[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Ecofin Raad van 4 oktober 2011 te Luxemburg

Bijlage

Nummer: 2011D50410, datum: 2011-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de Ecofin Raad van 4 oktober 2011 (2011D50409)

Preview document (🔗 origineel)


Verslag van de Ecofin Raad van 4 oktober 2011, te Luxemburg

Tijdens de Ecofin Raad op 4 oktober is het eerder met het Europees
Parlement bereikte compromis over het governance pakket formeel
bekrachtigd. Ook kwam de Raad een algemene oriëntatie overeen met
betrekking tot de conceptverordening over het centraal clearen van Over
The Counter derivaten. Tevens zijn er Raadsconclusies aangenomen over
klimaatfinanciering en de budgettaire exit strategie en heeft men de
Europese Terms of Reference vastgesteld voor de bijeenkomst van de G20
ministers van Financiën en centralebankpresidenten van 13-15 oktober.
Bovendien heeft de Raad besloten de Duitser Jörg Asmussen voor te
dragen aan de Europese Raad van oktober als nieuw ECB bestuurslid.
Verder heeft men nog stil gestaan in de Raad bij de implementatie van de
buitensporigtekortprocedure. Voorafgaand aan de Raad heeft men tijdens
het formele ontbijt gesproken over de voorstellen van de Commissie om de
EFSM marge naar 0 te brengen en de mogelijkheid om de gemiddelde
looptijd naar 12,5 jaar te verlengen voor Ierland en Portugal. Ook heeft
er een gedachtewisseling plaatsgevonden over berichtgeving omtrent de
zorgen van markten met betrekking tot de kapitaalposities van Europese
banken. Tijdens de lunchbijeenkomst heeft het Voorzitterschap zijn
ideeën verder toegelicht om nationale budgettaire gevolgen van nieuwe
EU-wetgeving meer aandacht te geven in het Europese
besluitvormingsproces. 

Het officiële verslag van de Ecofin Raad door het Voorzitterschap vindt
u via onderstaande link:  HYPERLINK
"http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin
/124904.pdf"
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/
124904.pdf   

Verkiezing ECB bestuurslid

Na eerdere bespreking in de Eurogroep heeft de Ecofin Raad besloten de
enige kandidaat voor de verkiezing van het nieuwe ECB bestuurslid, de
Duitser Jörg Asmussen voor te dragen aan de Europese Raad van oktober.
Hiervoor vindt nog de formele raadpleging plaats van zowel het Europese
Parlement als het bestuur van de ECB.

Economic governance

De Raad heeft het eerder met het Europees Parlement bereikte compromis
over het governance pakket formeel bekrachtigd. Het Europees Parlement
had dit al op 28 september gedaan. Na het definitieve formele akkoord
van het EP en de Raad kan het herziene Stabiliteits- en Groeipact en de
nieuwe procedure voor macro-economische onevenwichtigheden nu later in
het jaar al officieel in werking treden, zodat de Commissie en de Raad
de nieuwe afspraken komend voorjaar bij het volgende Europese Semester
kunnen toepassen. De regeringsleiders van de eurozone hebben zich op de
Eurotop van 21 juli jl. daarnaast gecommitteerd om alle eisen die
gesteld worden in de richtlijn aangaande minimumeisen aan nationale
begrotingsraamwerken, al per eind 2012 nationaal geïmplementeerd te
hebben.

Met de vaststelling van dit wetgevingspakket is voor Nederland een
belangrijke tussenstap bereikt in de versterking van de economische
beleidscoördinatie in Europa. Hierbij kunnen drie elementen worden
onderscheiden: de versterking van het Stabiliteits- en groeipact, de
introductie van een richtlijn voor minimumeisen aan nationale
begrotingsraamwerken en een nieuwe procedure voor macro-economische
onevenwichtigheden. 

