[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Notitie Arbeidsmigratie van buiten de EU

Bijlage

Nummer: 2011D18885, datum: 2011-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Notitie inzake Arbeidsmigratie van buiten de EU en onderzoek naar aanscherpingen van de Wet arbeid vreemdelingen en mogelijk misbruik van de Kennismigrantenregeling (2011D18884)

Preview document (🔗 origineel)


Arbeidsmigratie van buiten de EU

Inleiding

In het regeerakkoord is een aantal afspraken gemaakt over
arbeidsmigratie. Zo staat in het regeerakkoord dat het kabinet zal
onderzoeken of en in hoeverre aanscherping van het arbeidsmigratiebeleid
mogelijk en wenselijk is. Daarnaast bepaalt het regeerakkoord dat alleen
een tewerkstellingsvergunning kan worden verleend voor arbeidsmigranten
die van buiten de Europese Unie (EU) komen (en geen kennismigrant zijn),
als de werkgever aantoont dat hij geen werknemers uit Nederland of
landen van de EU en de Europese Economische Ruimte (EER) heeft kunnen
vinden. Ook bepaalt het regeerakkoord dat voor arbeidsmigranten in alle
gevallen het minimumvereiste van het wettelijk minimumloon gaat gelden
ook na verlenging van de tewerkstellingsvergunning. Tot slot bevat voor
kennismigratie het regeerakkoord de volgende passage: “Het kabinet zal
ervoor zorg dragen dat de bevordering van de kenniseconomie door alle
genomen maatregelen niet wordt belemmerd. De Kennismigrantenregeling is
van groot belang maar het kabinet zal onderzoeken of misbruik
plaatsvindt. Eventueel kan op basis hiervan een nadere opleidingseis
worden gesteld.”

Deze notitie werkt bovenstaande afspraken van het regeerakkoord uit. 

Geen structurele aanpassing Wav nodig; activeren binnenlands aanbod
belangrijker 

Het kabinet heeft om te beginnen onderzocht of aanscherping van het
arbeidsmigratiebeleid mogelijk en wenselijk is. Dat leidt tot de
hoofdconclusie dat de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) geen structurele
herziening nodig heeft om te bereiken dat nog slechts bij uitzondering
werknemers van buiten de EU tot de Nederlandse arbeidsmarkt worden
toegelaten. De Wav maakt het al mogelijk om slechts in
uitzonderingssituaties een tewerkstellingsvergunning te verlenen. Het
arbeidspotentieel binnen Nederland en binnen de EU zal immers in
redelijkheid voldoende zijn, uitzonderingsgevallen daargelaten. 

Zo geldt dat op dit moment ongeveer een half miljoen mensen die kunnen
werken, een uitkering ontvangen. Het kabinet vindt het onacceptabel om
aanbod van buiten de EU aan te boren, als niet eerst de mogelijkheden
maximaal zijn benut om dit arbeidsaanbod in Nederland in te zetten. In
de eerste plaats moeten mensen die nu met een uitkering langs de kant
staan het beschikbare werk gaan verrichten. Wie kan werken, maar niet
wil, krijgt geen uitkering. 

Wav wel aanscherpen op onderdelen; meer tijdelijke arbeidsmigratie

Dit bij elkaar – het karakter van de Wav en het activeren van onbenut
arbeidspotentieel – maakt dat de Wav niet structureel aangepast hoeft
te worden. Wel vindt het kabinet dat de Wav op onderdelen aangescherpt
moet worden om de doelstelling nog beter te bereiken en tegelijkertijd
misbruik tegen te gaan. Het kabinet gaat dat ook doen en geeft hierbij
ook uitvoering aan de voorstellen uit de Nota Herziening Wav
(Kamerstukken II 2009/2010, 32 144, nr. 1) die op 18 september 2009 aan
uw Kamer is aangeboden. Die notitie bevatte een aantal aanpassingen
onder meer ten behoeve van een betere uitvoering. Deze maatregelen
werden breed door uw Kamer gesteund. Het kabinet zal dit najaar een
wetsvoorstel aan uw Kamer aanbieden, waarin ook de voorstellen uit die
notitie worden opgenomen.

De belangrijkste nieuwe voorstellen zijn er op gericht om de
tijdelijkheid van de arbeidsmigratie te bevorderen. Het kabinet wil
onder meer dat werknemers van buiten de EU minder snel ‘vrij’ op de
Nederlandse arbeidsmarkt worden. Nu gebeurt dat al nadat ze drie jaar
met een tewerkstellingsvergunning hebben gewerkt in Nederland. Het
kabinet verlengt deze termijn naar vijf jaar. De vreemdelingenwetgeving
en de Wav worden hierop aangepast. 

Geen noodzaak Kennismigrantenregeling structureel te wijzigen

De andere hoofdconclusie is dat de Kennismigrantenregeling evenmin
structureel aangepast hoeft te worden. Van grootschalig misbruik lijkt
geen sprake te zijn en het laagdrempelige karakter van de regeling –
een belangrijk element - moet behouden blijven. Toch is er aanleiding om
de regeling op een aantal punten bij te stellen, om te voorkomen dat het
toekomstige draagvlak onder de regeling wordt aangetast. 

Leeswijzer

Paragraaf 3 werkt bovenstaande conclusie uit voor de reguliere
arbeidsmigratie, waarna in paragraaf 4 verdere maatregelen worden
voorgesteld. Het doel van de Kennismigrantenregeling wordt uiteengezet
in paragraaf 5. De daarop volgende paragraaf beschrijft de maatregelen
om de Kennismigrantenregeling aan te scherpen. 

Het kabinet zal dit najaar een wetsvoorstel bij uw Kamer indienen voor
zover voor deze maatregelen de wet aangepast moet worden. 

Allereerst gaat paragraaf 2 in op de doelstelling van het
arbeidsmigratiebeleid.

De bijlage van deze notitie bevat een interdepartementaal onderzoek naar
misbruik van de Kennismigrantenregeling, waarbij ook het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de Sociale
Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) en de Arbeidsinspectie (AI) zijn betrokken.

Doelstelling arbeidsmigratiebeleid: bijdrage aan welvaartsgroei 

Het arbeidsmigratiebeleid in ons land heeft de volgende
hoofddoelstellingen:

Het toelaten van personen van wie verwacht mag worden dat zij door hun
arbeidsactiviteiten een bijdrage leveren aan de welvaart. 

Het beschermen van de binnenlandse arbeidsmarkt door slechts die
werknemers toe te laten van wie is vastgesteld dat zij een functie
zullen gaan vervullen waarvoor geen prioritair arbeidsaanbod beschikbaar
is (tenzij het kenniswerkers zijn).

Het beschermen van de nationale arbeidsverhoudingen en het tegengaan van
oneerlijke concurrentie door te bewaken dat arbeidsmigranten
marktconform worden beloond en tenminste het wettelijk minimumloon
ontvangen.

