[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Raad van State

Bijlage

Nummer: 2011D43800, datum: 2011-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag Gemenebest Dominica inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken (2011D43798)

Preview document (🔗 origineel)


No.W06.10.0570/III	's-Gravenhage, 21 januari 2011

Bij Kabinetsmissive van 20 december 2010, no.10.003504, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemenebest Dominica inzake
de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken; Roseau,
Dominica, 11 mei 2010 (Trb. 2010, 173 en Trb. 2010, 224), met
toelichtende nota.

Het Verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de
belastingheffing. De Afdeling advisering van de Raad van State
onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij enige
kanttekeningen.

1.	Koninkrijkspositie

In artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag is geregeld dat
het Verdrag niet geldt voor de BES-eilanden. Dit betekent dat een
Nederlands verzoek aan het Gemenebest Dominica dat betrekking heeft op
de BES-eilanden door het Gemenebest Dominica niet behoeft te worden
gehonoreerd. Volgens de toelichtende nota zou op grond van de
Belastingwet BES een verzoek door het Gemenebest Dominica aan Nederland
wel kunnen worden gehonoreerd, omdat verzoeken om wederzijdse bijstand
worden ingewilligd voor zover Nederland met de verzoekende staat een
regeling is overeengekomen die voorziet in het verlenen van wederzijdse
bijstand. Niet duidelijk is op welk artikel in de Belastingwet BES dit
is gebaseerd, maar vermoedelijk is dat artikel 8.124, tweede lid, van de
Belastingwet BES. De Afdeling wijst er echter op dat in artikel 8.134,
eerste lid, onderdeel a, van de Belastingwet BES is bepaald dat geen
inlichtingen worden verstrekt indien de verstrekking daarvan niet
voortvloeit uit verplichtingen van regelingen van internationaal recht.
Indien de veronderstelling juist is dat de voormelde passage in de
toelichtende nota is gebaseerd op artikel 8.124, tweede lid, van de
Belastingwet BES, merkt de Afdeling op dat deze passage op gespannen
voet staat met het verbod van artikel 8.134, eerste lid, onderdeel a,
van de Belastingwet BES. Artikel 8.124, tweede lid, van de Belastingwet
BES is immers geen regeling van internationaal recht.  

De Afdeling adviseert hier in de toelichtende nota aandacht aan te
schenken.

2.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging goed
te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der
Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn
geschonken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

(get.) Hoekstra,

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W06.10.0570/III met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

In de derde volzin van de toelichting op artikel 3 van het Verdrag de
woorden "na inwerkingtreding van dit Verdrag" vervangen door "na de
datum van ondertekening van dit Verdrag" en aan die volzin toevoegen ",
indien de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen dit
overeenkomen", in overeenstemming met artikel 3, tweede lid, tweede
volzin, van het verdrag.

De toelichting op artikel 8 van het Verdrag aanvullen met een
toelichting op artikel 8, tweede lid, van het Verdrag waarin is
aangegeven dat is voorzien in een passend beschermingsniveau van
persoonsgegevens door aan te sluiten bij de Economische Partnerschap
Overeenkomst tussen de Cariforum-staten en de EU en haar lidstaten.

De tweede volzin van de toelichting op artikel 13 van het Verdrag
schrappen omdat deze volzin de toelichting vormt op een bepaling die
niet in het Verdrag voorkomt.

. Paragraaf III. Koninkrijkspositie.

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........