Plan van aanpak versterking sociale positie prostituees (Motie Arib 32211, nr. 47)
Bijlage
Nummer: 2011D52288, datum: 2011-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Stand van zaken en toezeggingen inzake Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (2011D52286)
Preview document (š origineel)
Bijlage: Motie nr.47: Plan van aanpak versterking sociale positie prostituees Inleiding Een van de doelstellingen van de opheffing van het bordeelverbod in 2000 was de bescherming van de positie van prostituees. In 2006 bleek echter uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod dat er geen duidelijke verbeteringen in de sociale positie van prostituees waren opgetreden. Sindsdien heeft het kabinet een aantal maatregelen getroffen om de sociale positie van prostituees te versterken. In dit plan van aanpak worden deze maatregelen toegelicht en worden aanvullende maatregelen aangekondigd. Met dit pakket aan maatregelen wordt uitvoering gegeven aan de motie van het lid Arib. De maatregelen hebben betrekking op de volgende terreinen: arbeidsrechtelijke positie; sociale zekerheid; uitstapmogelijkheden; externe contacten: banken en verzekeraars; voorlichting; inloopcentra; wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (hierna: wetsvoorstel regulering prostitutie). Arbeidsrechtelijke positie Volgens het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht zijn er in de prostitutiebranche drie mogelijke arbeidsverhoudingen, te weten het āvoorwaardenpakketā (fictieve dienstbetrekking), loondienst of werk als zelfstandige. Voorwaardenpakket (fictieve dienstbetrekking) Uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod bleek dat er voortdurend discussie bestond over de arbeidsverhoudingen binnen een aantal prostitutiesectoren. Het betrof seksclubs, massagesalons, privĆ©huizen, saunaās, escortbureaus en vergelijkbare bedrijven. Prostituees in deze prostitutiesectoren werden door de Belastingdienst vaak als werknemer beschouwd, omdat de Belastingdienst van oordeel was dat zij feitelijk onder gezag van de exploitant arbeid verrichtten. Exploitanten bestreden dit en benadrukten dat de prostituees als zelfstandigen werkzaam waren. Het kabinet heeft met ingang van 1 januari 2009 het voorwaardenpakket (fictieve dienstbetrekking) van de Belastingdienst ingevoerd, ter verduidelijking van de arbeidsverhoudingen voor wat betreft fiscaliteit en sociale zekerheid. Het uitgangspunt voor het bepalen van de arbeidsrechtelijke positie is dat de arbeidsverhouding tussen een exploitant en prostituee wordt beschouwd als dienstbetrekking, tenzij aan een aantal voorwaarden wordt voldaan vastgelegd in het voorwaardenpakket. Exploitanten moeten kiezen of zij voor wat betreft fiscaliteit en sociale zekerheid werken met het voorwaardenpakket. Indien het voorwaardenpakket niet wordt nageleefd of indien niet wordt gekozen voor het voorwaardenpakket, wordt het uitgangspunt van loondienst toegepast voor fiscaliteit en sociale zekerheid. Momenteel werkt de meerderheid van de exploitanten van seksclubs, massagesalons, privĆ©huizen, saunaās, escortbureaus en vergelijkbare bedrijven met het voorwaardenpakket. In het voorwaardenpakket is een aantal voorwaarden opgenomen, die van wezenlijk belang zijn om de positie van prostituees te versterken. Prostituees kunnen een aantal zaken zelf bepalen, zoals keuze voor kleding, wie ze als klant willen en welke handelingen ze verrichten en de keuze voor een arts. Verder mag een exploitant de prostituees bijvoorbeeld niet dwingen mee te drinken of drugs te gebruiken. Prostituees worden dus met het voorwaardenpakket in staat gesteld om zelf een meer onafhankelijke positie jegens de exploitant vorm te geven. Daarnaast draagt de invoering van het voorwaardenpakket bij aan transparantie en traceerbaarheid in de prostitutiebranche. De Belastingdienst