[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de vergadering van de Eurogroep van 3 oktober 2011 te Luxemburg

Bijlage

Nummer: 2011D48088, datum: 2011-10-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de vergadering van de Eurogroep van 3 oktober 2011 te Luxemburg (2011D48087)

Preview document (🔗 origineel)


Eurogroep 

Tijdens de Eurogroep werd opnieuw intensief gesproken over Griekenland
en de invulling van de overige besluiten die genomen zijn tijdens de
Eurotop van 21 juli jongstleden. 

Griekenland

De trojka gaf een mondelinge toelichting over de stand van zaken rondom
de vijfde voortgangsrapportage en de uitbetaling van de zesde tranche in
het kader van het Griekse steunprogramma. Voorafgaand aan de Eurogroep
maakt de Griekse regering bekend dat de economie naar verwachting met
5,5% krimpt in 2011 in plaats van de eerder verwachte 3,8% en dat het
begrotingstekort met 8,5% BBP duidelijk hoger uitvalt dan afgesproken.
Onderzoek van de Trojka moet in de komende periode uitwijzen of de door
Griekenland beoogde additionele maatregelen voldoen om te concluderen
dat het Griekse programma ‘on track’ is en de Griekse schuld
houdbaar is gebleven.

De trojka is donderdag 29 september weer teruggekeerd naar Athene om de
vijfde voortgangsmissie af te ronden en zal naar verwachting woensdag
beginnen met het opstellen van zijn rapport. Op basis van de bevindingen
van de trojka, zal besluitvorming plaatsvinden over het uitkeren van de
zesde tranche. Zoals bekend is de uitkomst van het rapport en de
schuldhoudbaarheidsanalyse van de trojka voor Nederland leidend bij dit
besluit. Besluitvorming over de 6de tranche zal nu waarschijnlijk
geschieden in de loop van november. De Griekse Minister van Financiën
informeerde de Eurogroep dat Griekenland in ieder geval tot de tweede
week van november voldoende middelen heeft. 

Nederland heeft zich tijdens de Eurogroep met nadruk uitgesproken tegen
een te eenzijdige crisisbeheersingstrategie, die zich enkel richt op
financiële steun. Hierbij heeft Nederland aangegeven dat effectieve
crisisbeheersing vereist dat eurolanden ook zelf verantwoording nemen om
het vertrouwen van de markten in de eurozone zeker te stellen. Dit
betekent dat landen waar een vertrouwensverlies van de markten dreigt
geloofwaardige budgettaire consolidatiemaatregelen en economische
hervormingen dienen te implementeren. Op de middellange termijn is een
strikte handhaving van budgettaire discipline een vereiste om reeds nu
het vertrouwen van de markten in de eurozone te bewerkstelligen.
Nederland refereerde hierbij aan de in de kabinetsvisie op de toekomst
van de EMU uiteengezette voorstellen voor versterking van de rol van de
Commissie bij het handhaven van budgettaire discipline.

Onderpand

Zoals aangekondigd in het verslag van de informele Ecofin en Eurogroep
van 16 en 17 september (BFB2011-1930M) is in de afgelopen weken op
ambtelijk niveau gewerkt aan een oplossing in de onderpanddiscussie.
Tijdens de Eurogroep heeft het EFSF bestuur een oplossingsvoorstel
gepresenteerd. Het voorstel komt er kort gezegd op neer dat lidstaten
via een technische constructie onderpand verkrijgen dat bij een trustee
(investment bank) wordt aangehouden. Het onderpand wordt verkregen op
een deel van de hoofdsom (40%) van het betreffende aandeel in de EFSF
leningen. De interestbetalingen door de Griekse staat, de overgaranties
van een lidstaat en de garanties aan de ECB worden niet gedekt door het
onderpand. Ongerekend de interestbetalingen, komt het onderpand dan neer
op nog geen 20% van de in totaal door een lidstaat afgegeven garanties.
En zoals de Tweede Kamer gemeld, worden de interestbetalingen in de
boekhouding van de Nederlandse overheid wel meegenomen als het gaat om
afgegeven garanties. Als het beroep op onderpand onverhoopt ingeroepen
zou moeten worden, wordt deze pas aan het eind van de looptijd van de
oorspronkelijke Griekse lening betaalbaar gesteld.

