[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (herschikking) (PbEU L 302) en de daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (herschikking) (PbEU L 302) en de daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen

Eindtekst

Nummer: 2011D35599, datum: 2011-06-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z02011:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

23 juni 2011



Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk
Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot
coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten
(icbe’s) (herschikking) (PbEU L 302) en de daarbij behorende
uitvoeringsrichtlijnen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat richtlijn nr. 2009/65/EG van
het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009
tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten
(icbe’s) (herschikking) (PbEU L 302) en de daarbij behorende
uitvoeringsrichtlijnen in Nederland dienen te worden geïmplementeerd;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In alfabetische volgorde worden zeven definities ingevoegd,
luidende:

	binnenlandse fusie: een fusie tussen instellingen voor collectieve
belegging in effecten met zetel in Nederland indien ten minste een van
de betrokken beheerders op grond van artikel 2:123, vijfde lid, rechten
van deelneming kan aanbieden in een door hem beheerde instelling voor
collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland in een andere
lidstaat;

	feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten: een
instelling voor collectieve belegging in effecten die ten minste 85
procent van het beheerd vermogen belegt in rechten van deelneming in een
master-instelling voor collectieve belegging in effecten;

	grensoverschrijdende fusie: een fusie tussen

	a. een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in
Nederland en een instelling voor collectieve belegging in effecten met
zetel in een andere lidstaat; of

	b. instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in
Nederland die opgaan in een nieuw op te richten instelling voor
collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat;

	herziene richtlijn beleggingsinstellingen: richtlijn nr. 2009/65/EG van
het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009
tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in
effecten (icbe's) (PbEU L 302);

	master-instelling voor collectieve belegging in effecten: een
instelling voor collectieve belegging in effecten die:

	a. ten minste een feeder-instelling voor collectieve belegging in
effecten onder haar deelnemers heeft;

	b. zelf geen feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten
is; en

	c. niet belegt in rechten van deelneming in een feeder-instelling voor
collectieve belegging in effecten;

	subfonds: een administratief afgescheiden gedeelte van het vermogen van
een beleggingsinstelling waarvoor een separaat beleggingsbeleid wordt
gevoerd en waarin specifiek voor dat gedeelte ter collectieve belegging
gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden
opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te
doen delen onder specifiek voor dat gedeelte geldende voorwaarden;

	uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in
effecten: verordening (EU) nr. 584/2010 van de Europese Commissie van 1
juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie wat betreft de vorm en inhoud
van de gestandaardiseerde kennisgeving en icbe-verklaring, het gebruik
van elektronische communicatie tussen bevoegde autoriteiten voor
kennisgevingsdoeleinden, alsook procedures voor onderzoeken en
verificaties ter plaatse en de uitwisseling van informatie tussen
bevoegde autoriteiten (PbEU L 176);

	2. In de definitie van deposito wordt “artikel 22, vierde lid, van de
richtlijn beleggingsinstellingen” vervangen door: artikel 52, vierde
lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.

	2a. De definitie van financiële dienst wordt als volgt gewijzigd:

	1. De onderdelen c tot en met h worden geletterd d tot en met i.

	2. Er wordt na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:

	c. beheren van een instelling voor collectieve belegging in effecten.

	3. De definitie van instelling voor collectieve belegging in effecten
komt te luiden:

	instelling voor collectieve belegging in effecten:

	a. een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van
de herziene richtlijn beleggingsinstellingen;

	b. een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten; of

	c. een master-instelling voor collectieve belegging in effecten die ten
minste twee feeder-instellingen voor collectieve belegging in effecten
als deelnemer heeft en waarvan de rechten van deelneming verhandelbaar
zijn en op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of
indirect worden ingekocht of terugbetaald;.

	4. De definitie van richtlijn beleggingsinstellingen vervalt.

B

	Artikel 1:12 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid wordt de zinsnede “4:26, eerste en zesde lid”
vervangen door: 4:26, eerste en achtste lid.

	2. Onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot vijfde
tot en met achtste lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd,
luidende:

	4. Het eerste lid is niet van toepassing op master-instellingen voor
collectieve belegging in effecten die ten minste twee
feeder-instellingen voor collectieve belegging in effecten als deelnemer
hebben en waarvan de rechten van deelneming verhandelbaar zijn en op
verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect
worden ingekocht of terugbetaald.

	3. In het achtste lid (nieuw) wordt de zinsnede “vierde en vijfde
lid” vervangen door: vijfde en zesde lid.

C

	Artikel 1:13 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt na “2:71,” ingevoegd: 2:72,.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. De zetel van een beleggingsfonds, niet zijnde een instelling voor
collectieve belegging in effecten, bevindt zich in de staat van de zetel
van zijn beheerder.

	3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van een
beleggingsinstelling of een beleggingsfonds is van overeenkomstige
toepassing op een subfonds.

D

	In artikel 1:14, onderdeel a, wordt “richtlijn
beleggingsinstellingen” telkens vervangen door: herziene richtlijn
beleggingsinstellingen.

D1

	In artikel 1:25a, tweede lid, wordt “1:56, eerste, tweede en vierde
lid” vervangen door “1:56, eerste, tweede en vijfde lid” en wordt
“1:58, eerste tot en met derde lid” vervangen door: 1:58, eerste tot
en met vierde lid.

E

	In artikel 1:47, tweede lid, onderdeel c, wordt “artikel 1:58, tweede
lid” vervangen door: artikel 1:58, tweede en derde lid.

F

	Artikel 1:51 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid wordt de zinsnede “het verzoek betrekking heeft
op een beleggingsonderneming” vervangen door: het verzoek betrekking
heeft op een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten, een beleggingsonderneming of een instelling voor collectieve
belegging in effecten.

	2. In het vierde lid wordt de zinsnede “haar met redenen omklede
besluit” vervangen door: haar met redenen omklede beslissing.

G

	Na artikel 1:51a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:51b

	1. De toezichthouder verstrekt eigener beweging aan de betrokken
toezichthoudende instanties van andere lidstaten onverwijld alle
informatie die voor de vervulling van de taak van die toezichthoudende
instanties op grond van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen
nodig is.

	2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt onverwijld aan de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de
instelling voor collectieve belegging in effecten informatie over
onregelmatigheden bij de beheerder met zetel in Nederland, die van
wezenlijke invloed kunnen zijn op een goede taakuitoefening door de
beheerder met betrekking tot de instelling voor collectieve belegging in
effecten en over het niet voldoen door de beheerder aan hetgeen
ingevolge deze wet is bepaald.

	3. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt onverwijld aan de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de beheerder
informatie over onregelmatigheden bij de instelling voor collectieve
belegging in effecten met zetel in Nederland, die van wezenlijke invloed
kunnen zijn op een goede taakuitoefening door de beheerder met zetel in
een andere lidstaat of op het door de beheerder kunnen voldoen aan de
eisen van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.

	4. De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende
instantie van de andere lidstaat in kennis van wijzigingen van de
gegevens, bedoeld in artikel 2:122, tweede lid, of van een wijziging van
het beleggerscompensatiestelsel.

H

	In artikel 1:55 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde
lid, een lid ingevoegd, luidende:

	3. Indien de toezichthouder ten behoeve van het toezicht op een
beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten of
een instelling voor collectieve belegging in effecten, gegevens of
inlichtingen wenst te verifiëren of een onderzoek wenst te verrichten
bij een in een andere lidstaat gevestigde onderneming kan zij in
overeenstemming met de artikelen 6 tot en met 11 van de
uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in
effecten:

	a. de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om
bij die onderneming gegevens of inlichtingen te verifiëren of te
onderzoeken; of

	b. na instemming van de toezichthoudende instantie van de andere
lidstaat zelf bij die onderneming gegevens of inlichtingen verifiëren
of doen verifiëren of een onderzoek verrichten of doen verrichten.

I

	In artikel 1:56 wordt, onder vernummering van het derde tot en met
vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:

	3. Indien een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat ten
behoeve van het toezicht op de naleving van de herziene richtlijn
beleggingsinstellingen bij een in Nederland gevestigde onderneming
gegevens of inlichtingen wenst te verifiëren of een onderzoek te
verrichten, kan zij de Autoriteit Financiële Markten verzoeken dat te
doen. De Autoriteit Financiële Markten geeft aan dit verzoek gevolg of
geeft de toezichthoudende instantie gelegenheid gegevens of inlichtingen
te verifiëren, te doen verifiëren of een onderzoek te verrichten of
doen verrichten.

