voor de bescherming van kinderen tegen
seksueel misbruik en seksuele uitbuiting. Het voorstel heeft op een
aantal punten materiële meerwaarde ten opzichte van het Verdrag van
Lanzarote. Die meerwaarde wordt onder andere gevonden in de verdere
harmonisatie van straffen en maatregelen op het terrein van het filteren
en blokkeren van kinderpornografie op het internet.

Een inhoudelijk debat is niet voorzien.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende het recht op informatie in strafprocedures

-	Informatie van het Voorzitterschap over de triloog met het Europees
Parlement

Dit voorstel maakt deel uit van een reeks voorstellen die in 2009 zijn
aangekondigd in de zogenoemde routekaart inzake procedurele rechten van
verdachten en beoogt minimumregels vast te stellen met betrekking tot
het recht van de verdachte geïnformeerd te worden over een aantal
essentiële strafprocessuele rechten die hem toekomen en over de zaak
die tegen hem loopt.

Het Voorzitterschap zal informatie verstrekken over de stand van zaken
van de behandeling van het voorstel door het Europees Parlement. Het
Europees Parlement hecht zeer aan het versterken van de rechten van
verdachten en heeft inmiddels een aantal ontwerp-amendementen
voorgesteld die verder gaan dan de tekst waarover in de Raad van 2-3
december jl. een algemene oriëntatie is bereikt. Daaronder valt onder
andere het amendement de bijlagen bindend voor te schrijven. Op 17 maart
jl. heeft de stemming plaatsgevonden over de ingediende
ontwerpamendementen. De triloog is voorzien op 5 april a.s.

Bescherming van slachtoffers

-	Presentatie van de conclusies van de conferentie
“Slachtofferbescherming in de EU: de weg vooruit” (Budapest, 23-24
maart 2011) en van de follow-up ervan door de Commissie en het
Voorzitterschap 

Tijdens deze conferentie over het toekomstige Europese slachtofferbeleid
heeft het Hongaarse Voorzitterschap een concept-routekaart
gepresenteerd. Tijdens de besprekingen werd geconstateerd dat de
uitvoering van bestaande Europese regels ter zake soms nog te wensen
over laat, dat er nog steeds te grote verschillen tussen lidstaten
bestaan ten aanzien van rechten van slachtoffers, en dat er dus meer
ingezet moet worden op harmonisatie. Met inachtneming van het voornoemde
komt de Europese Commissie in mei met nieuwe voorstellen.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over
aanvallen op informatiesystemen

-	Gedeeltelijke algemene oriëntatie

Op 30 september 2010 is het voorstel van de Europese Commissie voor een
richtlijn over aanvallen op informatiesystemen verschenen. Het betreft
omzetting in een richtlijn van het bestaande kaderbesluit van 2005 ter
zake. Het voorstel bevat ten opzichte van het kaderbesluit enkele
aanvullingen. Het gaat daarbij onder andere om bepalingen over de
maximale gevangenisstraffen en strafverzwarende omstandigheden. Ook
wordt de justitiële samenwerking verder versterkt door lidstaten ertoe
te verplichten snel – via het al bestaande 24/7 netwerk van
contactpunten voor cybercriminaliteit – te reageren op urgente
informatieverzoeken.

Het Hongaarse Voorzitterschap streeft ernaar in de komende JBZ-Raad te
komen tot een algemene oriëntatie over bepaalde onderdelen van de
ontwerprichtlijn.

Het kabinet heeft in een BNC fiche van 8 november 2010 (Kamerstukken II,
2010/11, 22112, nr. 1082) zijn standpunt ten aanzien van dit voorstel
aan uw Kamer kenbaar gemaakt. Nederland staat positief tegenover het
voorstel. De aanpak van cybercriminaliteit op het niveau van de Europese
Unie is een uit het Stockholm Programma voortvloeiende prioriteit.
Ondersteuning daarvan ligt in het verlengde van de in het regeerakkoord
opgenomen ambitie inzake de totstandkoming van een integrale aanpak op
het gebied van cybercrime. Deze is neergelegd in de Nationale Cyber
Security Strategie (Kamerstukken II, 2010/11, 26643 nr. 174). De
JBZ-Raad heeft op 8-9 november 2010 het voorstel verwelkomd. Het
Hongaarse Voorzitterschap streeft ernaar nog in het eerste halfjaar van
2011 een algemene oriëntatie over de gehele ontwerprichtlijn vast te
stellen.

Initiatief voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad
betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken

-	Stand van zaken

Het voorstel voor een richtlijn betreffende het Europees onderzoeksbevel
in strafzaken beoogt de samenwerking bij de opsporing van strafbare
feiten in de Europese Unie te verbeteren en te vereenvoudigen. Daartoe
voorziet het in de mogelijkheid voor bevoegde autoriteiten een bevel uit
te vaardigen om ten behoeve van een eigen strafrechtelijk onderzoek de
justitiële autoriteiten in een andere lidstaat onderzoekshandelingen te
laten verrichten. 

Tijdens de Raad van 8-9 november jl. heeft een oriënterend debat
plaatsgevonden over het voorstel. Tijdens de Raad van 2-3 december jl.
is informatie verstrekt over de voortgang van de besprekingen in de
Raadswerkgroep, waarna de onderhandelingen onder het huidige, Hongaarse
Voorzitterschap zijn voortgezet. Thans zal de Raad worden geïnformeerd
over de stand van zaken van de onderhandelingen. Er is geen inhoudelijk
debat voorzien.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten op het gebied
van erfopvolging en betreffende de instelling van een Europese
erfrechtverklaring 

-	Mondeling verslag door het Voorzitterschap

De voorzitter zal verslag doen over de stand van zaken van de
besprekingen over het voorstel voor een ontwerp-verordening betreffende
de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten op het gebied
van erfopvolging en betreffende de instelling van een Europese
verklaring van erfrecht. Het voorstel wordt thans in de raadswerkgroep
besproken.

De ontwerp-verordening heeft tot doel uniforme regels vast te stellen
voor het toepasselijk recht met betrekking tot de afwikkeling van
nalatenschappen binnen de Europese Unie die een grensoverschrijdend
karakter hebben. De verordening bevat onder meer, naast regels omtrent
het vaststellen van het toepasselijk recht op de (afwikkeling van de)
nalatenschap en regels voor het aanwijzen van de bevoegde instantie, ook
regels over de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van
beslissingen en authentieke akten op het terrein van het erfrecht.
Voorts wordt een uniform model voor een Europese verklaring van erfrecht
voorgesteld.

De onderhandelingen vorderen langzaam maar gestaag en het
Voorzitterschap zet sterk in op het bereiken van een algemene
oriëntatie. In de onderhandelingen wordt in het bijzonder aandacht
besteed aan de wijze van erkenning van authentieke akten, aan de
noodzaak voor een alternatief aanknopingspunt (naast de gewone
verblijfplaats) voor de aanwijzing van het toepasselijk recht op de
afwikkeling van de nalatenschap, en aan de invulling van het karakter en
het doel van de verklaring van erfrecht. Nederland is van mening dat de
gewone verblijfplaats als aanknopingspunt voor het toepasselijk recht
voldoende duidelijkheid biedt, zodat geen alternatief aanknopingspunt in
de verordening dient te worden opgenomen. Ook bepleit Nederland dat
helder wordt omschreven wat het doel van de verklaring van erfrecht
wordt en wanneer deze dienstbaar is voor de burger.

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid,
het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van
beslissingen op het gebied van het huwelijksvermogensrecht

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid,
het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van
beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van
geregistreerde partnerschappen 

-	Presentatie door de Commissie

Commissaris Reding zal tijdens de bijeenkomst van deze Raad een
presentatie geven over bovengenoemde ontwerp-verordeningen. Deze zijn
zeer recent gepubliceerd.