heeft een informatiepakket over het voorwaardenpakket aan exploitanten en prostituees verstrekt, waarin de wederzijdse rechten en plichten worden uitgelegd. Via de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl, een door de overheid mede gefinancierd onderdeel van een bestaande website van SOA Aids Nederland, wordt ook voorlichting verschaft over het voorwaardenpakket. De Belastingdienst ziet toe op naleving van de voorwaarden in de praktijk. In 2013 is een evaluatie van het voorwaardenpakket voorzien. Loondienst De keuze voor het voorwaardenpakket heeft geen gevolgen voor rechten en plichten op grond van de overige arbeidswetgeving, zoals het arbeidsovereenkomstenrecht uit het Burgerlijk Wetboek, de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), de Arbeidstijdenwet (Atw), en de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Op grond van de bovengenoemde wetgeving wordt, aan de hand van de feiten en omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht, bepaald van welke arbeidsverhouding sprake is. Als de genoemde wetgeving van toepassing is, kunnen prostituees hier, net als andere werknemers, rechten aan ontlenen. Voor buitenlandse prostituees is ook de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) van belang. De Arbeidsinspectie (AI) ziet toe op de naleving van de Arbowet, Atw, Wav en Wml. Op initiatief van de gemeente stelt de AI desgevraagd capaciteit beschikbaar voor integrale handhavingsacties in de prostitutiebranche. Via de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl wordt voorlichting verschaft over de rechten en plichten bij loondienst. Werk als zelfstandige Prostituees kunnen ook als zelfstandig ondernemer in de prostitutie werken. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij raamprostitutie of thuiswerk. Verschillende instanties controleren of er sprake is van zelfstandig ondernemerschap van prostituees. Op grond van de Handelsregisterwet 2007, die op 1 juli 2008 in werking is getreden, moeten alle ondernemers, onder wie de vrije beroepsbeoefenaren, zich laten inschrijven in het Handelsregister. Dit geldt ook voor prostituees die als zelfstandig ondernemer werken. Iedere inschrijfplichtige is verantwoordelijk voor de juistheid van de eigen opgave ter inschrijving. De Kamer van Koophandel (KvK) onderzoekt of de opgave afkomstig is van iemand die tot het doen daarvan bevoegd is en of de opgave juist is. De Belastingdienst toetst bij zelfstandige prostituees of zij geregistreerd zijn bij de Belastingdienst. Naast het geven van voorlichting wordt bijvoorbeeld ook gekeken of er een administratie wordt gevoerd, en of er aangifte omzetbelasting en inkomstenbelasting wordt gedaan. Om voor ondernemersfaciliteiten in aanmerking te komen moet daarnaast voldaan worden aan enkele voorwaarden, zoals het urencriterium. De registratie bij de Belastingdienst levert een beter zicht op van de prostitutiebranche. Gemeenten kunnen sinds de opheffing van het bordeelverbod de positie van de prostituees beĆÆnvloeden door voorschriften in de gemeentelijke verordening op te nemen over bijvoorbeeld veiligheid, hygiĆ«ne en arbeidsomstandigheden. Met name in de raamprostitutie kunnen deze voorschriften de positie van prostituees ten opzichte van raamexploitanten verbeteren. Echter, gemeenten zijn niet verplicht om dergelijke voorwaarden van toepassing te laten zijn. Uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod betreffende gemeentelijk beleid uit 2006 blijkt bijvoorbeeld dat slechts 59% van de (respons)gemeenten vergunningvoorwaarden van toepassing laten zijn op raamprostitutie. De rijksoverheid heeft op dit moment beperkte instrumenten om de positie van zelfstandige prostituees te verbeteren. Het kabinet beoogt hier in het kader van het wetsvoorstel verandering in te brengen (zie paragraaf 8). Het komt voor dat