J

	Artikel 1:56b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt de zinsnede “tot een
beleggingsonderneming” vervangen door: tot een beheerder van een
instelling voor collectieve belegging in effecten, een
beleggingsonderneming of een instelling voor collectieve belegging in
effecten.

	2. In het tweede lid wordt de zinsnede “haar met redenen omklede
besluit” vervangen door: haar met redenen omklede beslissing.

K

	Artikel 1:58 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt de zinsnede “beheerder van een instelling
voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere
lidstaat” vervangen door: beheerder met zetel in een andere lidstaat
van een instelling voor collectieve belegging in effecten.

	2. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde
tot en met zesde lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd,
luidende:

	3. De toezichthouder kan, onverminderd de artikelen 1:79 en 1:80, en na
de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder zijn
zetel heeft daarvan in kennis te hebben gesteld, het besluit nemen dat
de betrokken beheerder niet langer een bepaalde instelling voor
collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland mag beheren,
indien deze niet voldoet aan hetgeen ingevolge deze wet is bepaald:

	a. in weerwil van de maatregelen, getroffen door de toezichthoudende
instantie van de lidstaat waar de beheerder zijn zetel heeft;

	b. in het geval deze maatregelen ontoereikend zijn; of

	c. in het geval de toezichthoudende instantie, bedoeld in onderdeel a,
geen maatregelen heeft getroffen.

	3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

	4. De toezichthouder doet van een op grond van het tweede en derde lid
genomen besluit mededeling in de Staatscourant zodra de beroepstermijn
is verstreken of, indien beroep is ingesteld, zodra onherroepelijk op
het beroep is beslist.

	4. In het vijfde lid (nieuw) wordt onder verlettering van de onderdelen
b en c tot c en d, een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

	b. betaaldienstverleners, met dien verstande dat onder bijkantoor mede
wordt verstaan betaaldienstagent of persoon aan wie werkzaamheden zijn
uitbesteed;.

	5. Het zesde lid (nieuw) vervalt.

K1

	In de artikelen 1:58a, derde lid, 1:58b, derde lid, en 1:58c, vierde
lid, wordt telkens “artikel 1:58, derde lid” vervangen door: artikel
1:58, vierde lid.

K2

	In artikel 1:58d, tweede lid, wordt “artikel 1:58, tweede en derde
lid” vervangen door: artikel 1:58, tweede en vierde lid.

L

	Na artikel 1:59 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:59a

	1. De Autoriteit Financiële Markten stelt een feeder-instelling voor
collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland onverwijld in
kennis van de genomen besluiten, getroffen maatregelen en geconstateerde
overtredingen van hetgeen ingevolge de artikelen 4:57a tot en met 4:57c,
4:61, 4:61a en 4:61b, is bepaald en alle meldingen op grond van artikel
4:27 die betrekking hebben op de master-instelling voor collectieve
belegging in effecten met zetel in Nederland waarin de feeder-instelling
voor collectieve belegging in effecten deelneemt of, indien van
toepassing, de beheerder, bewaarder of accountant van de
master-instelling voor collectieve belegging in effecten.

	2. De Autoriteit Financiële Markten doet aan de toezichthoudende
instantie van de lidstaat van de zetel van de feeder-instelling voor
collectieve belegging in effecten onverwijld mededeling van de genomen
besluiten, getroffen maatregelen en geconstateerde overtredingen van
hetgeen ingevolge de artikelen 4:57a tot en met 4:57c, 4:61, 4:61a en
4:61b, is bepaald en alle meldingen op grond van artikel 4:27 die
betrekking hebben op de master-instelling voor collectieve belegging in
effecten met zetel in Nederland of, indien van toepassing, haar
accountant, beheerder, of bewaarder. De Autoriteit Financiële Markten
zendt een afschrift van de mededeling aan de feeder-instelling voor
collectieve belegging in effecten.

M

	Na artikel 1:60 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:60a

	1. De Autoriteit Financiële Markten raadpleegt de toezichthoudende
instantie van de lidstaat van de zetel van de beheerder alvorens zij
besluit niet in te stemmen met de aanvraag, bedoeld in artikel 2:72,
tweede lid.

	2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt binnen tien werkdagen op
verzoek van de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar een
beheerder met zetel in Nederland voornemens is een instelling voor
collectieve belegging in effecten te beheren nadere informatie met
betrekking tot:

	a. de reikwijdte van de verleende vergunning aan de beheerder;

	b. afspraken met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden,
bedoeld in artikel 4:16; of

	c. de overeenkomst inzake beheer en bewaring, bedoeld in artikel 4:43.

N

	In artikel 1:61 worden onder vernummering van het tweede lid tot vijfde
lid, drie leden ingevoegd, luidende:

	2. De Autoriteit Financiële Markten raadpleegt de toezichthoudende
instantie van de lidstaat waar de beheerder met zetel in Nederland
vanuit een bijkantoor of via het verrichten van diensten zijn
werkzaamheden verricht alvorens de vergunning van de beheerder, bedoeld
in artikel 2:65, in te trekken.

	3. De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende
instantie van de lidstaat waar de beheerder vanuit een bijkantoor of via
het verrichten van diensten zijn werkzaamheden verricht, in kennis van
een wijziging van de aan de beheerder verleende vergunning en van
eventuele beperkingen met betrekking tot de typen instellingen voor
collectieve belegging in effecten die de beheerder mag beheren.

	4. De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende
instantie van de lidstaat waar rechten van deelneming in een instelling
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland vanuit een
bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten worden
aangeboden en, indien de beheerder van een instelling voor collectieve
belegging in effecten zijn zetel in een andere lidstaat heeft, de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de beheerder
in kennis van de intrekking van een verleende vergunning als bedoeld in
artikel 2:65 en van andere maatregelen die jegens de instelling voor
collectieve belegging in effecten zijn genomen.

N1

	In artikel 1:66, tweede lid, wordt “artikel 1:58, tweede en derde
lid” vervangen door: artikel 1:58, tweede en vierde lid.

N2

	In artikel 1:67, tweede lid, wordt “artikel 1:58, derde lid”
vervangen door: artikel 1:58, vierde lid.

O

	Artikel 1:71, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel b wordt na “als bedoeld in artikel” ingevoegd:
2:72,.

	2. Onderdeel c komt te luiden:

	c. het aantal en de aard van de gevallen waarin hij een besluit heeft
genomen als bedoeld in artikel 1:58, tweede en derde lid, ten aanzien
van een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten of een beleggingsonderneming of kredietinstelling die een
bijkantoor in Nederland heeft.

P

	In artikel 1:94 wordt “artikel 1:58, tweede lid” vervangen door:
artikel 1:58, tweede en derde lid.

Q

	Artikel 1:97, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel a wordt “artikel 1:58, tweede lid” vervangen door:
artikel 1:58, tweede en derde lid.

	2. In onderdeel c wordt “4:60, vijfde lid” vervangen door: 4:60,
vierde lid.

R

	Artikel 1:102 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	4. In afwijking van het derde lid beslist de toezichthouder binnen acht
weken op een aanvraag van een vergunning voor een instelling voor
collectieve belegging in effecten.

S

	In artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 5°, wordt “artikel
1:58, tweede lid” vervangen door: artikel 1:58, tweede en derde lid.

T

	Na artikel 1:109a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:109b

	1. De Autoriteit Financiële Markten publiceert op haar website in een
taal die in de internationale financiële kringen gebruikelijk is:

	a. de informatie, bedoeld in artikel 30 van de richtlijn 2010/42/EU van
de Europese Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn
2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
ten aanzien van sommige bepalingen betreffende fusies van fondsen,
master-feeder constructies en de kennisgevingsprocedure (PbEU L 176); en

	b. alle actuele regelgeving, administratieve procedures en overige
informatie die relevant is voor het aanvragen van een vergunning voor
een instelling voor collectieve belegging in effecten en het aanbieden
van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging
in effecten.

