[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 oktober 2011

Bijlage

Nummer: 2011D47594, datum: 2011-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 oktober 2011 (2011D47593)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 10 oktober 2011

Midden-Oosten Vredesproces

De ministers zullen terugblikken op de ministeriële week van de
Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) en spreken over de
rol van de EU in de komende tijd, met name ter opvolging en
ondersteuning van de Kwartetverklaring van 23 september jl. De ministers
zullen daarbij voortbouwen op het besprokene tijdens de informele
overleggen op 2 en 3 september jl. in Sopot (Polen) en op 20 september
jl. in New York. 

De inspanningen van Nederland en de EU zijn onverminderd gericht op zo
spoedig mogelijke hervatting van de onderhandelingen. Het kabinet meent
dat het Kwartet een centrale rol heeft, met daarin een leidende rol voor
de VS. De EU vervult een stuwende en ondersteunende rol. Nederland heeft
waardering voor de inspanningen van Hoge Vertegenwoordiger (HV) Ashton
in de afgelopen periode en roept haar op deze voort te zetten. 

Een duurzame tweestatenoplossing is alleen mogelijk via directe
onderhandelingen binnen het kader van de zogenoemde EU-parameters. In
zijn toespraak tot de AVVN heeft minister Rosenthal dit als volgt
verwoord: “onderhandel, onderhandel, onderhandel”. Het kabinet wijst
unilaterale stappen af, zoals ook bleek uit de oproep van minister
Rosenthal om het recente Israëlische besluit om 1100 bouwvergunningen
te verlenen in Oost-Jerusalem, terug te draaien. Ook onder anderen HV
Ashton heeft een dergelijke oproep gedaan.

Zuidelijke buurlanden

De ministers zullen spreken over actuele ontwikkelingen in de Arabische
regio. Naar verwachting zullen Egypte, Tunesië, Libië, Syrië en Jemen
aan de orde komen. 

Op 24 juni jl. stuurde minister Rosenthal uw Kamer een brief met de
uitgangspunten van de Nederlandse visie op de zuidelijke buurlanden
(Kamerstuk 32623, nr. 40). Over de Nederlandse inzet ten aanzien van
Syrië en Libië heeft de minister u aanvullend bericht (onder andere:
Kamerstukken 32623 nr. 45 en 46). Het kabinet wil een duurzame transitie
in de Arabische regio ondersteunen, leidend tot democratisering,
rechtsstatelijkheid en bescherming van mensenrechten, en duurzame
economische groei. De additionele uitgaven van de EU waarover uw Kamer
op 15 juni jl. een appreciatie ontving, dragen hier aan bij (Kamerstuk
22112, nr. 1184). Landen die grotere inspanningen op dit vlak leveren,
verdienen meer steun. Wie minder doet, minder. De eerste
EU-programma’s zijn inmiddels van start gegaan. 

Het kabinet steunt de door de Commissie bepleite intensivering van de
handelsbetrekkingen met de Nabuurschapslanden. Het is onder meer
voorstander van het verder openen van de Europese markt voor producten
van de Zuidelijke buren van de EU, met inbegrip van landbouwproducten.
Nederland heeft dit opnieuw onderstreept tijdens de RBZ (handel) van 26
september jl. Een landbouwakkoord met Marokko, dat mede voorziet in
betere markttoegang voor producten uit Marokko, ligt nu ter goedkeuring
voor in het Europees Parlement. De Raad en de Commissie dringen aan op
snelle behandeling en aanname hiervan.

Egypte en Tunesië

Eind november vindt de eerste ronde van de parlementsverkiezingen in
Egypte plaats. Daarna volgen presidents- en senaatsverkiezingen.
Verkiezingen voor de Tunesische Constitutionele Raad vinden plaats op 23
oktober.

Het kabinet wil vrije en eerlijke verkiezingen in Egypte en Tunesië en
roept alle partijen op vast te houden aan beginselen van democratie en
mensenrechten. De EU heeft een verkiezingswaarnemingsmissie naar
Tunesië ontplooid waaraan drie Nederlandse waarnemers deelnemen. Met
Egypte kon helaas geen overeenstemming over verkiezingswaarneming worden
bereikt. Wel wordt steun verleend via het European Instrument for
Democracy and Human Rights (EIDHR) in Egypte. Nederland heeft zowel in
Egypte als Tunesië diverse initiatieven ontplooid ter ondersteuning van
de verkiezingen.