prostituees die zich inschrijven als zelfstandig ondernemer, feitelijk onder dwang in de prostitutie werken (uitbuiting) of illegaal tewerkgesteld zijn. De aanpak van deze āschijnzelfstandigheidā in de prostitutiebranche komt aan de orde in de reactie op de motie van de leden Van Toorenburg en Arib (Kamerstukken II 2010/11, 32 211, nr. 42). Aanvullende acties arbeidsrechtelijke positie Met de KvK vindt overleg plaats over de wijze waarop bij inschrijving in het Handelsregister preventieve maatregelen kunnen worden ingezet die schijnzelfstandigheid, uitbuiting dan wel mensenhandel tegen kunnen gaan. Het gaat om maatregelen waarbij de KvK informatie over de rechten en plichten van ondernemerschap zal verstrekken aan buitenlandse prostituees op het moment van inschrijving in het Handelsregister, en het trainen van baliemedewerkers in het herkennen van signalen van arbeidsuitbuiting/mensenhandel. Sociale zekerheid Prostituees die in loondienst werken zijn net als andere werknemers verzekerd tegen ziekte (Ziektewet), (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid (WIA) en werkloosheid (WW). Het uitgangspunt van het kabinetsbeleid ten aanzien van zelfstandigen is de eigen verantwoordelijkheid. Net als andere zelfstandig ondernemers moeten prostituees die werken als zelfstandige zelf de afweging maken of en langs welke weg zij het risico van ziekte en arbeidsongeschiktheid willen ondervangen. Zij kunnen zich hier vrijwillig voor verzekeren. Dit geldt ook voor prostituees die werken via het voorwaardenpakket. Overigens verkiezen veel prostituees als zelfstandige te werken vanwege de vrijheid en het recht op bepaalde fiscale faciliteiten bij ondernemerschap. Ook ten aanzien van het treffen van een (aanvullende) oudedagsvoorziening hebben prostituees een eigen verantwoordelijkheid. Het kabinet verschaft middels de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl voorlichting over sociale zekerheid. Aanvullende acties sociale zekerheid Het kabinet zal de informatie op de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl uitbreiden en zal prostituees daarbij aansporen om voorzieningen te treffen om het risico van ziekte en arbeidsongeschiktheid te ondervangen. Hierbij zullen prostituees tevens gewezen worden op de bestaande vangnetvoorzieningen voor zelfstandigen. Aanvullend zullen prostituees ook worden gewezen op het belang van het treffen van een oudedagsvoorziening. Ten aanzien van gebrekkige pensioenopbouw door zelfstandigen (in het algemeen) onderzoekt het kabinet de oorzaken en mogelijke oplossingsrichtingen. De Kamer wordt hierover in het najaar geĆÆnformeerd. Uitstapmogelijkheden Op grond van de Regeling Uitstapprogrammaās Prostituees (RUPS) is in 2008 15 miljoen euro beschikbaar gesteld van rijkswege ter stimulering van de ontwikkeling van uitstapprogrammaās voor prostituees. Dat deze regeling daarin geslaagd is blijkt uit de evaluatie van de RUPS, die de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (VenJ) uw Kamer, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), heeft toegestuurd. Aan de 13 projecten, aangeboden in 15 verschillende gemeenten, hebben 800 tot 850 prostituees deelgenomen. Ten tijde van de evaluatie waren de trajecten van de uitstapprogrammaās nog niet afgerond. Daarom zijn er nog geen definitieve cijfers bekend over het daadwerkelijk uitstappen. De eerste resultaten zijn echter positief. Er zijn circa 300 prostituees daadwerkelijk uitgestapt. Ten tijde van de evaluatie zaten circa 270 prostituees nog in een uitstaptraject. Het is aannemelijk dat een deel van hen uiteindelijk eveneens succesvol zal uitstappen. Wel blijkt uit de evaluatie dat de problematiek van de deelnemers ernstig is en de trajecten langer duren dan gedacht. De tijdelijkheid van de RUPS komt voort uit de overweging dat de uitstapprogrammaās onderdeel moeten