	2. De Autoriteit Financiële Markten publiceert de informatie, bedoeld
in het eerste lid, onderdeel a, in de vorm van een verhalende
beschrijving en een reeks van referenties of links naar brondocumenten.

U

	Artikel 2:66, derde lid, komt te luiden:

	3. Artikel 2:65, eerste en tweede lid, is niet van toepassing op het
aanbieden van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve
belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat indien is voldaan
aan artikel 93 van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen en de
beheerder of instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel
in een andere lidstaat een mededeling van de toezichthoudende instantie
van de desbetreffende lidstaat heeft ontvangen als bedoeld in artikel
93, derde lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.

V

	In artikel 2:67, tweede lid, onderdeel c, wordt “artikel 4:57”
vervangen door: artikel 4:57, eerste lid,.

W

	Artikel 2:68, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel c wordt “artikel 4:57” vervangen door: artikel
4:57, eerste lid,.

	2. Onderdeel f vervalt.

	3. Onder verlettering van de onderdelen g, h en i, tot onderdelen f, g
en h wordt in onderdeel f “artikel 4:60, vierde lid” vervangen door:
artikel 4:60, derde lid.

X

	Artikel 2:69, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel e wordt “artikel 4:57” vervangen door: artikel
4:57, eerste lid,.

	2. Onderdeel h vervalt.

	3. Onder verlettering van onderdeel i tot onderdeel h, wordt in
onderdeel h “artikel 4:60, vierde lid” vervangen door: artikel 4:60,
derde lid.

Y

	Artikel 2:70 komt te vervallen.

Z

	Artikel 2:71, eerste lid, komt te luiden:

	1. Een beheerder met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het
voor de eerste maal vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor beheren
van een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in
Nederland of het aanbieden van rechten van deelneming in een door hem
beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in
een andere lidstaat:

	a. onmiddellijk na ontvangst van de mededeling daartoe van de
Autoriteit Financiële Markten; of

	b. twee maanden na ontvangst van de mededeling van de toezichthoudende
instantie van de andere lidstaat van doorzending van de kennisgeving van
het voornemen aan de Autoriteit Financiële Markten.

AA

	Artikel 2:72 komt te luiden:

Artikel 2:72

	1. Onverminderd de artikelen 2:65, eerste lid, aanhef en onderdeel a,
of tweede lid, 2:67, tweede lid, en 2:69 met betrekking tot de aanvraag
van een vergunning voor een instelling voor collectieve belegging in
effecten gaat een beheerder met zetel in een andere lidstaat die
voornemens is een instelling voor collectieve belegging in effecten met
zetel in Nederland te beheren, daartoe slechts over nadat de Autoriteit
Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.

	2. De aanvraag van instemming geschiedt onder opgave van:

	a. de overeenkomst met de bewaarder inzake beheer en bewaring, bedoeld
in de artikelen 23, vijfde lid, en 33, vijfde lid, van de herziene
richtlijn beleggingsinstellingen; en

	b. gemaakte afspraken met betrekking tot het uitbesteden van de
werkzaamheden, bedoeld in bijlage II van de herziene richtlijn
beleggingsinstellingen.

	3. Indien de beheerder, bedoeld in het eerste lid, al een zelfde soort
instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland
beheert, volstaat een verwijzing naar de reeds verstrekte gegevens.

	4. De Autoriteit Financiële Markten stemt, na ontvangst van de
gegevens, bedoeld in het tweede lid, in met een voornemen als bedoeld in
het eerste lid, tenzij:

	a. de beheerder geen vergunning heeft voor het beheer van de
desbetreffende instelling voor collectieve belegging in effecten; of

	b. de beheerder of de instelling voor collectieve belegging in effecten
niet zal kunnen voldoen aan het ingevolge het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen bepaalde.

AB

	Artikel 2:122 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Een beheerder die een vergunning als bedoeld in artikel 2:65, eerste
lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, heeft en voornemens is voor
de eerste maal vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor een
instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in de
desbetreffende lidstaat te beheren of rechten van deelneming in door hem
beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten in die
lidstaat aan te bieden, gaat daartoe slechts over indien de Autoriteit
Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Een beheerder kan overgaan tot het vanuit het bijkantoor beheren van
een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in de
desbetreffende lidstaat of het aanbieden van rechten van deelneming in
door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten
onmiddellijk na ontvangst van een mededeling van de toezichthoudende
instantie van de andere lidstaat of twee maanden na ontvangst van het
afschrift van het besluit tot instemming van de Autoriteit Financiële
Markten, bedoeld in artikel 2:124, derde lid.

AC

	Na artikel 2:122 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:122a

	1. Een beheerder die een vergunning als bedoeld in artikel 2:65, eerste
lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, heeft en voornemens is voor
de eerste maal door middel van het verrichten van diensten een
instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een
andere lidstaat te beheren of rechten van deelneming in door hem
beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten in een
andere lidstaat aan te bieden, gaat daartoe slechts over indien hij van
dit voornemen kennis heeft gegeven aan de Autoriteit Financiële
Markten.

	2. De kennisgeving geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te bepalen gegevens.

	3. De Autoriteit Financiële Markten doet binnen een maand na ontvangst
van de kennisgeving van het voornemen daarvan mededeling aan de
toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder voornemens
is de werkzaamheden te verrichten. De Autoriteit Financiële Markten
zendt een afschrift van de mededeling aan de beheerder.

	4. De mededeling, bedoeld in het derde lid, bevat tevens:

	a. gegevens omtrent de toepasselijkheid van het
beleggerscompensatiestelsel;

	b. een verklaring dat de beheerder over een vergunning beschikt op
grond van de artikelen 6, 7 en 8 van de herziene richtlijn
beleggingsinstellingen; en

	c. een beschrijving van de reikwijdte van de vergunning en eventuele
beperkingen met betrekking tot de typen instellingen voor collectieve
belegging in effecten die de beheerder mag beheren of waarvan hij
rechten van deelneming mag aanbieden.

AD

	Artikel 2:123 komt te luiden:

Artikel 2:123

	1. Een beheerder die een vergunning als bedoeld in artikel 2:65, eerste
lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, heeft en voornemens is
rechten van deelneming in een door hem beheerde instelling voor
collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland in een andere
lidstaat aan te bieden gaat daartoe slechts over indien hij van dit
voornemen kennis heeft gegeven aan de Autoriteit Financiële Markten.

	2. De kennisgeving geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te bepalen gegevens en op de bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze.

	3. De beheerder houdt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, en
eventuele vertalingen daarvan beschikbaar op een website en actualiseert
de gegevens zodra daartoe aanleiding bestaat. De beheerder stelt de
toezichthoudende instantie van de andere lidstaat in kennis van de
website waar de gegevens zijn te raadplegen en zorgt ervoor dat de
desbetreffende toezichthoudende instantie toegang tot die website heeft.

	4. De kennisgeving en de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid,
worden opgesteld in een taal die in de internationale financiële
kringen gebruikelijk is of in een officiële taal van de betrokken
lidstaten indien de Autoriteit Financiële Markten en de
toezichthoudende instantie van de andere lidstaat daarmee instemmen.

	5. De beheerder kan overgaan tot het aanbieden van rechten van
deelneming in een door hem beheerde instelling voor collectieve
belegging in effecten na ontvangst van de mededeling, bedoeld in artikel
2:124a, derde lid.

AE

	Artikel 2:124 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

	De zinsnede “rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland aan te
bieden” wordt vervangen door: een instelling voor collectieve
belegging in effecten met zetel in de desbetreffende lidstaat te beheren
of rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen voor
collectieve belegging in effecten aan te bieden.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. De mededeling, bedoeld in het derde lid, bevat tevens:

	a. gegevens omtrent de toepasselijkheid van het
beleggerscompensatiestelsel;

	b. een verklaring dat de beheerder over een vergunning beschikt op
grond van de artikelen 6, 7 en 8 van de herziene richtlijn
beleggingsinstellingen; en

	c. een beschrijving van de reikwijdte van de vergunning en eventuele
beperkingen met betrekking tot de typen instellingen voor collectieve
belegging in effecten die de beheerder mag beheren.