Het voorkomen en bestrijden van illegale tewerkstelling.

Deze beleidsdoelen leiden tot een vraaggestuurd toelatingsbeleid tot de
arbeidsmarkt: arbeidsmigranten moeten al een baan hebben op het moment
van de vergunningaanvraag. De werkgever vraagt dan ook de
tewerkstellingsvergunning of de verblijfsvergunning voor de
kennismigrant aan. Het wettelijk kader hiervoor is de Wav. Het UWV
Werkbedrijf voert deze wet uit, de Arbeidsinspectie ziet toe op de
handhaving.

Het belangrijkste instrument is de tewerkstellingsvergunning die wordt
aangevraagd door en verleend aan een werkgever. Een werkgever heeft een
tewerkstellingsvergunning nodig als hij een arbeidsmigrant wil
tewerkstellen uit een land waarvoor geen vrij werknemersverkeer geldt.

Daarnaast is er nog een categorie werknemers voor wie een
tewerkstellingsvergunning kan worden aangevraagd zonder
arbeidsmarkttoets, dat wil zeggen met voorbijgaan aan de toets of er
aanbod in eigen land is dat voorrang heeft (prioritair aanbod). Dit zijn
bijvoorbeeld internationaal concernpersoneel en wetenschappelijk
onderzoekers. Deze categorie verdringt geen binnenlands arbeidsaanbod.  

Ook zijn er werknemers die zijn vrijgesteld van een
tewerkstellingsvergunning. Het belangrijkste voorbeeld zijn de
Kennismigranten. Sinds 1 oktober 2004 hoeft voor personen van wie mag
worden verwacht dat zij door hun kennis een bijdrage aan de Nederlandse
economie kunnen leveren geen tewerkstellingsvergunning meer te worden
aangevraagd. Om de administratieve last tot het minimum te beperken
geldt uitsluitend een inkomenseis om te bepalen of iemand een
kennismigrant is. Daarnaast is voor het inkomenscriterium gekozen, omdat
het loon de uitdrukking is van de waarde van de werknemer op de
arbeidsmarkt. Zie hierover verder paragraaf 5. De IND voert deze
Kennismigrantenregeling uit. De Arbeidsinspectie ziet toe op de
handhaving.

Aparte vermelding verdiend nog de talentenregeling. Buitenlandse
hoogopgeleiden die minstens een Master-titel aan een van de 150
topuniversiteiten hebben, kunnen gebruik maken van de talentenregeling
om een verblijfsvergunning voor de duur van een jaar te krijgen. In dit
zogenaamde ‘zoekjaar’ kunnen ze proberen om in Nederland een baan
als kennismigrant te vinden, of om een eigen bedrijf op te starten.

De tewerkstellingsvergunning is sinds de uitbreiding van het vrije
werknemersverkeer met de Midden- en Oost-Europese landen op 1 mei 2007
in een ander licht komen te staan. Voor die tijd werd de overgrote
meerderheid van tewerkstellingsvergunningen verleend voor Polen. Nu dat
niet meer hoeft, is het aantal vergunningen de afgelopen jaren gedaald
van bijna 75.000 in 2006 tot nog geen 13.688 in 2011. 

Die daling zal zich naar verwachting voortzetten als op 1 januari 2014
de overgangstermijn voor een aantal nieuwe lidstaten verstrijkt en
onderdanen van Bulgarije en Roemenië vrije toegang tot de Europese
arbeidsmarkt hebben. 

	2006	2007	2008	2009	2010

Roemeense	2.266	2.659 	2.992	3.286	2.734

Chinese	2.535	2.750	2.596	2.281 	2.380

Indiase	1.572	1.663	1.640	967 	1.343

Bulgaarse	739	996	1.080	922 	866

Amerikaanse	1.178	1.133	968	828 	742

Poolse	55.229	30.045	-	 -	-

Overige 	10.537	10.781	6.308	5.404	5.519

Totaal 	74.056	50.027	15.584	13.688	13.584

Tabel 1: aantal tewerkstellingsvergunningen per jaar, uitgesplitst naar
nationaliteit

Het aantal kennismigranten dat jaarlijks naar Nederland komt, is sinds
de invoering in 2004 van de regeling snel gestegen, zoals blijkt uit
onderstaande tabel. Alleen het crisisjaar 2009 liet een tijdelijke
daling zien.

	2005	2006	2007	2008	2009	2010

Aanbod	2920	4980	6810	8700	6620	7100

Aantal ingewilligde vergunningen	2220	4430	6300	7920	6140	6570

Tabel 2: aantal kennismigranten per jaar (aanbod en aantal ingewilligde
verblijfsvergunningen; eerste verlening en wijziging beperking)

Reguliere arbeidsmigratie: tewerkstellingsvergunning als uitzondering

Het kabinet hecht er zeer aan dat iedereen naar vermogen participeert in
de samenleving. In dit licht moet ook het beleid om
tewerkstellingsvergunningen af te geven worden gezien. Het is
onwenselijk dat Nederland nog zoveel mensen met een uitkering kent,
terwijl nog steeds arbeidskrachten van buiten de EU worden aangetrokken
om werk te verrichten waarvoor geen Nederlandse arbeidskrachten te
vinden zijn. Dit klemt des te meer omdat tewerkstellingsvergunningen
vooral worden afgegeven voor het verrichten van laaggeschoolde arbeid in
de land- en tuinbouw, en voor arbeid in de horeca. En juist dat segment
van de arbeidsmarkt is ruim, in de zin dat er (aanzienlijk) meer
potentiële werknemers dan vacatures zijn.  

Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de
uitkeringsgerechtigde zelf om stappen te ondernemen om aan werk te
komen. Die eigen verantwoordelijkheid krijgt vorm in het sociale
zekerheidssysteem. Tegenover een uitkering zoals de bijstand en
werkloosheidsuitkering staat de plicht om werk, scholing, of
re-integratie te aanvaarden. Tevens komt in de bijstand de plicht om een
 tegenprestatie te leveren. Het begrip passende arbeid is al verruimd.
Het niveau van het werk mag uiteindelijk geen excuus zijn om werkaanbod
te weigeren. 

De uitvoeringsinstanties moeten de uitkeringsgerechtigde aanspreken
zodat deze de verantwoordelijkheid voor zijn terugkeer op de
arbeidsmarkt daadwerkelijk neemt. 