gaan uitmaken van het regulier gemeentelijk (prostitutie)beleid. Inmiddels kan worden gezegd dat in bijna alle gevallen de financiĆ«le verantwoordelijkheid voor de uitstapprogrammaās door de gemeenten (tijdelijk) is overgenomen. Een aantal van deze gemeenten zal op basis van een eigen evaluatie op een later moment beslissen over voortzetting van de uitstapprogrammaās. In het kader van een warme overdracht van deze verantwoordelijkheid heeft de Minister van VenJ de bestedingstermijn van de reeds toegekende RUPS-gelden verlengd tot het einde van 2011. Mede op basis van de evaluatie van de RUPS is een handreiking opgesteld die gemeenten ondersteuning kan bieden bij het opzetten dan wel uitbreiden of verbeteren van een uitstapprogramma door een gemeente of instelling. Om ervoor te zorgen dat meer gemeenten een uitstapprogramma zullen opzetten, zijn de evaluatie en de handreiking beschikbaar gesteld voor alle gemeenten door middel van publicatie op de websites van het Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid en het Gemeenteloket van het ministerie van SZW. Het kabinet geeft via het Landelijk informatieproject prostituees en arbeid van de Rode Draad voorlichting over de mogelijkheden om uit te stappen. Bovendien worden prostituees via de website HYPERLINK "http://www.prostitutiegoedgeregeld.nl" www.prostitutiegoedgeregeld.nl voorgelicht over mogelijkheden om uit te stappen. Aanvullende acties uitstapmogelijkheden Bij de implementatie van het wetsvoorstel zal het belang voor het aanbieden van uitstapprogrammaās worden benadrukt. Gemeenten zullen worden verplicht om prostituees informatie te verschaffen over uitstapmogelijkheden. SZW zal de mogelijkheid verkennen om uitstapprogrammaās voor ex-prostituees te koppelen aan de aanpak van multiproblematiek, met specifieke aandacht voor begeleiding naar de arbeidsmarkt. De dienstverlening aan mensen met meervoudige problemen (economische problemen, gezondheids- of psychosociale problemen, normatieve en culturele problemen) dient vooral op lokaal niveau vorm te krijgen. UWV, gemeenten en andere uitvoeringsinstanties die actief zijn op leefgebieden zoals onderwijs, zorg, welzijn, arbeid en inkomen zijn verantwoordelijk voor een effectieve aanpak van multiproblematiek. Het rijk ondersteunt daar waar nodig de uitvoering bij deze opdracht, zonder de wijze van uitvoering voor te schrijven. Banken en verzekeraars In de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod betreffende de sociale positie van prostituees (2006), is kort ingegaan op de externe contacten van prostituees met banken en verzekeraars. Uit het onderzoek bleek bijvoorbeeld dat 14% van de ondervraagde prostituees het gevoel had niet correct behandeld te worden door banken. Prostituees bleken onbegrip te hebben voor de voorwaarden die banken stellen aan zekerheid van inkomen en voelden zich gediscrimineerd. Ook recent zijn er signalen dat prostituees moeite hebben bank- en verzekeringsdiensten te verkrijgen. Het kabinet treft maatregelen om mogelijke problemen aan te pakken. Banken De nutsfunctie van banken verzet zich er tegen dat partijen structureel worden uitgesloten van essentiĆ«le bancaire dienstverlening. Indien iemand geen toegang heeft tot een privĆ© bankrekening of een zakelijke bankrekening is het immers onmogelijk om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Het uitgangspunt van de regering is daarom dat in beginsel alle burgers en legale ondernemingen moeten kunnen beschikken over een pakket primaire betaalfaciliteiten. Het gevolg is dat de wettelijke vereisten met betrekking tot integere bedrijfsvoering en de acceptatie van nieuwe cliĆ«nten nimmer mogen leiden tot stelselmatige uitsluiting van integriteitgevoelige sectoren zoals de prostitutie. Voor alle natuurlijke personen boven de 18 jaar is de toegang tot betaalfaciliteiten