	3. Het vijfde lid vervalt.

AF

	Na artikel 2:124 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:124a

	1. De Autoriteit Financiële Markten zendt binnen tien werkdagen na
ontvangst van de kennisgeving en de gegevens, bedoeld in artikel 2:123,
tweede lid, deze gegevens door naar de toezichthoudende instantie van de
lidstaat waar de beheerder voornemens is rechten van deelneming in een
door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten aan
te bieden. De doorzending geschiedt op de in de artikelen 3, 4 en 5 van
de uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in
effecten voorgeschreven wijze.

	2. De Autoriteit Financiële Markten voegt bij de kennisgeving en de
gegevens een verklaring dat de instelling voor collectieve belegging in
effecten voldoet aan de herziene richtlijn beleggingsinstellingen. De
verklaring wordt opgesteld op de in artikel 2 van de
uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in
effecten voorgeschreven wijze, en in een taal die in de internationale
financiële kringen gebruikelijk is of in de officiële taal van de
betrokken lidstaten indien de Autoriteit Financiële Markten en de
toezichthoudende instantie van de andere lidstaat daarmee instemmen.

	3. De Autoriteit Financiële Markten doet onverwijld na de doorzending,
bedoeld in het eerste lid, daarvan mededeling aan de beheerder van de
instelling voor collectieve belegging in effecten.

	4. De Autoriteit Financiële Markten beschikt over een e-mailadres ten
behoeve van de ontvangst van de kennisgeving en de gegevens, bedoeld in
artikel 2:123, tweede lid, en wijzigingen in de gegevens, bedoeld in
artikel 93, tweede lid, van de herziene richtlijn
beleggingsinstellingen.

AG

	Artikel 3:17, derde lid, komt te luiden:

	3. Onverminderd artikel 4:14 is het tweede lid, aanhef en onderdeel c,
van overeenkomstige toepassing op beheerders van een
beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve
belegging in effecten, met zetel in Nederland die rechten van deelneming
in Nederland aanbiedt, beheerders met zetel in Nederland van een
instelling voor collectieve belegging in effecten,
beleggingsinstellingen met zetel in Nederland die rechten van deelneming
in Nederland aanbieden, beleggingsondernemingen met zetel in Nederland
die beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten in
Nederland en bewaarders die zijn verbonden aan een beleggingsinstelling
met zetel in Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt.

AH

	Artikel 3:53, eerste lid, komt te luiden:

	1. Een beheerder van een beleggingsinstelling, niet zijnde een
instelling voor collectieve belegging in effecten, met zetel in
Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt, een
beheerder met zetel in Nederland van een instelling voor collectieve
belegging in effecten, een beleggingsonderneming met zetel in Nederland
die beleggingsdiensten verleent of beleggingsactiviteiten verricht in
Nederland, een betaalinstelling, een bewaarder die is verbonden aan een
beleggingsinstelling met zetel in Nederland waarvan rechten van
deelneming in Nederland worden aangeboden, een clearinginstelling, een
entiteit voor risico-acceptatie, kredietinstelling, pensioenbewaarder,
premiepensioeninstelling of verzekeraar met zetel in Nederland beschikt
over een minimumbedrag aan eigen vermogen.

AI

	In artikel 3:57, eerste lid, wordt de zinsnede “Een beheerder van een
instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland
die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt” vervangen door: Een
beheerder met zetel in Nederland van een instelling voor collectieve
belegging in effecten.

AJ

	Artikel 4:8 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

	a. beheerders met zetel in een andere lidstaat die geen instellingen
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of
rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in
effecten in Nederland aanbieden, instellingen voor collectieve belegging
in effecten met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die
instellingen verbonden bewaarders;.

	2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde
tot en met zesde lid, worden na het eerste lid twee leden ingevoegd,
luidende:

	2. Deze afdeling, met uitzondering van artikel 4:11, is niet van
toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die vanuit een
in Nederland gelegen bijkantoor instellingen voor collectieve belegging
in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in
instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland
aanbieden.

	3. Deze afdeling is niet van toepassing op beheerders met zetel in een
andere lidstaat die via het verrichten van diensten instellingen voor
collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of
rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in
effecten in Nederland aanbieden.

AK

	Artikel 4:12 wordt als volgt gewijzigd:,

	1. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, komt te luiden:

	1. De artikelen 4:13, 4:14, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op:

	a. beheerders met zetel in een andere lidstaat van een instelling voor
collectieve belegging in effecten die geen instelling voor collectieve
belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van
deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in
Nederland aanbieden, instellingen voor collectieve belegging in effecten
met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die instellingen
verbonden bewaarders;.

	2. Na het vijfde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

	6. De artikelen 4:13, 4:14, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op
beheerders met zetel in een andere lidstaat die via het verrichten van
diensten instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel
in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor
collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.

	7. Artikel 4:13 is niet van toepassing op beheerders met zetel in een
andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor
instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in
Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor
collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.

AL

	Artikel 4:17, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid, onderdeel a, vervalt.

	2. Het tweede lid, onderdelen b en c, worden vernummerd tot onderdelen
a en b.

AM

	Artikel 4:26 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. Een beheerder of beleggingsonderneming meldt wijzigingen met
betrekking tot onderwerpen waarover ingevolge artikel 2:122, tweede lid,
2:122a, tweede lid, 2:127, tweede lid, of 2:129, eerste lid,
verstrekking van gegevens is voorgeschreven aan de Autoriteit
Financiële Markten en aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat
waar die financiële onderneming financiële diensten verleent.

	2. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vijfde tot
en met achtste lid, worden na het tweede lid twee leden ingevoegd,
luidende:

	3. Een beheerder meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen
waarover ingevolge artikel 2:72, tweede lid, verstrekking van gegevens
is voorgeschreven aan de Autoriteit Financiële Markten.

	4. Een beheerder meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen
waarover ingevolge artikel 2:123, tweede lid, verstrekking van gegevens
is voorgeschreven aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar
de beheerder financiële diensten verleent.

AN

	Artikel 4:38 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Deze paragraaf, met uitzondering van de artikelen 4:53, aanhef en
onderdeel b, en 4:62, is niet van toepassing op beheerders met zetel in
een andere lidstaat die via het verrichten van diensten instellingen
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of
rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in
effecten in Nederland aanbieden, instellingen voor collectieve belegging
in effecten met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die
instellingen verbonden bewaarders.

	2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	2. Deze paragraaf, met uitzondering van de artikelen 4:53, aanhef en
onderdeel b, 4:59a tot en met 4:59e en 4:62, is niet van toepassing op
beheerders met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland
gelegen bijkantoor instellingen voor collectieve belegging in effecten
met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen
voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.

AO

	Artikel 4:41 komt te luiden:

Artikel 4:41

	Een beheerder is statutair bestuurder van elke door hem beheerde
beleggingsmaatschappij met zetel in Nederland.

AP

	Aan artikel 4:44 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Het tweede lid is niet van toepassing op subfondsen.

AQ

	Aan artikel 4:45 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	5. Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op
beleggingsmaatschappijen waarop richtlijn nr. 1977/91/EEG van de Raad
van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1976 betreffende de
oprichting van de naamloze vennootschap, als ook de instandhouding en
wijziging van haar kapitaal (PbEG L 26) van toepassing is.

AR

	In artikel 4:47, vierde en vijfde lid, wordt telkens de zinsnede
“drie maanden zijn verstreken” vervangen door: een maand is
verstreken.

AS

	In artikel 4:49 wordt, onder vernummering van het derde tot en met
zesde lid tot vierde tot en met zevende lid, na het tweede lid een lid
ingevoegd, luidende:

	3. Indien een beleggingsinstelling bestaat uit subfondsen, neemt de
beheerder de specifiek voor een subfonds geldende voorwaarden op in het
prospectus van de beleggingsinstelling.

AT

	Artikel 4:51 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde
tot en met zevende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd,
luidende:

	4. Indien een beleggingsinstelling bestaat uit subfondsen, neemt de
beheerder of de beleggingsinstelling de relevante financiële gegevens
met betrekking tot de subfondsen op in de jaarrekening, het jaarverslag
en de overige gegevens, bedoeld in het eerste lid, en de
halfjaarcijfers, bedoeld in het tweede lid, van de beleggingsinstelling.

	2. In het zesde lid (nieuw) wordt de zinsnede “of van het op grond
van het vierde lid bepaalde” vervangen door: of van het op grond van
het vijfde lid bepaalde.

