Tweede lijst van vragen inzake de spoorwegovergang en inhaalsporen in Bilthoven
Lijst van vragen
Nummer: 2011D30358, datum: 2011-06-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Snijder-Hazelhoff, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I.B. Sneep, griffier
Onderdeel van zaak 2011Z10031:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-05-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-06-01 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-06-08 14:00: Antwoord op aanvullende vragen van de commissie inzake de spoorwegovergang en inhaalsporen in Bilthoven (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-06-29 13:00: MIRT (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-09-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 29893-119 Vragen aan : Regering Commissie : Infrastructuur en Milieu Nr Vraag Blz van tot 1 Deelt u het standpunt dat het in het algemeen belang is dat infrastructuurwerken en werken in de nabije omgeving van infrastructuur zodanig aangelegd worden, dat in de toekomst reëel te verwachten uitbreidingen niet onmogelijk worden gemaakt of onevenredig duur zullen uitpakken? 0 2 Kunt u zich voorstellen dat een lokale overheid soms een andere belangenafweging maakt dan het Rijk bij ruimtelijke reserveringen? Deelt u de conclusie dat de rijksoverheid de ruimtelijke belangen voor rijkswegen en railinfrastructuur dient te bewaken? 0 3 Is de conclusie juist dat namens de rijksoverheid de minister van Infrastructuur en Milieu verantwoordelijk is voor het beleid en de tenuitvoeringslegging van ruimtelijke reserveringen en het toekomstvast uitvoeren van infrastructurele werken voor het spoorwegennet? 0 4 Welke wettelijke en regelgevende kaders zijn er van toepassing op het reserveren van uitbreidingsruimte rondom spoorwegen? Wat is daarbij de specifieke situatie in het geval van Bilthoven? 0 5 a. Is het u bekend dat de inschatting van de gemeente De Bilt over de ruimtelijke en financiële impact van viersporigheid of een reservering daartoe gebaseerd is op de ruimtelijk maximaal ingrijpende doorgaande viersporigheid door de gehele gemeente en meer specifiek een hoogteligging van toekomstige vrijliggende buitensporen die gelijk is aan die van de huidige sporen? b. Deelt u de conclusie dat daarmee geen realistisch beeld wordt geschetst van de te verwachten toekomstige capaciteitsbehoefte bij Bilthoven, waarbij vrijliggende inhaalsporen bij het station in combinatie met het reeds bestaande derde spoor van Bilthoven naar Den Dolder naar verwachting voldoende capaciteit en robuustheid opleveren om de groei van het treinverkeer aan te kunnen? 0 6 Onderschrijft u de analyse dat een iets hogere ligging van de buitenliggende inhaalsporen een innovatieve bouwtechnische oplossing biedt om te voorkomen dat de stijg- en daalpunten van de onderdoorgangen veel dieper in de bestaande ruimtelijke structuur inwerken, en dat op deze wijze een grote ruimtelijke impact en de amovering van een groot aantal woningen vermeden kan worden? Is het juist dat deze innovatieve optie tot op heden niet is beschouwd? 0 7 a. Bent u, in lijn met het gestelde in de Motie Slob (32500-A, nr. 29), bereid om op korte termijn te zoeken naar de mogelijkheden om, zoveel als mogelijk binnen de kaders van het reeds in gang gezette infrastructuurproject bij station Bilthoven, alsnog tot een zodanige realisatie van infrawerken te komen dat vrijliggende inhaalsporen ter hoogte van het station niet onmogelijk worden gemaakt of onevenredig duur zullen uitpakken? b. Indien u daartoe niet bereid bent, hoe verhoudt uw standpunt in deze zich tot het vigerende ruimtelijke beleid? 0 8 a. Bent u bekend met het feit dat er regelmatig stoptreinen tussen Den Dolder en Utrecht "aan de kant moeten" op het inhaalspoor tussen Den Dolder en Bilthoven, omdat een vertraagde intercitytrein moet passeren of om te voorkomen dat een intercitytrein vertraagd raakt door een vertraging van de stoptrein? b. Deelt u de mening dat hierdoor de stoptreinreizigers onnodig extra vertraging oplopen omdat het inhaalspoor zich niet ter hoogte van een perron bevindt? c. Zou u een analyse kunnen maken van de robuustheid van het spoortraject Utrecht-Amersfoort/Hilversum/Baarn en de olievlekwerking van vertragingen in dat gebied? d. Deelt u de mening dat met inhaalsporen ter hoogte van een station op dit traject de dienstregeling robuuster wordt voor het opvangen van dit soort vertragingen? 0 9 Deelt u de mening dat door het in de komende jaren verhogen van het aantal stops van stoptreinen op station Bilthoven, een nieuwe toegangspoort tot de Utrechtse regio kan ontstaan, doordat hierdoor en door het toekomstige doortrekken van de Uithoftram naar dit station aantrekkelijke verbindingen vanuit de richting Amersfoort en verder ontstaan richting de Utrechtse Uithof? 0 10 Bent u nog steeds van mening dat de maximale capaciteit op de spoorlijn Utrecht-Amersfoort tot 2020 bereikt is? Deelt u de mening dat juist daarom nu al rekening moet worden gehouden met toekomstige wensen voor uitbreiding van spoorcapaciteit? 0 11 Klopt het dat de regionale partijen achter de plannen van Bilthoven staan, maar dat de provincies Gelderland en Utrecht wel degelijk ook de wens van het doortrekken van de Valleilijn (Ede-Barneveld-Amersfoort) naar Utrecht ondersteunen? 0 12 Deelt u de mening dat inhaalsporen ter hoogte van station Bilthoven, bij de overgang Soestdijkseweg, wenselijk zijn voor een robuuste dienstregeling, indien de Valleillijn (en dus niet de Veluwelijn zoals abusievelijk het uitgangspunt was in de beantwoording van de eerdere vragenlijst, de sprinters op de Veluwelijn Zwolle-Amersfoort-Utrecht rijden immers al langs Bilthoven) wordt doorgetrokken naar Utrecht, zoals is opgenomen in de regionale markt- en capaciteitsanalyse 2020 (31 305, nr. 190)? 0 13 Bent u bereid om in het vervolg bij de bouw van civieltechnische kunstwerken van ProRail, zoals tunnels en viaducten, in relevante situaties te vragen een analyse mee te leveren met betrekking tot nut en noodzaak van een ruimtelijke en bouwtechnische reservering ten behoeve van toekomstige spooruitbreidingen zoals inhaalsporen en de Kamer hierover te informeren? Deelt u de mening dat dit in ruimtelijke ordeningsprocedures die betrekking hebben op rijksinfrastructuur meegenomen dient te worden? 0 FILENAME GRT_RGR_IM_29893-119.DOC PAGE 1 / NUMPAGES 2