inmiddels gegarandeerd. Indien er problemen worden ondervonden met het openen van een bankrekening via het reguliere traject, kan men namelijk terecht bij de website www.basisbankrekening.nl. Dit initiatief vindt haar oorsprong in een convenant dat is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), het Leger des Heils en het ministerie van FinanciĆ«n, en wordt onderschreven door alle grote Nederlandse banken. Aanvullende acties banken Het kabinet gaat via de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl prostituees voorlichten over www.basisbankrekening.nl. Met betrekking tot zelfstandig ondernemers in de prostitutiebranche delen de regering en de NVB het standpunt dat de afspraken, die eerder gemaakt zijn in het kader van de coffeeshops, ook de grondslag kunnen vormen voor de benadering van rechtspersonen in de prostitutiebranche. Dit betekent dat bij iedere aanvraag individueel getoetst moet worden in welke mate er sprake is van risicoās, en of het mogelijk is om waarborgen ter beheersing van deze risicoās te introduceren. Slechts nadat deze afweging heeft plaatsgevonden, kunnen banken tot een gemotiveerd besluit komen. Indien er concrete signalen zijn dat betaalfaciliteiten categorisch worden geweigerd, dan zal de minister van FinanciĆ«n hierover met de NVB contact opnemen. Tot slot is het kabinet van mening dat de ruimte die banken hebben om dienstverlening te weigeren groter wordt, naarmate deze dienstverlening een verdergaande betrokkenheid bij de cliĆ«nt impliceert. Zo geldt bijvoorbeeld voor (hypothecaire) kredietfaciliteiten dat banken in staat moeten zijn om keuzes te maken op grond van hun eigen financieringsbeleid. De introductie van het voorwaardenpakket heeft voor een grote groep prostituees tot gevolg gehad dat het inkomen inzichtelijk (āwitā) is geworden. Via het inkomensoverzicht kan dit bij de private sector worden aangetoond. Daarmee is een drempel tot het verkrijgen van een lening of hypotheek verminderd. Verzekeraars Uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod betreffende de sociale positie van prostituees (2006) bleek ook dat 12% van de ondervraagde prostituees het gevoel had niet correct behandeld te worden door verzekeraars. Overigens blijkt niet uit het onderzoek welk soort verzekeringen dit betreft. Mogelijk ervaren prostituees (net als bij bancaire diensten) moeilijkheden met voorwaarden die verzekeraars stellen aan de zekerheid van inkomen als het gaat om arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Voor zover dit het geval is, is dit knelpunt door de introductie van het inkomensoverzicht (via het voorwaardenpakket) voor een grote groep prostituees weggenomen. Aanvullende acties verzekeraars Het ministerie van SZW brengt de bovengenoemde knelpunten in het najaar onder de aandacht van het Verbond van Verzekeraars. In overleg met het Verbond van Verzekeraars zal worden bezien hoe de positie van prostituees met betrekking tot arbeidsongeschiktheidsverzekeringen onder de aandacht van haar leden kan worden gebracht. Ook zal het ministerie hierbij extra aandacht vragen voor het aanbod van de āvangnetverzekeringā van het Verbond, in geval prostituees niet in aanmerking kunnen komen voor een reguliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wat betreft aanvullende zorgverzekeringen heeft het kabinet niet de indruk dat prostituees zodanige extra hinder ondervinden bij het verkrijgen van een aanvullende verzekering, dat die een overheidsinterventie zou rechtvaardigen. Voorlichting Het ministerie van SZW heeft in samenwerking met de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Welzijn en Volksgezondheid, Wetenschap en Sport een Ā«digitale sociale kaart prostitutieĀ» laten maken voor prostituees en hulpverleners. De digitale sociale kaart bevat basisinformatie over arbeidsrecht, sociale zekerheid, belasting