	3. In het zevende lid (nieuw) wordt de zinsnede “Het eerste tot en
met het vijfde lid” vervangen door: Het eerste tot en met het zesde
lid.

AU

	Na artikel 4:55a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:55b

	Indien een beheerder van een master-instelling voor collectieve
belegging in effecten de inkoop, terugbetaling of inschrijving van
rechten van deelneming in een door hem beheerde master-instelling voor
collectieve belegging in effecten tijdelijk opschort, kan een beheerder
van een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten
onverminderd artikel 4:55 besluiten in dezelfde periode de inkoop,
terugbetaling of inschrijving van rechten van deelneming in de door hem
beheerde feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten op te
schorten.

AV

	Artikel 4:57 komt te luiden:

Artikel 4:57

	1. Een bewaarder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten heeft zijn zetel in Nederland of een in Nederland gelegen
bijkantoor.

	2. De bewaarder verstrekt op verzoek van de Autoriteit Financiële
Markten alle informatie die de bewaarder bij de uitoefening van zijn
taken heeft verworven en die de Autoriteit Financiële Markten
redelijkerwijs nodig heeft ten behoeve van het toezicht op de naleving
van het ingevolge deze wet bepaalde door de instelling voor collectieve
belegging in effecten.

AW

	Na artikel 4:57 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4:57a

	1. Een bewaarder van een master-instelling voor collectieve belegging
in effecten meldt aan de Autoriteit Financiële Markten, de
feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten of, indien van
toepassing, de beheerder en bewaarder van de feeder-instelling voor
collectieve belegging in effecten de onregelmatigheden waarvan zij bij
de uitvoering van haar werkzaamheden ten aanzien van de
master-instelling voor collectieve belegging in effecten kennis heeft
gekregen en die geacht worden een negatief effect op de
feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten te zullen
hebben.

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot de onregelmatigheden, bedoeld in het
eerste lid.

Artikel 4:57b

	1. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten
en een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten
verschillende bewaarders hebben, sluiten de bewaarders een overeenkomst
tot uitwisseling van informatie.

	2. Een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten
verstrekt aan haar bewaarder alle informatie over de master-instelling
voor collectieve belegging in effecten die de bewaarder nodig heeft voor
de uitvoering van haar taken.

	3. Een bewaarder als bedoeld in het eerste lid is niet aansprakelijk
voor een beperking van informatieverstrekking aan de andere bewaarder
vanwege een contractuele beperking die voortvloeit uit een overeenkomst
met derden of ingevolge de wet is bepaald.

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4:57c

	1. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten
en een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten
verschillende accountants hebben, sluiten de accountants een
overeenkomst tot uitwisseling van informatie.

	2. Een accountant van een feeder-instelling voor collectieve belegging
in effecten betrekt in zijn accountantsverslag het accountantsverslag
van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten. Indien
de afsluitingsdatum van het boekjaar van de master-instelling voor
collectieve belegging in effecten afwijkt van de afsluitingsdatum van
het boekjaar van de feeder-instelling voor collectieve belegging in
effecten stelt de accountant van de master-instelling voor collectieve
belegging in effecten een ad hoc-verslag op, waarvan de afsluitingsdatum
gelijk is aan de afsluitingsdatum van het boekjaar van de
feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.

	3. Een accountant van een feeder-instelling voor collectieve belegging
in effecten vermeldt in zijn accountantsverslag:

	a. de door hem geconstateerde onregelmatigheden in het
accountantsverslag van de master-instelling voor collectieve belegging
in effecten; en

	b. de gevolgen van deze onregelmatigheden voor de feeder-instelling
voor collectieve belegging in effecten.

	4. Een accountant als bedoeld in het eerste lid is niet aansprakelijk
voor een beperking van de informatieverstrekking aan de andere
accountant vanwege een contractuele beperking die voortvloeit uit een
overeenkomst met derden of ingevolge de wet is bepaald.

	5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.

AX

	Artikel 4:59, eerste lid, komt te luiden:

	1. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten heeft zijn zetel in een lidstaat.

AY

	Na artikel 4:59 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4:59a

	1. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten voert een adequaat beleid ter zake van het voorkomen van
belangenconflicten.

	2. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten zorgt ervoor dat de door hem beheerde instellingen voor
collectieve belegging in effecten en de deelnemers van de door hem
beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten op billijke
wijze worden behandeld in het geval dat een belangenconflict
onvermijdelijk blijkt te zijn.

	3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot het beleid, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4:59b

	1. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in
effecten zet zich op eerlijke, billijke en professionele wijze in voor
de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten
en de deelnemers van de door hem beheerde instellingen voor collectieve
belegging in effecten en onthoudt zich van gedragingen die schadelijk
zijn voor de integriteit van de markt.

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de verwerking van orders, het verstrekken van
informatie aan deelnemers over de uitgevoerde opdrachten tot
inschrijving, inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming en het
verschaffen of ontvangen van een beloning of vergoeding, in welke vorm
dan ook, in verband met het beheer van beleggingen en de administratie.

Artikel 4:59c

	1. Bij het uitvoeren van orders namens instellingen voor collectieve
belegging in effecten neemt een beheerder alle redelijke maatregelen om
het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde instellingen voor
collectieve belegging in effecten te behalen, rekening houdend met de
prijs, de kosten, de snelheid, de waarschijnlijkheid van uitvoering en
afwikkeling, de omvang en de aard van de order en alle andere voor de
uitvoering van de order relevante aspecten.

	2. Bij de bepaling van het relatieve gewicht van de factoren, bedoeld
in het eerste lid, neemt de beheerder de volgende aspecten in
aanmerking:

	a. de doelstellingen, beleggingsstrategie en risico’s met betrekking
tot de instellingen voor collectieve belegging in effecten, zoals
opgenomen in het prospectus, de statuten of het fondsreglement van de
desbetreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten;

	b. de kenmerken van de order;

	c. de kenmerken van de financiële instrumenten waarop de order
betrekking heeft; en

	d. de kenmerken van de plaatsen van uitvoering waar de order kan worden
geplaatst.

	3. Teneinde te voldoen aan het eerste lid stelt een beheerder adequate
regelingen vast en ziet hij toe op de naleving van deze regelingen. Een
beheerder stelt in ieder geval een beleid vast dat hem in staat stelt om
bij de uitvoering van orders voor de door hem beheerde instellingen voor
collectieve belegging in effecten het best mogelijke resultaat te
behalen.

	4. Met de uitvoering van een order wordt pas een begin gemaakt na
instemming van de beleggingsmaatschappij met het orderuitvoeringsbeleid.

	5. Een beheerder stelt de deelnemers van de instellingen voor
collectieve belegging in effecten in kennis van het
orderuitvoeringsbeleid en over wezenlijke veranderingen daarvan.

	6. Een beheerder ziet periodiek toe op de doeltreffendheid van zijn
uitvoeringsregelingen en orderuitvoeringsbeleid om tekortkomingen te
achterhalen en te corrigeren. Het orderuitvoeringsbeleid wordt jaarlijks
geëvalueerd. Een dergelijke evaluatie wordt ook telkens verricht
wanneer zich een wezenlijke verandering voordoet in de mogelijkheden van
de beheerder om het best mogelijke resultaat te behalen voor de door hem
beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten.

	7. Een beheerder zorgt ervoor dat hij kan aantonen dat de orders die
hij namens de instelling voor collectieve belegging in effecten heeft
uitgevoerd in overeenstemming zijn met het orderuitvoeringsbeleid.

Artikel 4:59d

	1. Een beheerder neemt alle redelijke maatregelen om het best mogelijke
resultaat voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve
belegging in effecten te behalen bij het plaatsen van orders met
betrekking tot financiële instrumenten bij derden. Daarbij rekening
houdend met de factoren, bedoeld in artikel 4:59c, eerste lid, en het
relatieve gewicht van deze factoren dat wordt bepaald aan de hand van de
criteria, bedoeld in artikel 4:59c, tweede lid.

	2. De beheerder stelt een beleid vast dat hem in staat stelt te voldoen
aan het eerste lid. In het beleid worden voor alle categorieën van
financiële instrumenten de derden genoemd bij wie de orders worden
geplaatst. De genoemde derden moeten beschikken over
orderuitvoeringsregelingen die de beheerder in staat stelt aan zijn
verplichtingen uit hoofde van dit artikel te voldoen wanneer hij orders
ter uitvoering plaatst bij deze derden.

