[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Plan van aanpak versterking sociale positie prostituees (Motie Arib 32211, nr. 47)

Bijlage

Nummer: 2011D52288, datum: 2011-10-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Stand van zaken en toezeggingen inzake Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (2011D52286)

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijlage:

Motie nr.47: Plan van aanpak versterking sociale positie prostituees

Inleiding

Een van de doelstellingen van de opheffing van het bordeelverbod in 2000
was de bescherming van de positie van prostituees. In 2006 bleek echter
uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod dat er
geen duidelijke verbeteringen in de sociale positie van prostituees
waren opgetreden. Sindsdien heeft het kabinet een aantal maatregelen
getroffen om de sociale positie van prostituees te versterken. In dit
plan van aanpak worden deze maatregelen toegelicht en worden aanvullende
maatregelen aangekondigd. Met dit pakket aan maatregelen wordt
uitvoering gegeven aan de motie van het lid Arib.

De maatregelen hebben betrekking op de volgende terreinen:

arbeidsrechtelijke positie; 

sociale zekerheid;

uitstapmogelijkheden;

externe contacten: banken en verzekeraars;

voorlichting;

inloopcentra; 

wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden
seksbranche (hierna: wetsvoorstel regulering prostitutie).

Arbeidsrechtelijke positie 

Volgens het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht zijn er in de
prostitutiebranche drie mogelijke arbeidsverhoudingen, te weten het
ā€˜voorwaardenpakketā€™ (fictieve dienstbetrekking), loondienst of werk
als zelfstandige. 

Voorwaardenpakket (fictieve dienstbetrekking)

Uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod bleek dat
er voortdurend discussie bestond over de arbeidsverhoudingen binnen een
aantal prostitutiesectoren. Het betrof seksclubs, massagesalons,
privĆ©huizen, saunaā€™s, escortbureaus en vergelijkbare bedrijven.
Prostituees in deze prostitutiesectoren werden door de Belastingdienst
vaak als werknemer beschouwd, omdat de Belastingdienst van oordeel was
dat zij feitelijk onder gezag van de exploitant arbeid verrichtten.
Exploitanten bestreden dit en benadrukten dat de prostituees als
zelfstandigen werkzaam waren. Het kabinet heeft met ingang van 1 januari
2009 het voorwaardenpakket (fictieve dienstbetrekking) van de
Belastingdienst ingevoerd, ter verduidelijking van de
arbeidsverhoudingen voor wat betreft fiscaliteit en sociale zekerheid.
Het uitgangspunt voor het bepalen van de arbeidsrechtelijke positie is
dat de arbeidsverhouding tussen een exploitant en prostituee wordt
beschouwd als dienstbetrekking, tenzij aan een aantal voorwaarden wordt
voldaan vastgelegd in het voorwaardenpakket. Exploitanten moeten kiezen
of zij voor wat betreft fiscaliteit en sociale zekerheid werken met het
voorwaardenpakket. Indien het voorwaardenpakket niet wordt nageleefd of
indien niet wordt gekozen voor het voorwaardenpakket, wordt het
uitgangspunt van loondienst toegepast voor fiscaliteit en sociale
zekerheid. 

Momenteel werkt de meerderheid van de exploitanten van seksclubs,
massagesalons, privĆ©huizen, saunaā€™s, escortbureaus en vergelijkbare
bedrijven met het voorwaardenpakket. In het voorwaardenpakket is een
aantal voorwaarden opgenomen, die van wezenlijk belang zijn om de
positie van prostituees te versterken. Prostituees kunnen een aantal
zaken zelf bepalen, zoals keuze voor kleding, wie ze als klant willen en
welke handelingen ze verrichten en de keuze voor een arts. Verder mag
een exploitant de prostituees bijvoorbeeld niet dwingen mee te drinken
of drugs te gebruiken. Prostituees worden dus met het voorwaardenpakket
in staat gesteld om zelf een meer onafhankelijke positie jegens de
exploitant vorm te geven. Daarnaast draagt de invoering van het
voorwaardenpakket bij aan transparantie en traceerbaarheid in de
prostitutiebranche. 

De Belastingdienst heeft een informatiepakket over het voorwaardenpakket
aan exploitanten en prostituees verstrekt, waarin de wederzijdse rechten
en plichten worden uitgelegd. Via de website
www.prostitutiegoedgeregeld.nl,  een door de overheid mede gefinancierd
onderdeel van een bestaande website van SOA Aids Nederland, wordt ook
voorlichting verschaft over het voorwaardenpakket. De Belastingdienst
ziet toe op naleving van de voorwaarden in de praktijk. In 2013 is een
evaluatie van het voorwaardenpakket voorzien.

Loondienst

De keuze voor het voorwaardenpakket heeft geen gevolgen voor rechten en
plichten op grond van de overige arbeidswetgeving, zoals het
arbeidsovereenkomstenrecht uit het Burgerlijk Wetboek, de
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), de Arbeidstijdenwet (Atw), en de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Op grond van de
bovengenoemde wetgeving wordt, aan de hand van de feiten en
omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht, bepaald van welke
arbeidsverhouding sprake is. Als de genoemde wetgeving van toepassing
is, kunnen prostituees hier, net als andere werknemers, rechten aan
ontlenen. Voor buitenlandse prostituees is ook de Wet arbeid
vreemdelingen (Wav) van belang. 

De Arbeidsinspectie (AI) ziet toe op de naleving van de Arbowet, Atw,
Wav en Wml. Op initiatief van de gemeente stelt de AI desgevraagd
capaciteit beschikbaar voor integrale handhavingsacties in de
prostitutiebranche. Via de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl wordt
voorlichting verschaft over de rechten en plichten bij loondienst.

Werk als zelfstandige 

Prostituees kunnen ook als zelfstandig ondernemer in de prostitutie
werken. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij raamprostitutie of thuiswerk.
Verschillende instanties controleren of er sprake is van zelfstandig
ondernemerschap van prostituees. 

Op grond van de Handelsregisterwet 2007, die op 1 juli 2008 in werking
is getreden, moeten alle ondernemers, onder wie de vrije
beroepsbeoefenaren, zich laten inschrijven in het Handelsregister. Dit
geldt ook voor prostituees die als zelfstandig ondernemer werken. Iedere
inschrijfplichtige is verantwoordelijk voor de juistheid van de eigen
opgave ter inschrijving. De Kamer van Koophandel (KvK) onderzoekt of de
opgave afkomstig is van iemand die tot het doen daarvan bevoegd is en of
de opgave juist is. 

De Belastingdienst toetst bij zelfstandige prostituees of zij
geregistreerd zijn bij de Belastingdienst. Naast het geven van
voorlichting wordt bijvoorbeeld ook gekeken of er een administratie
wordt gevoerd, en of er aangifte omzetbelasting en inkomstenbelasting
wordt gedaan. Om voor ondernemersfaciliteiten in aanmerking te komen
moet daarnaast voldaan worden aan enkele voorwaarden, zoals het
urencriterium. De registratie bij de Belastingdienst levert een beter
zicht op van de prostitutiebranche. 

Gemeenten kunnen sinds de opheffing van het bordeelverbod de positie van
de prostituees beĆÆnvloeden door voorschriften in de gemeentelijke
verordening op te nemen over bijvoorbeeld veiligheid, hygiƫne en
arbeidsomstandigheden. Met name in de raamprostitutie kunnen deze
voorschriften de positie van prostituees ten opzichte van
raamexploitanten verbeteren. Echter, gemeenten zijn niet verplicht om
dergelijke voorwaarden van toepassing te laten zijn. Uit de tweede
evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod betreffende
gemeentelijk beleid uit 2006 blijkt bijvoorbeeld dat slechts 59% van de
(respons)gemeenten vergunningvoorwaarden van toepassing laten zijn op
raamprostitutie. 

De rijksoverheid heeft op dit moment beperkte instrumenten om de positie
van zelfstandige prostituees te verbeteren. Het kabinet beoogt hier in
het kader van het wetsvoorstel verandering in te brengen (zie paragraaf
8). 

Het komt voor dat prostituees die zich inschrijven als zelfstandig
ondernemer, feitelijk onder dwang in de prostitutie werken (uitbuiting)
of illegaal tewerkgesteld zijn. De aanpak van deze
ā€˜schijnzelfstandigheidā€™ in de prostitutiebranche komt aan de orde in
de reactie op de motie van de leden Van Toorenburg en Arib (Kamerstukken
II 2010/11, 32 211, nr. 42). 

Aanvullende acties arbeidsrechtelijke positie

Met de KvK vindt overleg plaats over de wijze waarop bij inschrijving in
het Handelsregister preventieve maatregelen kunnen worden ingezet die
schijnzelfstandigheid, uitbuiting dan wel mensenhandel tegen kunnen
gaan. Het gaat om maatregelen waarbij de KvK informatie over de rechten
en plichten van ondernemerschap zal verstrekken aan buitenlandse
prostituees op het moment van inschrijving in het Handelsregister, en
het trainen van baliemedewerkers in het herkennen van signalen van
arbeidsuitbuiting/mensenhandel.

Sociale zekerheid

Prostituees die in loondienst werken zijn net als andere werknemers
verzekerd tegen ziekte (Ziektewet), (gedeeltelijke)
arbeidsongeschiktheid (WIA) en werkloosheid (WW). 

Het uitgangspunt van het kabinetsbeleid ten aanzien van zelfstandigen is
de eigen verantwoordelijkheid. Net als andere zelfstandig ondernemers
moeten prostituees die werken als zelfstandige zelf de afweging maken of
en langs welke weg zij het risico van ziekte en arbeidsongeschiktheid
willen ondervangen. Zij kunnen zich hier vrijwillig voor verzekeren. Dit
geldt ook voor prostituees die werken via het voorwaardenpakket.
Overigens verkiezen veel prostituees als zelfstandige te werken vanwege
de vrijheid en het recht op bepaalde fiscale faciliteiten bij
ondernemerschap. Ook ten aanzien van het treffen van een (aanvullende)
oudedagsvoorziening hebben prostituees een eigen verantwoordelijkheid. 

Het kabinet verschaft middels de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl
voorlichting over sociale zekerheid. 

Aanvullende acties sociale zekerheid

Het kabinet zal de informatie op de website
www.prostitutiegoedgeregeld.nl uitbreiden en zal prostituees daarbij
aansporen om voorzieningen te treffen om het risico van ziekte en
arbeidsongeschiktheid te ondervangen. Hierbij zullen prostituees tevens
gewezen worden op de bestaande vangnetvoorzieningen voor zelfstandigen.

Aanvullend zullen prostituees ook worden gewezen op het belang van het
treffen van een oudedagsvoorziening. Ten aanzien van gebrekkige
pensioenopbouw door zelfstandigen (in het algemeen) onderzoekt het
kabinet de oorzaken en mogelijke oplossingsrichtingen. De Kamer wordt
hierover in het najaar geĆÆnformeerd.

Uitstapmogelijkheden

Op grond van de Regeling Uitstapprogrammaā€™s Prostituees (RUPS) is in
2008 15 miljoen euro beschikbaar gesteld van rijkswege ter stimulering
van de ontwikkeling van uitstapprogrammaā€™s voor prostituees. Dat deze
regeling daarin geslaagd is blijkt uit de evaluatie van de RUPS, die de
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (VenJ) uw Kamer, mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), heeft
toegestuurd.  

