[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Deelverslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 11 en 12 april 2011 te Luxemburg

Bijlage

Nummer: 2011D20407, datum: 2011-04-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Deelverslag JBZ-Raad 11 april 2011 te Luxemburg - Zuidelijke nabuurschapsregio (2011D20406)

Preview document (🔗 origineel)


Deelverslag van de bijeenkomst van het

Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken,

11 en 12 april 2011 te Luxemburg

Raad

6. Zuidelijke nabuurschapsregio 

Conclusies van de Raad 

Follow-up van de verklaring van de Europese Raad van 11 maart en van
24-25 maart 2011

Presentatie door de Commissie over de humanitaire en de civiele
beschermingsaspecten

Presentatie door de Commissie over de volgende stappen

Presentatie over Frontex - de taak van Frontex

Commissaris Malmström verwees naar haar brief van 5 april jl. waarin
zij verschillende concrete acties vermeldde in verband met de
migratiestroom uit Noord-Afrika. Van belang is vooral het versterken van
Frontex en het intensiveren van de samenwerking met de autoriteiten in
Tunesië en Egypte. Speciale aandacht verdienen de vluchtelingen uit
Libië. Voor hun opvang moeten voldoende financiële middelen worden
vrijgemaakt. Commissaris Malmström wees erop dat de vluchtelingenstroom
nog steeds lijkt toe te nemen. Daarnaast zijn de betrokken landen in
transitie. Om die reden benadrukte zij de mogelijkheid voor lidstaten om
op vrijwillige basis vluchtelingen op te nemen, met name uit de meest
kwetsbare groep, namelijk de vluchtelingen uit Libië die afkomstig zijn
uit Somalië en Eritrea. Hierbij noemt zij als voorbeeld de toezegging
van Duitsland om een groep van 100 vluchtelingen over te nemen van
Malta. Een gezamenlijk EU-hervestigingsprogramma is ook van belang. 

Commissaris Malmström is van mening dat op dit moment niet is voldaan
aan de voorwaarden voor het activeren van de richtlijn inzake tijdelijke
bescherming van ontheemden. Dit laat onverlet dat Malta wel degelijk
serieuze problemen heeft en geholpen moet worden, bijvoorbeeld door
Frontex met behulp van de inzet van een snel grensinterventieteam. De
Commissie overweegt ook een tweede proefproject met Europese
co-financiering voor de hervestiging vanuit Malta van personen die
internationale bescherming genieten. Voorts verklaarde de Commissaris
dat de fluïde situatie in Noord-Afrika een EU-aanpak vergt gebaseerd op
concrete solidariteit tussen de lidstaten en met de regio. De steun aan
de regio wordt echter niet verleend zonder voorwaarden; zo zullen de
autoriteiten zich moeten committeren aan betere grenscontroles. 

De uitvoerend directeur van Frontex presenteerde een risicoanalyse. Uit
Libië zijn voorlopig 1085 asielzoekers in Italië en 990 in Malta
aangekomen, voornamelijk uit de Hoorn van Afrika. Ook via de
Grieks-Turkse grens zijn al de eerste asielzoekers binnengekomen uit
Noord-Afrika, maar hun aantal is nog gering. Frontex heeft zijn 
Response Package ingezet. Er wordt nu al verdubbeling verwacht van de
voor Frontex voorziene activiteiten dit jaar. Volgens Frontex zal
hierdoor extra financiering noodzakelijk zijn; Frontex deed een oproep
aan lidstaten om meer flexibel te zijn in het ter beschikking stellen
van middelen en experts. Operatie “Hermes” is het belangrijkst en
zal worden uitgebreid naar Sardinië. Verder verklaarde Frontex te
werken aan de eerste joint return package met Italië en Frankrijk, en
ook aan een operationeel plan om een grensinterventieteam in Malta in te
kunnen zetten. 

Commissaris Georgieva, verantwoordelijk voor civiele bescherming en
humanitaire hulp, meldde dat in West-Libië, in tegenstelling tot
Oost-Libië, nog geen mogelijkheden zijn om humanitaire noodhulp te
verlenen; het Internationale Rode Kruis is daar in onderhandeling. Er
zijn inmiddels 459.000 personen uit Libië vertrokken m.n. naar Tunesië
en Egypte maar ook naar het zuiden en over de Middellandse Zee. Minder
dan 10% betreft Libiërs. Door de Commissie en de lidstaten is inmiddels
€ 85 mlj (waarvan € 37 mlj van de Commissie) aan financiële hulp,
civiele bescherming en transport geleverd. De Internationale Organisatie
voor Migratie heeft onlangs € 10 mlj extra gekregen voor transport.
Daarbij heeft Zweden 30 extra vluchten aangeboden omdat er nog meer
derdelanders de grens overkomen dan dat er transportfaciliteiten
beschikbaar zijn. Commissaris Georgieva refereert ook aan het verzoek
van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN om 11.000
vluchtelingen te hervestigen. De lessons learned zijn vooral het belang
van een goede coördinatie tussen civiele en militaire acties van de
Commissie en lidstaten en dat de mechanismen van civiele bescherming
werken, maar versterkt dienen te worden.