	3. De beheerder verstrekt de deelnemers van de instellingen voor
collectieve belegging in effecten voldoende informatie over het
overeenkomstig het tweede lid vastgestelde beleid en over wezenlijke
veranderingen daarvan.

	4. De beheerder houdt periodiek toezicht op de doeltreffendheid van het
beleid, bedoeld in het tweede lid, en met name op de
uitvoeringskwaliteit van de in het beleid genoemde derden en corrigeert
in voorkomend geval eventuele tekortkomingen.

	5. De beheerder evalueert jaarlijks het vastgestelde beleid, bedoeld in
het tweede lid, en gaat daarbij met name de kwaliteit van uitvoering van
orders van instellingen voor collectieve belegging in effecten door de
in dit beleid genoemde derden na en corrigeert eventuele tekortkomingen
in het beleid.

	Een dergelijke evaluatie wordt ook telkens verricht wanneer zich een
wezenlijke verandering voordoet in de mogelijkheden van de beheerder om
steeds het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde
instellingen voor collectieve belegging in effecten te behalen.

	6. De beheerder zorgt ervoor dat hij kan aantonen dat de orders die hij
namens de instelling voor collectieve belegging in effecten heeft
geplaatst, in overeenstemming zijn met het beleid, bedoeld in het tweede
lid.

Artikel 4:59e

	1. Een beheerder past procedures en regelingen toe die een
onmiddellijke, billijke en vlotte uitvoering van orders namens de
instellingen voor collectieve belegging in effecten garanderen.

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld met betrekking tot de procedures en regelingen, bedoeld in het
eerste lid.

AZ

	Artikel 4:60 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde tot en met
zevende lid tot derde tot en met zesde lid.

	2. In het vierde lid (nieuw) wordt “eerste tot en met vierde lid”
vervangen door: eerste tot en met derde lid.

	3. In het vijfde lid (nieuw) wordt “vijfde lid” vervangen door:
vierde lid.

BA

	Na artikel 4:61 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4:61a

	1. Een master-instelling voor collectieve belegging in effecten maakt
een voornemen tot liquidatie bekend aan haar deelnemers en aan de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de
feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.

	2. De master-instelling voor collectieve belegging in effecten wordt
niet geliquideerd voordat drie maanden zijn verstreken na de
bekendmaking, bedoeld in het eerste lid.

	3. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten
met zetel in Nederland of met zetel in een andere lidstaat wordt
geliquideerd, wordt een feeder-instelling voor collectieve belegging in
effecten eveneens geliquideerd, tenzij de Autoriteit Financiële Markten
instemt met een belegging van de feeder-instelling voor collectieve
belegging in effecten als bedoeld in het vierde lid.

	4. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten
wordt geliquideerd kan een feeder-instelling voor collectieve belegging
in effecten na instemming van de Autoriteit Financiële Markten:

	a. ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen beleggen in rechten
van deelneming in een andere master-instelling voor collectieve
belegging in effecten; of

	b. haar statuten of fondsreglement zodanig wijzigen dat zij wordt
omgezet in een instelling voor collectieve belegging in effecten niet
zijnde een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.

	5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de te volgen procedure voor het verkrijgen
van instemming, bedoeld in het vierde lid.

Artikel 4:61b

	1. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten
fuseert met een andere instelling voor collectieve belegging in effecten
of wordt gesplitst in twee of meer instellingen voor collectieve
belegging in effecten, wordt een feeder-instelling voor collectieve
belegging in effecten geliquideerd tenzij de Autoriteit Financiële
Markten instemt met het voornemen van de feeder-instelling voor
collectieve belegging in effecten om:

	a. ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen te beleggen in
rechten van deelneming in een master-instelling voor collectieve
belegging in effecten of een andere instelling voor collectieve
belegging in effecten ontstaan als gevolg van de fusie of splitsing;

	b. ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen te beleggen in
rechten van deelneming in een master-instelling voor collectieve
belegging in effecten die niet is ontstaan als gevolg van de fusie of
splitsing; of

	c. haar statuten of fondsreglement zodanig te wijzigen dat zij wordt
omgezet in een instelling voor collectieve belegging in effecten, niet
zijnde een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.

	2. Indien de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten
een besluit neemt als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, stelt
de master-instelling voor collectieve belegging in effecten de
feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten in de
gelegenheid om voor het ingaan van de fusie of splitsing de rechten van
deelneming in de master-instelling voor collectieve belegging in
effecten ter inkoop of terugbetaling aan de master-instelling voor
collectieve belegging in effecten aan te bieden.

	3. Een verdwijnende master-instelling voor collectieve belegging in
effecten verstrekt zestig dagen voor de beoogde ingangsdatum van de
fusie of splitsing informatie over de voorgenomen fusie, met
inachtneming van het ingevolge artikel 4:62g, eerste lid, bepaalde
onderscheidenlijk daarmee vergelijkbare informatie over de voorgenomen
splitsing aan haar deelnemers en aan de toezichthoudende instantie van
de lidstaat van de zetel van haar feeder-instellingen voor collectieve
belegging in effecten.

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de te volgen procedure voor het verkrijgen
van instemming met het voornemen, bedoeld in het eerste lid.

BB

	Artikel 4:62 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in
een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten
met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en
bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging
in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels,
gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar. De gegevens en bescheiden
worden verstrekt op de wijze zoals ingevolge deze wet is bepaald.

	2. Na het eerste lid worden, onder vernummering van het tweede lid tot
vierde lid, twee leden ingevoegd, luidende:

	2. De essentiële beleggersinformatie, bedoeld in artikel 78, eerste
lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen, wordt verstrekt
in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten
goedgekeurde taal.

	3. De gegevens en bescheiden, bedoeld in het eerste lid, met
uitzondering van de essentiële beleggersinformatie, worden verstrekt in
de Nederlandse taal, een andere door de Autoriteit Financiële Markten
goedgekeurde taal of in een taal die in de internationale financiële
kringen gebruikelijk is.

BC

	Na artikel 4:62 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4.3.1.4a Fusie tussen instellingen voor collectieve belegging in
effecten

Artikel 4:62a

	Een binnenlandse en grensoverschrijdende fusie kan plaatsvinden door
een rechtshandeling van twee of meer instellingen voor collectieve
belegging in effecten waarbij:

	a. een bestaande instelling voor collectieve belegging in effecten
onder algemene titel alle activa en passiva van de verdwijnende
instelling voor collectieve belegging in effecten verkrijgt en waarbij
de deelnemers van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging
in effecten rechten van deelneming verkrijgen in de verkrijgende
instelling voor collectieve belegging in effecten, eventueel met een
bijbetaling van maximaal tien procent van de intrinsieke waarde van deze
rechten van deelneming;

	b. door twee of meer instellingen voor collectieve belegging in
effecten een nieuwe instelling voor collectieve belegging in effecten
wordt opgericht die onder algemene titel alle activa en passiva
verkrijgt van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in
effecten en waarbij de deelnemers van de verdwijnende instelling voor
collectieve belegging in effecten rechten van deelneming verkrijgen in
de op te richten instelling voor collectieve belegging in effecten,
eventueel met een bijbetaling van maximaal tien procent van de
intrinsieke waarde van deze rechten van deelneming; of

	c. een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten
blijft bestaan totdat haar schulden zijn voldaan en haar netto activa
worden samengevoegd met die van een verkrijgende instelling voor
collectieve belegging in effecten en waarbij de deelnemers van de
verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten rechten
van deelneming verkrijgen in de verkrijgende instelling voor collectieve
belegging in effecten.

Artikel 4:62b

	1. Een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten
met zetel in Nederland stelt de Autoriteit Financiële Markten in kennis
van een voorgenomen fusie met een verkrijgende instelling voor
collectieve belegging in effecten.

	2. De verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten
geeft geen uitvoering aan de voorgenomen fusie voordat de Autoriteit
Financiële Markten daarmee heeft ingestemd.

	3. De kennisgeving van de voorgenomen fusie geschiedt onder opgave van
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens en
in de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen taal.