betalen, het voorwaardenpakket, gezondheid, uitstapprogrammaās en signalen van uitbuiting. Ook zijn verwijzingen naar hulporganisaties opgenomen. De digitale sociale kaart prostitutie is in 2009 in drie talen (NL, EN, SP) gepubliceerd op www.prostitutiegoedgeregeld.nl. In 2010 is de digitale sociale kaart op verschillende manieren onder de aandacht gebracht bij prostituees en hulpverleners: door middel van artikelen in vakbladen van hulpverleners, factsheets, advertenties en zoekmachinemarketing. Ook zijn gemeenten op de bestaande informatie gewezen via de Verzamelbrief van het ministerie van SZW en kunnen zij de informatie opvragen via de website van het Gemeenteloket. Aanvullende acties voorlichting De website www.prostitutiegoedgeregeld.nl zal ook beschikbaar worden gemaakt in enkele andere talen. In overleg met hulpverleningsinstanties zal worden bepaald welke talen hiervoor het meest relevant zijn. Verder heeft het ministerie van SZW informatiekaartjes over prostitutie en uitbuiting laten maken in veertien relevante talen. Deze informatiekaartjes worden door hulporganisaties gebruikt bij het veldwerk en zijn bovendien gratis te verkrijgen via postbus 51. Deze kaartjes zullen ook in de beschikbare talen op de bovengenoemde website worden gepubliceerd. Daarnaast subsidiĆ«ren de ministeries van VenJ en SZW het Landelijk informatieproject prostituees en arbeid van de Rode Draad waarin op veel terreinen, waaronder de aanstaande wetgeving, voorlichting aan prostituees wordt gegeven. Inloopcentra In diverse gemeenten zijn of worden inloopcentra voor prostituees opgericht. In deze inloopcentra kunnen prostituees bijvoorbeeld terecht voor informatie over uitstappen, gezondheidstests of juridische hulpverlening. Het prostitutie en gezondheidscentrum (P&G292) in Amsterdam is hiervan een goed voorbeeld, maar ook Alkmaar en Den Haag kennen dergelijke initiatieven. Acties in het kader van het wetsvoorstel Regulering prostitutie EĆ©n van de doelstellingen van het wetsvoorstel is om de sociale positie van prostituees te versterken. In het wetsvoorstel zijn verschillende maatregelen opgenomen die aan het versterken van de sociale positie bijdragen. Daarbij gaat het om het registratiegesprek, leeftijdsverhoging en verplichtingen voor exploitanten. Registratiegesprek Een eerste belangrijke stap in de versterking van de positie van de prostituee is bewustwording. Veel prostituees, onder wie met name die uit het buitenland, zijn onvoldoende op de hoogte van hun rechten. Zij kunnen ten gevolge hiervan ook niet voor hun recht opkomen, bijvoorbeeld in relatie tot een exploitant. Bij de registratie van prostituees bij de gemeente zal daarom een gesprek plaatsvinden waarbij, zowel mondeling als schriftelijk, informatie wordt verstrekt. Het gaat daarbij onder meer om informatie en voorlichting over de aan de werkzaamheden verbonden (gezondheids)risicoās, instellingen op het gebied van gezondheidszorg en hulpverlening (GGD, politie, plaatselijke hulpverleningsorganisaties, etc.), sociale zekerheid, belastingen, verzekeringen en uitstapprogrammaās. Het registratiegesprek is ook een geschikt moment om mogelijke misstanden te signaleren. Er zal op gestuurd worden dat gemeenten relevante partijen, die ervaring hebben met het oppikken van mogelijke signalen, zoals de zedenpolitie, laten aansluiten bijĀ het registratiegesprek. Op grond van het wetsvoorstel dient de gemeente de GGD te betrekken bij de organisatie van het registratiegesprek maar hoeft de GGD niet aanwezig te zijn, gelet op de vertrouwensrelatie tussen prostituee en GGD-medewerker. Leeftijdsverhoging naar 21 jaar In het wetsvoorstel is een verhoging van de minimumleeftijd voor prostitutie naar 21 jaar opgenomen. Een persoon van 21 jaar is geestelijk meer volwassen en daarmee beter in staat voor zijn of haar rechten op te