Beide verordeningen regelen de vraagstukken van internationaal
privaatrecht in verband met de vermogensrechtelijke betrekkingen van
internationale paren. Een verordening heeft betrekking op gehuwde paren,
de andere verordening op het geregistreerd partnerschap. De
verordeningen bepalen:

welk gerecht bevoegd is voor de vereffening van het
huwelijksvermogensrecht of de vermogensrechtelijke gevolgen van het
geregistreerd partnerschap;

welk recht van toepassing is op de vereffening;

de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen.

Het standpunt van het kabinet zal zoals gebruikelijk worden neergelegd
in een BNC-fiche dat aan uw Kamer zal worden toegezonden.

EU-agenda voor de rechten van het kind

-	Presentatie door de Commissie en follow-up door het Voorzitterschap

Het betreft hier een mededeling van de Commissie waarin een EU-agenda
voor de rechten van het kind wordt gepresenteerd. Hiermee geeft de
Commissie uitvoering aan het Actieplan ter uitvoering van het Stockholm
Programma. Deze EU-agenda heeft als doel te bevestigen dat de
EU-instellingen en de lidstaten vastbesloten zijn om de rechten van het
kind te bevorderen, te beschermen en na te leven in al het relevante
EU-beleid, en om die rechten in concrete resultaten om te zetten. In de
toekomst moet EU-beleid dat direct of indirect op kinderen betrekking
heeft, worden ontwikkeld, uitgevoerd en gecontroleerd met inachtneming
van het beginsel van het belang van het kind. In de mededeling wordt
aandacht besteed aan maatregelen op gebieden zoals kindvriendelijke
justitie, de bescherming van kinderen in kwetsbare situaties en de
bestrijding van geweld tegen kinderen, zowel binnen de Europese Unie als
daarbuiten.

Het standpunt van het kabinet zal zoals gebruikelijk worden neergelegd
in een BNC-fiche dat aan uw Kamer zal worden toegezonden.

Voorstel voor een verordening over de mogelijkheid om rechtskracht toe
te kennen aan de elektronische uitgave van het Publicatieblad

-	Presentatie door de Commissie

Commissaris Reding zal tijdens de bijeenkomst van deze een presentatie
geven over bovengenoemde ontwerp-verordening. Thans is het voorstel nog
niet beschikbaar.

Niet-wetgevende besprekingen

Goedkeuring van de A-puntenlijst

Zuidelijke nabuurschapsregio 

-	Follow-up van de Europese Raadsverklaring van 11 maart 2011

Nederland meent dat de gevolgen van de ontwikkelingen in Libië, onder
meer op het vlak van migratie, vragen om een gecoördineerde, Europese
aanpak. Tijdens de extra Europese Raad van 11 maart 2011 is een
verklaring aangenomen, die onder andere ziet op deze migratieaspecten.
Zo is aan de JBZ-Raad verzocht om, in samenwerking met de Europese
Commissie, in juni 2011 een plan voor te leggen voor het ontwikkelen van
capaciteit voor het beheer van migratie- en vluchtelingenstromen. Naar
verwachting zal de stand van zaken worden toegelicht over de in de
verklaring voorgestelde maatregelen.

Mededeling over de evaluatie en toekomstige strategie voor EU-Terug- en
Overnameovereenkomsten

	-	Presentatie door de Commissie 

De Europese Commissie zal haar recente mededeling presenteren inzake de
evaluatie van de terug- en overnameovereenkomsten. Deze mededeling omvat
een evaluatie van de implementatie van de EU-overnameovereenkomsten die
al van kracht zijn, een schets van de stand van zaken van de lopende
onderhandelingen en van de ‘openstaande’ onderhandelingsmandaten, en
aanbevelingen voor aanpassingen van het EU-overnamebeleid. 

Over het geheel genomen schetst de evaluatie een gemengd beeld.
Enerzijds is duidelijk dat EU-overnameovereenkomsten een toegevoegde
waarde bieden voor de terug- en overname van personen, met name als het
gaat om buurlanden van de EU. In die zin vormen zij een belangrijk
instrument voor het bestrijden van illegale immigratie uit derde landen.
Anderzijds zijn de onderhandelingsrichtsnoeren weinig flexibel ten
aanzien van sommige (technische) aspecten en bieden zij onvoldoende
stimulansen, waardoor de onderhandelingen niet tot een overeenkomst
leiden. 

