[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 17 juni 2011

Bijlage

Nummer: 2011D36086, datum: 2011-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 17 juni 2011 (2011D36082)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verslag Raad WSBVC 17 juni 2011 

Landenspecifieke aanbevelingen ihkv Europa2020

Onder de titel ā€œUitvoering van de Europa 2020-strategieā€ werden de
landenspecifieke aanbevelingen besproken. Het doel was om een eerste
standpuntbepaling van de Raad WSBVC vast te stellen. Het proces van het
vaststellen van de aanbevelingen moest dit keer onder grote tijdsdruk
plaatsvinden, aangezien dit jaar het zogenaamde Europese Semester is
ingevoerd waarbij de lidstaten al voor de zomer hun aanbevelingen kennen
en er zodoende rekening mee kunnen houden in hun nationale begrotingen,
die doorgaans in het najaar worden vastgesteld. 

Het lukte de Raad niet om een gezamenlijk standpunt vast te stellen,
omdat een aantal lidstaten bezwaren hadden tegen de aan hen gerichte
aanbevelingen. Hierbij ging het zowel om procedurele als inhoudelijke
bezwaren. Qua procedures bestond er bezwaar tegen de opdeling van
aanbevelingen naar ofwel de Raad WSBVC of de ECOFIN Raad, waarbij de
balans te zeer in de richting van de ECOFIN Raad zou zijn doorgeslagen,
zo de opdeling Ć¼berhaupt te maken zou zijn. Ook was er een voorbehoud
op sommige aanbevelingen omdat zij te weinig de rol van de sociale
partners bij met name loonvorming en pensioenhervormingen zouden
respecteren. Inhoudelijk bestond er onder meer bezwaar tegen een
aanbeveling om de statutaire pensioenleeftijd te verhogen omdat de
uitdaging juist zou liggen bij het verhogen van de effectieve
pensioenleeftijd. 

Minister Kamp bedankte de Commissie voor de twee
werkgelegenheidsgerelateerde aanbevelingen aan Nederland. Hij memoreerde
dat de Commissie met het formuleren van de landenspecifieke
aanbevelingen geleverd had waar de regeringsleiders en staatshoofden
eerder op het niveau van de Europese Raad om gevraagd hadden. Hij stelde
dat er nog grote inspanningen nodig zijn om de overheidsfinanciƫn
gezond te maken en de arbeidsmarkten te versterken. Minister Kamp gaf
aan dat Nederland de aanbeveling had gekregen om de pensioenleeftijd te
verhogen en stelde dat Nederland dit ook gaat doen. De minister lichtte
in dit kader het vlak voor de Raad door de sociale partners
overeengekomen pensioenakkoord toe, waarbij de pensioenleeftijd in 2020
naar 66 jaar zal gaan en in 2025 naar 67 jaar. Tegelijk, zo meldde hij,
wordt met de sociale partners ingezet op duurzame inzetbaarheid om de
oudere werknemers ook echt tot de pensioenleeftijd aan de slag te
houden. Hierbij heeft de oudere werknemer zelf ook een belangrijke
verantwoordelijkheid om aantrekkelijk te blijven voor de arbeidsmarkt,
aldus de minister. Hij gaf aan dat de aanbevelingen meerwaarde bieden en
lidstaten de mogelijkheid geven om elkaar aan te spreken op hun eigen
verantwoordelijkheden. Hij rondde af met de opmerking dat het opvolgen
van de aanbevelingen zal bijdragen aan een grotere financiƫle
stabiliteit en een hogere werkgelegenheid in Europa.