Het Voorzitterschap introduceerde de Raadsconclusies waarna de
Italiaanse minister het woord kreeg om de situatie toe te lichten waarin
zijn land zich bevindt. Volgens Italië zijn er inmiddels 30.000 jonge
Tunesische economische migranten aangekomen omdat de nieuwe Tunesische
regering geen maritieme grenscontrole uitvoert. Italië heeft
verschillende ministeriële bezoeken aan Tunesië afgelegd, en op 5
april jl. is een bilateraal akkoord gesloten over de controle van de
maritieme grens door Tunesië en het leveren van middelen daarvoor door
Italië. Italië verklaart verder dat vanaf nu ook 60 migranten per dag
zullen worden teruggezonden, maar per dag komen er 500 nieuwe migranten
bij. Italië wil daarom meer EU-solidariteit, zoals ook Griekenland en
Portugal krijgen in de financiële crisis, en is van mening dat de EU te
hard vasthoudt aan de regels van Schengen. Volgens Italië wil 90% van
de Tunesiërs niet in Italië blijven, maar doorreizen naar familie en
vrienden in andere lidstaten. Italië wilde graag dat de EU collectief
meedoet aan zeepatrouilles met Tunesië en dat de EU de vluchtelingen en
illegale immigranten overneemt en elders in de EU hervestigt om zo
Italië tegemoet te komen. Ten slotte meldde Italië dat de 20.000
uitgegeven tijdelijke verblijfsvergunningen met een geldigheid van zes
maanden geen humanitaire visa betreffen. Dit geeft de migranten met een
tijdelijke verblijfsvergunning circulatierecht conform artikel 21 van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Malta stelde dat er in Libië een burgeroorlog aan de gang is, wat maakt
dat de samenstelling van de vluchtelingen in Malta anders is dan in
Italië. Malta verzocht de activering van de richtlijn inzake tijdelijke
bescherming en het daarin opgenomen solidariteitsmechanisme. 

Veel lidstaten, waaronder Nederland, verklaarden dat er een scherp
onderscheid gemaakt dient te worden tussen vluchtelingen uit Libië
enerzijds en economische migranten uit Tunesië anderzijds. De eerste
groep is namelijk een instroom als gevolg van een burgeroorlog. De
meeste lidstaten riepen op tot meer samenwerking met de UNHCR en IOM en
meer bescherming in de Noord-Afrikaanse regio. De meeste lidstaten
benadrukten de conditionaliteit tussen hulp aan Tunesië en terugname
van eigen onderdanen. 

Volgens Nederland dient de regio te worden ondersteund bij evacuatie van
migranten naar hun landen van herkomst en opvang van vluchtelingen ter
plaatse. Dat tempert ook de migratiedruk richting de EU. Italië dient
de illegale immigranten terug te sturen, eventueel via IOM en zo nodig
met financiële steun. Dat zal de instroom op de korte termijn doen
afnemen. Voor de aanpak op de langere termijn kijkt Nederland uit naar
de aangekondigde voorstellen van de Commissie in mei. Minister Leers
verklaarde (als eerste van de ministers) dat de maatregelen die Italië
neemt – het geven van tijdelijke verblijfsvergunningen – een
verkeerd signaal is; de inzet moet terugkeer zijn en niet verplaatsing
van illegale immigranten. Volgens Nederland is de situatie in Malta
principieel anders omdat het veelal vluchtelingen betreft en in veel
mindere mate economische migranten. Nederland zal bezien hoe Malta
bilateraal gesteund kan worden. Daarnaast refereerde de minister aan het
Nederlandse aanbod aan UNHCR om een aantal personen uit Libië te
hervestigen. Minister Leers stelde dat de activering van richtlijn
tijdelijke bescherming 2001/55 op dit moment niet aan de orde is conform
het standpunt van de Commissie.

Commissaris Georgieva kondigde een opschaling van humanitaire hulp aan
en meldde verontrust te zijn over aanvallen op hulpverleners van IOM.
Bescherming dient gegeven te worden aan de echte vluchtelingen door
middel van hervestiging.

Commissaris Malmström constateerde een brede instemming van de Raad
voor de voorstellen van de Commissie, voor de versterking van Frontex,
voor de versterking van de onderlinge EU-samenwerking en die met derde
landen, het geven van hulp aan Tunesië onder de conditionaliteit van
terugname van eigen onderdanen. Voor personen die in Malta
internationale bescherming genieten zal het proefproject verlengd worden
en Tunesië verdient bijstand via het hervestigen van vluchtelingen naar
de EU. Niet alleen volgens de Commissie, maar ook volgens een groot
aantal lidstaten, is de activering van de richtlijn inzake tijdelijke
bescherming niet aan de orde. Het is volgens de Commissie niet bedoeld
voor illegale immigranten, zoals Italië bepleitte, maar voor mensen die
bescherming behoeven, zoals vluchtelingen in Malta. Commissaris
Malmström was verheugd met de steun voor Malta en zal in de volgende
Raad hierop terugkomen.

 Richtlijn 2001/55/EG (Pb Nr. L 212 van 07/08/2001).