Versterking Stabiliteits- en groeipact

Een voor Nederland belangrijk element in de versterking van het
Stabiliteits- en groeipact is de introductie van een zogeheten uitgaven
benchmark in de preventieve arm van het pact. De versterkte preventieve
arm zorgt ervoor dat eerder kan worden ingegrepen bij ongewenst hoge
uitgavengroei. Het oude Stabiliteits- en Groeipact kende geen
preventieve arm met sancties. Met de introductie van een uitgaven
benchmark wordt de preventieve arm krachtig geoperationaliseerd doordat
naast een ongewenste ontwikkeling in het structureel overheidssaldo
(lastig te meten en sturen), ook een ongewenste ontwikkeling in de
uitgaven kan leiden tot sancties. Een tweede belangrijk element in de
versterking van het Stabiliteits- en groeipact is de introductie van een
numerieke schuldbenchmark waardoor lidstaten nu ook op basis van een
ongewenste schuldontwikkeling in een buitensporigtekortprocedure worden
geplaatst die kan leiden tot sancties. Ten derde kunnen sancties, de
laatste stap van de buitensporigtekortprocedure, nu worden opgelegd met
omgekeerde gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming (in plaats van
gewone gekwalificeerde meerderheid). Ten derde wordt zowel in de
preventieve als in de correctieve arm van het SGP meer automatisme in de
besluitvorming toegepast door middel van het op meerdere
besluitvormingsmomenten introduceren van omgekeerde gekwalificeerde
meerderheidsbesluitvorming. Dit onderwerp betrof ook het laatste
geschilpunt tussen Raad en Europees Parlement (zie ook het verslag van
de informele Ecofin Raad van 16 en 17 september te Wroclaw,
BFB2011-1930M).

Richtlijn minimumeisen aan nationale begrotingsraamwerken

De manier waarop veel lidstaten nationale begrotingsraamwerken
georganiseerd hebben, heeft bijgedragen aan de huidige slechte
budgettaire situatie in veel lidstaten. Dit probleem wordt geadresseerd
door de nieuwe richtlijn met minimumeisen aan nationale
begrotingsraamwerken. De richtlijn bevat onder meer verplichtingen tot: 

het frequenter aanleveren van kascijfers van de lidstaten bij Eurostat
(maandelijks voor centrale overheden en sociale overheden, op
kwartaalbasis voor medeoverheden);

nationale ramingen gebaseerd op het meest waarschijnlijke scenario of
een meer behoedzaam scenario, waarbij de nationale ramingen moeten
worden afgezet tegen de ramingen van de Commissie/andere onafhankelijke
instellingen en significante verschillen moeten worden verklaard;

een reguliere evaluatie van de nationale begrotingsramingen gebaseerd op
objectieve criteria 

het hebben van (numerieke) begrotingsregels;

het hanteren van een meerjarenraamwerk, met hierbij minimaal een
uitsplitsing naar de belangrijkste inkomsten- en uitgavencategorieën;

het geven van openheid over fondsen die buiten de reguliere begroting
vallen (extra budgetary funds), over belastinguitgaven en over afgegeven
garanties;

het maken van duidelijke afspraken met medeoverheden.

Procedure voor schadelijke macro-economische onevenwichtigheden 

De nieuwe formele procedure om schadelijke macro-economische
onevenwichtigheden binnen de EU en het eurogebied te adresseren, bestaat
uit een preventieve en een correctieve fase met sancties voor het
eurogebied. De preventieve fase omvat een signaleringsmechanisme en een
scorebord. Alle lidstaten zullen op reguliere basis worden beoordeeld
aan de hand van vooraf vastgestelde indicatoren, met bijbehorende
grenswaarden, die mogelijke onevenwichtigheden binnen een lidstaat
kunnen signaleren. Als op basis van het scorebord en een economische
analyse blijkt dat er macro-economische onevenwichtigheden zijn in een
lidstaat, voert de Commissie een diepteanalyse uit. In het geval van
mogelijk schadelijke onevenwichtigheden zal de Raad aanbevelingen doen
op voorstel van de Commissie. In geval van zeer schadelijke
onevenwichtigheden zal de correctieve fase in werking treden. Er zal dan
een buitensporige onevenwichtighedenprocedure worden gestart. Voor een
lidstaat in een buitensporige onevenwichtighedenprocedure zal de Raad op
basis van advies van de Commissie aanbevelingen doen. De desbetreffende
lidstaat zal worden gevraagd een actieplan op te stellen met concrete
maatregelen en een tijdpad om de Raadsaanbevelingen te implementeren om
de onevenwichtigheid weg te werken. Als het actieplan twee keer
achtereenvolgend niet voldoet, kan eurolanden een boete van maximaal
0,1% van het BBP worden opgelegd. Tijdens de procedure zal de
implementatie van de aanbevelingen intensief worden gemonitord en zal op
reguliere basis de effectieve actie die genomen is om de
beleidsaanbevelingen te implementeren, worden beoordeeld. Voor
eurolanden geldt dat als hieruit blijkt dat er onvoldoende effectieve
actie is genomen, er een rentedragend deposito kan worden opgelegd en
een nieuwe deadline wordt gesteld. Indien een tweede keer onvoldoende
effectieve actie wordt vastgesteld, wordt dit rentedragend deposito
omgezet in een sanctie van maximaal 0,1% van het BBP. Vergelijkbaar met
de sanctievoorstellen in het Stabiliteits- en groeipact zullen deze
sancties worden opgelegd tenzij een gekwalificeerde meerderheid van de
Raad tegen stemt. 