	4. De Autoriteit Financiële Markten beoordeelt de mogelijke gevolgen
van de voorgenomen fusie voor de deelnemers van de betrokken instelling
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland teneinde
na te gaan of aan de deelnemers de juiste informatie zal worden
verstrekt.

	5. De Autoriteit Financiële Markten kan aan de verdwijnende instelling
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland
voorschrijven dat de te verstrekken informatie aan haar deelnemers wordt
verduidelijkt.

	6. Indien de door de verdwijnende instelling voor collectieve belegging
in effecten, bedoeld in het eerste lid, ingediende gegevens onvolledig
zijn, stelt de Autoriteit Financiële Markten de instelling voor
collectieve belegging in effecten hiervan binnen tien werkdagen na
ontvangst van de gegevens, bedoeld in het derde lid, op de hoogte en
stelt zij haar binnen een redelijke termijn in de gelegenheid om de
gegevens aan te vullen.

	7. Indien de gegevens, bedoeld in het derde lid volledig zijn,
verstrekt de Autoriteit Financiële Markten bij een grensoverschrijdende
fusie een afschrift van die gegevens aan de toezichthoudende instantie
van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten
met zetel in een andere lidstaat.

Artikel 4:62c

	1. Bij een grensoverschrijdende fusie kan de Autoriteit Financiële
Markten aan de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in
effecten met zetel in Nederland voorschrijven dat de te verstrekken
informatie aan haar deelnemers wordt aangepast binnen vijftien werkdagen
na ontvangst van de volledige informatie, bedoeld in artikel 39, tweede
lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen van de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de
verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten. De
Autoriteit Financiële Markten doet hiervan mededeling aan de
toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de
verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten.

	2. De Autoriteit Financiële Markten deelt de toezichthoudende
instantie van de lidstaat van de zetel van de verdwijnende instelling
voor collectieve belegging in effecten binnen twintig werkdagen na
ontvangst van de door de verkrijgende instelling voor collectieve
belegging in effecten aangepaste informatie mede of de informatie
adequaat is aangepast.

Artikel 4:62d

	1. De Autoriteit Financiële Markten stemt in met een voorgenomen
binnenlandse fusie indien:

	a. de voorgenomen fusie voldoet aan het ingevolge de artikelen 4:62b,
4:62e en 4:62f bepaalde;

	b. de beheerder van de verkrijgende instelling voor collectieve
belegging in effecten op grond van artikel 2:123, vijfde lid, rechten
van deelneming kan aanbieden in de lidstaten waar de verdwijnende
instelling voor collectieve belegging in effecten haar rechten van
deelneming mag aanbieden; en

	c. de te verstrekken informatie aan de deelnemers van de verdwijnende
instelling voor collectieve belegging in effecten en de verkrijgende
instelling voor collectieve belegging in effecten volledig is.

	2. De Autoriteit Financiële Markten stemt in met een voorgenomen
grensoverschrijdende fusie indien:

	a. de voorgenomen fusie voldoet aan het ingevolge de artikelen 4:62b,
4:62c, 4:62e en 4:62f bepaalde;

	b. de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten op
grond van artikel 93 van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen
rechten van deelneming in Nederland mag aanbieden of in de andere
lidstaten waar de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in
effecten haar rechten van deelneming mag aanbieden; en

	c. de te verstrekken informatie aan de deelnemers volledig is.

	3. De Autoriteit Financiële Markten stelt binnen twintig werkdagen, na
ontvangst van de volledige informatie, de aanvrager in kennis van haar
besluit om al dan niet in te stemmen met de voorgenomen fusie.

	4. In geval van een grensoverschrijdende fusie als bedoeld in het
tweede lid stelt de Autoriteit Financiële Markten de toezichthoudende
instantie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in
effecten in kennis van haar besluit om al dan niet in te stemmen met de
voorgenomen fusie.

Artikel 4:62e

	1. De verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten en
de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten
stellen een gemeenschappelijk fusievoorstel op.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met
betrekking tot de inhoud van het gemeenschappelijk fusievoorstel en de
controle van de juistheid van de in het gemeenschappelijk fusievoorstel
opgenomen gegevens.

Artikel 4:62f

	1. Een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten
vraagt een accountant om onderzoek te doen naar de juistheid van de
volgende gegevens:

	a. de criteria voor de waardering van de activa en, indien van
toepassing, de passiva voor de berekening van de ruilverhouding;

	b. de intrinsieke waarde per recht van deelneming;

	c. de berekeningsmethode voor de ruilverhouding van de rechten van
deelneming; en

	d. de feitelijke ruilverhouding.

	2. De accountant stelt van het onderzoek naar de juistheid van de
gegevens, bedoeld in het eerste lid, een verslag op.

	3. Een afschrift van het verslag van de accountant wordt door de
beheerder van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in
effecten of van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in
effecten op verzoek kosteloos verstrekt aan de deelnemers van de bij de
fusie betrokken instellingen voor collectieve belegging in effecten, de
Autoriteit Financiële Markten en de betrokken toezichthoudende
instanties.

Artikel 4:62g

	1. Een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten
en een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten
verstrekken hun deelnemers kosteloos correcte en nauwkeurige informatie
over de voorgenomen fusie.

	2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt aan de deelnemers
verstrekt nadat de Autoriteit Financiële Markten en indien van
toepassing de betrokken toezichthoudende instantie met de fusie heeft
ingestemd.

	3. De informatie wordt aan de deelnemers verstrekt ten minste dertig
dagen voor de laatste dag waarop de deelnemers hun rechten van
deelneming kunnen laten inkopen, terugbetalen of zo mogelijk omzetten in
rechten van deelneming in een andere instelling voor collectieve
belegging in effecten.

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de inhoud, de vorm en de wijze waarop de
informatie over de voorgenomen fusie wordt verstrekt.

.

Artikel 4:62h

	1. Nadat de deelnemers van een verdwijnende instelling voor collectieve
belegging in effecten en een verkrijgende instelling voor collectieve
belegging in effecten in kennis zijn gesteld van de voorgenomen fusie
ingevolge artikel 4:62g worden de deelnemers door de betrokken
instelling voor collectieve belegging in effecten in de gelegenheid
gesteld hun rechten van deelneming zonder andere kosten dan de kosten
ter dekking van de desinvesteringskosten in de situaties zoals
omschreven in de prospectussen van de betrokken instellingen voor
collectieve belegging in effecten, in te laten kopen, terug te laten
betalen of zo mogelijk om te laten zetten in rechten van deelneming in
een andere instelling voor collectieve belegging in effecten met een
soortgelijk beleggingsbeleid dat wordt beheerd door dezelfde beheerder
of door een andere beheerder waarmee de beheerder is verbonden door een
gezamenlijke bedrijfsvoering, een gezamenlijke zeggenschapsuitoefening
of door een gekwalificeerde deelneming.

	2. De deelnemers kunnen op grond van het eerste lid hun rechten van
deelneming zonder kosten in laten kopen, terug laten betalen of zo
mogelijk om laten zetten in rechten van deelneming in een andere
instelling voor collectieve belegging in effecten tot vijf werkdagen
voor de dag waarop de verhouding voor de omruiling van de rechten van
deelneming wordt bepaald op grond van artikel 4:62j, eerste of tweede
lid.

	3. Onverminderd het eerste en tweede lid kan een beheerder van een
instelling voor collectieve belegging in effecten, in afwijking van
artikel 4:55, een inschrijving op of, de inkoop of terugbetaling van de
rechten van deelneming tijdelijk opschorten na instemming van de
Autoriteit Financiële Markten indien dit in het belang is van de
deelnemers.

Artikel 4:62i

	Een instelling voor collectieve belegging in effecten die een aparte
beheerder heeft, brengt de juridische kosten, administratiekosten of
advieskosten in verband met de voorbereiding en de afronding van een
fusie in rekening bij de beheerder.

Artikel 4:62j

	1. In geval van een binnenlandse fusie, wordt de verhouding voor de
omruiling van rechten van deelneming in de verdwijnende instelling voor
collectieve belegging in effecten tegen rechten van deelneming in de
verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten en de
relevante intrinsieke waarde bij betaling in contanten bepaald op de dag
waarop de fusie van kracht wordt.

