Advies Raad van State
Bijlage
Nummer: 2011D43680, datum: 2011-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verdrag Republiek der Marshalleilanden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken (2011D43676)
Preview document (🔗 origineel)
No.W06.10.0565/III 's-Gravenhage, 21 januari 2011 Bij Kabinetsmissive van 20 december 2010, no.10.003491, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Marshalleilanden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken, met Protocol; Majuro, 14 mei 2010 (Trb. 2010, 200 en Trb. 2010, 251), met toelichtende nota. Het Verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen. 1. Koninkrijkspositie In artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag is geregeld dat het Verdrag niet geldt voor de BES-eilanden. Dit betekent dat een Nederlands verzoek aan de Marshall-eilanden dat betrekking heeft op de BES-eilanden door de Marshall-eilanden niet behoeft te worden gehonoreerd. Volgens de toelichtende nota zou op grond van de Belastingwet BES een verzoek door de Marshall-eilanden aan Nederland wel kunnen worden gehonoreerd, omdat verzoeken om wederzijdse bijstand worden ingewilligd voor zover Nederland met de verzoekende staat een regeling is overeengekomen die voorziet in het verlenen van wederzijdse bijstand. Niet duidelijk is op welk artikel in de Belastingwet BES dit is gebaseerd, maar vermoedelijk is dat artikel 8.124, tweede lid, van de Belastingwet BES. De Afdeling wijst er echter op dat in artikel 8.134, eerste lid, onderdeel a, van de Belastingwet BES is bepaald dat geen inlichtingen worden verstrekt indien de verstrekking daarvan niet voortvloeit uit verplichtingen van regelingen van internationaal recht. Indien de veronderstelling juist is dat de voormelde passage in de toelichtende nota is gebaseerd op artikel 8.124, tweede lid, van de Belastingwet BES, merkt de Afdeling op dat deze passage op gespannen voet staat met het verbod van artikel 8.134, eerste lid, onderdeel a, van de Belastingwet BES. Artikel 8.124, tweede lid, van de Belastingwet BES is immers geen regeling van internationaal recht. De Afdeling adviseert hier in de toelichtende nota aandacht aan te schenken. 2. Artikel 3 protocol In artikel 3, onderdelen a en b, van het protocol staat dat als Nederland een verdrag zou sluiten met een met de Marshall-eilanden vergelijkbare mogendheid (comparable jurisdiction) de bevoegde autoriteiten in overleg kunnen treden. In de toelichtende nota wordt niet toegelicht wat met de term "vergelijkbare mogendheid" wordt bedoeld en welke criteria daarbij zouden moeten worden toegepast. De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen. 3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De waarnemend vice-president van de Raad van State, (get.) Hoekstra, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W06.10.0565/III met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft. In de derde volzin van de toelichting op artikel 3 van het Verdrag de woorden "na de inwerkingtreding van dit Verdrag" vervangen door "na de datum van ondertekening van dit Verdrag" en aan die volzin toevoegen ", indien de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen dit overeenkomen", in overeenstemming met artikel 3, tweede lid, tweede volzin, van het verdrag. Artikel 7 van het Verdrag komt, anders dan in de toelichting op dit artikel wordt gesteld, woordelijk overeen met artikel 7 van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters (modelverdrag). De toelichting op artikel 7 van het Verdrag schrappen, gelet op de tweede volzin van paragraaf II.1 van de artikelsgewijze toelichting en gelet op het feit dat de laatste volzin van de toelichting op artikel 7 van het Verdrag een bepaling toelicht die noch in het verdrag noch in het modelverdrag voorkomt. De tweede volzin van de toelichting op artikel 13 van het Verdrag schrappen omdat deze volzin de toelichting vormt op een bepaling die niet in het Verdrag voorkomt. . Paragraaf III. Koninkrijkspositie. PAGE PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........