[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memo inkomenseffecten van het eerder dan de pensioengerechtigde leeftijd opnemen van de AOW

Bijlage

Nummer: 2011D44141, datum: 2011-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Memo inkomenseffecten van het eerder dan de pensioengerechtigde leeftijd opnemen van de AOW (2011D44137)

Preview document (🔗 origineel)


Memo inkomenseffecten 

In 2020 wordt de AOW-leeftijd verhoogd naar 66 jaar. Werknemers die tot
hun 65e doorwerken hebben in totaal vier maal de werkbonus ontvangen,
dit is circa 8.400 euro voor het minimumloon en 9.400 euro vanaf 107%
van het minimumloon. De meeste CAO-schalen beginnen rond deze laatste
inkomensgrens. Voor het aanvullend pensioen geldt dat een meerderheid
van de huishoudens, circa 60%, een aanvullend pensioen heeft kleiner dan
10.000 euro.

Het blijft mogelijk om het AOW-pensioen vanaf 65-jarige leeftijd op te
nemen, tegen een actuariële korting van netto 6,5% per jaar. De korting
wordt echter kleiner wanneer de werkbonus wordt gebruikt om een deel van
het weggevallen AOW-pensioen op 65-jarige leeftijd te overbruggen. Het
is dan niet nodig om het AOW-pensioen een heel jaar eerder op te nemen,
waardoor de korting van 6,5% per jaar ook navenant lager uitvalt.
Bijvoorbeeld: een alleenstaande met een minimumloon, die tot 65
doorwerkt, heeft een werkbonus van 8.400 euro ontvangen. Als hij of zij
dit geld spaart en op 65 stopt met werken, dan kan hij of zij hier
gedurende 8 maanden in het inkomen voorzien. De resterende maanden wordt
dan vervroegd AOW opgenomen. Dat betekent dat de AOW niet twaalf maanden
eerder wordt opgenomen, maar slechts 4 maanden. De korting wordt dan
navenant lager, namelijk circa 2% in plaats van 6,5%. Dit beperkt ook de
inkomenseffecten over de volgende levensjaren. Onderstaande tabellen
laten de gemiddelde effecten over de levensloop zien. De effecten per
jaar kunnen iets verschillen, maar de tabel geeft vanwege het beperken
van de korting een goede indicatie voor de inkomenseffecten.

In onderstaande twee tabellen zijn de effecten van de bovengenoemde
maatregelen op het netto inkomen weergegeven ten opzichte van
ongewijzigd beleid, waarbij is aangenomen dat de werkbonus tussen 61-64
wordt gespaard en wordt gebruikt om op het 65e levensjaar een deel van
het weggevallen AOW-pensioen te overbruggen. In de tabellen is duidelijk
dat het gemiddelde effect van het stoppen op 65 jaar bij de laagste
inkomens uitkomt op -1½% voor alleenstaanden zols ook aangegeven in de
brief van 14 september. Voor hogere inkomens is het nadelige effect van
eerder stoppen groter. Het effect is bij gehuwden vooral bij de lage
inkomens iets positiever dan bij alleenstaanden, omdat met de
maatregelen uit het pensioenakkoord het verzilveringsprobleem bij deze
huishoudens wordt opgelost.

In de effecten is de beperking van het Witteveenkader niet meegenomen,
de effecten daarvan treden niet op bij lage inkomens. De precieze
inkomenseffecten van de beperking van het Witteveen-kader zullen per
pensioenfonds verschillen maar zijn licht negatief. Mensen met een hoog
inkomen en dus met een hoger aanvullend pensioen zullen een groter
inkomenseffect van de inperking van het Witteveenkader ervaren. 

Tabel 1: situatie pensioenakkoord (alleenstaande die in 2020 65 jaar
wordt, zijn werkbonus heeft gespaard en eerder AOW opneemt) 



	AOW zonder aanvullend pensioen	-1 ½ 

AOW met 10.000 euro aanvullend pensioen	-2 ½ 

AOW met 20.000 euro aanvullend pensioen	-2 ¼



Tabel 2: situatie pensioenakkoord (paar dat in 2020 65 jaar wordt,
alleenverdiener is, 1 maal een werkbonus heeft gespaard en eerder AOW
opneemt) 



	AOW zonder aanvullend pensioen	- ¾ 

AOW met 10.000 euro aanvullend pensioen	-1 ¾  

AOW met 20.000 euro aanvullend pensioen	-2 ¼  



 Hierbij wordt verondersteld dat de leeftijdsgrens van de werkbonus niet
met de AOW-gerechtigde leeftijd meestijgt