Brief aan de Eerste Kamer
Bijlage
Nummer: 2011D21762, datum: 2011-04-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Kabinetsreactie op groenboek "De toekomst van de BTW - naar een eenvoudiger, solider en efficiƫnter BTW-stelsel" (2011D21760)
Preview document (š origineel)
Geachte voorzitter, Naar aanleiding van uw brief van 29 maart 2011 inzake het groenboek "De toekomst van de BTW- naar een eenvoudiger, solider en efficiĆ«nter BTW-stelsel" (COM(2010) 695 def), zend ik u hierbij de kabinetsreactie op het groenboek. Ik ben voornemens de kabinetsreactie vĆ³Ć³r 31 mei 2011 te zenden aan de Europese Commissie in het kader van deze consultatie. In uw brief zijn een aantal vragen opgenomen die niet in deze kabinetsreactie zijn beantwoord. Deels betreffen dat vragen van de fracties van CDA, PvdA, CU, SGP en SP over de opvatting van het kabinet over een verdergaande tariefharmonisatie en de verhouding tussen de directe en de indirecte belastingen. Voor een reactie daarop wil ik verwijzen naar de door mij op 14 april jl. verzonden Fiscale Agenda, waarin uitvoerig op deze themaās wordt ingegaan. Met betrekking tot de overige vragen deel ik u het volgende mee. De leden van de fracties van CDA, CU en SGP vragen hoe de regering aankijkt tegen het gebrek aan rechtszekerheid op het punt van splitsing van voorbelasting voor de toedeling naar economische en niet-economische activiteiten. Bij de splitsing geldt dat zo nauw mogelijk dient te worden aangesloten bij het werkelijke gebruik. Uit oogpunt van rechtszekerheid kunnen afspraken over de wijze van splitsing worden gemaakt tussen belastingadministraties en belastingplichtigen waarbij jurisprudentie op dit punt uitgangspunt kan zijn. Binnenkort verschijnt over aftrek van voorbelasting een nieuw beleidsbesluit. De leden van deze fracties wijzen op Ć©Ć©n van de in het groenboek genoemde mogelijkheden om te komen tot vermindering van compliancekosten, t.w. een verplichte grensoverschrijdende fiscale eenheid voor de btw. Zij vragen hoe de regering tegenover dit voorstel staat. In het groenboek is aangegeven dat de btw-nalevingskosten voor een groot aantal transacties binnen de EU kunnen worden verlaagd als transacties tussen gelieerde ondernemingen of goederenleveringen tussen bijkantoren zouden worden geacht buiten het toepassingsgebied van de btw te vallen, of als het territoriale toepassingsgebied van btw-groepen (fiscale eenheden) zou worden uitgebreid. De Commissie heeft daarbij al aangegeven dat wel moet worden gegarandeerd dat een dergelijke stap geen oneerlijke voordelen zou creĆ«ren voor grote bedrijven ten opzichte van kleinere, of de deur zou openzetten voor nieuwe vormen van belastingontduiking of āontwijking. Op dat punt kleven zeker grote haken en ogen aan een dergelijke maatregel. Deze problemen liggen op het vlak van de financiĆ«le gevolgen voor de lidstaten, de uitvoering en de wettelijke inbedding van Ć©Ć©n onderneming met onderdelen in verschillende lidstaten. Voor deze problemen is op voorhand nog geen oplossing. De leden van de SP-fractie proeven een vooringenomenheid bij de Commissie en gebrek aan tegenargumenten en explicatie op de onderwerpen in het groenboek. Zij vragen of de regering dit deelt en of zij met hen van mening is dat de 33 specifieke vragen in het groenboek pas beantwoord kunnen worden als het groenboek meer de tegenstellingen bij de diverse onderwerpen weergeeft. Ik ben het met de leden van de SP-fractie eens dat een goede afweging van voors en tegens en het inzicht daarin nodig is voor een weloverwogen beslissing. Ik ben anders dan deze leden van mening dat de Commissie zich wel degelijk hiervan bewust is, getuige het feit dat zij zowel in het groenboek zelf als meer uitgebreid in het daarbij gevoegde Commission staff working document aandacht wijdt aan deze tegenstellingen. De vraagstelling van de Commissie komt dan ook naar mijn mening niet voort uit vooringenomenheid, maar benoemt juist zaken die in de ervaringen met het huidige stelsel reĆ«le knelpunten zijn gebleken. Wat hier verder overigens ook van zij, kan uiteraard een ieder reageren op de specifieke vragen vanuit zijn eigen beleving en ervaring. De Commissie stelt hier niet een norm maar vraagt naar wat anderen van de onderwerpen vinden. Ook laat de Commissie de ruimte om, los van deze vragen en aangestipte onderwerpen, te reageren op het BTW-systeem in brede zin. Ik ben dan ook voornemens de bij deze brief gevoegde kabinetsreactie aan de Commissie te zenden. Hoogachtend, de staatssecretaris van FinanciĆ«n, mr. drs. F.H.H. Weekers Directie Douane en Verbruiksbelastingen Ons kenmerk DV/2001/32 U Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 2 Directie Douane en Verbruiksbelastingen Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen mw. mr.Ā B. Bijl T 070-3428112 F 070-3427938 b.bijl@minfin.nl Ons kenmerk DV/2011-159 Uw brief (kenmerk) 148250u Bijlagen > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Datum: 26 april 2011 Betreft: reactie op groenboek over "De toekomst van de BTW- naar een eenvoudiger, solider en efficiĆ«nter BTW-stelsel" Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 2