[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32705 Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden in verband met de uitvoering van richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 (PbEU 2009, L 122), houdende herschikking van richtlijn 94/45/EG, inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers

Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden in verband met de uitvoering van richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 (PbEU 2009, L 122), houdende herschikking van richtlijn 94/45/EG, inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers

Eindtekst

Nummer: 2011D36910, datum: 2011-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z05888:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten-

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

28 juni 2011



Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden in verband met de
uitvoering van richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 (PbEU 2009, L 122), houdende
herschikking van richtlijn 94/45/EG, inzake de instelling van een
Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of
concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging
van de werknemers







VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, gelet
op de vaststelling van de richtlijn 2009/38/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie (PbEU 2009 L 122) van 6 mei
2009, houdende herschikking van richtlijn 94/45/EG, een aantal
wettelijke bepalingen te wijzigen van de Wet op de Europese
ondernemingsraden;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op de Europese ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel a wordt “lid-staat:” vervangen door: betrokken
staat:.

	2. In onderdeel b wordt “de richtlijn nr. 94/45/EG van de Raad van de
Europese Unie van 22 september 1994” vervangen door “de richtlijn
nr. 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 6 mei 2009” en wordt “(PbEG L 254)” vervangen door
“(PbEU 2009, L 122)”.

	3. Onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel f, wordt een
onderdeel ingevoegd, luidende:

	e. grensoverschrijdende aangelegenheden: aangelegenheden die voor de
gehele communautaire onderneming of voor de gehele communautaire groep
van belang zijn, of voor ten minste twee ondernemingen of vestigingen
van een communautaire onderneming of een communautaire groep in twee
verschillende betrokken staten;.

	4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f (nieuw)
door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

	g. informatieverstrekking: het verstrekken van gegevens over
grensoverschrijdende aangelegenheden door het hoofdbestuur of een ander
passender bestuursniveau aan werknemersvertegenwoordigers, op een
zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat
werknemersvertegenwoordigers zich een grondig oordeel kunnen vormen over
de gevolgen en, desgewenst, raadpleging met het hoofdbestuur of een
ander passender bestuursniveau kunnen voorbereiden;

	h. raadpleging: het instellen van een dialoog en de uitwisseling van
standpunten over voorgestelde maatregelen tussen het hoofdbestuur of een
ander passender bestuursniveau en werknemersvertegenwoordigers, op een
zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat
werknemersvertegenwoordigers in staat zijn op basis van de verstrekte
informatie over voorgestelde maatregelen ten aanzien van
grensoverschrijdende aangelegenheden waarmee de raadpleging verband
houdt, binnen een redelijke termijn advies uit te brengen, waarmee
rekening kan worden gehouden bij het nemen van het besluit.

B

	In de artikelen 1, eerste lid, onderdeel d, tweede lid, onderdelen a en
b, en derde lid, 2, zesde lid, 3, eerste en tweede lid, 9, tweede lid,
16, derde lid, 23 en 25, tweede lid, wordt “lid-staat” telkens
vervangen door: betrokken staat.

C

	In de artikelen 1, eerste lid, onderdelen c en d, tweede lid, en derde
lid, 3, eerste lid, 6, tweede lid, 8, tweede lid, 11, zesde lid, en 25,
eerste en tweede lid, wordt “lid-staten” telkens vervangen door:
betrokken staten.

D

	In artikel 2, vijfde lid, wordt “Verordening (EEG) 4064/89 van de
Raad van 21 december 1989” vervangen door “Verordening (EG) 139/2004
van de Raad van 20 januari 2004” en wordt “(PbEG L 395)” vervangen
door “(PbEG 2004 L 24)”

E

	In artikel 3, tweede lid, wordt “4, achtste lid, 7, 8, tweede lid,
11, zesde lid, en 19, zevende lid” vervangen door: 4, achtste tot en
met tiende lid, 7, 8, tweede lid, en 11, derde lid, onderdeel e, zesde
en achtste lid.