Van gemeenten en UWV wordt gevraagd meer dan voorheen arbeidsaanbod
beschikbaar te stellen voor functies waarvoor nu nog een
tewerkstellingsvergunning wordt gevraagd, en om sancties toe te passen
ten aanzien van uitkeringsgerechtigden die het hun aangeboden werk niet
accepteren of weigeren mee te werken aan re-integratiemaatregelen. De
werkgevers worden er op aangesproken dat zij meer moeite doen hun
vacatures vanuit de binnenlandse arbeidsmarkt te vervullen en uit aanbod
uit de overige EU-landen. Dit kan niet zonder de medewerking van
werkgeversorganisaties. Het is daarom goed te zien dat de
uitvoeringsinstellingen samen met de werkgeversorganisaties initiatieven
nemen om uitkeringsgerechtigden terug naar de werkvloer te brengen, met
name in die sectoren waarvoor nu relatief veel
tewerkstellingsvergunningen worden afgegeven, zoals de land- en
tuinbouw. Gemeenten en UWV werken bijvoorbeeld in verschillende sectoren
samen met werkgeversorganisaties in brancheservicepunten om vraag en
aanbod transparant te maken door middel van banenmarkten en digitale of
fysieke servicepunten waar werkgevers en werknemers elkaar kunnen
ontmoeten. LTO en UWV hebben ook samen een plan van aanpak opgesteld
gericht op inzet van binnenlands aanbod bij de personeelsbehoefte in de
land- en tuinbouw. Een ander voorbeeld is dat de gemeenten Den Haag,
Rotterdam en Westland gezamenlijk de mogelijkheid gaan uitwerken om
WWB-ers naar banen in het Westland toe te leiden. Het Werkplein van de
gemeente Westland zal hierin een centrale rol gaan spelen. 

Door dergelijke initiatieven van de uitvoeringsinstellingen en
werkgevers moet het mogelijk worden dat voor elke vacature prioritair
arbeidsaanbod beschikbaar komt, zodat slechts in hoge uitzondering een
beroep hoeft te worden gedaan op werknemers van buiten de EU. Deze
initiatieven verdienen dan ook navolging.

Overige maatregelen

Tijdelijkheid van arbeidsmigratie beter waarborgen

Het kabinet neemt voorts een aantal maatregelen om de tijdelijkheid van
arbeidsmigratie te bevorderen en de bestaande regels aan te scherpen.
Hiervoor zullen de betreffende regels worden aangepast:

Later ‘vrij’ op de arbeidsmarkt. 

Op dit moment zijn vreemdelingen, nadat ze drie jaar met een
tewerkstellingsvergunning of met een voor arbeid geldige
verblijfsvergunning hebben gewerkt in Nederland, vrij op de
arbeidsmarkt. Het kabinet verlengt deze termijn naar vijf jaar. De Wav
en de Vreemdelingencirculaire 2000 worden hierop aangepast. Met de
termijn van vijf jaar is aansluiting gezocht bij de termijn waarna
EU-onderdanen een onbeperkt verblijfsrecht in een andere lidstaat
hebben.

Alleen verlenging bij volledig minimumloon. 

Op grond van de huidige regelgeving kan een tewerkstellingsvergunning
worden verlengd, ook als er niet langer sprake is van betaling van het
minimumloon voor een volledige werkweek. Dit kan ertoe leiden dat deze
werknemers aanspraak op bijstand of een andere uitkering kunnen maken.
Het kabinet wil dit voorkomen en zal de regels zo aanpassen dat de duur
van een tewerkstellingsvergunning alleen kan worden verlengd als ten
minste het volledige minimummaandloon wordt betaald. Dit zal ook gaan
gelden voor eerste aanvragen van toegelaten vreemdelingen.

Hernieuwde arbeidsmarkttoets bij verlengen. 

Op dit moment wordt bij een verlenging van een tewerkstellingsvergunning
niet (opnieuw) een arbeidsmarkttoets toegepast. Het kabinet acht dit
niet langer gewenst, gelet op de snelle ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt en de wens om meer mensen aan het werk te krijgen. Daarom
zal bij verlenging van tewerkstellingsvergunning opnieuw een
arbeidsmarkttoets gaan gelden. Uitzondering hierop zijn gevallen waarbij
de werkgever kan aantonen dat projecten enige tijd uitlopen. 

Van facultatieve naar dwingende weigeringsgronden

De Wet arbeid vreemdelingen kent twee soorten gronden om een aanvraag
voor een tewerkstellingsvergunning af te wijzen: facultatieve en
dwingende gronden. Het kabinet gaat twee facultatieve weigeringsgronden
omzetten in een dwingende grond:

Marktconforme betaling wordt verplicht. 

Het UWV toetst iedere aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning aan
het salaris dat gebruikelijk is voor de betreffende functie. Dit
zogenoemde marktconforme salaris is veelal het cao-loon. De wet bepaalt
momenteel dat een tewerkstellingsvergunning moet worden geweigerd als
niet 100% van het wettelijk minimumloon en minimum vakantiebijslag voor
een 23-jarige wordt betaald en kan worden geweigerd als geen
marktconform salaris wordt betaald. Het kabinet wil de wet in
overeenstemming brengen met de huidige uitvoeringspraktijk. Dat betekent
dat UWV een tewerkstellingsvergunning moet weigeren als
niet-marktconform wordt betaald. Hiermee wordt voorkomen dat vacatures
vanwege een te lage beloning niet aantrekkelijk zijn voor binnenlandse
werknemers.  

Werkgever moet zelf goed zoeken. 

Een andere facultatieve weigeringsgrond is dat de werkgever onvoldoende
heeft gedaan om de vacature te vervullen door middel van
prioriteitsgenietend aanbod, waaronder het aanbod op de Europese markt.
Dit doet volgens het kabinet onvoldoende recht aan de eigen
verantwoordelijkheid van de werkgever om zelf prioriteitsgenietend
aanbod te werven. Daarom wordt deze facultatieve weigeringsgrond omgezet
in een dwingende.

Aanscherping stagebeleid

De regeling voor stagiaires is lastig te handhaven, zo blijkt uit
onderzoek van de Arbeidsinspectie. Het is moeilijk te controleren of
stagiaires geen regulier werk verrichten tegen een stagevergoeding.
Misbruik betekent ongewenste concurrentie op arbeidsvoorwaarden en
verdringing van binnenlandse werkzoekenden. Om dit tegen te gaan zal de
definitie van stage worden verduidelijkt zodat het UWV de regeling beter
kan uitvoeren, en de Arbeidsinspectie beter kan handhaven.

Mogelijkheden voor naheffing door Belastingdienst voor illegaal
tewerkgestelden 

De Wav bevat een rechtsvermoeden, op grond waarvan wordt aangenomen dat
een illegaal tewerkgestelde vreemdeling zes maanden bij de werkgever
heeft gewerkt als er geen andere middelen zijn om de duur van het
dienstverband aan te tonen (artikel 23 van de Wav). De
belastingwetgeving kent een soortgelijke bepaling op grond waarvan de
Belastingdienst loonbelasting kan naheffen bij de werkgever (artikel 30a
Wet LB 1964). Onderzocht zal worden of door afspraken tussen de
Arbeidsinspectie en de Belastingdienst in alle voorkomende gevallen een
naheffing kan worden opgelegd.

