[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32818 NR Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen

Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen)

Nader rapport

Nummer: 2011D32802, datum: 2011-06-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z13267:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 april
2011, no.11.000950, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp
rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 1 juni
2011, no. W06.11.0119/III, bied ik U hierbij aan.

Naar aanleiding van het advies merk ik het volgende op.

1. Inleiding

De Afdeling maakt een aantal inleidende opmerkingen waarin ik mij kan
vinden.  

2. Belasten valutawinsten

In de memorie van toelichting is uitgebreider ingegaan op de voor- en
nadelen van mogelijke alternatieven, zoals de Afdeling heeft gevraagd.

De problematiek van de niet aftrekbare valutaverliezen op deelnemingen
is in het buitenland niet of nauwelijks aan de orde, omdat Nederland een
van de weinige landen is waar valutaresultaten op deelnemingen zijn
vrijgesteld. In het licht daarvan heb ik in de memorie van toelichting
geen aandacht besteed aan de behandeling van die problematiek in het
buitenland. 

3. Wettelijke vormgeving

a. De Afdeling merkt op dat, gelet op het oogmerk van de Tussenregeling
aan te sluiten bij de keuze en het feitelijk handelen van een
individuele belastingplichtige, de formulering van het voorgestelde
artikel 28b, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
(Wet Vpb 1969) verduidelijking behoeft, zodat het in overeenstemming met
het oogmerk van de Tussenregeling wordt gebracht.

Het voorgestelde artikel 28b van de Wet Vpb 1969 is in navolging van het
advies van de Afdeling aangepast.

b. De Afdeling vraagt zich af of de Tussenregeling ook geldt indien een
belastingplichtige zich bij zijn aangifte in eerste instantie aan het
deelnemingsregime houdt maar vervolgens bezwaar maakt tegen de opgelegde
aanslag. 

Het voorgestelde artikel 28b van de Wet Vpb 1969 is eveneens van
toepassing ingeval de belastingplichtige zich in eerste instantie aan
het deelnemingsregime houdt, doch bezwaar maakt tegen de opgelegde
aanslag en dit bezwaar betrekking heeft op valutaverliezen die de
belastingplichtige alsnog in aftrek wenst te brengen. Zolang de aanslag
nog niet definitief vaststaat, staat het de belastingplichtige vrij om
bezwaar aan te tekenen. Alsdan wordt het verlies alsnog door haar ten
laste van de winst gebracht. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat
genoemd artikel 28b eerst definitieve gevolgen heeft ingeval de
geclaimde aftrek wordt gehonoreerd.

c. Het oogmerk van de Tussenregeling is om een valutawinst in de heffing
te betrekken ingeval een valutaverlies daadwerkelijk ten laste van het
resultaat is gebracht. Dit behoeft dan ook niet in alle situaties door
tussenkomst van een rechter te geschieden. Zo kan het zijn dat een ander
dan de betreffende belastingplichtige de procedure heeft gewonnen. Het
is dan niet noodzakelijk voor de belastingplichtige om, indien de
situatie vergelijkbaar is, dit opnieuw aan de rechter voor te leggen.
Alsdan is genoemd artikel 28b van toepassing alhoewel er in die situatie
geen sprake is van een gerechtelijke tussenkomst.

4. Terugwerkende kracht

Zoals de Afdeling opmerkt, regelt artikel II van het wetsvoorstel dat
het wetsvoorstel terugwerkt tot en met vrijdag 8 april 2011, 17.00 uur.
De Afdeling merkt op dat voor het geval het wetsvoorstel leidt tot een
verzwaring van de belastingheffing geen terugwerkende kracht aan de
belastingmaatregelen dient te worden gegeven tenzij bijzondere
omstandigheden een afwijking van deze regel rechtvaardigen. Allereerst
merk ik op dat het de vraag is of de voorgestelde maatregel een
verzwaring inhoudt van de belastingheffing. Indien belastingplichtigen
geen valutaverliezen ten laste van het resultaat brengen zal de
voorgestelde regeling per saldo geen gevolgen hebben. De
deelnemingsvrijstelling blijft in die situatie gewoon van toepassing op
eventuele valutawinsten. 