F

	Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Aan hen worden
voorzieningen ter beschikking gesteld, die zij in de uitoefening van hun
taak redelijkerwijs nodig hebben.

	2. Onder vernummering van het achtste en negende lid tot negende en
tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

	8. Onverminderd enige op hen rustende verplichting tot geheimhouding
informeren de werknemers, die lid zijn van een Europese ondernemingsraad
dan wel optreden als vertegenwoordigers bij een andere procedure van
informatieverstrekking en raadpleging van werknemers, de
werknemersvertegenwoordigers binnen de communautaire onderneming of
groep, of, als die er niet zijn, alle werknemers over de inhoud en de
resultaten van de informatie- en raadplegingsprocedure die
overeenkomstig deze wet heeft plaatsgevonden.

	3. In het negende lid (nieuw) wordt “een overzicht geeft van het
aantal werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep werkzaam
is, alsmede van de verdeling van deze werknemers over de verschillende
lidstaten” vervangen door: gegevens verstrekt die benodigd zijn voor
de opening van onderhandelingen als bedoeld in artikel 8, eerste lid.
Deze gegevens bevatten in ieder geval een overzicht van het aantal
werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep werkzaam is en
de verdeling van deze werknemers over de verschillende betrokken staten.

G

	In artikel 5, tweede lid, onderdelen a en b, wordt “19, vijfde lid”
vervangen door: 19, zesde lid.

H

	Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

	1. Een communautaire onderneming of de moederonderneming verstrekt aan
werknemers of hun vertegenwoordigers gegevens die benodigd zijn voor de
opening van onderhandelingen als bedoeld in artikel 8, eerste lid. Deze
gegevens bevatten in ieder geval een overzicht van het aantal werknemers
dat bij de communautaire onderneming of groep werkzaam is en de
verdeling van deze werknemers over de verschillende betrokken staten.

	2. Indien na de instelling van de bijzondere onderhandelingsgroep
belangrijke wijzigingen optreden in de gegevens, bedoeld in het eerste
lid, verstrekt een communautaire onderneming of moederonderneming zo
spoedig mogelijk na deze wijziging een gewijzigd overzicht aan de
bijzondere onderhandelingsgroep en, indien die situatie zich voordoet,
aan de werknemers of hun vertegenwoordigers van een communautaire
onderneming of groep uit een betrokken staat die nog niet in de
bijzondere onderhandelingsgroep zijn vertegenwoordigd.

I

	Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd.

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. De bijzondere onderhandelingsgroep bestaat uit een zodanig aantal
vertegenwoordigers van de werknemers van de communautaire onderneming of
groep dat is gewaarborgd dat per betrokken staat een lid wordt gekozen
of aangewezen voor elke 10%, of een deel daarvan, van de werknemers die
in de betrokken staat werkzaam zijn, berekend over het totale aantal
werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep in alle
betrokken staten tezamen werkzaam is.

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. Het aantal leden van de bijzondere onderhandelingsgroep en de
zetelverdeling wordt in overeenstemming gehouden met het eerste lid.
Indien het aantal leden uit een betrokken staat wijzigt zonder dat met
betrekking tot die zetels een nieuwe verkiezing of aanwijzing heeft
plaatsgevonden, hebben de voor die betrokken staat zitting hebbende
leden voor de toepassing van artikel 13 samen zoveel stemmen als
overeenkomt met het aantal leden dat voor die betrokken staat krachtens
het eerste lid is vastgesteld en vertegenwoordigen zij samen de in die
betrokken staat werkzame werknemers van de communautaire onderneming of
groep in een door hen te bepalen verhouding, dan wel, indien daarover
geen overeenstemming wordt bereikt, naar verhouding van het aantal
werknemers dat zij vertegenwoordigden voor de wijziging.

J

	Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, tweede zin, wordt “voordat deze vergadering
plaatsvindt” vervangen door: voor en na deze vergadering.