Eerder aangekondigde aanscherpingen uitvoeren

De Notitie Herziening Wav (Kamerstukken II 2009/2010, 32 144, nr. 1) is
op 18 september 2009 aan de Tweede Kamer aangeboden en op 18 november
2009 besproken in de Vaste Commissie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid. De notitie bevat een aantal aanscherpingen van de Wav.
Het kabinet gaat deze aanscherpingen uitvoeren. De belangrijkste punten
zijn:

Schrappen schorsende werking bezwaar en beroep. 

De Wav verplicht het UWV in een aantal gevallen een
tewerkstellingsvergunning in te trekken. Dat moet onder meer als de voor
de verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken
te zijn dat het UWV op een aanvraag anders zou hebben beslist indien bij
de beoordeling de juiste omstandigheden bekend waren geweest. Tekenen
werkgever en/of vreemdeling tegen die intrekking bezwaar- en vervolgens
(hoger) beroep aan, dan gaat hiervan tot en met de uitspraak over dat
beroep schorsende werking op de intrekking uit. De werkgever behoudt dus
zolang de rechten die verbonden zijn aan de tewerkstellingsvergunning.
Het kabinet vindt dit onwenselijk en schrapt de schorsende werking in
deze gevallen.

Weigeren of intrekken bij slecht werkgeverschap.

Bij gebleken en (door herhaalde misstanden aantoonbaar) slecht
werkgeverschap kan een tewerkstellingsvergunning aan de werkgever worden
geweigerd of ingetrokken, om de werknemer te beschermen tegen deze
werkgever. 

Uitvoeringspraktijk aanscherpen

UWV Werkbedrijf is belast met de afgifte van tewerkstellingsvergunningen
en speelt daarom een belangrijke rol in het bij elkaar brengen van
aanbod aan arbeidskrachten dat voorrang heeft (prioritair aanbod) en de
vraag naar arbeidskrachten. Daarom worden op dit terrein onder andere de
volgende maatregelen genomen:

UWV onderzoekt ook aanbod uitzendbureaus. 

Een tewerkstellingsvergunning moet worden geweigerd indien
prioriteitsgenietend aanbod aanwezig is. Dat zijn ook werkzoekenden die
niet staan ingeschreven bij het UWV. Het UWV Werkbedrijf benut ook het
aanbod tegen dat uitzendbureaus beschikbaar hebben. In voorkomende
gevallen zal het UWV zelf uitzendbureaus benaderen indien de werkgever
claimt dat zijn vacatures niet kunnen worden vervuld. Daarbij mogen van
de werkgever ook financiële inspanningen worden gevraagd, bijvoorbeeld
als de arbeidsvraag via commerciële arbeidsbemiddeling kan worden
vervuld. 

Strengere toets op tijdelijkheid. 

Daarnaast zal het UVW strenger toetsen of er wel sprake is van
tijdelijke arbeid bij aanvragen om een tewerkstellingsvergunning voor
het verrichten van seizoenarbeid voor maximaal 24 weken. Het komt
geregeld voor dat werkgevers volgtijdelijk of met korte tussenperiodes
tijdelijke vergunningen aanvragen. Deze vacatures zijn daarmee in feite
permanent en worden daardoor meer aantrekkelijk voor Nederlandse
uitkeringsgerechtigden.

Ook de maatregelen die in de brief staan vermeld die ik op 10 maart 2011
naar uw Kamer heb gestuurd over de aanpak van fraude (Kamerstukken II
2010/2011, 17050, nr. 403) geeft het UWV meer instrumenten om de Wav te
handhaven. Daarnaast bevat de brief voorstellen voor
uitkeringsinstanties en gemeenten om mensen met een uitkering
effectiever te kunnen aanpakken als zij zich ontrekken aan hun
re-integratieverplichtingen. 

Kennismigrantenregeling

Kennismigrantenregeling is snel en eenvoudig

De Kennismigrantenregeling is in werking getreden per 1 oktober 2004, en
is juridisch verankerd in de Wav en het Vreemdelingenbesluit. Doel van
de regeling is het aantrekken van hooggekwalificeerde arbeidsmigranten
– kennismigranten - van buiten de EU, ter stimulering van de
Nederlandse kenniseconomie.

Op grond van de Kennismigrantenregeling kunnen bedrijven die
kennismigranten nodig hebben deze snel en eenvoudig naar Nederland
halen, als ze een salaris betalen dat boven een bepaald bedrag per jaar
uitkomt. Het enkelvoudige salariscriterium maakt het mogelijk om snel te
beslissen. Bedrijven kunnen zich aanmelden bij de IND voor de
Kennismigrantenregeling, ook als er nog geen zicht is op een concrete
kennismigrant. Bij een daadwerkelijke aanvraag geeft de IND, in die
gevallen dat aan alle voorwaarden wordt voldaan, binnen twee weken (de
streeftijd) een verblijfsvergunning af voor de kennismigrant en
eventuele gezinsleden.

Nederland vaart wel bij kennismigranten. Zij leveren een bijdrage aan
het innovatie- en groeipotentieel van de economie, door circulatie van
kennis en een betere toegang tot nieuwe technologieën. Hun kennis vult
vaak kennis aan die in Nederland en de EU voorhanden is en daarmee
hebben zij toegevoegde waarde; zij kunnen hoogwaardige functies
vervullen die anders moeilijk te vervullen zijn. Denk bijvoorbeeld aan
docenten aan universiteiten, die hun kennis inzetten om de Nederlandse
wetenschap verder te brengen. Ook talentvolle ICT-ers, artsen, technici
en architecten moeten in Nederland kunnen werken. Bij de
inwerkingtreding van de Kennismigrantenregeling heeft het kabinet
aangegeven het stimuleren van de kenniseconomie in brede zin op te
vatten. Het gaat om de ontwikkeling van de Nederlandse economie in zijn
geheel. Het salaris van de arbeidsmigrant weerspiegelt daarbij zijn
waarde op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Nederland moet aantrekkelijk blijven voor hoogopgeleide migranten

Onderzoek van onderzoeksbureau SEO laat zien dat Nederland goed scoort
met zijn toelatingsbeleid voor kennismigranten. Ook om andere redenen is
Nederland een aantrekkelijk land voor hoogopgeleide migranten. Denk
hierbij aan het algemeen inkomensniveau, loopbaankansen en onze
kennisinfrastructuur. De aantrekkelijkheid van het toelatingsbeleid en
het stijgende aantal kennismigranten laten zien dat de regeling een
succes kan worden genoemd. Het kabinet wil het uitnodigende beleid voor
kennismigranten daarom nadrukkelijk continueren. Nu het zwaartepunt van
de wereldeconomie verschuift naar nieuwe, opkomende landen, is het
belangrijk dat Nederland zich strategisch positioneert op de wereldmarkt
en een aantrekkelijk vestigingsland blijft voor buitenlandse
ondernemingen en talentvolle migranten.