De Commissie doet in de Mededeling een aantal aanbevelingen om het
EU-overnamebeleid te herzien, onder andere inzake de clausules voor de
overname van derdelanders en staatlozen (‘overnameclausules’) en de
inbedding van terug- en overname in het bredere migratiebeleid van de
EU. Ook wordt een post-terugkeer-monitoringsmechanisme voorgesteld.

Het standpunt van het kabinet zal zoals gebruikelijk worden neergelegd
in een BNC-fiche dat aan uw Kamer zal worden toegezonden.

Roma - mededeling over het EU-kader m.b.t. de strategie voor nationale
Roma-integratie 

-	Presentatie door de Commissie gevolgd door uitwisseling van
standpunten 

Tijdens deze bijeenkomst van de Raad zal de Commissie een mededeling
presenteren inzake een “EU Raamwerk t.b.v.
nationale Roma-strategieën”. Hierna is een discussie voorzien over
deze mededeling die op 5 april 2011 zal verschijnen. Het standpunt van
het kabinet over de mededeling zal zoals gebruikelijk worden neergelegd
in een BNC-fiche dat aan uw Kamer zal worden toegezonden.

De ontwerp-Raadsconclusies over Roma die het Hongaarse voorzitterschap
aangenomen wenst te zien tijdens de WSBVC-Raad (Werkgelegenheid, Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken) van 19 mei 2011, zijn
reeds op 18 maart 2011 verschenen. Deze Raadsconclusies, die er onder
meer toe strekken dat Lidstaten worden uitgenodigd om EU-fondsen beter
in te zetten voor de sociaal-economische participatie van de Roma,
worden momenteel op raadswerkgroepniveau besproken.

Verslag over de tenuitvoerlegging van het Handvest van de Grondrechten

-	Presentatie door de Commissie 

In haar recente mededeling over een strategie tot implementatie van het
EU Handvest van de Grondrechten, waarover uw Kamer middels een BNC-fiche
is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2010/11, 22112, nr. 1097), kondigde
de Europese Commissie aan vanaf dit jaar jaarlijks een rapport te
publiceren over de tenuitvoerlegging van het EU Handvest. Tijdens de
JBZ-Raad zal de Europese Commissie dit rapport presenteren. Een eerste
bespreking zal op raadswerkgroepniveau op 18 april 2011 plaatsvinden.

(evt.) Toetreding van de Europese Unie tot het Europees verdrag voor de
rechten van de mens

-	Stand van zaken

Het Voorzitterschap en de Commissie zullen mogelijk tijdens de JBZ-Raad
een toelichting geven over de stand van de onderhandelingen van de
toetreding van de EU tot het EVRM. In het Verdrag van Lissabon is
verbindend vastgelegd dat de EU zal toetreden tot het EVRM (art. 6 lid 2
VEU). De toetreding tot het EVRM werd aan de zijde van de Raad van
Europa mogelijk door de inwerkingtreding van een wijziging van het EVRM
ten gevolge van de inwerkingtreding van protocol 14 in juni 2010.

Op 4 juni 2010 is door de Raad een gedetailleerd onderhandelingsmandaat
aangenomen. Hierover is uw Kamer vertrouwelijk geïnformeerd. In juli
2010 zijn de onderhandelingen tussen de EU en een speciaal comité van
de Raad van Europa over de voorwaarden voor de toetreding van start
gegaan. Het speciaal comité is aangesteld door de Stuurgroep voor
mensenrechten van de Raad van Europa (CDDH). Het CDDH heeft van het
Comité van Ministers van de Raad van Europa een mandaat gekregen om te
onderhandelen met de Unie. De Europese Commissie onderhandelt namens de
Unie op basis van het onderhandelingsmandaat. Sinds juli 2010 hebben er
zes onderhandelingsrondes plaatsgevonden tussen het speciale Comité en
de Europese Commissie. Tijdens de laatste onderhandelingsronde (15-18
maart jl.) is voor de eerste keer gesproken over het
concept-toetredingsakkoord. 

