Nader rapport
Bijlage
Nummer: 2011D44166, datum: 2011-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Advies Raad van State en nader rapport (2011D44164)
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-672/11 AAN DE KONINGIN Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Gibraltar inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen; Londen, 23 april 2010 (Trb. 2010, 171). ’s-Gravenhage, 31 augustus 2011 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 20 december 2010, nr. 10.003490, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 21 januari 2011, nr. W06.10.0566/III, bied ik U hierbij aan. A. Gevolg gevend aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad over de verhouding tussen de Europese richtlijn 77/799/EEG betreffende de wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen en het voorliggende Verdrag, is de toelichtende nota aangevuld met een paragraaf ten aanzien van de verhouding tot de Europese Unie. B. Gevolg gevend aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad over de toelichting bij artikel 8, is de toelichtende nota op dit punt aangepast. Gevolg gevend aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad over artikel 3, tweede lid, is in de toelichtende nota ingegaan op de reden om af te wijken van het modelverdrag. Gevolg gevend aan het advies van de Afdeling advisering van de Raad over de Koninkrijkspositie, is in de toelichtende nota aandacht geschonken aan de rechtsbasis voor de mogelijkheid tot gegevensverstrekking met betrekking tot de BES-eilanden. Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om o.a. de toelichting bij artikel 8 redactioneel aan te passen. Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Minister van Buitenlandse Zaken,