Geen ernstige overtredingen op grote schaal; wel enkele aanpassingen
regeling nodig

Het aangekondigde onderzoek naar misbruik, waarover wordt gerapporteerd
in de bijlage bij dit stuk, laat zien dat het geconstateerde aantal
‘materiĂ«le’ overtredingen van de Kennismigrantenregeling relatief
beperkt is. De meerderheid van de overtredingen betrof verzuimen die
niet in strijd zijn met de doelstelling van de Kennismigrantenregeling.
Vaak gaat het bijvoorbeeld om situaties waarin een kennismigrant begint
voordat hij zijn verblijfsvergunning heeft verkregen. Materiële
overtredingen als een te laag salaris betalen komen minder vaak voor.
Het onderzoek geeft geen reden om aan te nemen dat op grote schaal
ernstige overtredingen voorkomen. De Kennismigrantenregeling behoeft dan
ook geen structurele aanpassing.

Het onderzoek geeft het kabinet niettemin aanleiding om de
Kennismigrantenregeling op een aantal punten aan te scherpen. Deels om
de handhavende instanties meer instrumenten in handen te geven om te
controleren op de naleving van de regeling. Deels omdat de regeling in
sommige gevallen, hoewel er formeel geen sprake is van overtreding, op
een onbedoelde manier wordt gebruikt om toegang tot de Nederlandse
arbeidsmarkt te krijgen. Het onderzoek onderscheidt drie situaties die
zich voordoen:

Er zijn gevallen waarin een uitgebreider instrumentarium nodig is om
vast te stellen of een kennismigrant daadwerkelijk het vooraf opgegeven
salaris ontvangt, bijvoorbeeld bij uitbetaling in het buitenland.

Soms zijn er vermoedens van oneigenlijk gebruik die met de huidige
regelgeving niet kunnen worden aangepakt. Er kan bijvoorbeeld twijfel
zijn of het salaris dat de werkgever uitbetaalt wel in overeenstemming
is met de aard van de functie.

De SIOD is gestuit op misbruik van de Kennismigrantenregeling via
‘papieren’ ondernemingen. Dit zijn ondernemingen die op papier
kennismigranten in dienst hebben, maar waar in de praktijk geen
economische activiteiten plaatsvinden.

Misbruik of oneigenlijk gebruik van de Kennismigrantenregeling kunnen
het draagvlak onder de regeling aantasten. Juist omdat het een tamelijk
eenvoudige regeling is - een bedrijf hoeft slechts aan Ă©Ă©n criterium
te voldoen - is een goede handhaving essentieel. We moeten daarbij wel
onder ogen zien dat er een spanningsveld is tussen het tegengaan van
mogelijkheden tot misbruik en het in stand houden van soepele procedures
om werkgevers te faciliteren. Nieuwe maatregelen moeten dus
proportioneel zijn en geen hinder opleveren voor de bulk van de
bedrijven die gebruik maken van de regeling op een manier zoals die is
bedoeld. Minimale administratieve lasten voor deze bedrijven moeten
zoveel mogelijk worden gewaarborgd. 

Aanscherpende maatregelen Kennismigrantenregeling

Om beter te kunnen inspelen op de hierboven genoemde situaties stel ik
een aantal maatregelen in het vooruitzicht. Deze omvatten deels nieuw,
en deels voorgenomen of al ingezet beleid. Onderstaande figuur geeft een
overzicht van deze maatregelen. In de navolgende tekst worden deze nader
uitgewerkt.

Figuur 1: situaties die zich kunnen voordoen bij de
Kennismigrantenregeling en bijbehorende maatregelen

Betere controle op salarisvereiste

Het salarisvereiste is een pijler onder de Kennismigrantenregeling. Het
kabinet neemt daarom de volgende maatregelen om hierop beter te kunnen
controleren:

Gelijkmatige uitbetaling

Het kabinet koppelt aan de huidige salarisnorm per jaar de eis dat het
salaris gelijkmatig over het jaar wordt uitbetaald, dus elke vier weken
of elke maand, met een maximum aan toegestane inhoudingen. Het salaris
dient daarnaast verband te houden met de gebruikelijke arbeidsduur per
week voor de functie, zoals bijvoorbeeld uit de geldende cao-bepalingen
voor de desbetreffende sector blijkt. Deze maatregel voorkomt situaties
dat een vreemdeling weliswaar het vereiste minimumsalaris uitbetaald
krijgt, maar alleen indien hij daar bijvoorbeeld 70 uur per week voor
werkt.

Betaling schriftelijk aantonen

Het bedrijf dat optreedt als werkgever moet voor en na de aanvraag met
originele bewijsstukken kunnen aantonen dat hij de kennismigrant
daadwerkelijk betaalt. Bedrijven hoeven deze stukken niet standaard aan
te leveren, maar wel terstond ter inzage te geven als de handhavende
instanties hen daarom vragen. Ook als de Arbeidsinspectie ter plekke
controleert, moet het bedrijf dit dus direct kunnen tonen. 

Uitbetaling beter controleren

De IND kan de uitbetaling van het salaris via SUWI-net controleren.
SUWI-net is het netwerk dat de partners in de keten van Werk en Inkomen
in staat stelt om gegevens van elkaar in te zien en uit te wisselen.
Deze werkwijze heeft de IND al ingezet. 

Uitbetaling in Nederland

Het kabinet wil – moeilijk te controleren - uitbetaling van salaris in
het buitenland tegengaan. Daarom kan een buitenlands (moeder-)bedrijf
met een Nederlandse vestiging verplicht worden gesteld een kennismigrant
die in Nederland werkzaam is voor het moederbedrijf vanuit de
Nederlandse vestiging te betalen. Daarnaast kan ook aan buitenlandse
bedrijven zonder Nederlandse vestiging een verplichting worden opgelegd
dat bij een verblijf langer dan zes maanden, het salaris uitbetaald
wordt in Nederland. 

Vergoedingen tellen niet meer mee bij vaststellen loon

Het kabinet maakt het onmogelijk om vergoedingen of verstrekkingen zoals
huisvestings- en andere onkostenvergoedingen mee te tellen bij het
vaststellen of het salaris boven de minimumnorm uit de
Kennismigrantenregeling ligt. Worden deze vergoedingen of verstrekkingen
wel meegerekend, dan ligt het toetsloon immers hoger. Daarom wordt
voortaan uitgegaan van het sociale verzekeringsloon als salariscriterium
in plaats van het fiscale loon, omdat dergelijke vergoedingen en
verstrekkingen geen deel uitmaken van het sociale verzekeringsloon. Dit
sv-loon is het brutoloon waarover de premies op grond van de sociale
verzekeringen worden berekend en waarop uitkeringen worden gebaseerd.
Tegelijkertijd wordt het makkelijker om de gegevens te vergelijken met
de loongegevens in de polisadministratie (via SUWI-net) aangezien de
polisadministratie het sv-loon gebruikt. Deze informatie komt in de
regel na circa drie tot zes maanden beschikbaar in SUWI-net.