komen. Een persoon van de leeftijd van 21 jaar heeft tijd gehad om als volwassene na te denken over de zwaarte en risicoās van het werk, alsmede de mogelijke gevolgen voor de toekomst dienaangaande. In het werk zal een persoon van de leeftijd van 21 jaar zich vaak ook beter kunnen weren. Voorts is aannemelijk dat personen die de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt vaker een opleiding zullen hebben afgerond, waardoor zij economisch minder afhankelijk van het beroep van prostituee zijn en meer mogelijkheden hebben om desgewenst het werk als prostituee te beĆ«indigen. Bij beĆ«indiging van hun werkzaamheden bestaan er dus reeds meer perspectieven op alternatieven. Op grond van het vorenstaande, in combinatie met de informatieverstrekking bij registratie, luidt de verwachting dat de prostituee tevens beter voor zijn of haar rechten zal kunnen opkomen. Verplichtingen ten aanzien van exploitanten Het kabinet vindt dat ook de exploitant van een prostitutiebedrijf een grote rol moet spelen met betrekking tot de versterking van de positie van de bij hem werkzame prostituees. Om deze reden is opgenomen dat aan de prostitutievergunning voorschriften moeten worden verbonden over de te nemen maatregelen ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees. Het wetsvoorstel regulering prostitutievoorziet in een verplichte uniformering van de vergunningvoorwaarden voor alle seksbedrijven om gemeentelijke en regionale verschillen tegen te gaan. Deze voorwaarden zullen streng gehandhaafd worden, op straffe van intrekking van de vergunning. De exploitant, die ondernemer is en gebaat is bij een gezonde en veilige bedrijfsvoering, zal zijn vergunning niet willen verliezen en daarom de vereiste bijdrage willen leveren aan de versterking van de positie van de prostituee. De verwachting is dat dit een aanmerkelijke verbetering van de positie zal bewerkstelligen in deze prostitutiesectoren. Betrekken belangenorganisaties in prostitutiebranche Het versterken van de sociale positie van prostituees vergt inspanningen van meerdere partijen. Niet alleen van de overheid of uitvoerende instanties, maar ook van organisaties die opkomen voor de belangen van sekswerkers of prostituees in algemene zin. Bij het versterken van de sociale positie van prostituees staat de persoon centraal: hoe bewuster, hoe weerbaarder. Het kabinet zal belangenorganisaties waar nodig betrekken bij het uitvoeren van de in dit plan van aanpak aangekondigde aanvullende maatregelen. Evaluatie sociale positie prostituees In het wetsvoorstel regulering prostitutie is opgenomen dat binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van de registratieverplichting aan uw Kamer verslag zal worden gedaan van de doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk. Hierbij zeg ik u toe dat de versterking van de sociale positie van prostituees en de in dit plan van aanpak genoemde aanvullende maatregelen belangrijke aandachtspunten in deze evaluatie zullen zijn. Evaluatie opheffing bordeelverbod, De sociale positie van prostituees 2006, Regioplan, p. 111. Kamerstukken II 2010/11, 32 211, nr. 47 Besluit van 18 december 2008 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten, Stb. 2008, 574. Evaluatie opheffing bordeelverbod, Gemeentelijk beleid, DSP-groep 2006, p. 41. Kamerstukken II 2010/11, 31 311, nr. 71. Kamerstukken II 2010/11, 32 500 VI, nr. 109. Evaluatie opheffing bordeelverbod, De sociale positie van prostituees 2006, Regioplan, p. 70. O.a. artikel 3:10, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Convenant Basisbankdiensten (2001). Brief van 18 januari 2010 over Betaalfaciliteiten voor coffeeshops en andere integriteitgevoelige sectoren (Kamerstukken II 2009/10, 27 863, 35). Evaluatie opheffing bordeelverbod, De sociale positie van prostituees 2006, Regioplan p. 70 PAGE \* MERGEFORMAT 1