Aan de 13 projecten, aangeboden in 15 verschillende gemeenten, hebben
800 tot 850 prostituees deelgenomen. Ten tijde van de evaluatie waren de
trajecten van de uitstapprogrammaā€™s nog niet afgerond. Daarom zijn er
nog geen definitieve cijfers bekend over het daadwerkelijk uitstappen.
De eerste resultaten zijn echter positief. Er zijn circa 300 prostituees
daadwerkelijk uitgestapt. Ten tijde van de evaluatie zaten circa 270
prostituees nog in een uitstaptraject. Het is aannemelijk dat een deel
van hen uiteindelijk eveneens succesvol zal uitstappen. Wel blijkt uit
de evaluatie dat de problematiek van de deelnemers ernstig is en de
trajecten langer duren dan gedacht.

De tijdelijkheid van de RUPS komt voort uit de overweging dat de
uitstapprogrammaā€™s onderdeel moeten gaan uitmaken van het regulier
gemeentelijk (prostitutie)beleid. Inmiddels kan worden gezegd dat in
bijna alle gevallen de financiƫle verantwoordelijkheid voor de
uitstapprogrammaā€™s door de gemeenten (tijdelijk) is overgenomen. Een
aantal van deze gemeenten zal op basis van een eigen evaluatie op een
later moment beslissen over voortzetting van de uitstapprogrammaā€™s. In
het kader van een warme overdracht van deze verantwoordelijkheid heeft
de Minister van VenJ de bestedingstermijn van de reeds toegekende
RUPS-gelden verlengd tot het einde van 2011.

Mede op basis van de evaluatie van de RUPS is een handreiking opgesteld
die gemeenten ondersteuning kan bieden bij het opzetten dan wel
uitbreiden of verbeteren van een uitstapprogramma door een gemeente of
instelling. Om ervoor te zorgen dat meer gemeenten een uitstapprogramma
zullen opzetten, zijn de evaluatie en de handreiking beschikbaar gesteld
voor alle gemeenten door middel van publicatie op de websites van het
Centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid en het Gemeenteloket
van het ministerie van SZW. 

Het kabinet geeft via het Landelijk informatieproject prostituees en
arbeid van de Rode Draad voorlichting over de mogelijkheden om uit te
stappen. Bovendien worden prostituees via de website  HYPERLINK
"http://www.prostitutiegoedgeregeld.nl" www.prostitutiegoedgeregeld.nl 
voorgelicht over mogelijkheden om uit te stappen. 

Aanvullende acties uitstapmogelijkheden

Bij de implementatie van het wetsvoorstel zal het belang voor het
aanbieden van uitstapprogrammaā€™s worden benadrukt. Gemeenten zullen
worden verplicht om prostituees informatie te verschaffen over
uitstapmogelijkheden.

SZW zal de mogelijkheid verkennen om uitstapprogrammaā€™s voor
ex-prostituees te koppelen aan de aanpak van multiproblematiek, met
specifieke aandacht voor begeleiding naar de arbeidsmarkt. De
dienstverlening aan mensen met meervoudige problemen (economische
problemen, gezondheids- of psychosociale problemen, normatieve en
culturele problemen) dient vooral op lokaal niveau vorm te krijgen. UWV,
gemeenten en andere uitvoeringsinstanties die actief zijn op
leefgebieden zoals onderwijs, zorg, welzijn, arbeid en inkomen zijn
verantwoordelijk voor een effectieve aanpak van multiproblematiek. Het
rijk ondersteunt daar waar nodig de uitvoering bij deze opdracht, zonder
de wijze van uitvoering voor te schrijven. 

Banken en verzekeraars

In de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod
betreffende de sociale positie van prostituees (2006), is kort ingegaan
op de externe contacten van prostituees met banken en verzekeraars. Uit
het onderzoek bleek bijvoorbeeld dat 14% van de ondervraagde prostituees
het gevoel had niet correct behandeld te worden door banken. Prostituees
bleken onbegrip te hebben voor de voorwaarden die banken stellen aan
zekerheid van inkomen en voelden zich gediscrimineerd. Ook recent zijn
er signalen dat prostituees moeite hebben bank- en verzekeringsdiensten
te verkrijgen. Het kabinet treft maatregelen om mogelijke problemen aan
te pakken.