	2. Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

	b. de omvang en samenstelling van de raad, waarbij werknemers zoveel
mogelijk evenwichtig vertegenwoordigd worden, en de zittingsduur van
zijn leden;.

	3. Onder verlettering van de onderdelen e en f tot f en g wordt in het
derde lid een onderdeel ingevoegd, luidende:

	e. de wijze waarop de informatieverstrekking en raadpleging van de raad
en de informatieverstrekking en raadpleging van de vertegenwoordigers
van werknemers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, aan elkaar worden
gekoppeld, rekening houdend met hun bevoegdheden;.

	4. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid,
onderdeel g (nieuw), door een puntkomma, wordt aan het derde lid een
onderdeel toegevoegd, luidende:

	h. indien binnen de raad een beperkt comité wordt ingesteld: de
samenstelling, de aanwijzingsprocedure, de taakomschrijving en het
reglement daarvan.

	5. In het zesde lid wordt “houdt bepalingen in omtrent de duur van de
overeenkomst, de wijze van onderhandelen over een nieuwe overeenkomst”
vervangen door: houdt bepalingen in omtrent de datum van
inwerkingtreding, de duur van de overeenkomst, de wijze waarop de
overeenkomst kan worden gewijzigd of opgezegd, de gevallen waarin en
wijze waarop wordt onderhandeld over een nieuwe overeenkomst.

	6. Onder vernummering van het achtste lid tot negende lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	8. Indien de overeenkomst geen regels bevat als bedoeld in het derde
lid, onderdeel e, vangt, in het geval er beslissingen worden overwogen,
die waarschijnlijk belangrijke wijzigingen in de arbeidsorganisatie of
de arbeidsovereenkomsten met zich brengen, de informatieverstrekking en
raadpleging van de raad en de informatieverstrekking en raadpleging van
de vertegenwoordigers van werknemers, bedoeld in artikel 3, tweede lid,
zoveel mogelijk gelijktijdig aan.

K

	In artikel 12, eerste lid, wordt na “deskundigen” toegevoegd: van
haar keuze, waaronder vertegenwoordigers van bevoegde en erkende
werknemersorganisaties op communautair niveau als bedoeld in artikel 154
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze
deskundigen kunnen op verzoek van de bijzondere onderhandelingsgroep als
adviseur aanwezig zijn in de vergaderingen, bedoeld in artikel 11,
eerste lid.

L

	Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de bestaande tekst wordt het cijfer “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Het hoofdbestuur stelt tevens de bevoegde en erkende werknemers- en
werkgeversorganisaties op communautair niveau als bedoeld in artikel 154
van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie, in kennis van
de samenstelling van de bijzondere onderhandelingsgroep, alsmede van het
begin van de onderhandelingen, bedoeld in artikel 8, eerste lid.

M

	Na artikel 14 wordt in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 een nieuw artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 14a

	1. Indien de structuur van de communautaire onderneming of groep,
ingrijpend wordt gewijzigd en in de toepasselijke overeenkomsten
daarover geen of strijdige bepalingen zijn opgenomen start het
hoofdbestuur op eigen initiatief of op schriftelijk verzoek van ten
minste 100 werknemers of hun vertegenwoordigers afkomstig uit ten minste
twee ondernemingen of vestigingen in ten minste twee verschillende
betrokken staten de in artikel 8, eerste lid, bedoelde onderhandelingen
en richt daartoe een bijzondere onderhandelingsgroep op.

	2. Behalve de overeenkomstig artikel 9 gekozen of aangewezen leden van
de bijzondere onderhandelingsgroep, zijn ten minste drie leden van de
bestaande Europese ondernemingsraad of van elk van de bestaande Europese
ondernemingsraden lid van de bijzondere onderhandelingsgroep.