Aan EU-zijde geeft de Commissie tussentijdse terugkoppelingen van de
onderhandelingen aan de raadswerkgroep Fundamentele Rechten en Vrij
Verkeer van Personen (FREMP). In deze raadswerkgroep worden momenteel
ook de regelingen besproken die intern binnen de EU toepassing en
verdere uitwerking moeten geven aan onderdelen van het
Toetredingsakkoord.

 

Het uiteindelijke toetredingsakkoord moet worden goedgekeurd door alle
47 staten die partij zijn bij het EVRM (waaronder alle EU-lidstaten) en
door de EU. Aan EU-zijde moet het besluit tot sluiting, waarin ook de
noodzakelijke interne EU-spelregels zullen worden vastgelegd, door de
Raad met unanimiteit worden aangenomen, na goedkeuring door het Europees
Parlement. Tot slot moeten de lidstaten het besluit tot sluiting in
overeenstemming met hun grondwettelijke bepalingen hebben goedgekeurd
voordat het in werking kan treden.

Gezamenlijke evaluatie van de uitvoering van de EU-VS TFTP-overeenkomst
gedurende de eerste zes maanden

-	Verslag van de Commissie

Op 28 juni 2010 hebben de EU en de Verenigde Staten een overeenkomst
gesloten over de uitwisseling en verwerking van bepaalde
betalingsverkeergegevens in het kader van het zgn. Terrorist Finance
Tracking Programme (TFTP). Deze overeenkomst, die tot doel heeft bij te
dragen aan de bestrijding van terrorisme en terrorismefinanciering, is
op 1 augustus 2010 in werking getreden. Europol heeft een centrale rol
gekregen bij de toetsing van de Amerikaanse verzoeken om de verstrekking
van bepaalde gegevens aangaande internationaal betalingsverkeer. Naar
verwachting zal Commissaris Malmström tijdens deze bijeenkomst van de
JBZ-Raad een toelichting geven op de evaluatie die onlangs plaatsvond,
zes maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst.

Over het algemeen is het review team, dat bestond uit medewerkers van de
Europese Commissie, twee dataprotectiedeskundigen en een juridisch
expert van Eurojust, tevreden met de uitvoering van de regelingen door
Europol en prijst het de samenwerking met de Amerikaanse partners. Het
evaluatierapport concludeert dat het TFTP een meerwaarde heeft voor de
bestrijding van terrorisme en terrorismefinanciering, dat Europol zijn
rol bij de tenuitvoerlegging van de TFTP-overeenkomst zeer serieus neemt
en er alles aan heeft gedaan om die rol in overeenstemming met de
overeenkomst te vervullen.

Het evaluatierapport bevat ook enkele aanbevelingen, waaronder de
aanbeveling aan Europol meer gespecificeerde, respectievelijk geschreven
toelichtingen te gebruiken als basis voor de verificatie van de
verzoeken vanuit de Verenigde Staten en een algemene oproep zo mogelijk
meer transparantie te hanteren in relatie tot het functioneren en het
nut van het TFTP. Commissaris Malmström heeft naar aanleiding van het
evaluatierapport onder meer verklaard dat “alle relevante aspecten van
de overeenkomst zijn uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen
ervan, met inbegrip van de bepalingen inzake gegevensbescherming”.

Nederland heeft met instemming kennis genomen van de bevindingen van het
review team, inclusief die met betrekking tot de specifieke rol van
Europol, en steunt de door deze organisatie reeds in gang gezette
implementatie van de aanbevelingen.

De Europese Commissie is inmiddels op verzoek van de Raad en het
Europees Parlement een studie gestart naar de haalbaarheid van een
Europees TFTP. Deze studie zal naar verwachting uiterlijk 1 augustus
2011 zijn afgerond.