Banken

De nutsfunctie van banken verzet zich er tegen dat partijen structureel
worden uitgesloten van essentiƫle bancaire dienstverlening. Indien
iemand geen toegang heeft tot een privƩ bankrekening of een zakelijke
bankrekening is het immers onmogelijk om deel te nemen aan het
maatschappelijk verkeer. Het uitgangspunt van de regering is daarom dat
in beginsel alle burgers en legale ondernemingen moeten kunnen
beschikken over een pakket primaire betaalfaciliteiten. Het gevolg is
dat de wettelijke vereisten met betrekking tot integere bedrijfsvoering
en de acceptatie van nieuwe cliƫnten nimmer mogen leiden tot
stelselmatige uitsluiting van integriteitgevoelige sectoren zoals de
prostitutie. 

Voor alle natuurlijke personen boven de 18 jaar is de toegang tot
betaalfaciliteiten inmiddels gegarandeerd. Indien er problemen worden
ondervonden met het openen van een bankrekening via het reguliere
traject, kan men namelijk terecht bij de website
www.basisbankrekening.nl. Dit initiatief vindt haar oorsprong in een
convenant dat is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken
(NVB), het Leger des Heils en het ministerie van Financiƫn, en wordt
onderschreven door alle grote Nederlandse banken.

Aanvullende acties banken

Het kabinet gaat via de website www.prostitutiegoedgeregeld.nl
prostituees voorlichten over www.basisbankrekening.nl.

Met betrekking tot zelfstandig ondernemers in de prostitutiebranche
delen de regering en de NVB het standpunt dat de afspraken, die eerder
gemaakt zijn in het kader van de coffeeshops, ook de grondslag kunnen
vormen voor de benadering van rechtspersonen in de prostitutiebranche.
Dit betekent dat bij iedere aanvraag individueel getoetst moet worden in
welke mate er sprake is van risicoā€™s, en of het mogelijk is om
waarborgen ter beheersing van deze risicoā€™s te introduceren. Slechts
nadat deze afweging heeft plaatsgevonden, kunnen banken tot een
gemotiveerd besluit komen. 

Indien er concrete signalen zijn dat betaalfaciliteiten categorisch
worden geweigerd, dan zal de minister van Financiƫn hierover met de NVB
contact opnemen. 

Tot slot is het kabinet van mening dat de ruimte die banken hebben om
dienstverlening te weigeren groter wordt, naarmate deze dienstverlening
een verdergaande betrokkenheid bij de cliƫnt impliceert. Zo geldt
bijvoorbeeld voor (hypothecaire) kredietfaciliteiten dat banken in staat
moeten zijn om keuzes te maken op grond van hun eigen
financieringsbeleid.

De introductie van het voorwaardenpakket heeft voor een grote groep
prostituees tot gevolg gehad dat het inkomen inzichtelijk (ā€œwitā€) is
geworden. Via het inkomensoverzicht kan dit bij de private sector worden
aangetoond. Daarmee is een drempel tot het verkrijgen van een lening of
hypotheek verminderd.

Verzekeraars

Uit de tweede evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod
betreffende de sociale positie van prostituees (2006) bleek ook dat 12%
van de ondervraagde prostituees het gevoel had niet correct behandeld te
worden door verzekeraars. Overigens blijkt niet uit het onderzoek welk
soort verzekeringen dit betreft. Mogelijk ervaren prostituees (net als
bij bancaire diensten) moeilijkheden met voorwaarden die verzekeraars
stellen aan de zekerheid van inkomen als het gaat om
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Voor zover dit het geval is, is dit
knelpunt door de introductie van het inkomensoverzicht (via het
voorwaardenpakket) voor een grote groep prostituees weggenomen. 

Aanvullende acties verzekeraars

Het ministerie van SZW brengt de bovengenoemde knelpunten in het najaar
onder de aandacht van het Verbond van Verzekeraars. 

