[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32810 NR inzake de Fiscale verzamelwet 2011

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2011)

Nader rapport

Nummer: 2011D31611, datum: 2011-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z12803:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 april 2011,
no.11.000825, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad
van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp rechtstreeks aan
mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 27 mei 2011, no.
W06.11.0105/III, bied ik U hierbij aan.

Naar aanleiding van het advies merk ik het volgende op.

1. Fiscale behandeling kosten en vergoedingen dieren

De Afdeling adviseert om in de toelichting nader in te gaan op de
gewijzigde reikwijdte van de bepalingen omtrent de fiscale behandeling
van kosten van en vergoedingen voor dieren. In de bestaande bepaling
wordt verwezen naar de Regeling agressieve dieren, die per 1 januari
2009 is ingetrokken. Deze regeling is ingetrokken naar aanleiding van
een aan de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV)
uitgebracht rapport van de Commissie van Wijzen, ingesteld door
diezelfde minister. De conclusie van genoemde commissie was dat dieren
die binnen het bereik van de Regeling agressieve dieren vielen niet per
definitie agressief gedrag zouden vertonen en dat dieren (meer in het
bijzonder honden) die niet onder die regeling vielen wel degelijk ook
agressief gedrag kunnen vertonen. Er dienen maatregelen te kunnen worden
genomen tegen dieren die agressief gedrag vertonen in het openbaar,
ongeacht de grootte van het dier. 

Met de aangepaste formulering in de fiscale wetgeving, waarbij wordt
verwezen naar dieren die krachtens een onherroepelijke
bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregel niet mogen worden
gehouden, is in zoverre niet beoogd qua doel en strekking van de
bepaling een wijziging aan te brengen. Slechts bedoeld is de nieuwe
formulering aan te laten sluiten bij de gewijzigde afbakening in de
regelgeving van het Ministerie van LNV (thans Ministerie van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)). Om dit verband nadrukkelijker te
leggen, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de formulering met
betrekking tot de bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregel aan
te vullen met de zinsnede ā€˜in verband met agressieā€™. Tevens is in
het onderhavige wetsvoorstel een artikel (artikel XXV) opgenomen waarin
wordt bepaald dat de met terugwerkende kracht gewijzigde artikelen voor
het verleden uitsluitend toepassing vinden indien de in die artikelen
bedoelde dieren ook binnen het bereik van de Regeling agressieve dieren
vielen. Hiermee wordt voorkomen dat sprake is van een verzwaring van
belastingheffing met terugwerkende kracht. Hiermee is aan het onder b.
genoemde bezwaar van de Afdeling tegemoet gekomen. 

2. Terugwerkende kracht voor delegatie van regelgevende bevoegdheid

De Afdeling adviseert om een reparatie met betrekking tot een tijdelijk
ontbrekende dan wel tijdelijk ontoereikende delegatiebevoegdheid op een
andere wijze te regelen dan door middel van de in het wetsvoorstel
opgenomen methode. Het betreft hier situaties waarin aanvankelijk wel
sprake was van een toereikende delegatiebevoegdheid, maar waarbij door
een kenbare omissie de desbetreffende delegatiebevoegdheid tijdelijk is
komen te vervallen dan wel tijdelijk niet meer helemaal toereikend is
geworden. De op de tot die omissie geldende delegatiebevoegdheid
gebaseerde lagere regelgeving is echter blijven bestaan en in de
praktijk ook toegepast. De thans in het wetsvoorstel opgenomen reparatie
is in zoverre vergelijkbaar met het met terugwerkende kracht repareren
van een tijdelijk onjuiste, maar in de praktijk wel op de juiste wijze
toegepaste verwijzing. Toepassing van de door de Afdeling genoemde
methode zou tot gevolg hebben dat de hiervoor bedoelde lagere
regelgeving tijdelijk zou komen te vervallen en vervolgens met
terugwerkende kracht opnieuw zou worden ingevoerd. Hoewel ook de door de
Afdeling genoemde methode uiteraard tot het beoogde resultaat zou kunnen
leiden, is er, mede gelet op de aard van de maatregelen, vanuit het
oogpunt van wetgevingseconomie voor gekozen om de in het wetsvoorstel
opgenomen methode te handhaven.

3. Redactionele kanttekeningen

Aan de redactionele opmerkingen die de Afdeling in overweging geeft, is
gevolg gegeven.

Ten slotte is van de gelegenheid gebruikgemaakt om het wetsvoorstel aan
te vullen met enkele technische wijzigingenĀ en om een aantal
redactioneleĀ verbeteringen aan te brengen.

 

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Financiƫn,

mr. drs. F.H.H. Weekers

 Zie de brief van de Minister van LNV van 9 juni 2008, DL.2008/1351, en
het als bijlage daarbij gevoegde rapport van de Commissie van Wijzen.

Directie Algemene Fiscale Politiek



Ons kenmerk

AFP/2011/363







	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2 



Directie Algemene Fiscale Politiek 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

  HYPERLINK "http://www.minfin.nl"  www.minfin.nl 

Inlichtingen

mw. drs. J. van den Bout

drs. E.G. Vos

T	070-342 8246 / 7584

belastingplan.afp@minfin.nl



Ons kenmerk

AFP/2011/363

Uw brief (kenmerk)

Bijlagen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

Aan de Koningin



Datum	15 juni 2011

Betreft	Nader rapport betreffende het voorstel van wet tot wijziging van
enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2011)



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  2