Diversen

Seminar over niet-begeleide minderjarigen: kinderen die de buitengrenzen
van de EU overschrijden op zoek naar bescherming, 9-10 december 2010
(verzoek van België)

Naar verwachting zullen de lidstaten kort stilstaan bij onderhavig
seminar. Dit seminar over niet-begeleide minderjarigen, onder Belgisch
voorzitterschap georganiseerd op 9 en 10 december 2010, heeft een aantal
interessante inzichten opgeleverd. Nederland heeft binnen de EU al enige
tijd aandacht gevraagd voor de kwetsbare positie van alleenstaande
minderjarige vreemdelingen (amv) en het risico op uitbuiting. Tijdens
het seminar bleek dat dit inzicht thans breed door de lidstaten wordt
gedeeld. Er is voorts gesproken over een rapport van Frontex over de
aard en omvang van de amv-problematiek in de EU.

Gemengd Comité

SIS II

-	Stand van zaken

Tijdens de JBZ-Raad op 7 oktober 2010 zijn Raadsconclusies met
betrekking tot het Schengen Informatie Systeem (SIS II) aangenomen. In
deze Raadsconclusies staat dat de Commissie de Raad en het Europees
Parlement op reguliere basis (elke JBZ-Raad) op de hoogte zal houden van
de ontwikkelingen aangaande het project SIS II.

Visuminformatiesysteem (VIS)

-	Stand van zaken 

Naar verwachting zal de Europese Commissie een stand van zaken
presenteren voor wat betreft de planning en implementatie van
het visuminformatiesysteem (VIS). Het VIS is het systeem dat ontwikkeld
wordt door de Europese Commissie conform de VIS-verordening en het
Raadsbesluit en beoogt via de uitwisseling van visuminformatie tussen
lidstaten:

de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren; 

visumshopping tegen te gaan; 

fraude te bestrijden;

de (buiten)grenscontrole te verbeteren; 

personen te identificeren die niet (langer) voldoen aan de voorwaarden
voor binnenkomst, verblijf of vestiging; en

bij te dragen aan het voorkomen van bedreigingen van de interne
veiligheid.

De huidige planning van de Europese Commissie is erop gericht om het VIS
op 24 juni 2011 gereed te hebben voor gebruik. De lidstaten zullen
gevraagd worden om conform artikel 48 van verordening 767/2008 zich
gereed te melden om te starten in de eerste regio (Noord-Afrika) en te
starten met de controles aan de buitengrenzen. Onder leiding van het
Hongaarse Voorzitterschap heeft er samen met de lidstaten en de Europese
Commissie een discussie plaatsgevonden over een wenselijke startdatum.
Het resultaat van deze discussie is dat 11 oktober 2011 als een passende
startdatum wordt gezien.

De voorbereidingen in Nederland met betrekking tot de implementatie van
het VIS lopen op schema. Nederland kan zich vinden in de voorgestelde
startdatum in oktober 2011.

(evt.) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de
Raad ter amendering van de Frontexverordening (EC) nr. 2007/2004 

-	Stand van zaken 

De verwachting is dat het Voorzitterschap en/of Commissie een stand van
zaken van de onderhandelingen van de wijziging van de Frontexverordening
presenteert. Nederland is voorstander van de voorstellen van de Europese
Commissie om de Frontex-verordening te wijzigen. Met de wijzigingen moet
Frontex flexibeler worden en meer operationele slagkracht krijgen. Dit
gebeurt door de inrichting van speciale teams. Ook moet de wijziging
ervoor zorgen dat er meer materieel beschikbaar is om in gezamenlijke
operaties in te zetten. Frontex krijgt meer mogelijkheden om
gezamenlijke terugkeervluchten te coördineren.

Het voorstel is in werkgroepen van de Raad uitgebreid besproken. Op dit
moment zijn de amendementen van het Europees Parlement onderwerp van de
bespreking in de raadswerkgroepen. Het Voorzitterschap en de Raad
streven erna om de onderhandelingen over de wijziging van de
Frontex-verordening nog deze zomer af te ronden. 

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot
oprichting van een Agentschap voor het operationele beheer van
grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en
recht

-	Stand van zaken

Zie de Raadsagenda, punt 6.