Syrië

Het Assad-regime onderdrukt de voortdurende protesten met bruut geweld
en negeert oproepen van de internationale gemeenschap om hervormingen
door te voeren. Het kabinet blijft de nadruk leggen op de noodzaak van
actie van de internationale gemeenschap om het Syrische regime verder
onder druk te zetten, teneinde  het geweld tegen ongewapende betogers,
massale arrestaties en de martelingen te stoppen. Het Syrische regime
moet internationale media en waarnemers toelaten tot het land. Daarnaast
verdienen leden van de Syrische oppositie en Syrische
mensenrechtenverdedigers steun. Het kabinet zal dit blijven aandragen
bij de EU.

Volgens de eerste berichten raken de door de EU ingestelde sancties het
regime. Het mede op initiatief van Nederland ingestelde embargo op de
import van Syrische ruwe olie en het verbod op het financieren en
verzekeren van alle olietransacties en transporten zorgen ervoor dat de
Syrische overheid inkomsten misloopt. De sancties tegen personen en
bedrijven die het regime ondersteunen, zijn onlangs, mede op Nederlands
initiatief, nogmaals uitgebreid. Tijdens de ministeriële week van de
AVVN heeft minister Rosenthal ertoe opgeroepen dat ook sancties worden
ingesteld door de VN. Inmiddels spreekt de VN-Veiligheidsraad over een
resolutie die aankondigt dat de Veiligheidsraad sancties tegen Syrië
zal overwegen indien mensenrechtenschendingen en geweld voortduren. Bij
het schrijven van deze brief was nog niet duidelijk of een dergelijke
tekst kan rekenen op de steun van de Veiligheidsraad.

Libië

De Raad besloot op grond van VN-resolutie 2009 onlangs tot de opheffing
van de bevriezing van tegoeden van enkele oliebedrijven. Beperkingen op
scheep- en luchtvaart zijn opgeheven. De mogelijkheden tot vrijgave van
bevroren tegoeden van enkele door de VN ‘geliste’ financiële
entiteiten zijn verruimd. Eerder al was besloten tot vrijgave van
tegoeden van een aantal door de EU ‘geliste’ entiteiten.

De ministers zullen inventariseren welke verdere stappen nu gezet kunnen
worden. Nederland zal pleiten voor een leidende rol van de VN op basis
van Libische behoeftes, met een heldere taakverdeling tussen
internationale actoren. De EU bereidt zich voor om bijzondere aandacht
te geven aan grensmanagement, de versterking van het maatschappelijk
middenveld en de bevordering van de rol van vrouwen alsook aan de media.
Daarbij is het van belang dat ook Libië op termijn in aanmerking komt
voor additionele EU-steun op basis van het principe van ‘intelligente
conditionaliteit’ (more-for-more en less-for-less).

 

Minister Rosenthal zal bij zijn EU-collega’s benadrukken dat het
wenselijk is dat de ICC-verdachten (Muammar Qaddafi, diens zoon Saif
Al-Islam Qaddafi en het hoofd van de militaire inlichtingendienst
Abdullah Al-Senussi) worden uitgeleverd. Zodra bekend is in welke landen
deze verdachten zich bevinden dient op deze landen druk te worden
uitgeoefend, teneinde samenwerking met het ICC te garanderen. 

Op basis van de bevindingen van een diplomatieke missie die recent
Tripoli heeft bezocht met het oog op spoedige heropening van de
Nederlandse ambassade aldaar, streven wij er naar dat de ambassade begin
oktober weer volledig operationeel zal zijn. Veiligheid van het
personeel staat daarbij evenwel voorop.  

Jemen

In Jemen vallen bij de strijd tussen troepen van president Saleh en die
van generaal Mohsen tientallen doden. Na terugkeer uit Saoedi-Arabië
kondigde Saleh een staakt-het-vuren af dat stelselmatig wordt
geschonden. 

