Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2011

In uw brief van 22 juni 2011 heeft u mij verzocht nader in te gaan op de
bestaande procedures voor wanneer het (leden van) de vaste commissie
voor SZW wel of niet is toegestaan om ambtenaren (al of niet uit hoofde
van een functie in de ondernemingsraad) te spreken. Tevens verzoekt u
mij om heroverweging van mijn beslissing om in dit geval geen
toestemming te verlenen voor deelname van enkele leden van de OR van de
AI en het UWV aan een gesprek met de vaste commissie voor SZW, dat,
zoals in de brief wordt aangegeven, dan in besloten kring zal
plaatsvinden. 

Ik wil om te beginnen nogmaals benadrukken dat het kabinet voorstander
is van een ontspannen contact tussen de volksvertegenwoordiging en het
ambtelijk apparaat, met inachtneming van de ministeriële
verantwoordelijkheid. Allerlei vormen van technisch overleg/technische
briefing juich ik toe en daarom zal ik in beginsel graag toestemming
geven voor onderwerpen waarbij ambtenaren deskundig zijn om met uw kamer
dergelijk overleg te voeren. 

Ieder verzoek van uw kamer voor toestemming om ambtenaren te mogen horen
moet ik gelet op het feit dat de minister verantwoordelijk is en niet
zijn ambtenaren uiteindelijk zelf beoordelen. Uitgangspunt daarbij is
dat verzoeken om ambtenaren te mogen horen in principe kunnen worden
ingewilligd als het gaat om feitelijke informatie en met inachtneming
van de wettelijke geheimhoudingsplichten. 

De hiervoor genoemde lijn is onlangs nog eens uitgebreid toegelicht in
een brief aan uw kamer van de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, mede namens de minister-president, van 10 mei 2011
waar ik graag kortheidshalve naar verwijs (zie Kamerstukken II 2010/11,
32 500 VII, nr. 105). Naar aanleiding van deze brief heeft de vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken besloten direct na het zomerreces
hierover een algemeen overleg te houden. 

Ik blijf bij mijn beslissing om geen toestemming te verlenen voor
deelname aan het overleg van de vaste commissie voor SZW met enkele
leden van de ondernemingsraad van de AI en het UWV. Zoals in mijn
eerdere brief aangegeven is een ondernemingsraad ingesteld in het belang
van het goed functioneren van een onderneming. De leden van een
ondernemingsraad worden gekozen uit het personeel, vertegenwoordigen
deze en hebben de in de Wet op de ondernemingsraden gegeven taken en
bevoegdheden. Het is daarmee een intern functionerend orgaan. 

Mocht u over de rol van de Arbeidsinspectie in de context van het
arbostelsel in Nederland nadere informatie wensen dan zal ik deze
mondeling of desgewenst schriftelijk aan uw kamer verstrekken. 

De Minister van Sociale Zaken 

en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp