Resultaten tweede inventarisatie omschakeling bedrijven met traditioneel kooisysteem legkippen
Bijlage
Nummer: 2011D28241, datum: 2011-05-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Knelpunten omschakeling legpluimveebedrijven met legbatterijen (2011D28239)
Preview document (đ origineel)
Resultaten tweede inventarisatie omschakeling bedrijven met traditioneel kooisysteem legkippen Eind 2010 heeft het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) een eerste inventarisatie gehouden naar de omschakeling per 2012 van legpluimveehouders met een traditioneel kooisysteem. De resultaten daarvan waren als volgt: In totaal waren op dat moment 383 legpluimveehouders geregistreerd in het Koppel Informatiesysteem Pluimvee van het PPE (KIP-systeem); 28% van de pluimveehouders bleek al te voldoen, doordat men al overgeschakeld of gestopt was; 42% van de pluimveehouders verwachtte per 1 januari 2012 te voldoen aan de nieuwe regelgeving; 28% van de pluivmeehouders verwachtte per 1 januari 2012 niet te voldoen aan de nieuwe regelgeving. Dit zijn in totaal circa 115 bedrijven. In maart 2011 is door het PPE een tweede, diepgaandere inventarisatie gehouden. Bij deze tweede inventarisatie zijn alle pluimveehouders benaderd die op dat moment volgens KIP een kooihuisvestingssysteem voor legkippen hebben. De pluimveehouders die verwachten per 1 januari 2012 niet aan de voorschriften voor de huisvesting van legkippen te kunnen voldoen zijn gevraagd te reageren en hun knelpunten kenbaar te maken. Per KIP-registratienummer is gevraagd naar de knelpunten bij de verschillende vergunningenprocedures (MER, Milieu-, Bouw-, Natuurbeschermingswet-, Omgevingsvergunning). In deze notitie zijn de resultaten van deze tweede inventarisatie weergegeven. Van de 115 pluimveehouders waarvan op basis van de eerste inventarisatie verwacht werd dat zij een knelgeval zouden zijn, hebben op de tweede inventarisatie in totaal 76 KIP-nummers gereageerd (Ă©Ă©n pluimveehouder heeft gereageerd onder vermelding van twee KIP-nummers). Het betreft in totaal 127 stallen. De groep pluimveehouders die op de tweede inventarisatie heeft gereageerd, geeft aan om te schakelen naar: Houderijsysteem Aantal KIP-nummers Aantal kippen Koloniehuisvesting 19 1.440.000 Kolonie- en/of scharrelsysteem 5 550.000 Scharrelsysteem 44 2.032.000 Vrije uitloopsysteem 1 74.000 Biologisch 1 9.000 Nog onbekend 5 181.000 Opfokleghennen 1 60.000 Totaal 76 4.346.000 Er is geĂŻnventariseerd in welke provincies en gemeenten deze bedrijven zich bevinden. De groep pluimveehouders is gevraagd aan te geven in welke fase van de vergunningsprocedure zij zitten en tegen welke knelpunten ze aanlopen. Dat is in onderstaande tabel weergegeven. Een aantal pluimveehouders (22) zit nog in de MER-procedure. Daarnaast zijn er pluimveehouders die problemen ondervinden bij het aanvragen van de Milieuvergunning, Bouwvergunning, Natuurbeschermingswetvergunning, Omgevingsvergunning (onderdelen milieu, bouwen en/of natuur), maar ook bij de financiering van de omschakeling. In enkele gevallen is sprake van andere/bijzondere omstandigheden waardoor wordt verwacht dat de omschakeling per 1 januari 2012 niet tijdig wordt gehaald. Dit betreft dan onder andere: onduidelijkheid over âGolden Harvestâ, herziening bestemmingsplan, âhuizen voor stallenâ-regeling, proefstal voor testen individuele dieren of er is na een verkregen milieuvergunning voor koloniehuisvesting alsnog gekozen voor scharrelhuisvesting. Daarnaast zijn er pluimveehouders die onvolledige informatie hebben aangeleverd. Beide zijn in onderstaande tabel ondergebracht in de categorie âOverigâ. In de tabel zijn de aantallen hoofdknelpunten weergegeven per huisvestings-systeem, zoals deze uit de inventarisatie resulteren. Per bedrijf kunnen, afhankelijk van hoe ver men in het vergunningentraject is, meer knelpunten aanwezig zijn. In een aantal gevallen zou op basis van de huidige beschikbare informatie de vergunning nog voor 1 januari 2012 rond kunnen komen, maar heeft de pluimveehouder vanwege de productiecyclus op zijn bedrijf noodgedwongen besloten toch nieuwe kippen op te zetten in de niet-aangepaste stallen. Immers aanpassingen in de stal kunnen alleen in leegstandsperioden worden uitgevoerd, mits op dat moment de vereiste vergunningen zijn afgegeven. Als die vergunningen er niet tijdig zijn zullen ondernemers toch nieuwe kippen plaatsen, waarvan de productieperiode nog tot in 2012 doorloopt. De stallen in afwachting van vergunningen laten leegstaan is bedrijfseconomisch gezien geen optie. Toekomstig Huisvestingssysteem MER Milieu- vergunning Bouw- vergunning Natuurbeschermings wetvergunning Financiering Overig Koloniehuisvesting 7 5 3 3 2 3 Kolonie- en/of scharrelsysteem 3 1 1 1 1 Scharrelsysteem 12 16 6 5 7 6 Vrije uitloopsysteem 1 Biologisch Nog onbekend 1 1 3 Opfokleghennen 1 Op peildatum maart 2011 zijn er in totaal 9 KIP-nummers bekend waar een bezwaar- of beroepsprocedure loopt of concreet wordt verwacht. Het betreft 3 bedrijven die willen omschakelen naar een koloniehuisvestingssysteem, 3 naar een scharrelsysteem en 3 naar een kolonie- en/of scharrelsysteem. Een aantal pluimveehouders is echter nog niet zo ver in de procedure; zij zouden alsnog met bezwaarprocedures te maken kunnen krijgen, terwijl ze dat bij de inventarisatie niet hebben aangegeven. De wijziging van het Legkippenbesluit waarin de voorschriften voor de koloniehuisvesting worden opgenomen, is nog steeds niet vastgesteld. Dat levert veel onzekerheid en vertraging op. De financiering is daardoor een stuk lastiger en de banken stellen hogere eisen aan de financiering. Opvallend is dat er een vrij grote groep pluimveehouders is die niet uitbreidt en omschakelt naar een welzijnsvriendelijker systeem, maar toch in de problemen komt met de milieu- of omgevingsvergunning. In dat geval zouden er alleen bij Natura-2000-gebieden problemen moeten zijn. Ten slotte moet worden vastgesteld dat niet alle pluimveehouders hebben gereageerd. Na de eerste inventarisatie kwamen we op een aantal van 115 pluimveehouders (KIP-nummers) die naar verwachting niet aan de wetgeving zouden voldoen. Dat wil niet zeggen dat de groep die niet op de tweede inventarisatie heeft gereageerd, geen probleemgeval kan zijn. Pluimveehouders kunnen redenen hebben om niet aan de inventarisatie mee te werken. PAGE 3 PAGE 1 2011-440-N0033d 21 april 2011