Nederland meent dat de EU opnieuw het geweld moet veroordelen en haar
oproep om te komen tot een geloofwaardige en vreedzame politieke
transitie moet herhalen. Daartoe moet de EU het werk van de bemiddelaars
van de Gulf Cooperation Council (GCC) en de VN ondersteunen. In de
Mensenrechtenraad is Nederland één van de initiatiefnemers van een
aangenomen resolutie over Jemen die oproept tot onafhankelijk onderzoek
naar mensenrechtenschendingen. 

Wit-Rusland

De Raad zal spreken over de ontwikkelingen in Wit-Rusland. Aanleiding
vormen de blijvende zorg over de mensenrechtensituatie in het land en de
jaarlijkse evaluatie van het sanctieregime.   

Het kabinet verwelkomt de vrijlating van elf politieke gevangenen in
Wit-Rusland begin september, maar is tegelijkertijd van mening dat dit
onvoldoende is; de mensenrechtensituatie in het land is nog steeds
onacceptabel. Het kabinet verwacht van Wit-Rusland vrijlating en
volledige rehabilitatie van alle politieke gevangenen, stopzetting van
de politieke intimidatie en volledige respectering van de mensenrechten
en burgerlijke vrijheden. Het kabinet is van mening dat de EU de
mensenrechtenschendingen in Wit-Rusland moet blijven veroordelen en het
regime moet blijven oproepen aan genoemde eisen te voldoen. De EU nam
daarover een zeer stevige verklaring aan tijdens de Oostelijk
Partnerschapstop op 29-30 september te Warschau. Vertegenwoordigers van
Wit-Rusland bleven weg op de Top.

Teneinde de druk op het regime hoog te houden is het kabinet van mening
dat het huidige strikte EU-sanctiebeleid van kracht moet blijven en het
EU-inreisverbod en de bevriezing van financiële tegoeden van president
Loekasjenko en zijn getrouwen verder moet worden uitgebreid. Het kabinet
spant zich in voor besluitvorming hierover. Het verbod betreft nu 192
personen. Ook zijn tegen drie bedrijven sancties ingesteld. Het kabinet
spant zich ervoor in dat de EU ook mogelijkheden beziet om deze lijst
uit te breiden. 

Tegelijkertijd blijft het wenselijk maatschappelijke organisaties in
Wit-Rusland te steunen. In aanvulling op EU-ondersteuning voor het
maatschappelijk middenveld geeft Nederland bilateraal steun aan
oppositionele krachten en maatschappelijke organisaties in Wit-Rusland.
Voor 2011 is daartoe ruim 700.000 euro vrijgemaakt, onder meer uit het
Mensenrechtenfonds en het MATRA-programma. Bij een bezoek aan Minsk op
19-22 september jl. heeft de Speciale Vertegenwoordiger voor het
Oostelijk Partnerschap gesproken met de vrijgelaten gevangenen en andere
vertegenwoordigers van de oppositie, het maatschappelijk middenveld en
de kerken. Hierbij heeft hij de Nederlandse steun voor hun werkzaamheden
nogmaals uitgesproken.

Iran

De Raad zal naar verwachting recente ontwikkelingen in de
mensenrechtensituatie in Iran en het Iraanse nucleaire programma
bespreken. De mensenrechtensituatie in Iran verslechtert verder.
Nederland is ernstig bezorgd en maakt zich in EU-verband hard voor
uitbreiding van de lijst met Iraanse mensenrechtenschenders op wie
sancties van kracht zijn. Naar verwachting zal de EU binnenkort hierover
kunnen besluiten. Ook is Nederland voortdurend actief betrokken bij de
agendering binnen de EU van individuele Iraanse mensenrechtenzaken,
onder meer op het vlak van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

Het IAEA is nog altijd niet in staat om vast te stellen dat het Iraanse
nucleaire programma geheel vreedzaam van aard is. Het feit dat Iran
weigert volledig mee te werken aan dit internationaal toezicht en de
aanwijzingen voor het bestaan van een Iraans nucleair programma
verontrusten het kabinet ten zeerste. Dit geldt overigens ook voor de
rol van Iran in de regio. Vooralsnog zijn geen nieuwe besprekingen
tussen de E 3+3 (vijf permanente leden van de VNVR en Duitsland) en Iran
voorzien. In oktober zal een evaluatie plaatsvinden van de EU-sancties
die zijn gericht op het tegengaan van het Iraanse nucleaire programma.
Mede naar aanleiding van het debat met de Tweede Kamer op 14 september
jl. heeft Nederland inmiddels in meerdere EU-werkgroepen ingebracht dat
het uiteraard uitgaat van uniforme en strikte naleving van de sancties
door alle lidstaten.

