[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2011

Bijlage

Nummer: 2011D37655, datum: 2011-07-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2011 (2011D37654)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 juli 2011

Zuidelijke buurlanden

De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal spreken over de Arabische regio.
Waarschijnlijk zal de situatie in Libië, Jemen, Syrië en Bahrein aan
de orde komen.

Libië

De internationale gemeenschap blijft zich actief inspannen voor
beëindiging van het conflict in Libië en transitie naar een inclusieve
democratie. Op 15 juli a.s. komt de Libië-contactgroep bijeen, waaraan
Minister Rosenthal namens de Benelux zal deelnemen.

Op 27 juni jl. heeft het Internationaal Strafhof aanhoudingsbevelen
uitgevaardigd tegen Qadaffi, zijn zoon Saif Al-Islam en het hoofd van de
militaire inlichtingendienst. Op 29 juni jl. ontving minister Rosenthal
de voorzitter van de Executive Committee van de Libische Transitional
National Council (TNC), Mahmoud Jibril. Het gesprek ging in op de
ontwikkelingen in Libië, de rol van de NAVO en de Nederlandse
bereidheid om in nader te bepalen vorm, assistentie te verlenen in de
post-conflict fase. Op uitnodiging van de Benelux-landen zal een
delegatie van de TNC op 13 juli a.s. Brussel bezoeken en in dit kader
een ontmoeting met minister Rosenthal hebben.

Het kabinet benadrukt het belang van vastberadenheid ten aanzien van
Libië. De militaire, economische en politieke druk moet worden
gehandhaafd en waar mogelijk opgevoerd. Het kabinet zal in EU- en
VN-verband pleiten voor een blijvende betrokkenheid van de
internationale gemeenschap, inclusief het streven naar een nieuwe
VNVR-resolutie, om na beëindiging van het huidige gewapend conflict tot
een duurzame politieke oplossing te komen.

De Nederlandse betrokkenheid bij de post-conflict fase zal gericht zijn
op ondersteuning van de ontwikkeling van democratie (onder andere de
organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen), de rechtsstaat en
economische wederopbouw. Het kabinet wil daarbij bijzondere aandacht
geven aan de positie van vrouwen in het nieuwe Libische bestuur en aan
de inclusiviteit ervan. De concrete invulling van de Nederlandse
bijdragen zal afhankelijk zijn van de specifieke expertise die Nederland
kan leveren in de context van de bredere internationaal gecoördineerde
inspanningen.

Inmiddels hebben in verschillende bewoordingen het VK, Denemarken en
Tsjechië de TNC erkend als de vertegenwoordiger van het Libische volk.
Hierbij komt het aantal EU-lidstaten dat de TNC op enigerlei wijze heeft
erkend in ieder geval op tien (waaronder ook Duitsland, Spanje,
Frankrijk en Polen). Tegen deze achtergrond voert Nederland momenteel
overleg in Benelux-verband. 

Jemen

In Jemen wordt momenteel vooral in het zuiden strijd geleverd tussen
regeringstroepen en lokale gewapende groeperingen, waarvan sommige
banden hebben met Al-Qaeda. Als gevolg hiervan zijn volgens de VN
recentelijk rond de 50.000 mensen hun woonplaats in de zuidelijke
provincie Abyan ontvlucht, vooral richting de havenstad Aden. Via
woordvoerders laat president Saleh vanuit het ziekenhuis in
Saudi-Arabië weten naar Jemen te willen terugkeren zodra hij hiertoe in
staat is. Hij maakt evenwel geen aanstalten politieke transitie in gang
te zetten, ondanks bemiddelingspogingen van de Gulf Cooperation Council
(GCC) en VN-gezant Ben Omar. Waarnemend vice-president Mansur Hadi heeft
in de hoofdstad Sanaa een staakt-het-vuren bewerkstelligd tussen
regeringstroepen en aanhangers van Sadeq Al-Ahmar, één van de
belangrijkste sheikhs van het land. Hadi, die verkondigt namens Saleh te
regeren, spreekt weliswaar met de oppositie maar heeft vooralsnog geen
concessies gedaan. 

Momenteel bezoekt een delegatie van de VN Hoge Commissaris voor
Mensenrechten Jemen om onderzoek te doen naar mensenrechtenschendingen.
Op Nederlands initiatief zullen de uitkomsten van dit bezoek worden
besproken in de VN-Mensenrechtenraad. De EU dient de ontwikkelingen in
het land nauwgezet te volgen en te bevorderen dat voortgang wordt
gemaakt met een politiek transitieproces. De GCC speelt hierin een
belangrijke rol. Nederland heeft de bilaterale hulp via de Jemenitische
autoriteiten enige tijd geleden opgeschort als reactie op het geweld
tegen demonstranten. Hulp via maatschappelijke organisaties (met name op
het gebied van seksuele en reproductieve rechten) en noodhulp lopen
door.  