Vervolgstappen

Het staat buiten kijf dat met het governancepakket grote stappen vooruit
zijn gezet in de versterking van de economische beleidscoördinatie in
Europa. Zoals aangegeven in de kabinetsvisie op de toekomst van de EMU
vindt Nederland een verdere versterking nodig. Het kabinet heeft zijn
visie gedeeld met Europese counterparts en leden van verschillende
departementen werven op dit moment wordt op zowel ambtelijk als politiek
nieuwe steun gezocht voor de Nederlandse ideeën in Europa. Op korte
termijn zullen zowel de Europese Commissie als ook Europese Raad
voorzitter Van Rompuy met aanvullende voorstellen komen ter versterking
van de economische beleidscoördinatie. Het kabinet kijkt ernaar uit om
dan zijn voorstellen die bovenop het governance pakket moeten komen in
de Europese Raad onder de aandacht te brengen.

Budgettaire exit strategie

De Raad heeft na een korte gedachtewisseling conclusies aangenomen over
de zogenaamde ‘budgettaire exit strategie’, de strategie die nodig
is om tekorten in lidstaten terug te dringen. De discussie heeft
plaatsgevonden op basis van een Commissierapport over de budgettaire
situatie in de eurozone. In dit rapport stelt de Commissie dat de
groeivertraging in de tweede helft van 2011 nog geen gevolgen lijkt te
hebben voor de eerdere Commissievoorspellingen voor 2011, maar naar alle
waarschijnlijkheid wel voor groeiverwachtingen voor 2012 en dat
tegelijkertijd de neerwaartse risico’s aanzienlijk zijn toegenomen. De
conclusies benadrukken dat ook voor deze achtergrond de duurzaamheid van
overheidsfinanciën een sine qua non zijn om het vertrouwen van markten
zeker te stellen en economische stabilisatie te ondersteunen. Hierbij
geldt dat bij het ontwerp van het begrotingsbeleid rekening moet worden
gehouden met specifieke kenmerken van lidstaten, waaronder met name de
gevoeligheid voor budgettaire en macrofinanciële risico's. De
conclusies onderstrepen tegelijkertijd het belang van structurele
hervormingen die begrotingsconsolidatie begeleiden. 

Voortgang buitensporigtekortprocedure

Onder dit agendapunt hebben de ministers gesproken over de voortgang die
landen boeken in de buitensporigtekortprocedure op basis van een analyse
van de Commissie. De Commissie heeft een analyse gemaakt van de extra
maatregelen die lidstaten sinds juni hebben genomen in het terugdringen
van hun tekorten. De meeste lidstaten zijn hiermee reeds aan de slag
gegaan. De Commissie constateert dat Frankrijk, Hongarije, Slovenië,
Italië, Cyprus, Tsjechië, Litouwen en Spanje extra stappen hebben
genomen naar aanleiding van de tegenvallende groeicijfers en/of
ontwikkelingen op de financiële markten. Voor Cyprus en Italië leiden
de extra maatregelen bij volledige implementatie tot een correctie van
het begrotingstekort die verder gaat dan wat de Raad eerder had
aanbevolen. België, Oostenrijk, Polen, Bulgarije en het VK moeten nog
aanvullende maatregelen aankondigen om een tijdige correctie van het
buitensporige tekort zeker te stellen.

Regulering voor Over The Counter (OTC) derivaten, centrale tegenpartijen
en transactieregisters

Bij dit agendapunt heeft de Raad van gedachten gewisseld om tot een
algemene oriëntatie te komen wat betreft het centraal clearen van Over
The Counter (OTC) derivaten en deze aan een rapportage verplichting te
onderwerpen. Deze ontwerp-verordening strekt tot implementatie van de
afspraken inzake centrale clearing die in G20 verband zijn gemaakt in
Pittsburgh en Toronto en draagt bij aan het verminderen van systeem
risico. In deze onderhandelingen heeft Nederland in het belang van
adequate en betaalbare pensioenen op de langere termijn telkens aandacht
gevraagd voor de speciale positie van pensioenfondsen. De kosten die nu
verbonden zouden zijn aan centrale clearing voor kapitaalgedekte
pensioenfondsen zouden onevenredig hoog zijn. In het raadscompromis
worden pensioenfondsen daarom tijdelijk uitgezonderd van de verplichting
om centraal te clearen met het doel partijen meer tijd te geven voor het
vinden van oplossingen om deze onevenredige kosten weg te nemen. Ook bij
volgende Europese beleids- en wetgevingstrajecten, zoals het voornemen
van de Commissie om volgend najaar te komen met een aanpassing van de
IORP-richtlijn, zal Nederland aandacht blijven vragen voor het beperken
van kosten die de pensioenopbouw beïnvloeden. Door het aannemen van de
algemene oriëntatie heeft het Voorzitterschap mandaat gekregen de
triloog gesprekken met het Europees Parlement en de Europese Commissie
te starten.