Toets op marktconforme betaling

Momenteel wordt beleid geĂŻmplementeerd om in te kunnen grijpen bij de
vermelding van een, in relatie tot de functie, verdacht hoog salaris in
de aanvraag voor de verblijfsvergunning. De IND kan een
verblijfsvergunning weigeren of intrekken als het salaris kennelijk niet
in overeenstemming is met de aard van de functie, dus als het
overeengekomen salaris sterk afwijkt van wat voor de te verrichten
werkzaamheden in overeenkomstige functies gebruikelijk is. Het is niet
de bedoeling bij iedere aanvraag een dergelijke toets uit te voeren,
maar wel dat excessen en oneigenlijk gebruik van de regeling
tegengehouden kunnen worden. Het is de planning dat de gewijzigde
regelgeving in juni 2011 in werking treedt.

In het verleden is meermalen geopperd om aan een kennismigrant een
opleidingseis te stellen, bijvoorbeeld een diploma op minimaal het
niveau van hoger of universitair onderwijs. Ook het Regeerakkoord noemt
deze mogelijkheid. Die maatregel lijkt misschien voor de hand te liggen,
maar is in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. Zo is het niveau van
buitenlandse opleidingen soms moeilijk te relateren aan het Nederlandse
systeem. De waardering van diploma’s leidt op zijn minst tot een
langer beoordelingsproces en hogere administratieve lasten voor
bedrijven. Bovendien kan de werkelijke waarde van een diploma dat langer
geleden is behaald, aanzienlijk zijn verminderd en is het beschikken
over een bepaald diploma nog geen garantie dat de migrant daadwerkelijk
over toegevoegde waarde beschikt voor de arbeidsmarkt. Ook kan een
arbeidsmigrant op andere manieren waardevolle kennis hebben opgebouwd,
bijvoorbeeld door specialistische werkervaring. Daarom is het
opleidingsniveau niet a priori bepalend voor de arbeidsproductiviteit en
innovativiteit van de migrant. Tot slot kunnen diploma’s, zo blijkt in
de praktijk, relatief eenvoudig worden vervalst. Het kabinet ziet om
bovenstaande redenen af van een opleidingseis als mogelijke maatregel.

Toets op bestendigheid ondernemingen

De Tweede Kamer en Eerste Kamer hebben reeds ingestemd met het
wetsvoorstel Modern Migratiebeleid. Het erkend-referentschap dat hiermee
wordt geĂŻntroduceerd stelt bepaalde eisen om te zorgen dat de werkgever
van een kennismigrant een zekere ‘bestendigheid’ heeft. Dit vergroot
de drempel voor malafide bedrijven, die specifiek worden opgericht om
misbruik te maken van de Kennismigrantenregeling, om toe te treden. 

De eisen zijn:

Er moet een verklaring betalingsgedrag bij Rijksbelastingdienst zijn.

Inschrijving in het Handelsregister.

Van elke bestuurder moet de nationaliteit en BSN-nummer bekend zijn.

Desgewenst kan een verklaring omtrent gedrag worden gevraagd.

Er wordt getoetst of er geen (strafrechtelijke) antecedenten zijn.

Bedrijven die in de fout gaan, kunnen sneller worden uitgesloten van de
Kennismigrantenregeling. Dit heeft een afschrikwekkend effect op
(potentieel) malafide bedrijven. De IND kan een bedrijf schorsen als
erkend referent, als het zich meerdere malen niet aan de regels heeft
gehouden of als het bedrijf niet meer voldoet aan de voorwaarden voor
erkenning. Is een referent uitgesloten van de regeling, dan betekent dit
dat hij geen kennismigranten meer naar Nederland kan halen. 

Het Modern Migratiebeleid biedt, kortom, meer mogelijkheden om
kwaadwillende bedrijven buiten de Kennismigrantenregeling te houden.
Daar staat wel tegenover dat wanneer een bedrijf eenmaal erkend referent
is, de procedure makkelijker wordt om kennismigranten naar Nederland te
halen. Het wetsvoorstel legt de nadruk meer op handhaving achteraf,
nadat een bedrijf zich heeft ‘gekwalificeerd’. Bekeken wordt of het
aantal onderzoeken dat de Arbeidsinspectie jaarlijks naar de
Kennismigrantenregeling verricht, nog passend is.

Om fraude met schijnconstructies bij met name startende ondernemingen
tegen te gaan, zoals recent door de SIOD geconstateerd, zullen
maatregelen worden overwogen waarbij startende ondernemingen beter
gecontroleerd kunnen worden op de continuĂŻteit en bestendigheid van de
onderneming. Dit mag echter niet ten koste gaan van het faciliterende
karakter van de Kennismigrantenregeling voor startende en innovatieve
ondernemingen. Nederland moet ook voor dit soort bedrijven aantrekkelijk
blijven.



Bijlage – Onderzoek misbruik Kennismigrantenregeling

Naar aanleiding van de toezegging in het Regeerakkoord heeft een
interdepartementaal onderzoek plaatsgevonden naar misbruik van de
Kennismigrantenregeling. Bij dit onderzoek zijn ook UWV, SIOD, IND en de
Arbeidsinspectie betrokken geweest. Deze bijlage laat de belangrijkste
uitkomsten hiervan zien. Basis hiervoor zijn de resultaten van
inspecties die de AI bij bedrijven met kennismigranten heeft uitgevoerd
in de periode 2007 tot en met 2010. Ook is gebruik gemaakt van de
praktijkervaring van de handhavende instanties. Eerst wordt beschreven
hoe de handhaving van de Kennismigrantenregeling in de praktijk
plaatsvindt. Daarna volgen de inspectieresultaten en de conclusies die
hieruit kunnen worden getrokken. 

Handhaving van de Kennismigrantenregeling

De IND valt onder verantwoordelijkheid van de minister voor Immigratie
en Asiel en is verantwoordelijk voor de beoordeling en afgifte van
verblijfsvergunningen. De IND stelt per bedrijf dat is toegelaten tot de
Kennismigrantenregeling een risicofactor vast. Bij bedrijven met een
risicofactor ‘hoog’ heeft de IND twijfel of het bedrijf een
kennismigrant nodig heeft en kan betalen, en of het de regeling wel
juist zal naleven.

De IND informeert de AI of SIOD over die gevallen waarbij indicaties
zijn van oneigenlijk gebruik of fraude. Daarnaast handhaaft de IND ook
zelfstandig op de Kennismigrantenregeling. Zo controleert de IND via een
inkijk in SUWI-net of de kennismigrant na binnenkomst in Nederland wel
het salaris gaat verdienen dat bij de aanvraag om een
verblijfsvergunning is opgegeven. Ook initieert de IND haar eigen
grootschaliger onderzoeken waarbij de IND specifieke groepen in de
Kennismigrantenregeling nader onderzoekt. Ten slotte tracht de IND
preventief op te treden door duidelijk en regelmatig voorlichting te
geven aan de bedrijven in de Kennismigrantenregeling.

