[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Bijlage

Nummer: 2011D17484, datum: 2011-04-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag ter bevordering van de economische betrekkingen ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Noorwegen (2011D17482)

Preview document (🔗 origineel)


No.W02.10.0315/II/K	's-Gravenhage, 26 augustus 2010

Bij Kabinetsmissive van 19 juli 2010, no.10.002027, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van
State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag
ter bevordering van de economische betrekkingen tussen het Koninkrijk
der Nederlanden, ten behoeve van Aruba, en het Koninkrijk Noorwegen;
Parijs, 10 september 2009 (Trb. 2009, 164), met toelichtende nota.

Het Verdrag is erop gericht de economische betrekkingen te bevorderen.
De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de goedkeuring van
het Verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.

1.	Begripsomschrijvingen

Anders dan gebruikelijk, wordt in artikel 1, eerste lid, onderdeel b,
van het Verdrag onder "Aruba" niet mede begrepen het gebied buiten de
territoriale wateren waar Aruba jurisdictie uitoefent. 

De Raad adviseert in de toelichtende nota in te gaan op de reden voor
deze afwijkende bepaling.

2.	 Woonplaats

Artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van het Verdrag stemt overeen met
artikel 4 van het OESO-modelverdrag. Niettemin wijkt de toelichting op
dit onderdeel d af van de bedoeling van artikel 4 van het
OESO-modelverdrag. Zo is de bedoeling van de met onderdeel d, slotzin,
overeenkomende zin uit het modelverdrag - anders dan de toelichtende
nota aangeeft - om lichamen die slechts beperkt aan belasting zijn
onderworpen (bijvoorbeeld buitenlands belastingplichtigen) van
inwonerschap uit te sluiten.

De Raad adviseert de toelichting op artikel 1, eerste lid, onderdeel d,
van het Verdrag aan te passen en daarbij aan te geven of het de
bedoeling van beide partijen is dat voor de betekenis van dit onderdeel
d aansluiting wordt gevonden bij de betekenis van het OESO-modelverdrag.

3.	Inkomsten uit vaste inrichtingen

In artikel 3 van het Verdrag is de voorwaarde uitgeschreven waaraan moet
zijn voldaan voor het vrijstellen van belasting van de aan de vaste
inrichting toe te rekenen voordelen: het grootste deel van de voordelen
("the greater part of the profits") moet worden verkregen uit
activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en
met g, van het Verdrag. Het is niet duidelijk wat de betekenis is van
"the greater part of the profits" en hoe de toerekening van winst moet
plaatsvinden indien het lichaam meerdere activiteiten verricht.

De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.

4.	Duur en beëindiging

Ingevolge artikel 5 van het Verdrag geldt het Verdrag voor een tijdvak
van vijf jaar. Artikel 7 van het Verdrag daarentegen stelt dat het
Verdrag van kracht blijft totdat het, met inachtneming van een
zesmaandsperiode, door een van beide partijen wordt beëindigd. Het is
niet duidelijk of het Verdrag ingevolge artikel 7 toch binnen het
tijdvak van vijf jaar - of binnen een verlengd tijdvak - kan worden
opgezegd (mits maar de zesmaandsperiode in acht is genomen).

De Raad adviseert om in de toelichtende nota aan te geven hoe de
artikelen 5 en 7 van het Verdrag zich tot elkaar verhouden.

5.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te
vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der
Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,Bijlage bij
het advies van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende
no.W02.10.0315/II/K met redactionele kanttekeningen die de Raad in
overweging geeft.

In de tweede volzin van de toelichting op artikel 3 van het Verdrag de
zinsnede "; financieringsactiviteiten buiten de normale bedrijfsvoering
zijn expliciet uitgezonderd" schrappen, in overeenstemming met de tekst
van artikel 3 van het Verdrag.

In de toelichting op artikel 4, tweede lid, van het Verdrag tot
uitdrukking brengen dat het in dat lid om een inspanningsverplichting
("shall endeavour") gaat.

 PAGE   1 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........