Ook is nagegaan of de in Nederland gevestigde Demir-Halk Bank N.V.
betrokken is geweest bij financiële transacties met Iran die inbreuk
maken op bestaande sanctieregimes. Onderzoek door Nederlandse
overheidsinstellingen, waaronder het ministerie van Financiën, heeft
geen informatie of aanwijzingen opgeleverd dat deze bank hierbij
betrokken is of is geweest.

Tot slot berichten wij u dat het kabinet conform de wens van de Tweede
Kamer nog altijd onverkort uitvoering geeft aan de motie Ten Hoopen c.s.
(Kamerstuk 30800 XIII, nr. 63) en de brief “Internationaal
Ondernemen” van 7 maart 2008 (Kamerstuk 31 380, nr. 1), waarin
staat dat actieve handels- en investeringsbevordering door de
Nederlandse overheid in relatie tot Iran niet plaatsvindt. 

EU-China Top

De Raad zal de voorbereiding van de EU-China top op 25 oktober a.s. in
Tianjin bespreken. Voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy,
voorzitter van de Europese Commissie Barroso en Hoge Vertegenwoordiger
Ashton zullen de EU vertegenwoordigen. Op de agenda staan onder meer
economische onderwerpen, buitenlands beleid en monetair beleid.

De top dient om tot nauwere samenwerking te komen tussen de EU en China.
Samenwerking maakt het beter mogelijk om adequaat te handelen in
mondiale vraagstukken als de financiële crisis, het verder stimuleren
van de wereldhandel, bestrijding van klimaatverandering en
non-proliferatie van massavernietigingswapens. Tijdens de top zal de EU
aandringen op het verbeteren van de investeringscondities in China, het
beschermen van intellectueel eigendomsrecht, het openen van de markt
voor overheidsaanbestedingen en het verzekeren van toegang tot
grondstoffen. 

Het kabinet wenst dat China zich opstelt als een verantwoordelijke
wereldspeler. Het steunt de nadruk op de economische relatie met China,
maar zal bij de voorbereiding in EU-verband bepleiten dat ook aandacht
aan mensenrechten wordt besteed, waarbij de EU in het bijzonder
persvrijheid, vrije toegang tot internet, bescherming van minderenheden
en het handhaven van de rechtsstaat zou moeten bepleiten. Daarnaast wil
Nederland dat met China wordt gesproken over de conferentie over de
effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking in Busan eind november en de
rol van China als donor in Afrika en Azië.

Bosnië-Herzegovina

Mogelijk zal de Raad overeenstemming bekrachtigen over omvorming van de
missie EUFOR Althea in Bosnië-Herzegovina, met behoud van het
executieve mandaat. Op dit moment wordt hierover in EU-verband overlegd.
De huidige Nederlandse bijdrage aan de missie loopt tot 19 november 2011
en omvat maximaal 75 militairen. Graag maken wij van de gelegenheid
gebruik om uw Kamer te berichten dat het kabinet heeft besloten na 19
november a.s. niet meer aan het executieve gedeelte van de missie bij te
dragen, maar nog wel ongeveer vijf militairen bij te dragen aan het
trainingsgedeelte van de missie. Dit is conform de artikel 100 brief van
18 januari jl. (Kamerstuk 29521 nr. 156). Het mandaat van de
politiemissie EUPM is tot 1 juli 2012 verlengd om een duurzame afronding
van haar activiteiten te waarborgen. Nederland zal tot uiterlijk eind
december 2011 drie functionarissen blijven bijdragen aan deze missie.