	3. Tijdens de onderhandelingen, bedoeld in het eerste lid, blijven de
bestaande Europese ondernemingsraad of -raden functioneren in
overeenstemming met de toepasselijke overeenkomst of overeenkomsten,
danwel blijft een andere procedure van informatieverstrekking en
raadpleging van werknemers van toepassing, indien die is overeengekomen.

N

	In de artikelen 15, onderdeel b, en 21, eerste lid, wordt “artikel
11, eerste lid,” vervangen door: artikel 8, eerste lid.

O

	Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. De Europese ondernemingsraad bestaat uit een zodanig aantal
vertegenwoordigers van de werknemers van de communautaire onderneming of
groep dat is gewaarborgd dat per betrokken staat een lid wordt gekozen
of aangewezen voor elke 10%, of een deel daarvan, van de werknemers die
in de betrokken staat werkzaam zijn, berekend over het totale aantal
werknemers dat bij de communautaire onderneming of groep in alle
betrokken staten tezamen werkzaam is.

	2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde
lid vervalt het tweede lid.

	3. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

	3. Het aantal leden van Europese ondernemingsraad en de zetelverdeling
wordt in overeenstemming gehouden met het eerste lid. Indien het aantal
leden uit een betrokken staat wijzigt zonder dat met betrekking tot die
zetels een nieuwe verkiezing of aanwijzing heeft plaatsgevonden, hebben
de voor die betrokken staat zitting hebbende leden voor de toepassing
van de relevante bepalingen inzake de stemverhoudingen binnen de
Europese ondernemingsraad samen zoveel stemmen als overeenkomt met het
aantal leden dat voor die betrokken staat krachtens het eerste lid is
vastgesteld en vertegenwoordigen zij samen de in die betrokken staat
werkzame werknemers van de communautaire onderneming of groep in een
door hen te bepalen verhouding, dan wel, indien daarover geen
overeenstemming wordt bereikt, naar verhouding van het aantal werknemers
dat zij vertegenwoordigden voor de wijziging.

P

	Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt “ ten hoogste drie leden” vervangen
door: ten hoogste vijf leden.

	2. De derde zin van het derde lid komt te luiden: Indien een beperkt
comité is gekozen, worden in het reglement de bevoegdheden van dat
comité vastgesteld, alsmede de voorzieningen die noodzakelijk zijn om
zijn werkzaamheden te kunnen uitvoeren.

Q

	Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

	1. De informatieverstrekking aan de Europese ondernemingsraad betreft
in ieder geval:

	a. de structuur, de economische en financiële situatie, de
vermoedelijke ontwikkeling van de activiteiten, de productie en de afzet
van de communautaire onderneming of groep;

	b. de stand en de vermoedelijke ontwikkeling van de werkgelegenheid, de
investeringen, wezenlijke veranderingen in de organisatie, de invoering
van nieuwe werkmethoden of productieprocessen, de zorg voor het milieu,
fusie, of inkrimping van ondernemingen, vestigingen of belangrijke
onderdelen daarvan.

	2. Het hoofdbestuur licht zo spoedig mogelijk de Europese
ondernemingsraad of het beperkte comité in over alle bijzondere
omstandigheden en voorgenomen besluiten die aanzienlijke gevolgen hebben
voor de belangen van de werknemers van ten minste twee vestigingen of
ondernemingen van de communautaire onderneming of groep in verschillende
betrokken staten, in het bijzonder betreffende verplaatsing of sluiting
van ondernemingen, vestigingen of belangrijke onderdelen daarvan of
collectief ontslag.

	3. De raadpleging van de Europese ondernemingsraad verloopt op zodanige
wijze dat deze met het hoofdbestuur of een ander passender
bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een
eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen bijeen
kan komen en een met redenen omkleed antwoord op zijn adviezen kan
krijgen. Raadpleging betreft in ieder geval de onderwerpen, bedoeld in
het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid.