In overleg met het Verbond van Verzekeraars zal worden bezien hoe de
positie van prostituees met betrekking tot
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen onder de aandacht van haar leden kan
worden gebracht. Ook zal het ministerie hierbij extra aandacht vragen
voor het aanbod van de ā€˜vangnetverzekeringā€™ van het Verbond, in
geval prostituees niet in aanmerking kunnen komen voor een reguliere
arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Wat betreft aanvullende zorgverzekeringen heeft het kabinet niet de
indruk dat prostituees zodanige extra hinder ondervinden bij het
verkrijgen van een aanvullende verzekering, dat die een
overheidsinterventie zou rechtvaardigen. 

Voorlichting

Het ministerie van SZW heeft in samenwerking met de ministeries van
Onderwijs, Cultuur en Welzijn en Volksgezondheid, Wetenschap en Sport
een Ā«digitale sociale kaart prostitutieĀ» laten maken voor prostituees
en hulpverleners. De digitale sociale kaart bevat basisinformatie over
arbeidsrecht, sociale zekerheid, belasting betalen, het
voorwaardenpakket, gezondheid, uitstapprogrammaā€™s en signalen van
uitbuiting. Ook zijn verwijzingen naar hulporganisaties opgenomen. De
digitale sociale kaart prostitutie is in 2009 in drie talen (NL, EN, SP)
gepubliceerd op www.prostitutiegoedgeregeld.nl. In 2010 is de digitale
sociale kaart op verschillende manieren onder de aandacht gebracht bij
prostituees en hulpverleners: door middel van artikelen in vakbladen van
hulpverleners, factsheets, advertenties en zoekmachinemarketing. Ook
zijn gemeenten op de bestaande informatie gewezen via de Verzamelbrief
van het ministerie van SZW en kunnen zij de informatie opvragen via de
website van het Gemeenteloket. 

Aanvullende acties voorlichting

De website www.prostitutiegoedgeregeld.nl zal ook beschikbaar worden
gemaakt in enkele andere talen. In overleg met hulpverleningsinstanties
zal worden bepaald welke talen hiervoor het meest relevant zijn.

 

Verder heeft het ministerie van SZW informatiekaartjes over prostitutie
en uitbuiting laten maken in veertien relevante talen. Deze
informatiekaartjes worden door hulporganisaties gebruikt bij het
veldwerk en zijn bovendien gratis te verkrijgen via postbus 51. Deze
kaartjes zullen ook in de beschikbare talen op de bovengenoemde website
worden gepubliceerd. Daarnaast subsidiƫren de ministeries van VenJ en
SZW het Landelijk informatieproject prostituees en arbeid van de Rode
Draad waarin op veel terreinen, waaronder de aanstaande wetgeving,
voorlichting aan prostituees wordt gegeven. 

Inloopcentra 

In diverse gemeenten zijn of worden inloopcentra voor prostituees
opgericht. In deze inloopcentra kunnen prostituees bijvoorbeeld terecht
voor informatie over uitstappen, gezondheidstests of juridische
hulpverlening. Het prostitutie en gezondheidscentrum (P&G292) in
Amsterdam is hiervan een goed voorbeeld, maar ook Alkmaar en Den Haag
kennen dergelijke initiatieven.

Acties in het kader van het wetsvoorstel Regulering prostitutie

EĆ©n van de doelstellingen van het wetsvoorstel is om de sociale positie
van prostituees te versterken. In het wetsvoorstel zijn verschillende
maatregelen opgenomen die aan het versterken van de sociale positie
bijdragen. Daarbij gaat het om het registratiegesprek,
leeftijdsverhoging en verplichtingen voor exploitanten. 

