[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33019 Adv RvSt inzake Wijziging van onder meer de Mediawet 2008 in verband met aanpassing van de rijksmediabijdrage, beëindiging van de wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep en aanpassingen van meer technische aard

Wijziging van onder meer de Mediawet 2008 in verband met aanpassing van de rijksmediabijdrage, beëindiging van de wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep en aanpassingen van meer technische aard

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2011D46912, datum: 2011-09-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z18827:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W05.11.0278/I	's-Gravenhage, 15 augustus 2011

Bij Kabinetsmissive van 15 juli 2011, no.11.001741, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Mediawet
2008 in verband met aanpassing van de rijksmediabijdrage, opheffing van
de Stichting Radio Nederland Wereldomroep als publieke media-instelling
en aanpassingen van meer technische aard, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel strekt ertoe de wettelijk vastgelegde
rijksmediabijdrage te verlagen en de wettelijke taken van de Stichting
Radio Nederland Wereldomroep (de Wereldomroep) te beëindigen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen.

1.	De Wereldomroep 

Het voorstel regelt dat de Wereldomroep vanaf 2013 niet langer
gefinancierd wordt uit de begroting van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) en dat de wettelijke taken van de
Wereldomroep worden beëindigd. 

Blijkens de toelichting wordt de kerntaak tot verspreiding van het vrije
woord  – het voorzien in onafhankelijke informatie in landen met een
informatieachterstand – niet beëindigd; de Wereldomroep zal voor deze
taak bekostiging ontvangen uit de begroting van het Ministerie van
Buitenlandse zaken. 

De Afdeling merkt op dat door het vervallen van de bescherming die de
Mediawet biedt aan de aard en identiteit van de Wereldomroep, de
Wereldomroep een subsidierelatie krijgt met het Ministerie van
Buitenlandse Zaken. De Afdeling is van oordeel dat de eigen
verantwoordelijkheid van de Wereldomroep als maatschappelijke
organisatie door deze subsidierelatie niet mag worden ingeperkt. 

Voorts wordt in de toelichting opgemerkt dat ten behoeve van een
ordentelijke afbouw van de organisatie aan de Wereldomroep zal worden
gevraagd om een plan tot afbouw en een bijbehorend sociaal plan voor te
leggen. De uitvoering van deze plannen zal in 2012 zijn beslag moeten
krijgen, aldus de toelichting. Uit de toelichting wordt echter niet
duidelijk of het voorleggen van dit sociaal plan betekent dat de
Minister van OCW betrokken is bij de totstandkoming van dit plan. 

De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de twee
bovenstaande punten.

2.	Vermindering rijksmediabijdrage

Artikel V bepaalt dat de financiële bijdrage van de overheid aan de
mediabegroting zal worden verlaagd met 50,474 miljoen euro in 2013 tot
201,201 miljoen euro voor het jaar 2017. Volgens de toelichting is
gekozen voor een wetswijziging in twee stappen: onderhavig voorstel
regelt de verlaging van de rijksmediabijdrage en de beëindiging van de
wettelijke taken van de Wereldomroep, vervolgens zullen in een voorstel
met ruimere strekking de taak en organisatie van de landelijke publieke
omroep vanaf 1 januari 2016 worden geregeld, evenals de herpositionering
van de omroeporkesten.

De Afdeling constateert dat in de toelichting aangegeven wordt dat de
rijksmediabijdrage wordt verlaagd, maar dat de wijze waarop deze
verlaging vorm zal krijgen niet wordt toegelicht. De Afdeling adviseert
in de toelichting aandacht te besteden aan het procesverloop van het
andere wetsvoorstel. 

3.	Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het
advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no.W05.11.0278/I met redactionele kanttekeningen die de
Afdeling in overweging geeft.

In de citeertitel en in de toelichting, in het opschrift van hoofdstuk
3, de zinsnede 'opheffing van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep
als publieke media-instelling' vervangen door: beëindiging van
wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep.

In de considerans de zinsnede 'ter uitvoering van de in het
regeerakkoord opgenomen' schrappen, aangezien de considerans een
inhoudelijke onderbouwing van de wet moet weergeven (vergelijk
aanwijzing 118 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). 

In Artikel I, onderdeel B, het artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b,
geheel schrappen, nu dit onderdeel ziet op de taken van de Wereldomroep
(vergelijk Kamerstukken II 2007/08, 31 356, nr. 3, blz. 42).

In Artikel I, onderdeel I, derde lid, de zinsnede '3. Aan de volzin
wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:' vervangen door: 3. Na
onderdeel d wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd, luidende:. 

Het bestaande artikel 2.26, laatste volzin, in een apart tweede lid
onderbrengen. Ook artikel 2.25, laatste volzin, in een apart tweede lid
onderbrengen. 

In Artikel I, onderdeel HH, het gehele eerste lid vervangen door: 1.
Onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel b, vervalt onderdeel b.


Artikel I, onderdeel RR, artikel 2.185, eerste lid, als volgt laten
luiden: De NPO stelt een commissie in die tot taak heeft de evaluatie te
verrichten. De commissie bestaat uit ten minste vijf onafhankelijke
deskundigen en is zoveel mogelijk representatief voor het kijk- en
luisterpubliek. 

In artikel I, onderdeel SS, in artikel 2.186, aanhef, de zinsnede 'De
evaluatiecommissie van de NPO' vervangen door: De evaluatiecommissie.
Ook in artikel 2.185, tweede lid, de zinsnede 'De leden van de
evaluatiecommissie van de NPO' vervangen door: De leden van de
evaluatiecommissie. 

In artikel I, onderdeel TT, in artikel 2.187, tweede lid, 'Onze
minister' vervangen door: Onze Minister. 

	Toelichting, Hoofdstuk 3. Opheffing van de Wereldomroep als publieke
media-instelling. 

 PAGE    

  PAGE  2 

 PAGE   I 

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........