Het voorstel voldoet aan de drie criteria die Nederland heeft gesteld
voor een oplossing: 1) geen verhoging van het programmageld voor
Griekenland; 2) toegankelijk voor alle lidstaten en derhalve gelijke
berechtiging van alle overheden, terwijl tegelijk geen rechten voor
andere obligatiehouders worden gecreëerd (in technische termen:
voorkomen dat de “negative pledge clauses” werkzaam worden); 3) een
reële prijs voor het onderpand. Er is een constructie gemaakt waarbij
de Griekse overheid onderpand geeft via de Griekse banken, om te
voorkomen dat de negative pledges werkzaam worden. In de gevonden
oplossing ontstaan er nu geen kasstromen tussen de Griekse overheid
enerzijds en andere partijen anderzijds. De banken blijven ook op
hetzelfde niveau van kapitalisatie. Daarmee is verzekerd dat de omvang
van het tweede programma niet door deze onderpandskwestie wordt geraakt.
Het onderpand is ook alleen beschikbaar tegen een forse prijs. Hierbij
zijn verschillende elementen van belang. Ten eerste wordt een land die
om onderpand vraagt, gekort op winsten die resulteren uit leningen
verstrekt door EFSF aan andere lidstaten en aan Griekenland. Deze
korting bedraagt respectievelijk 40% en 100%. Ten tweede zal een land
dat van de onderpandregeling gebruik wil maken al in 2013 zijn totale
aandeel in het paid-in capital voor ESM moeten storten (in plaats van de
oorspronkelijk overeengekomen storting in vijf tranches over de periode
2013-2017). Door de vervroegde storting lijdt een lidstaat renteverlies.
Doordat het ESM naar alle waarschijnlijkheid in die jaren geen dividend
zal uitkeren leidt dit renteverlies ook tot daadwerkelijke kosten voor
een lidstaat.

De Eurogroep heeft een principeovereenkomst bereikt over dit voorstel.
Nederland heeft hierbij een voorbehoud van parlementaire goedkeuring
gemaakt. Met blik op de hoge kosten die hieraan verbonden zien is het
kabinet voornemens om geen gebruik te maken van het recht op onderpand.
Dit geldt ook voor de overige eurolanden: Alleen Finland heeft
aangekondigd gebruik te maken van deze mogelijkheid, waarbij kan worden
aangetekend dat het verkrijgen van onderpand ook deel uitmaakt van het
Finse regeerakkoord.  

Nieuwe instrumenten EFSF/ESM

Nieuwe instrumenten EFSF/ESM

De Eurogroep heeft kennis genomen van de stand van zaken bij de
technische uitwerking van de nieuwe EFSF/ESMinstrumenten waartoe op 21
juli is besloten. De Eurogroep heeft verder kort stilgestaan bij de
vooruitgang in de nationale procedures om de nieuwe EFSF
raamwerkovereenkomst goed te keuren. Het Maltese parlement zal hierover
op 6 oktober besluiten. Nederland en Slowakije zijn dan de laatste
landen die nog parlementaire instemming moeten verlenen. 

Verkiezing ECB bestuurslid

De Eurogroep heeft gesproken over de opvolging van Jürgen Stark als
bestuurslid van de Europese Centrale Bank. De enige voorgedragen
kandidaat, de Duitser Jörg Asmussen, wordt door de Ecofin Raad
voorgedragen aan de Europese Raad van oktober. Hiervoor vindt nog de
formele raadpleging plaats van zowel het Europese Parlement als het
bestuur van de ECB.