De AI, die valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van SZW,
controleert bedrijven met kennismigranten op de juiste naleving van de
Kennismigrantenregeling, de Wav en de Wet minimumloon en
minimumvakantiebijslag (WML). Op basis van risicoanalyses richt de AI
zich vooral op branches en bedrijven waar sprake is van een hoog risico
op misbruik. De AI en IND werken hierbij intensief samen. Uit de groep
bedrijven die de IND heeft aangeduid met risicofactor ‘hoog’,
selecteert de AI bedrijven die nader worden geĂŻnspecteerd. Hiervoor
maken de inspecteurs gebruik van diverse aanvullende gegevensbronnen
waarin zij bedrijven en kennismigranten kunnen natrekken. Daarnaast
kunnen er nog andere redenen zijn waarom de AI een bedrijf controleert,
bijvoorbeeld als er bepaalde opvallende zaken zijn geconstateerd bij de
aanvraag of op verzoek van de IND. Kortom: de AI onderzoekt geen
willekeurige bedrijven met kennismigranten in dienst, maar richt zich op
bedrijven met een verhoogde kans op misbruik van de
Kennismigrantenregeling. Los hiervan komen inspecteurs van de AI ook
kennismigranten tegen bij hun reguliere controles. Ook dan worden de
bedrijven en de kennismigranten gecontroleerd op de naleving van de
regelgeving.

De IND en de AI hebben afgesproken dat er jaarlijks minimaal 150
onderzoeken door de AI naar de naleving van de Kennismigrantenregeling
worden gedaan. Hiervoor levert de IND elk kwartaal twee lijsten aan: de
nieuw toegelaten bedrijven tot de Kennismigrantenregeling met hun
risicoscore en de bedrijven waarbij aan een kennismigrant een vergunning
is verleend. De inspecteurs van de AI kiezen hieruit de bedrijven die
zij willen controleren. Van elk onderzoek naar een kennismigrant wordt
ten behoeve van de IND een rapport van bevindingen gemaakt, ongeacht of
er een overtreding is geconstateerd of niet. Beide organisaties hebben
een contactpersoon aangewezen, waarlangs informatieverzoeken en
gegevensuitwisseling plaatsvinden. Indien nodig kunnen inspecteurs
persoonlijk bij de IND langsgaan voor overleg of inzage in de dossiers.
Daarnaast vindt elk jaar een gezamenlijke bijeenkomst plaats voor de
AI-inspecteurs die verantwoordelijk zijn voor onderzoeken naar
kennismigranten en de medewerkers van de IND die deze aanvragen
behandelen. Tijdens deze bijeenkomst worden concrete zaken,
actualiteiten en verbeterpunten in de samenwerking besproken.

De AI controleert bij de geselecteerde bedrijven of:

Aan het salarisvereiste wordt voldaan.

De kennismigrant niet te vroeg begonnen is met werken of doorgegaan is
met werken na afloop van de geldigheid van de verblijfsvergunning.

Artikel 15 wordt nageleefd, wat inhoudt dat een bedrijf dat een
vreemdeling heeft ingeleend van een ander bedrijf een afschrift van een
identiteitsdocument van die vreemdeling dient te ontvangen van het
‘uitlenende’ bedrijf, bij aanvang van de arbeid.

Of het bedrijf zich ten aanzien van de overige werknemers houdt aan de
Wet arbeid vreemdelingen en de WML.

Bij een geconstateerde overtreding beboet de AI het betreffende bedrijf.
De IND kan vervolgens, afhankelijk van de ernst van de overtreding, een
waarschuwing uitdelen aan het bedrijf of de verblijfsvergunning van de
kennismigrant intrekken.

Indien er een vermoeden is van een (vermeende) strafrechtelijke
overtreding, dan wordt de SIOD ingeschakeld, een bijzondere
opsporingsdienst waarvoor de minister van SZW eveneens verantwoordelijk
is.

Inspectieresultaten Kennismigrantenregeling

In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven van de uitgevoerde
inspecties. Afhankelijk van het jaar is bij 16 tot 25% van de
gecontroleerde bedrijven een overtreding van de Kennismigrantenregeling
geconstateerd. Zoals gezegd worden (vrijwel) alleen bedrijven
gecontroleerd met een ‘hoog risico’. De geconstateerde percentages
overtredingen zijn dus op geen enkele manier representatief voor alle
bedrijven met kennismigranten in dienst.

	2007	2008	2009	2010

Aantal inspecties	159	161	199	166

Aantal gecontroleerde bedrijven	170	174	218	181

Percentage geconstateerde overtredingen Wav

(inclusief Kennismigrantenregeling)	16%	22%	25%	22%

Percentage geconstateerde overtredingen Kennismigrantenregeling	8%	12%
18%	17%

waarvan: te weinig salaris	4%	7%	8%	5%

waarvan: te vroeg begonnen of te lang doorgegaan met werken	4%	5%	10%
12%

Tabel 3: aantal geconstateerde overtredingen Wav en
Kennismigrantenregeling bij hoogrisicobedrijven per jaar

De overtredingen zijn divers van aard en ernst. Een belangrijk deel
betreft gevallen waarin de kennismigrant te vroeg is begonnen met werken
of langer heeft doorgewerkt dan de verblijfsvergunning toestond. Dit
gaat meestal om dagen, maar soms ook om enkele maanden. In alle gevallen
maakt de AI een boeterapport op; het laten werken van een kennismigrant
zonder geldige vergunning betekent immers een overtreding van de Wet
arbeid vreemdelingen.

Van andere aard zijn de gevallen waarin de ‘kennismigrant’ te weinig
salaris ontvangt; er wordt dan niet voldaan aan het salarisvereiste uit
de Kennismigrantenregeling. De aard van deze overtredingen is in het
algemeen ernstiger te noemen, omdat de arbeidsmigrant ten onrechte onder
de noemer van ‘kennismigrant’ naar Nederland is gekomen en de
werkgever doelbewust de regeling overtreedt. Deze vorm van misbruik van
de regeling heeft tot doel de strengere regels voor reguliere
arbeidsmigratie te omzeilen.

Een van de onderzochte bedrijven had eerst een tewerkstellingsvergunning
aangevraagd voor een ‘gewone’ vreemdeling. Toen deze vergunning niet
werd verleend, wilde het bedrijf dezelfde persoon hetzelfde werk als
kennismigrant laten doen voor een twee keer zo hoog salaris.

