[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beantwoording vragen commissie over het gevoerde onderwijsbeleid inzake kinderen van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa

Brief regering

Nummer: 2011D39355, datum: 2011-08-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z16021:

Preview document (🔗 origineel)




  DOCPROPERTY retouradres  > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ  Den
Haag 



  DOCVARIABLE adres *\MERGEFORMAT  Aan de voorzitter van de  Tweede
Kamer der 

Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

 

 





  DOCPROPERTY _datum  Datum 	10 augustus 2011  DOCPROPERTY datum   

  DOCPROPERTY _onderwerp  Betreft 	  DOCPROPERTY onderwerp  Vragen over
het gevoerde beleid inzake arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. 

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ  Den Haag

www.rijksoverheid.nl

 

Onze referentie

  DOCPROPERTY onskenmerk  318183 

 

Uw brief van

23 juni 2011

 

Uw referentie

11-LURA-B-071

 





In uw brief van 23 juni 2011, kenmerk 11-LURA-B-071, stelt u mij een
aantal vragen over het gevoerde onderwijsbeleid inzake kinderen van
arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Hieronder ga ik op de door
u gestelde vragen in.

Vraag 1:

Welke ontwikkelingen heeft u waargenomen op het terrein van het
onderwijs als gevolg van de komst van arbeidsmigranten uit Midden- en
Oost-Europa per 1 januari 2004.

Antwoord:

Geen knelpunten door leerlingen afkomstig uit Midden- en Oost-Europa
(MOE-leerlingen) in het basis- en voortgezet onderwijs.

Eind 2007 zijn door enkele basissscholen en gemeenten signalen afgegeven
dat de opvang van kinderen uit Midden- en Oost-Europa in het onderwijs
(financiële) problemen met zich mee zouden brengen. Om de omvang van de
problematiek in kaart te brengen is aan het Instituut voor
Multiculturele vraagstukken Forum gevraagd een enquête te houden onder
scholen. In juni 2008 heeft Forum het rapport Nieuwkomers uit Midden- en
Oost-Europa op Nederlandse basisscholen- een verkenning gepubliceerd.
Conclusie was dat er geen sprake was van een grote instroom van de
kinderen uit Midden- en Oost-Europa, noch van een daarmee samenhangende
opvangproblematiek. Deze uitkomst is d.d. 29 augustus 2008 (Kamerstuk
31200 VIII, nr. 206) aan de voorzitter van de Tweede Kamer gemeld. In
deze brief is aangegeven dat er in het schooljaar 2008-2009 weer een
enquête was gepland. De resultaten van deze vervolgenquête zijn
opgenomen in het rapport Nieuwkomers uit Midden- en Oost-Europa op
Nederlandse basisscholen II- Een herhaalde verkenning (2009/2010), Forum
november 2010. De voornaamste conclusies uit het rapport zijn dat, in
lijn met de eerste inventarisatie, het beeld lijkt te worden bevestigd
dat het niet om een omvangrijke groep gaat en dat de aanwezigheid van
MOE-leerlingen door de meeste scholen niet als een knelpunt wordt
ervaren.

Ook vanuit het voortgezet onderwijs zijn geen signalen gekomen dat de
aanwezigheid van MOE-leerlingen specifieke problemen in de klas
opleveren. MOE-leerlingen worden bij de meeste scholen ondergebracht in
internationale schakelklassen. Door extra aandacht aan de Nederlandse
taal worden zij klaargestoomd om in te stromen in het reguliere
voortgezet onderwijs.

Informatiepunt 

Als gevolg van de afgegeven signalen in 2007 is er in 2008 een apart
informatiepunt ingericht bij het Landelijk Steunpunt Specifieke
doelgroepen (LISD). Bij het informatiepunt konden scholen met
MOE-leerlingen informatie inwinnen over hoe om te gaan met MOE-kinderen
in het onderwijs. Door scholen is er weinig beroep gedaan op het
informatiepunt en daarom is het informatiepunt eind 2009 opgeheven.
Scholen konden hierna nog wel een beroep blijven doen op het LISD om
informatie te ontvangen over de opvang van MOE-leerlingen in het
onderwijs. 

Het LISD is één van de organisaties die met ingang van 1 september
2011 geen subsidie meer zal ontvangen. Mijn voornemen hiertoe heb ik
bekendgemaakt in mijn brief aan de Tweede Kamer Herziening
subsidiebeleid onderwijssubsidies (Kamerstuk 32500, nr. 160). De
informatiefunctie die het LISD naar scholen vervult zal echter in een
andere hoedanigheid ter beschikking blijven (motie Biskop, Kamerstuk 32
500 VIII, nr. 189).