Meerdere lidstaten pleitten voor het in de toekomst nauwer betrekken van
de sociale partners bij het Europees Semester op punten waar zij een
belangrijke rol spelen ā€“ zo niet het primaat hebben ā€“ zoals bij
loonvorming en pensioenen. Een andere grote lijn in het debat waren
vragen bij de rechtsbasis van de aanbevelingen die in een aantal
gevallen tegelijk rusten op Art. 121 (coƶrdinatie economisch beleid) en
Art. 148 (richtsnoeren werkgelegenheidsbeleid) van het Verdrag. Dit
terwijl de mate van dwingendheid en de sancties die aan beide artikelen
verbonden zijn, sterk verschillen. Onder Art. 148 zijn er geen
sanctiemiddelen terwijl Art. 121 in uiterste instantie tot een
boeteprocedure aanleiding kan geven. Het niet eenduidig kunnen
toebedelen van de aanbevelingen aan Ć©Ć©n van de beide artikelen, leidt
ook tot onduidelijkheid van toebedeling ervan aan de Raad WSBVC (Art.
148) dan wel aan de ECOFIN Raad (Art. 121), aldus de nodige delegaties. 

Een andere algemene notie in het debat was het gevoel bij veel lidstaten
dat de aanbevelingen vaak te weinig zouden aansluiten bij specifieke
nationale praktijken en instituties. De lidstaten die momenteel onder
een budgettair programma van EU en/of IMF staan, gaven aan hun
aanbeveling om dit programma voortvarend te implementeren, te kunnen
onderschrijven. EĆ©n lidstaat wees er hierbij wel op dat deze
programmaā€™s enkel een korte termijn focus hebben en weinig oog zouden
hebben voor beleid dat op langere termijn nodig kan zijn.

In reactie op het debat stelde Commissaris Andor dat hij het met veel
lidstaten eens was dat goed bekeken moet worden hoe het proces van het
Europees Semester komend jaar verbeterd kan worden. Ook onderschreef hij
dat het voor de Commissie een moeilijke opgave was een juiste balans te
vinden tussen enerzijds op de afzonderlijke lidstaten toegesneden
aanbevelingen en anderzijds het onderling consistent houden van de 27
sets aanbevelingen. Evenzeer toonde hij zich gevoelig voor het argument
van lidstaten dat bij loonvorming en loonindexatie het primaat in de
lidstaten veelal bij de sociale partners ligt. Hij wees er echter op dat
het hier normaliter niettemin een tripartiete verantwoordelijkheid
betreft waar ook overheden een belangrijke invloed op hebben. Andor gaf
aan in september een conferentie te willen organiseren om een nauwere
betrokkenheid van de sociale partners bij het Europees Semester nader te
bespreken. Minder open stond Andor voor het probleem dat enkele
lidstaten zagen in de dubbele rechtsbasis onder veel aanbevelingen. In
dit verband wees hij erop dat er geen automatische link bestaat tussen
de rechtsbasis die een bepaalde tekst heeft en de Raadsformatie waarin
deze wordt besproken.

De voorzitter nodigde het inkomende Poolse voorzitterschap uit tot een
grondige evaluatie van het Europees Semester. Verder meldde hij dat het
niet gelukt was om een akkoord te bereiken. De eerste standpuntbepaling
werd vastgesteld en met vermelding van de voorbehouden van de
betreffende lidstaten naar de Raad Algemene Zaken doorgezonden met
afschrift aan de ECOFIN Raad. 

Zwangerschapsverlof (voortgangsverslag)

Het voortgangsverslag is kort toegelicht door het Hongaarse
voorzitterschap. Gezien de kritische houding van veel lidstaten tijdens
de Raad van december 2010, heeft het voorzitterschap zich geconcentreerd
op de amendementen van het Europees Parlement die minder ingrijpend
waren dan de verlenging naar 20 weken en de twee weken
vaderschapsverlof.

De Commissie gaf net als tijdens de vorige Raad in december aan dat zij
het standpunt van het Europees Parlement afwees om het
minimum-zwangerschapsverlof te verlengen tot 20 weken en volledig te
betalen. De Commissie vond een verlenging van de huidige periode van 14
weken echter wel noodzakelijk en legde daarbij een verband met dalende
fertiliteitscijfers in het kader van de demografische ontwikkelingen.
Het Commissievoorstel om het verlof te verlengen tot 18 weken, met een
mogelijkheid ook ouderschapsverlof in te zetten en met een
minimumbetaling van ziekteverlof vond zij nog steeds een goed
uitgangspunt. 