	4. Het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad komen ten minste
één maal per kalenderjaar in vergadering bijeen. In de vergadering
wordt de Europese ondernemingsraad aan de hand van een door het
hoofdbestuur opgesteld schriftelijk rapport geĂŻnformeerd en
geraadpleegd over de ontwikkeling van de activiteiten en de
vooruitzichten van de communautaire onderneming of groep. Het
hoofdbestuur draagt er zorg voor dat deze jaarlijkse vergadering binnen
de communautaire onderneming of groep wordt bekendgemaakt.

	5. Indien de Europese ondernemingsraad of het beperkte comité dat
verzoekt, komt deze met het hoofdbestuur of een ander geschikter
bestuursniveau binnen de communautaire onderneming of groep met een
eigen beslissingsbevoegdheid inzake de te behandelen onderwerpen in
vergadering bijeen, om aan de hand van een door de communautaire
onderneming of groep opgesteld schriftelijk rapport over de in het
tweede lid genoemde omstandigheden en voorgenomen besluiten nader te
worden geĂŻnformeerd en geraadpleegd. Voor een vergadering met het
beperkte comité worden mede uitgenodigd de leden van de Europese
ondernemingsraad die mede gekozen of aangewezen zijn door de werknemers
van de vestigingen of ondernemingen die door de betreffende
omstandigheden of voorgenomen besluiten rechtstreeks worden geraakt. De
vergadering doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van het hoofdbestuur.

	6. Het hoofdbestuur behoeft geen informatie te verstrekken, voor zover
dat in redelijkheid het functioneren van de communautaire onderneming of
groep ernstig zou belemmeren dan wel schaden. Het hoofdbestuur kan
terzake van de informatieverstrekking geheimhouding opleggen, indien
daarvoor een redelijke grond bestaat. Zoveel mogelijk voor de
behandeling van de betrokken aangelegenheid wordt meegedeeld, welke
grond bestaat voor het opleggen van de geheimhouding, welke schriftelijk
of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, hoelang
deze duurt, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de
geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen.

	7. Het hoofdbestuur stelt de Europese ondernemingsraad of het beperkt
comité in de gelegenheid om bijeen te komen voor en na elke vergadering
met het hoofdbestuur.

	8. Het voorzitterschap van een bijeenkomst als bedoeld in het vierde of
vijfde lid wordt, tenzij anders wordt afgesproken, afwisselend bekleed
door het hoofdbestuur en de Europese ondernemingsraad.

R

	Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

	1. Deze wet is, behoudens de artikelen 5 en 14a, niet van toepassing
ten aanzien van een communautaire onderneming of groep die voor 5
februari 1997 partij was bij een of meer in werking getreden
overeenkomsten, mits deze overeenkomsten voorzien in een regeling
terzake van informatieverstrekking aan en raadpleging van de werknemers
over grensoverschrijdende aangelegenheden, en die gesloten zijn met een
werknemersvertegenwoordiging die de communautaire onderneming of groep
redelijkerwijs representatief mocht achten voor de werknemers uit de
betrokken staten.

	2. Deze wet, zoals die luidde op de dag voor de inwerkingtreding van de
Wet van PM tot wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden in
verband met de uitvoering van richtlijn 2009/38/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 (PbEU 2009, L
122), houdende herschikking van richtlijn 94/45/ EG, inzake de
instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in
ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie
en raadpleging van de werknemers blijft, behoudens de artikelen 5 en
14a, van toepassing op een communautaire onderneming of groep die partij
is bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 8, eerste lid, betrekking
hebbend op het hele personeelsbestand, die in de periode van 5 juni 2009
tot 5 juni 2011 is ondertekend of herzien.

	2. In het derde lid wordt “achtste lid” vervangen door: negende
lid.

S

	In artikel 25, tweede lid, wordt “artikel 11” vervangen door:
artikel 8.

T

	Artikel 26 vervalt.

ARTIKEL II

	Deze wet treedt in werking met ingang van 5 juni 2011. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 4 juni
2011, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8