De vraag die zich aandient, is wat de resultaten van deze inspecties
zeggen over mogelijke overtredingen bij bedrijven die de AI niet heeft
gecontroleerd. Anders gezegd: is hiermee het topje van de ijsberg in
beeld gebracht, of hebben we zicht op de hele ijsberg? Zoals gezegd
vinden de controles zeer gericht plaats. De IND stelt per bedrijf een
risicofactor vast. Uit de groep van bedrijven met een hoogrisicoprofiel
selecteren de inspecteurs op basis van objectieve gegevens, maar ook op
basis van ervaring en intuĂŻtie en de informatie van keten- of
samenwerkingspartners, de bedrijven die zij bezoeken. Deze werkwijze is
inmiddels, met de opgedane ervaring in de afgelopen jaren, steeds verder
verfijnd. Het is daarom aannemelijk om te veronderstellen dat een
behoorlijk gedeelte van de ‘ijsberg’ in beeld is gebracht.

Bij de onderzoeken stuitte de AI overigens ook enkele keren op andere
vreemdelingen, geen kennismigranten, die illegaal tewerkgesteld waren
bij een bedrijf. Dit betreft dus geen overtredingen van de
Kennismigrantenregeling, maar wel van de Wav. Een dergelijke overtreding
is een ‘smet op het blazoen’ van het bedrijf, dat immers eerder door
de IND is toegelaten tot de Kennismigrantenregeling. Dit soort
overtredingen zegt iets over de betrouwbaarheid van het bedrijf en zijn
bereidheid tot het overtreden van wetten en regels. De overtredingen van
de Wav zijn als zodanig afgehandeld door de AI. Bovenstaande tabel laat
ook het totale percentage geconstateerde overtredingen zien van de Wav,
dus inclusief de Kennismigrantenregeling.

Conclusies ten aanzien van misbruik van de Kennismigrantenregeling

De AI heeft, zo blijkt uit de inspectieresultaten, overtredingen
geconstateerd van de regeling. Het geconstateerde aantal
‘materiĂ«le’ overtredingen is echter, zonder de overige
overtredingen op wat voor manier dan ook te bagatelliseren, relatief
beperkt. Aangezien de AI en de IND er steeds beter in slagen om die
bedrijven eruit te filteren waar de vermoedens van misbruik het grootst
zijn, is er geen reden aan te nemen dat bij niet-gecontroleerde
bedrijven op grote schaal ernstige overtredingen voorkomen.

Toch is er aanleiding om de Kennismigrantenregeling op een aantal punten
bij te stellen. Deels om het handhavingsinstrumentarium van de IND en de
inspectie verder te verfijnen, deels omdat in sommige gevallen de
regeling, hoewel er geen sprake is van een overtreding, gebruikt wordt
op een manier zoals die niet is bedoeld. We kunnen drie verschillende
situaties onderscheiden:

Er zijn gevallen waarin de AI niet kan vaststellen of een kennismigrant
daadwerkelijk het vooraf opgegeven salaris ontvangt, bijvoorbeeld omdat
uitbetaling niet maandelijks plaatsvindt of betaling in het buitenland
plaatsvindt. Dit hoeft uiteraard niet a priori op een overtreding te
duiden, maar de inspecteurs hebben in dergelijke gevallen onvoldoende
instrumenten in handen om vast te stellen of de regeling wordt
nageleefd. Zolang er in het buitenland uitbetaald mag worden, kan
relatief eenvoudig misbruik gemaakt worden van de
Kennismigrantenregeling, zonder dat IND of AI hier veel tegen kunnen
doen.

Soms zijn er vermoedens van oneigenlijk gebruik die met de huidige
regelgeving niet kunnen worden aangepakt. Er kan bijvoorbeeld twijfel
zijn of de werkgever wel de juiste hoogte van het salaris uitbetaalt.
Formeel houdt dit geen overtreding van de Kennismigrantenregeling in; er
wordt immers aan het salariscriterium voldaan. Er is op dit moment geen
wettelijke basis om hierop een vergunning te weigeren. Een
buitenproportioneel salaris of een significante daling in het salaris na
drie jaar - wanneer de vreemdeling vrij komt op de arbeidsmarkt - kunnen
echter duiden op onbedoeld gebruik of misbruik van de regeling. Er zijn
ook situaties waarin keurig wordt betaald en dit ook wordt aangetoond
met loonstroken en bankafschriften. Echter, uit die afschriften blijken
ook flinke geldopnames kort na het storten van het salaris. Dit kan erop
duiden dat een deel van het salaris ‘onder tafel’ wordt
terugbetaald.

De Arbeidsinspectie komt situaties tegen waarbij kennismigranten laag-
of ongeschoold werk doen, waarvoor het (althans op papier) toegekende
salaris buitenproportioneel is. In een geval bleek een vreemdeling drie
jaar lang als ‘kennismigrant’ in een restaurant te hebben gewerkt
tegen een jaarsalaris dat net boven het minimale vereiste lag. Na drie
jaar diende deze persoon een reguliere vergunning voor arbeid in
loondienst in; voor hetzelfde werk bij dezelfde werkgever en voor
hetzelfde aantal uren, maar tegen een salaris dat ruim 15.000 euro lager
lag.

De SIOD is gestuit op een criminele organisatie die ervan wordt verdacht
grote aantallen Chinezen naar Nederland te hebben gesmokkeld door het
gebruik van een schijnconstructie. Deze constructie heeft de organisatie
vermoedelijk in staat gesteld voor vele Chinezen – tegen betaling van
naar schatting € 100.000 per geval - ten onrechte een
verblijfsvergunning te verkrijgen. Er wordt in deze constructie misbruik
gemaakt van de toelatingsprocedures voor arbeidsmigratie. De verdachten
richten in Nederland ondernemingen op. Het vermoeden bestaat dat in deze
ondernemingen feitelijk geen economische activiteiten plaatsvinden. De
verdachten vragen namens deze ondernemingen de benodigde vergunningen
aan voor de Chinese personen en regelen een papieren woonadres. De
Chinese personen betalen de loonheffing maar gaan niet in Nederland
werken of wonen.

De maatregelen die het kabinet voorstelt om in te spelen op de drie
beschreven situaties zijn uitgewerkt in de brief waartoe deze bijlage
behoort.

 

 Onder de EU wordt in deze notitie verstaan alle landen waarvoor het
vrije werknemersverkeer geldt. Voor Bulgarije en Roemenië is dit pas
vanaf 1 januari 2014 het geval. 

 Hierbij moet voor Turkse werknemers rekening worden gehouden met
Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980.

 Het minimumvereiste ligt op 50.619 euro; voor werknemers onder de 30
jaar is dit 37.121 euro; voor afgestudeerde studenten 26.605 euro.

 SEO, Wat beweegt kennismigranten? Een analyse van de concurrentiekracht
van NL bij het aantrekken van

kennismigranten, Amsterdam, 2010.

 De cijfers voor 2010 zijn voorlopig. Een aantal zaken is nog niet
afgerond.

 Het percentage overtredingen wordt gerelateerd aan het aantal
inspecties. In de percentages in deze tabel zijn bedrijven waar bij
controle geen werknemers in dienst bleken te zijn buiten beschouwing
gelaten. Hier heeft de inspectie feitelijk niet op naleving kunnen
controleren.

-  PAGE   \* MERGEFORMAT  1 -