	2. Indien de verhouding voor de omruiling van rechten van deelneming en
de bepaling van de intrinsieke waarde, bedoeld in het eerste lid, op de
dag waarop de fusie van kracht wordt niet mogelijk is, wordt deze
bepaald voor de eerst volgende dag waarop de verhandeling van de rechten
van deelneming in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging
in effecten mogelijk is.

	3. In geval van een grensoverschrijdende fusie zijn het eerste en
tweede lid van overeenkomstige toepassing op een verkrijgende instelling
voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland.

	4. De beheerder van een verkrijgende instelling voor collectieve
belegging in effecten met zetel in Nederland maakt de ingangsdatum van
de fusie bekend in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands
dagblad alsmede op zijn website. Gelijktijdig met de bekendmaking van de
ingangsdatum van de fusie stelt de beheerder tevens de Autoriteit
Financiële Markten hiervan in kennis.

	5. Een van kracht geworden binnenlandse of grensoverschrijdende fusie
kan niet meer worden vernietigd. Artikel 323 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.

Artikel 4:62k

	In geval van een fusie op grond van artikel 4:62a stelt de beheerder
van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten de
bewaarder van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in
effecten in kennis van de overdracht van de activa en in voorkomend
geval van de passiva.

BD

	De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de opsomming van de artikelen uit het Algemeen deel wordt
“1:12, vierde en vijfde lid” vervangen door “1:12, vijfde en zesde
lid” en wordt “1:58, tweede lid” vervangen door “1:58, tweede en
derde lid”.

	2. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Markttoegang
financiële ondernemingen wordt “2:72, eerst tot en met derde lid”
vervangen door “2:72, eerste lid”, wordt “2:122, eerste lid”
vervangen door “2:122, eerste en vierde lid” en wordt “2:123,
eerste lid” vervangen door “artikel 2:123, eerste, derde tot en met
vijfde lid” en wordt in numerieke volgorde ingevoegd “2:122a, eerste
lid”.

	3. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen wordt “4:26, eerste tot en met vijfde lid”
vervangen door “4:26, eerste tot en met zevende lid”, wordt “4:49,
eerste tot en met derde lid” vervangen door “4:49, eerste tot en met
vierde lid”, wordt “4:51, eerste tot en met vierde lid” vervangen
door “4:51, eerste tot en met vijfde lid”, wordt “4:60, eerste tot
en met vijfde lid” vervangen door “4:60, eerste tot en met vierde
lid”, wordt “4:62, eerste en tweede lid” vervangen door “4:62,
eerste tot en met vierde lid” en worden in numerieke volgorde
ingevoegd “4:57a, eerste en tweede lid”, “4:57b, eerste, tweede en
vierde lid”, “4:57c, eerste tot en met derde en vijfde lid”,
“4:59a, eerste tot en met derde lid”, “4:59b, eerste en tweede
lid”, “4:59c, eerste tot en met zevende lid”, “4:59d, eerste tot
en met zesde lid”, “4:59e, eerste en tweede lid”, “4:61a, eerste
tot en met vijfde lid”, “4:61b, eerste tot en met vierde lid”,
“4:62b, eerste en tweede lid”, “4:62e, eerste en tweede lid”,
“4:62f, eerste tot en met derde lid”, “4:62g, eerste lid”,
“4:62h, eerste en tweede lid”, “4:62i”, “4:62j, eerste tot en
met vierde lid”, en “4:62k”.

BE

	De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de opsomming van de artikelen uit het Algemeen deel wordt
“1:12, vierde en vijfde lid” vervangen door “1:12, vijfde en zesde
lid” en wordt “1:58, tweede lid” vervangen door “1:58, tweede en
derde lid”.

	2. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Markttoegang
financiële ondernemingen wordt “2:72, eerst tot en met derde lid”
vervangen door “2:72, eerste lid”, wordt “2:122, eerste lid”
vervangen door “2:122, eerste en vierde lid” en wordt “2:123,
eerste lid” vervangen door “artikel 2:123, eerste, derde tot en met
vijfde lid” en wordt in numerieke volgorde ingevoegd “2:122a, eerste
lid”.

	3. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen wordt “4:26, eerste tot en met zesde lid”
vervangen door “4:26, eerste tot en met achtste lid”, wordt “4:49,
eerste tot en met derde lid” vervangen door “4:49, eerste tot en met
vierde lid”, wordt “4:51, eerste tot en met vierde lid” vervangen
door “4:51, eerste tot en met vijfde lid”, wordt “4:60, eerste tot
en met vijfde lid” vervangen door “4:60, eerste tot en met vierde
lid”, wordt “4:62, eerste en tweede lid” vervangen door “4:62,
eerste tot en met vierde lid” en worden in numerieke volgorde
ingevoegd “4:57a, eerste en tweede lid”, “4:57b, eerste, tweede en
vierde lid”, “4:57c, eerste tot en met derde en vijfde lid”,
“4:59a, eerste tot en met derde lid”, “4:59b, eerste en tweede
lid”, “4:59c, eerste tot en met zevende lid”, “4:59d, eerste tot
en met zesde lid”, “4:59e, eerste en tweede lid”, “4:61a, eerste
tot en met vijfde lid”, “4:61b, eerste tot en met vierde lid”,
“4:62b, eerste en tweede lid”, “4:62e, eerste en tweede lid”,
“4:62f, eerste tot en met derde lid”, “4:62g, eerste tot en met
vierde lid”, “4:62h, eerste tot en met derde lid”, “4:62i”,
“4:62j, eerste tot en met vierde lid”, en “4:62k”.

ARTIKEL II

	Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 317 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Indien het een fusie van een rechtspersoon betreft die
beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht
waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek
aangetrokken kapitaal met toepassing van het beginsel van
risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming ten laste van de
activa van de beleggingsinstelling op verzoek van de houders direct of
indirect worden ingekocht of terugbetaald, mogen de statuten voor het
besluit tot fusie niet meer dan drie vierden van de uitgebrachte stemmen
vereisen. Met inkopen of terugbetalingen als bedoeld in de eerste zin
wordt gelijkgesteld ieder handelen van een dergelijke
beleggingsinstelling om te voorkomen dat de waarde van haar
deelnemingsrechten ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke
waarde.

B

	Aan artikel 330, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

	Indien het een fusie van een vennootschap betreft die
beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht
waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek
aangetrokken kapitaal met toepassing van het beginsel van
risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming ten laste van de
activa van de vennootschap op verzoek van de houders direct of indirect
worden ingekocht of terugbetaald, mag de vereiste meerderheid niet meer
dan drie vierden bedragen. Met inkopen of terugbetalingen als bedoeld in
de eerste zin wordt gelijkgesteld ieder handelen van een dergelijke
beleggingsinstelling om te voorkomen dat de waarde van haar
deelnemingsrechten ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke
waarde.

ARTIKEL III

	In artikel 1, onder 2°, van de Wet economische delicten wordt in de
zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht “4:49,
eerste tot en met derde lid,” vervangen door 4:49, eerste tot en met
vierde lid, en wordt “4:60, vijfde lid” vervangen door: 4:59c,
vierde lid, 4:60, vierde lid.

ARTIKEL IIIA

	In de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt aan artikel 4 een lid
toegevoegd, luidende:

	4. Een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in
artikel 1 van Richtlijn nr. 2009/65/EU van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen
voor collectieve belegging in effecten (PbEU L 302/32), wordt geacht te
zijn gevestigd in de lidstaat of staat waarvan de bevoegde autoriteit de
instelling overeenkomstig artikel 5 van die richtlijn heeft toegelaten.

ARTIKEL IIIB

	In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt in artikel 28, tweede
lid, onderdeel c, onder 2º, “niet zijnde een beleggingsinstelling als
bedoeld in de aanhef van dit onderdeel” vervangen door: niet zijnde
een beleggingsinstelling als bedoeld in de aanhef van dit onderdeel of
een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in
artikel 4, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

ARTIKEL IV

	In artikel 2, vijfde lid, van de Wet giraal effectenverkeer wordt
“Artikel 1:30” vervangen door: Artikel 1:40.

ARTIKEL V

	Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2011. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na 1
juli 2011, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Minister van Veiligheid en Justitie, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   31