Extra bekostiging

Het bevoegd gezag van een school voor primair onderwijs waar de eerste
opvang in het onderwijs wordt verzorgd voor tenminste vier vreemdelingen
die korter dan een jaar in Nederland zijn, kan aanspraak maken op
bijzondere bekostiging voor personeel en materiële instandhouding. Met
name de scholen met veel asielzoekerleerlingen, maar ook de scholen met
MOE-leerlingen, hebben destijds aangegeven dat deze bekostiging
onvoldoende zou zijn voor de opvang van deze leerlingen. Als gevolg van
het afgeven van deze signalen, is deze bijzondere bekostiging met ingang
van 1 april 2009 verdubbeld. 

Daarnaast kunnen gemeenten die een specifieke uitkering ontvangen op
basis van artikel 168a van de Wet op het primair onderwijs, voor het
bestrijden van 

onderwijsachterstanden, schakelklassen inrichten voor kinderen die een
(grote) taalachterstand hebben. Dit kabinet stelt structureel € 50
miljoen extra beschikbaar voor schakelklassen en zomerscholen. 

Ook het voortgezet onderwijs kan aanspraak maken op extra bekostiging
voor de opvang van nieuwkomers. Scholen in het voortgezet onderwijs
kunnen voor aanvullende bekostiging gebruik maken van de regeling
Nieuwkomers en de regeling eerste opvang vreemdelingen, beiden onderdeel
van het Leerplusarrangement VO. 

Scholen geven bij de integrale leerlingentelling aan of ze nieuwkomers
(niet-Nederlanders die korter dan één of tussen de één en twee jaar
in Nederland zijn) of vreemdelingen als leerlingen hebben. Met de
aanvullende bekostiging kunnen bijvoorbeeld internationale
schakelklassen worden ingericht waarin kinderen, door veel aandacht te
geven aan de Nederlandse taal, worden klaargestoomd om in te stromen in
het reguliere voortgezet onderwijs.

Recente ontwikkelingen

Van de laatste ontwikkelingen op het terrein van het onderwijs als
gevolg van de komst van arbeidsmigranten uit Midden en Oost-Europa,
heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de voorzitter van
de Tweede Kamer op de hoogte gebracht met zijn brief van 14 april 2011
(Kamerstuk 29407, nr. 118). Kortheidshalve verwijs ik u naar deze brief.

Vraag 2.

Welke van deze ontwikkelingen zijn hierbij als probleem gemarkeerd? Kan
dit met onderzoeksgegevens worden onderbouwd?

Antwoord:

Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 3.

Welk beleid(sinstrumenten) is hierbij ingezet om deze problemen aan te
pakken?

Antwoord:

De inrichting van een informatiepunt voor het basisonderwijs en het
voortgezet onderwijs(het informatiepunt is eind 2009 opgeheven omdat er
door scholen praktisch geen beroep meer op werd gedaan), de verhoging
van de bijzondere bekostiging in het basisonderwijs voor de eerste
opvang van alle leerlingen die korter dan een jaar in Nederland zijn en
herhaalde communicatie richting scholen om hen op dit instrument te
wijzen (zie verder hierover het antwoord op vraag 1.).

Vraag 4.

Zijn hierbij concrete doelstellingen geformuleerd?

Antwoord:

Het inzetten van de in antwoord 3 genoemde beleidsinstrumenten had in
algemene zin tot doel scholen te ondersteunen bij de opvang van
MOE-leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.

Vraag 5.

Hoe succesvol is dit beleid geweest? Kunt u dit succes met analyses en
onderzoeksgegevens onderbouwen.

Antwoord:

In welke mate dit beleid succesvol is geweest is niet na te gaan. Uit
beide enquêtes van Forum (zie verder hierover het antwoord op vraag 1)
blijkt dat de aanwezigheid van MOE-leerlingen in het onderwijs door
nagenoeg alle basisscholen niet als knelpunt wordt ervaren. Ook vanuit
het voortgezet onderwijs zijn geen signalen gekomen dat de aanwezigheid
van MOE-leerlingen specifieke problemen in de klas opleveren.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart





 PAGE    

VERTROUWELIJK	Pagina  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 



  DOCPROPERTY rubricering  Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.
	  DOCPROPERTY _pagina  Pagina    PAGE   \* MERGEFORMAT  2   
DOCPROPERTY _van  van    SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT  2 



a

	





	





  DOCPROPERTY _pagina  Pagina   PAGE   2    DOCPROPERTY _van  van   
SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT  3 



  DOCPROPERTY _pagina  Pagina    IF   Page  1  = "1"  =   Page  1   1  
1   IF   Page  1 >"1"  = 1         DOCPROPERTY _van  van    SECTIONPAGES
  \* MERGEFORMAT  3 

  DOCPROPERTY _datum  Datum 

  DOCPROPERTY datum   

  DOCPROPERTY _onskenmerk  Onze referentie

   DOCPROPERTY onskenmerk  318183   DOCPROPERTY clausuleregel   

   DOCVARIABLE clausule