Syrië

De demonstraties groeien nog elke week in omvang en aantal. Afgelopen
weekeinde vond in Hama een massale demonstratie plaats met 150.000 tot
200.000 deelnemers. Ondanks de aankondiging van een nationale dialoog
door het regime gaat het harde optreden tegen betogers door. Over de
voorwaarden van de eveneens aangekondigde amnestie bestaat nog altijd
grote onduidelijkheid. Nieuwe arrestaties (en mogelijk martelingen)
blijven aan de orde van de dag. Volgens mensenrechtenorganisaties staat
het dodental inmiddels op 1350 en het aantal gearresteerden op circa
12.000. Het aantal vluchtelingen in opvangkampen in Turkije bedraagt
ongeveer 10.000.

Het regime van president Assad verliest snel aan geloofwaardigheid en
legitimiteit. Het kabinet bepleit urgente actie van de internationale
gemeenschap om het Syrische regime steeds verder onder druk te zetten om
het gewapend optreden en de willekeurige arrestaties onmiddellijk te
stoppen en om de humanitaire rechten van de bevolking te respecteren.
Het kabinet heeft de HV naar aanleiding van de recente gebeurtenissen
voorgesteld opnieuw een veroordeling uit te spreken. Het kabinet is
steeds voorstander geweest van een urgente bespreking van de situatie in
de VN-veiligheidsraad en blijft aandringen op aanname van een
veroordelende resolutie. De EU heeft reeds verstrekkende maatregelen
genomen (visumban en tegoedenbevriezing voor onder andere president
al-Assad, wapenembargo, opschorting van nagenoeg alle EU-hulp).
Nederland werkt in EU-verband naar aanvullende sancties toe. In
EU-verband is het initiatief genomen om op korte termijn de Syrische
ambassadeur te ontbieden. Ook Nederland zal dit doen. 

Bahrein

In Bahrein wordt nog steeds gedemonstreerd tegen de regering. De
oppositie staat kritisch tegenover het recent genomen initiatief van het
bewind tot een Nationale Dialoog. Vele oppositieleiders zitten nog
gevangen, waardoor zij niet kunnen deelnemen aan de gesprekken.
Daarnaast wordt kritiek geuit op het feit dat de agenda van de dialoog
en de deelnemers aan de gesprekken eenzijdig door de regering zijn
vastgesteld. Discussie over omstreden onderwerpen, zoals de stap naar
een constitutionele monarchie, zou op deze wijze worden vermeden. 

Nederland onderstreept het belang van een geloofwaardige Nationale
Dialoog en roept op tot vrijlating van oppositieleiders zodat deze aan
de Nationale Dialoog kunnen deelnemen. HV Ashton riep op tot
transparante processen volgens internationale standaarden. Voorts stelde
zij dat het recent instellen van een onafhankelijke onderzoekscommissie
naar de mensenrechtenschendingen een belangrijke stap is in aanloop naar
de Nationale Dialoog.

Initiatieven Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid

De Raad zal, in navolging van zijn bijeenkomst van 23 mei jl. in de
samenstelling van ministers van Defensie, spreken over de voortgang in
het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Hoge
Vertegenwoordiger (HV) Ashton voorziet tijdens de aanstaande
Raadsbijeenkomst een oriënterende discussie over onderwerpen als
samenwerking van de EU met andere internationale organisaties en derde
landen, samenwerking bij de ontwikkeling van civiele en militaire
capaciteiten en de planning en aansturing van GVDB-missies en operaties.

Het kabinet is voorstander van een effectief en efficiënt GVDB dat de
Unie in staat stelt om een verantwoordelijke rol te spelen bij de
preventie en bestrijding van conflicten. Een sterk Europa op het terrein
van veiligheid en defensie draagt bij aan een sterk trans-Atlantisch
bondgenootschap. Daartoe moeten civiele missies en militaire operaties
ondersteund worden door toereikende capaciteiten, samenwerkingsverbanden
en structuren. Het kabinet wil dat de EU kostenefficiëntie,
civiel-militaire integratie en samenwerking met de NAVO zonder onnodige
duplicatie van structuren als uitgangspunten hanteert.

Klimaatverandering / klimaat security

De Raad zal spreken over klimaatverandering en veiligheid. HV Ashton wil
komen tot een versterkte externe EU-klimaatdiplomatie. Zij wil in dit
verband bespreken welke rol de EDEO en de ministers van Buitenlandse
Zaken daarbij kunnen vervullen.

Het kabinet vindt dat de geïntegreerde benadering van het externe
beleid van de EU onder het Verdrag van Lissabon met zich mee brengt dat
klimaatdiplomatie aandacht krijgt in politieke dialogen en in het werk
van de EU-delegaties en de overige onderdelen van de EDEO. Via een 
geïntegreerde benadering kan een effectiever beleid gevoerd worden.

In aanvulling op de VN-Klimaatonderhandelingen moeten de Unie en haar
lidstaten zich inspannen voor een versterkte samenwerking met
strategische partners op thema’s die nauw verweven zijn met
klimaatverandering, zoals energievoorzieningszekerheid,
energie-efficiency, vluchtelingen, migratie, voedsel, water en
veiligheid. De EDEO kan daarbij een nuttige rol vervullen.