Een verzwaring zou alleen aan de orde komen ingeval de
belastingplichtige ervoor kiest om valutaverliezen ten laste van de
winst te brengen. Alsdan zou er onder omstandigheden sprake kunnen zijn
van een verzwaring in die zin dat het voordeel van het in in aftrek
gebrachte verlies wordt verkleind.

De Afdeling noemt als bijzondere omstandigheden omvangrijk oneigenlijk
gebruik of misbruik dan wel aanmerkelijke aankondigingseffecten. Zoals
in de memorie van toelichting is opgemerkt is het juist deze
omstandigheid die zich in casu zal voordoen. Immers, zonder
terugwerkende kracht zou de belastingplichtige de mogelijkheid hebben om
valutaverliezen ten laste van de winst te brengen en zou de
belastingplichtige kunnen voorkomen dat valutawinsten op de andere door
haar gehouden deelnemingen in de heffing worden begrepen. Dit zou
eenvoudigweg kunnen door voor inwerkingtreding van het wetsvoorstel deze
deelnemingen aan een zustervennootschap over te dragen. Die
zustermaatschappij geniet vervolgens de eventuele valutawinsten.
Aangezien die zustermaatschappij geen valutaverliezen ten laste van het
resultaat heeft gebracht zou deze de eventuele valutawinsten onbelast
kunnen genieten, terwijl de overdragende belastingplichtige de verliezen
ten laste van de winst heeft gebracht.

Om hoeveel gevallen het zou gaan ingeval er geen terugwerkende kracht
aan het wetsvoorstel zou worden gegeven is niet bekend aangezien deze
situatie zich nu niet zal voordoen omdat het voordeel van overdracht aan
een zustermaatschappij met het oog op het ontgaan van de voorgestelde
regeling is weggenomen. Het zou, indien er geen terugwerkende kracht aan
de regeling zou worden gegeven en de belastingplichtigen kunnen inspelen
op de voorgestelde regeling, gaan om aanzienlijke budgettaire belangen.
Voor wat betreft de vraag of alleen valutawinsten op een deelneming
waarop het valutaverlies is geleden in de heffing worden begrepen dan
wel dit geldt voor alle deelnemingen die door de betreffende
belastingplichtige worden gehouden merk ik op dat het gaat om alle
deelnemingen die door de belastingplichtige worden gehouden. Dit is in
het persbericht tot uitdrukking gebracht door middel van de opmerking
dat “doel van dit wetsvoorstel is om bij belastingplichtigen die
valutaverliezen ten laste van de winst brengen eveneens de valutawinsten
op deelnemingen in de heffing te betrekken”. 

De Afdeling adviseert vervolgens om aandacht te besteden aan de
rechtsonzekerheid die vanaf de datum van het persbericht tot het
tijdstip van de definitieve rechterlijke uitspraak zal bestaan met
betrekking tot de vraag welke valutawinsten zullen worden belast.
Hierbij kan het volgende worden opgemerkt. De rechtsonzekerheid ontstaat
niet als gevolg van de terugwerkende kracht. Ook ingeval aan het
voorstel van wet geen terugwerkende kracht zou worden verleend, zou deze
rechtsonzekerheid bestaan. Immers, zoals ook uit het persbericht blijkt,
is niet duidelijk of en zo ja in hoeverre valutaverliezen ten laste van
de winst kunnen worden gebracht. Eerst nadat daaromtrent zekerheid
aanwezig is, bijvoorbeeld door een arrest van het HvJ EU, kan worden
vastgesteld of valutawinsten in de heffing worden begrepen. Deze
onzekerheid kan belastingplichtige voorkomen door de valutaresultaten
onder de deelnemingsvrijstelling te houden.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. F.H.H. Weekers











	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 



Directie Directe Belastingen 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

www.rijksoverheid.nl

Inlichtingen

mw. mr. A.M.L. Wekking 

T	070-3428014

F	070-3427992

a.m.l.wekking@minfin.nl





Ons kenmerk

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

Aan de Koningin



Datum	15 juni 2011

Betreft	Nader rapport betreffende het voorstel van wet tot wijziging van
de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van
een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling
valutaresultaten op deelnemingen)



	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3