Terugkoppeling en voorbereiding Internationale bijeenkomsten: IMF & G20

Tijdens dit agendapunt is een terugkoppeling gegeven van de IMF
jaarvergadering van 22 en 23 september en de bijeenkomst van de G20
ministers van Financiën en centralebankpresidenten in Washington. De
Raad gaf tevens zijn instemming voor de Terms of Reference (ToR) waarin
de inzet van de EU is vastgelegd bij de bijeenkomst van de G20 ministers
van Financiën en centralebankpresidenten van 13-15 oktober. Hierin
wordt aangedrongen op concrete, landenspecifieke toezeggingen in het
kader van het Framework for Growth, waarbinnen de G20-leden afspraken
maken over economische hervormingen. Verder pleit de EU onder andere
voor versterkte surveillance door het IMF, coherente aanbevelingen over
het beheer van kapitaalstromen en een krachtige inzet op hervorming van
regelgeving en toezicht op de financiële sector. 

Klimaatfinanciering

De Raad heeft zonder discussie conclusies aangenomen over de
financiering van het internationale klimaatbeleid ter voorbereiding van
de internationale klimaattop in Durban (november 2011). De conclusies
benadrukken dat in het licht van de hoge schuldenlast van veel lidstaten
de bijdrage aan internationale klimaatfinanciering moet passen binnen de
principes van het verantwoord beheer van overheidsfinanciën door
transparante, effectieve en efficiënte besteding van deze bijdragen in
ontwikkelingslanden. Deze internationale klimaatfinanciering kan uit
verschillende bronnen afkomstig zijn, waaronder private, publieke en
innovatieve stromen en moet passen binnen de context van betekenisvolle
en meetbare acties van met name opkomende economieën om hun CO2
uitstoot te verlagen. 

Overige onderwerpen

De Raad heeft tijdens het Ecofin ontbijt gesproken over de  voorstellen
van de Commissie om de EFSM marge naar 0 te brengen en de mogelijkheid
om de gemiddelde looptijd naar 12,5 jaar te verlengen voor Ierland en
Portugal. Teven heeft de Raad tijdens het ontbijt stilgestaan bij de
berichtgeving omtrent de kapitaalposities van banken. Duidelijk is dat
de medio juli gepubliceerde nieuwe stresstesten de zorgen van de markt
over de toereikendheid van kapitaalposities van de Europese banken niet
volledig hebben kunnen wegnemen. Met de op de Eurotop van 21 juli
besloten flexibilisering van het EFSF kunnen deze zorgen worden
geadresseerd omdat een van de nieuwe instrumenten ziet op
herkapitalisering van banken zonder dat de betreffende lidstaat een
steunprogramma wordt opgelegd. In de verdere uitwerking van dit nieuwe
instrument van het EFSF is Nederland voorstander van een duidelijke
pikorde, waarbij verantwoordelijkheid voor herkapitalisatie in eerste
instantie bij het getroffen instituut zelf ligt, dan de lidstaat aan zet
is en pas wanneer die er niet in slaagt om een zwakke bank op te vangen,
een beroep op het noodfonds kan worden gedaan. Hierbij moet het dan nog
steeds zo zijn, dat herkapitalisatie van de bank in problemen wordt
geregeld via een lening aan de lidstaat en niet direct vanuit het EFSF.
Zoals reeds is toegezegd zal de Tweede Kamer de gelegenheid krijgen zich
over de uitwerking van de instrumenten uit te spreken alvorens tot
definitieve Europese besluitvorming zal worden overgegaan. 

Tijdens de lunch heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over een
voorstel van het Voorzitterschap met betrekking tot nationale
budgettaire gevolgen van nieuwe EU-wetgeving. Het Voorzitterschap ziet
ruimte voor verbetering met betrekking tot de impact assessments die de
Commissie opstelt voor nieuwe wetsvoorstellen. Ten tweede stelt het
Voorzitterschap voor om de beoordeling van nationale financiële
gevolgen een nog uitgesprokener plek te geven in het Europese
besluitvormingsproces. Nog niet bekend is in welk forum dit voorstel nu
verder wordt uitgewerkt alvorens het onderwerp opnieuw wordt geagendeerd
op de Ecofin Raad. Nederland acht het van belang dat alle nieuwe EU
beleidsinitiatieven consistent zijn met het commitment tot budgettaire
consolidatie.