Midden-Oosten Vredesproces

De ministers zullen spreken over de stand van het Midden-Oosten
Vredesproces (MOVP), waarbij zal worden teruggeblikt op de bijeenkomst
van de Kwartetgezanten van 24 juni jl. en de Kwartetbijeenkomst
(‘principals’-niveau) die staat gepland voor 11 juli a.s. 

Het kabinet meent dat de inspanningen zich moeten richten op herstart
van de onderhandelingen op basis van de Kwartetbeginselen (afzweren
geweld, erkenning Israël, aanvaarding van de eerder afgesloten
akkoorden) en EU-parameters. Ook een mogelijke conferentie in Parijs
zoals voorgesteld door Frankrijk moet hieraan dienstbaar zijn.
Unilaterale Palestijnse initiatieven gericht op erkenning en op
verkrijging van volledig VN-lidmaatschap moeten worden afgewend. Een
eventuele Palestijnse eenheidsregering zal worden beoordeeld aan de hand
van het voldoen aan de Kwartetbeginselen en op samenstelling, programma
en uitvoering. 

Deze boodschappen zijn ook overgebracht aan president Abbas tijdens zijn
bezoek aan Nederland op 30 juni jl. Tijdens dit bezoek werd steun voor
de Palestijnse Autoriteit herbevestigd, zoals deze tevens tot
uitdrukking komt in het Nederlandse OS-programma. Uiteraard stelt het
kabinet de voorwaarde dat geen Nederlandse en/of Europese hulp naar
Hamas gaat. 

Pakistan

De Raad zal een strategische discussie voeren over de relatie van de EU
met Pakistan. Gesproken zal worden over de wijze waarop de
EU-betrokkenheid in Pakistan de komende periode vorm moet worden
gegeven. In dit verband zal met name gesproken worden over de vraag hoe
een bredere relatie aangegaan kan worden, waarin voldoende ruimte is
voor discussie over politieke onderwerpen en die recht doet aan het
belang van Pakistan voor stabiliteit in de regio.

Sinds november 2010 wordt met Pakistan gesproken over  een vijfjarig
‘engagement plan’ als kader voor een brede relatie op het gebied van
economie, capaciteitsopbouw, humanitaire hulp en mensenrechten. Het
kabinet steunt verdere uitwerking van dit plan, dat een goede basis
biedt voor een strategisch partnerschap tussen de EU en Pakistan. Van
belang is duidelijke afspraken te maken over wederzijdse verplichtingen.
EU-steun in de energie-, onderwijs- en agrarische sectoren en
handelspreferenties dienen gekoppeld te worden aan vooruitgang in
Pakistan op het gebied van veiligheid, mensenrechten en economische
hervormingen. Het kabinet is voorstander van een bezoek van de HV aan
Pakistan in 2011, dat een impuls zal moeten geven aan verdere verdieping
van de relatie met de EU.

Afghanistan

De Raad zal een oriënterende discussie voeren over de lange-termijn
betrokkenheid van de EU bij Afghanistan, mede met het oog op de
Afghanistan Conferentie in Bonn voorzien voor december 2011. Tijdens
deze Bonn II Conferentie  zal de balans worden opgemaakt van de
voortgang van het verzoeningsproces en de transitie en zal een basis
worden gelegd voor de betrokkenheid van de internationale gemeenschap
bij Afghanistan na afloop van het transitieproces in 2014. 

Het kabinet staat positief tegenover de suggestie van HV Ashton dat een
samenwerkingsovereenkomst met Afghanistan het kader moet vormen voor de
lange-termijnrelatie met de EU. Daar horen ook duidelijke
conditionaliteiten bij. Afghanistan zal na afloop van de huidige
transitiefase in 2014 meer verantwoordelijkheid en daadkracht moeten
tonen. Ook zal Afghanistan intensiever met buurlanden moeten samenwerken
om de regionale stabiliteit te verzekeren.

Het kabinet maakt zich zorgen over het gebrek aan voortgang in de
uitvoering van de tijdens de Kabul Conferentie van juli 2010 gemaakte
afspraken en zal tijdens de Raad benadrukken dat de Bonn Conferentie
hieraan aandacht moet besteden. Ook zal het kabinet zich inspannen voor
een gezamenlijk EU-standpunt tijdens de conferentie. 

De Raad zal tevens spreken over een aantal actuele kwesties in
Afghanistan, met name die gerelateerd aan de Kabul Bank en het
parlement. De Kabul Bank verkeert als gevolg van mismanagement en fraude
in een grote crisis. De Afghaanse regering heeft al een aantal
maatregelen genomen maar tot op heden is een werkelijke oplossing niet
bereikt. Daarnaast is politieke onrust ontstaan doordat het Parlement
het besluit van het speciale tribunaal voor verkiezingsfraude om 62
niet-verkozen kandidaten alsnog als tot winnaar van de
parlementsverkiezingen aan te wijzen, vrijwel unaniem verworpen heeft.
Het kabinet zal de EU oproepen druk uit te oefenen op de Afghaanse
autoriteiten om spoedig vooruitgang te boeken in deze kwesties opdat ze
beide vóór de Bonn II Conferentie in goede banen zullen zijn geleid.