Voorlichtingsverzoek aan de Raad van State
Bijlage
Nummer: 2011D17511, datum: 2011-04-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Hachchi, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2011Z07029:
- Indiener: W. Hachchi, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2011-04-06 10:30: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
Preview document (š origineel)
Den Haag, (ā¦) 2011 Geacht college, De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft in haar procedurevergadering van (ā¦) 2011 besloten de Kamer te verzoeken de Afdeling advisering van de Raad van State voorlichting te vragen ten behoeve van een te ontwikkelen visie van op het Koninkrijk. Het verzoek betreft in het bijzonder de interpretatie en toepassing van het Statuut, waaronder ook de waarborgfunctie zoals beschreven in artikel 43 tweede lid van het Statuut. Sinds 1 september 2010 is artikel 21 a, eerste lid van de Wet op de Raad van State in werking getreden. Dit artikel bepaalt dat de Afdeling advisering op verzoek Onze Ministers dan wel een van beide kamers der Staten-Generaal van voorlichting dient in aangelegenheden van wetgeving en bestuur. Daartoe worden aan de Afdeling advisering van de Raad de volgende voorlichtingsvragen gesteld: Kan de Afdeling een beschouwing geven over de uitleg van een aantal artikelen in het Statuut, waarvan de interpretatie in de verschillende delen van het Koninkrijk in de praktijk niet altijd eenduidig is gebleken: artikel 3, artikel 12, artikel 36, artikel 37, artikel 38, artikel 43, artikel 50, artikel 51 en artikel 52. Welke mogelijkheden biedt artikel 43 van het Statuut aan het parlement? Hoe beschouwt de Afdeling de toepassingsruimte van het Statuut: worden de mogelijkheden van het Statuut voldoende benut of is wijziging van het Statuut wenselijk? Op welke terreinen ziet de Afdeling mogelijkheden dan wel aanleiding om, binnen het verband van het Koninkrijk, incidenteel dan wel structureel ondersteuning te overwegen aan Caribische landen binnen het Koninkrijk om de naleving van de fundamentele mensenrechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur te waarborgen? Ziet de Afdeling aanleiding, en mogelijkheden, voor uitbreiding van de waarborgfunctie naar andere terreinen, zoals bijvoorbeeld zorg, onderwijs en natuur? Kijkend naar de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het koninkrijk: wat zijn de mogelijkheden om binnen het huidige Statuut het democratische deficitĀ te reduceren c.q. op te heffen? Biedt artikel 1 van het Statuut voldoende waarborgen voor de 'bijzondere status' van deĀ BES-eilanden? In hoeverre rechtvaardigt de bijzondere status eigen wetgeving, afwijkend van de wetgeving voor het Europese deel van Nederland? Ā Ā Ā Ā