Ondanks het feit dat een discussie niet voorzien was, vroegen veel
Lidstaten, waaronder Nederland, het woord om hun zorgen met betrekking
tot het voorstel van de Commissie en het door het Europees Parlement
ingenomen standpunt nogmaals onder de aandacht te brengen. Minister Kamp
gaf aan moeite te hebben met zowel het Commissievoorstel als de
EP-amendementen. Beiden zijn voor Nederland niet nodig. Nederland geeft
een goede bescherming aan de vrouw en betaalt 100% salaris door.
Minister Kamp vroeg de Commissie om een impact-assessment over de
effecten van de EP-amendementen.

Verschillende lidstaten lieten hetzelfde geluid horen. Was in december
jongstleden vooral veel kritiek op de vergaande amendementen van het
Europees Parlement, nu stelden verschillende lidstaten dat er Ć¼berhaupt
geen behoefte bestaat aan het Commissie-voorstel.  Slechts een paar
lidstaten uitten zich in positieve zin en spraken steun uit aan de
Commissie. Zij moedigden het Poolse voorzitterschap aan verder te gaan
met onderhandelen. 

Commissaris Reding gaf aan dat de Commissie goede nota had genomen van
de standpunten van de lidstaten.

Richtlijnvoorstel ā€œgelijke behandeling buiten arbeidā€
(voortgangsverslag)

De voorzitter lichtte het voortgangsverslag toe. Het Hongaarse
voorzitterschap had zich met name gericht op het beter begrijpen van de
notie vanĀ ā€˜reasonable accomodationā€™ in het richtlijnvoorstel en had
geprobeerd met tekstvoorstellen te komen die hiertoe bij kunnen dragen.
Commissaris Reding dankte het voorzitterschap voor de technische
vooruitgang die geboekt was. Reding merkte op dat het Europees Parlement
de discussies op de voet volgt en aandringt op vooruitgang.

Voorstel wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de
coƶrdinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr.
987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening
(EG) nr. 883/2004 (diverse wijzigingen 2010) - (voortgangsverslag)

Het Voorzitterschap had gekozen voor een voortgangsverslag, in plaats
van besluitvorming, omdat het voorstel voor enkele lidstaten gevoelige
punten bleek te bevatten. Hoewel er een gekwalificeerde meerderheid van
stemmen was voor de compromistekst, wilde het voorzitterschap geen
stemming doordrukken. Nederland had kunnen instemmen met het
compromisvoorstel. 

Commissaris Andor benadrukte het fundamentele belang van de bescherming
van rechten van mobiele burgers en merkte op dat het Commissievoorstel
en het daarop gebaseerde voorzitterschapscompromis toch voornamelijk
technisch van aard zijn. In de daaropvolgende interventies toonde een
aantal lidstaten zich tevreden over het uitstel van de besluitvorming,
maar een aantal spraken hun teleurstelling daarover uit.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, heeft voorts een verklaring
aan de notulen toegevoegd. Deze gaat over de relatie tussen de
coƶrdinatie van sociale zekerheidsstelsels en de richtlijn vrij verkeer
van personen. In de verklaring wordt erop gewezen dat de sociale
zekerheid van mobiele burgers een steeds politieker thema wordt. Van
harmonisatie van sociale zekerheidssystemen kan geen sprake zijn, op EU
niveau dient men zich te beperken tot coƶrdinatie. Burgers die van hun
recht op vrij verkeer binnen de EU gebruikmaken kunnen niet aan de
voorwaarde van het beschikken over voldoende eigen inkomsten voldoen
door in hun land van bestemming een non-contributieve uitkering aan te
vragen. Er is verheldering nodig van de wetgeving over dit onderwerp als
neergelegd in de coƶrdinatieverordening sociale zekerheid 883/04 en de
richtlijn vrij verkeer van personen 2004/38. 

