[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies RAad van State inzake de Overeenkomst tussen de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Vier Regeringen van de Franse Republiek, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de vestiging, bouw en exploitatie van installaties voor de verrijking van uranium met gebruikmaking van gas-ultracentrifugetechnologie in de Verenigde Staten van Amerika; Parijs, 24 februari 2011 (min ELI)

Bijlage

Nummer: 2011D51152, datum: 2011-10-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Nader rapport inzake de Overeenkomst tussen de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Vier Regeringen van de Franse Republiek, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de vestiging, bouw en exploitatie van installaties voor de verrijking van uranium met gebruikmaking van gas-ultracentrifugetechnologie in de Verenigde Staten van Amerika; Parijs, 24 februari 2011 (min ELI) (2011D51151)

Preview document (🔗 origineel)


No.W15.11.0123/IV	's-Gravenhage, 23 juni 2011

Bij Kabinetsmissive van 18 april 2011, no.11.000963, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de
Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de
Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt de overeenkomst tussen
de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en de Vier Regeringen
van de Franse Republiek, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland, het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek
Duitsland betreffende de vestiging, bouw, en exploitatie van
installaties voor de verrijking van uranium met gebruikmaking van
gas-ultracentrifugetechnologie in de Verenigde Staten van Amerika;
Parijs, 24 februari 2011 (Trb. 2011, 83), met toelichtende nota.

De overeenkomst regelt de toelating van verrijkingsinstallaties die
gebruik maken van gas-ultracentrifugetechnologie, zijnde technologie
geschikt voor de verrijking van uranium, op het grondgebied van de
Verenigde Staten (hierna: VS). De Nederlandse regering draagt tezamen
met de regeringen van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk
een speciale verantwoordelijkheid voor het toezicht op deze technologie.
De overeenkomst regelt het vereiste toezicht en de waarborgen ten
aanzien van het vreedzame gebruik (non-proliferatie), de veiligheid en
de beveiliging.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking
van het wetsvoorstel, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen. 

1.	Waarborgen Internationale Organisatie voor Atoomenergie

De in de overeenkomst bedoelde installaties en materialen vallen onder
het toezicht en de waarborgen van de Internationale Organisatie voor
Atoomenergie (hierna: IAEA). In het eerste lid van artikel IV van de
overeenkomst is bepaald dat, kort gezegd, het nucleaire materiaal is
onderworpen aan de toepassing van internationale waarborgen onder
verwijzing naar de VS-IAEA Waarborgen Overeenkomst. 

De VS zijn echter niet verplicht tot het toelaten van inspectie door de
IAEA. Zij hebben op vrijwillige basis de toepassing van de
IAEA-waarborgen ten aanzien van de civiele nucleaire activiteiten
aanvaard en ter zake de hiervoor genoemde IAEA- overeenkomst gesloten.
De regering van de VS kan echter de IAEA-overeenkomst eenzijdig
beëindigen of wijzigen en aldus eenzijdig het beschermingsniveau
verminderen. In het geval van beëindiging of wijziging dient de
regering van de VS de regeringen van de vier betrokken landen te
informeren, waarna een consultatieronde als bedoel in artikel XIII van
de overeenkomst kan plaatsvinden. De Afdeling merkt op dat de
voorliggende overeenkomst er van uit gaat dat partijen verplicht zijn om
altijd tot overeenstemming te komen, terwijl niet is voorzien in een
procedure voor het geval dat geen overeenstemming wordt bereikt over de
gevolgen van de beëindiging of de wijziging van de IAEA-overeenkomst
voor het onderhavige verdrag. 

De Afdeling adviseert in de toelichtende nota nader op dit punt in te
gaan.  

2.	Overdracht

De overeenkomst ziet op de overdracht van de ultracentrifugetechnologie
en de operationele technologie. Artikel VI van de overeenkomst regelt de
overdracht van de ultracentrifugetechnologie van Enrichment Technologie
Company (hierna: ETC) en operationele technologie. Ook tal van andere
artikelen in de overeenkomst spreken van een overdracht van technologie.
Het betreft dan de levering en teruglevering van de bedoelde
technologie. De Afdeling gaat er van uit dat hiermee de kennis en
expertise wordt bedoeld en niet de centrifuges zelf. De Afdeling merkt
op dat het woord “technologie” onvoldoende duidelijk is, gelet op de
definitie van ultracentrifugetechnologie als
gas-ultracentrifugetechnologie en daarmee verwante technologie, met
inbegrip van gegevens en knowhow en de gegevens die verwerkt zijn in het
ontwerp van (en zijn voortgebracht door) gas-ultracentrifuge-uitrusting
of onderdelen daarvan in artikel I, onder b, en van operationele
technologie in artikel I, onder l, van de overeenkomst. In de
toelichtende nota wordt een verduidelijking van hetgeen onder
technologie wordt verstaan gemist. Dit is des te meer van belang, nu in
artikel VI, tweede lid, sub a, van de overeenkomst wordt gesproken over
de overdracht en terugoverdacht van technologie. De Afdeling gaat er van
uit dat alleen een licentie voor het gebruik wordt verstrekt en dat het
de bedoeling is dat ETC de rechten op de kennis en expertise blijft
behouden. 

De Afdeling adviseert de toelichtende nota op dit punt te
verduidelijken. 

3.	EGA-verdrag

Artikel XII van de voorliggende overeenkomst regelt dat de in deze
overeenkomst uiteengezette verplichtingen geen afbreuk doen aan de
verplichtingen van de vier regeringen krachtens het Verdrag tot
oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna: het
EGA-verdrag). In de toelichtende nota wordt evenwel niet ingegaan op de
verhouding tussen de voorliggende overeenkomst en het EGA-verdrag, en in
het bijzonder op de betrokkenheid van het in het kader van het
EGA-verdrag opgerichte Voorzieningenagentschap in de functie van
deskundige instantie ter zake van onderwerpen die verband houden met de
werking van de handel in nucleair materiaal en nucleaire diensten.

De Afdeling adviseert in de toelichtende nota nader op dit punt in te
gaan.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging goed
te vinden dat bedoelde overeenkomst wordt overgelegd aan de beide Kamers
der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn
geschonken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State

	IAEA-document 18 november 1977, INFCIRC/288.

	Zie ook de toelichtende nota, artikelsgewijze toelichting, artikel IV
en artikel 26 van INFCIRC/288. Artikel 26 van het INFCIRC/288 luidt:
“The Agreement shall remain in force as long as the United States is a
party to the Treaty except that the Parties to this Agreement shall,
upon the request of either of them, consult and, to the extent mutually
agreed, modify this Agreement in order to ensure that it continues to
serve the purpose for which it was originally intended. If the Parties
are unable after such consultation to agree upon necessary
modifications, either Party may, upon six months' notice, terminate this
Agreement.” 

	Ingevolge paragraaf 5 van de bij de voorliggende overeenkomst behorende
Overeengekomen Notulenverklaring.

	Zie bijvoorbeeld artikel I, onder  b en artikel VI, tweede lid van de
overeenkomst. Overigens wordt in de toelichtende nota, in paragraaf 1.
Inleiding, aangegeven dat de centrifuges en de componenten geleverd
worden zonder overdracht van technologie.

 PAGE    

 PAGE   - 2 - 

 PAGE    

AAN DE KONINGIN

........................................................................
...........