Minister Kamp sprak van een voorwaardelijk verblijfsrecht voor EU
burgers die van het recht op vrij verkeer van personen binnen de EU
gebruikmaken. Lidstaten hoeven niet het verblijf te accepteren van
burgers uit andere lidstaten die niet in hun eigen onderhoud kunnen
voorzien. Er was slechts Ć©Ć©n lidstaat die zich expliciet tegen de
verklaring uitsprak door te wijzen op de belastinginkomsten en
economische groei die mobiele werknemers genereren voor hun gastland. In
een reactie op de interventies sprak Commissaris Andor van een thema met
financiƫle, economische, politieke en juridische invalshoeken. De
wisselwerking van de EU-wetgeving over de coƶrdinatie van sociale
zekerheidssystemen met de richtlijn vrij verkeer van personen 2004/38
verdient prioriteit. Hierover zal in het najaar verder gesproken worden
op basis van informatie uit de lidstaten. 

Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de
generaties (2012) - Verslag van het voorzitterschap

Commissaris Andor gaf een korte update van de onderhandelingen over het
besluit. Hij meldde dat de Raad en de EMPL commissie van het Europees
Parlement hadden ingestemd met de nu voorliggende tekst en dat het
wachten enkel nog was op de plenaire stemming in het Europees Parlement
die op 22 of 23 juni zal plaatsvinden. Hij gaf aan dat het EU
WerkgelegenheidscomitĆ© (EMCO) ā€˜gemeenschappelijke principesā€™ zal
vaststellen waaraan de lidstaten inspiratie kunnen ontlenen bij het
formuleren van hun beleid gericht op vergrijzing en actief ouder worden.
 

Demografische veranderingen en gezinsbeleid (Gedachtewisseling en
aanname van Raadsconclusies) 

Elf lidstaten voerden op dit onderwerp het woord. In hun interventies
lichtten lidstaten hun nationale beleid toe dat ertoe moet bijdragen dat
mensen het krijgen van kinderen en daarmee gepaard gaande gezinstaken
goed met actieve deelname aan de arbeidsmarkt kunnen combineren. Er was
dus aandacht voor de combinatie van arbeid en zorg via flexibele
werkvormen, verlofregelingen, fiscale maatregelen, inkomensondersteuning
en armoedebestrijding. Commissaris Andor ondersteunde deze aanpakken
waarbij hij aangaf zich te realiseren dat de huidige budgettaire krapte
investeringen op dit terrein niet evident maakt. Later dit jaar zal de
Commissie een mededeling presenteren.     

De ministers hebben een advies goedgekeurd van het Sociale
beschermingscomitƩ over de toekomst van de sociale open methode van
coƶrdinatie (OMC). Dit advies was noodzakelijk, aangezien de OMC nu ook
deels valt onder de Europa2020-strategie. De  structuur en inhoud van de
OMC is daarom opnieuw bekeken om een goede afstemming tussen OMC en
Europa2020-strategie te bewerkstelligen.  

Commisaris Andor sprak zijn waardering uit voor het advies en
verwelkomde het feit dat sociale inclusie, pensioenen en de langdurige
gezondheidszorg, de prioriteiten blijven van de OMC.

De ministers hebben voorts Raadsconclusies aangenomen over de volgende
onderwerpen:

Arbeidsparticipatie van jongeren 

Hierbij is op te merken dat Commissaris Andor zich in zijn interventie
teleurgesteld toonde dat de Raad de suggestie van de Commissie om een
Jeugdgarantie te definiĆ«ren ā€“ waarbij een jongere binnen vier maanden
een baan, opleiding of leer-werk traject aangeboden moet krijgen, niet
in de conclusies had willen opnemen. 

Bestrijding van armoede onder kinderen en bevordering van het welzijn
van kinderen 

Commissaris Andor bevestigde bij dit onderwerp dat de Commissie in de
loop van 2012 een aanbeveling over dit onderwerp zal publiceren. 

Ondersteuning van de uitvoering van de Europese strategie inzake
handicaps 2010-2020 

Diversen

Onder het agendapunt ā€˜diversenā€™ is de Raad geĆÆnformeerd over een
zevental onderwerpen: 

Conferenties die tijdens het Hongaarse voorzitterschap zijn
georganiseerd

Sociale en werkgelegenheidsaspecten van de richtlijnen betreffende
legale migratie (seizoensarbeid en verplaatsingen binnen een
onderneming)

Richtlijnvoorstel over elektromagnetische velden

Ratificatie en toepassing van het VN-Verdrag over de rechten van mensen
met een handicap

Voorbereiding van de G-20 - bijeenkomst van de ministers van Arbeid en
Werkgelegenheid

Forum betreffende de toekomst van de democratie (Nicosia, 13 en 14
oktober 2011)

Werkprogramma van het aantredende voorzitterschap

Relevante punten hieruit: 

Ad b) Richtlijnvoorstellen betreffende legale migratie 

De voorzitter gaf aan dat de standpunten van het Europees Parlement
binnenkort beschikbaar komen zodat het inkomende Poolse Voorzitterschap
de onderhandelingen kan starten. Commissaris Andor stelde dat het bij
seizoenswerk erop aan komt om uitbuiting te voorkomen waarbij Andor
memoreerde dat het de eerste keer is dat een richtlijnvoorstel
bescherming biedt aan migranten aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Het voorstel over intracorporate transferees moet gezien worden tegen
het licht van de noodzaak voor de EU om buitenlandse investeringen aan
te trekken en economische groei te bevorderen. 

Ad c)	Richtlijnvoorstel over elektromagnetische velden

Commissaris Andor gaf een korte toelichting op het betreffende voorstel
dat op 14 juni is uitgebracht door de Commissie. Hij memoreerde dat
implementatie van de oorspronkelijke richtlijn werd uitgesteld nadat
gebleken was dat deze het gebruik van MRI scanners in ziekenhuizen in
het gedrang zou kunnen brengen. Hij stelde dat dit wijzigingsvoorstel
volgt op een uitgebreid en transparant consultatieproces van deskundigen
en andere betrokkenen en riep in herinnering dat de implementatie van de
oorspronkelijke richtlijn uitgesteld werd tot april 2012 en dat de
onderhandelingen over dit wijzigingsvoorstel derhalve voor die datum
moeten zijn afgerond. 

Ad e)	Voorbereiding van de G-20 - bijeenkomst van de ministers van
Arbeid en Werkgelegenheid (26/27 september 2011 te Parijs)

Bij deze bijeenkomst zal de aandacht uitgaan naar vier themaā€™s:
werkgelegenheid voor jongeren en kwetsbare groepen; basale sociale
bescherming; verbeterde implementatie van arbeidsrechten, en betere
samenwerking tussen de relevante internationale organisaties (oa ILO,
Wereldbank, IMF). 

Commisaris Andor verwelkomde het initiatief en sprak steun uit voor de
notie van een ā€˜basic social floorā€™, voor het instellen van een
permanente werkgroep arbeidsaangelegenheden en voor een betere
samenwerking tussen betrokken organisaties.  

Ad g)	Werkprogramma van het aantredende voorzitterschap

Het Poolse Voorzitterschapsprogramma kent de volgende hoofdthemaā€™s:
solidariteit tussen generaties, demografische veranderingen, ā€œactive
Europeā€ (actieve maatregelen om sociale integratie en flexicurity te
bevorderen) en partnerschap tussen burgers (bevorderen rol van
maatschappelijk middenveld). M.b.t. de richtlijn zwangerschapsverlof
beoogt Polen via een debat in de Raad de weg te maken voor een nieuwe
oplossing. Ook over de link tussen de Europa2020-strategie en het
toekomstige Europees Sociaal Fonds zal de Raad debatteren. Verder zal
het Voorzitterschap het voorstel m.b.t. elektromagnetische velden en het
Europees globaliseringsfonds behandelen en de besprekingen van de
wijzigingen in de coƶrdinatieverordeningen sociale zekerheid
voortzetten. Of al tijdens het Poolse Voorzitterschap gesproken zal
worden over de aanstaande richtlijnvoorstellen arbeidstijden en
detachering zal afhangen van het moment van publicatie. 

Tijdens de Informele Raad op 7 en 8 juli a.s. staan de themaā€™s
ā€œeffectiviteit van actief sociaal beleidā€ en ā€œsolidariteit tussen
de generatiesā€ op het programma.

  PAGE   \* MERGEFORMAT  1