Registratiegesprek

Een eerste belangrijke stap in de versterking van de positie van de
prostituee is bewustwording. Veel prostituees, onder wie met name die
uit het buitenland, zijn onvoldoende op de hoogte van hun rechten. Zij
kunnen ten gevolge hiervan ook niet voor hun recht opkomen, bijvoorbeeld
in relatie tot een exploitant. Bij de registratie van prostituees bij de
gemeente zal daarom een gesprek plaatsvinden waarbij, zowel mondeling
als schriftelijk, informatie wordt verstrekt. Het gaat daarbij onder
meer om informatie en voorlichting over de aan de werkzaamheden
verbonden (gezondheids)risicoā€™s, instellingen op het gebied van
gezondheidszorg en hulpverlening (GGD, politie, plaatselijke
hulpverleningsorganisaties, etc.), sociale zekerheid, belastingen,
verzekeringen en uitstapprogrammaā€™s. 

Het registratiegesprek is ook een geschikt moment om mogelijke
misstanden te signaleren. Er zal op gestuurd worden dat gemeenten
relevante partijen, die ervaring hebben met het oppikken van mogelijke
signalen, zoals de zedenpolitie, laten aansluiten bijĀ het
registratiegesprek. Op grond van het wetsvoorstel dient de gemeente de
GGD te betrekken bij de organisatie van het registratiegesprek maar
hoeft de GGD niet aanwezig te zijn, gelet op de vertrouwensrelatie
tussen prostituee en GGD-medewerker.

Leeftijdsverhoging naar 21 jaar

In het wetsvoorstel is een verhoging van de minimumleeftijd voor
prostitutie naar 21 jaar opgenomen. Een persoon van 21 jaar is
geestelijk meer volwassen en daarmee beter in staat voor zijn of haar
rechten op te komen. Een persoon van de leeftijd van 21 jaar heeft tijd
gehad om als volwassene na te denken over de zwaarte en risicoā€™s van
het werk, alsmede de mogelijke gevolgen voor de toekomst dienaangaande.
In het werk zal een persoon van de leeftijd van 21 jaar zich vaak ook
beter kunnen weren. Voorts is aannemelijk dat personen die de leeftijd
van 21 jaar hebben bereikt vaker een opleiding zullen hebben afgerond,
waardoor zij economisch minder afhankelijk van het beroep van prostituee
zijn en meer mogelijkheden hebben om desgewenst het werk als prostituee
te beƫindigen. Bij beƫindiging van hun werkzaamheden bestaan er dus
reeds meer perspectieven op alternatieven. Op grond van het
vorenstaande, in combinatie met de informatieverstrekking bij
registratie, luidt de verwachting dat de prostituee tevens beter voor
zijn of haar rechten zal kunnen opkomen.

Verplichtingen ten aanzien van exploitanten

Het kabinet vindt dat ook de exploitant van een prostitutiebedrijf een
grote rol moet spelen met betrekking tot de versterking van de positie
van de bij hem werkzame prostituees. Om deze reden is opgenomen dat aan
de prostitutievergunning voorschriften moeten worden verbonden over de
te nemen maatregelen ter bescherming van de gezondheid, de veiligheid en
het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees. Het wetsvoorstel
regulering prostitutievoorziet in een verplichte uniformering van de
vergunningvoorwaarden voor alle seksbedrijven om gemeentelijke en
regionale verschillen tegen te gaan. 

Deze voorwaarden zullen streng gehandhaafd worden, op straffe van
intrekking van de vergunning. De exploitant, die ondernemer is en gebaat
is bij een gezonde en veilige bedrijfsvoering, zal zijn vergunning niet
willen verliezen en daarom de vereiste bijdrage willen leveren aan de
versterking van de positie van de prostituee. 

De verwachting is dat dit een aanmerkelijke verbetering van de positie
zal bewerkstelligen in deze prostitutiesectoren.

Betrekken belangenorganisaties in prostitutiebranche

Het versterken van de sociale positie van prostituees vergt inspanningen
van meerdere partijen. Niet alleen van de overheid of uitvoerende
instanties, maar ook van organisaties die opkomen voor de belangen van
sekswerkers of prostituees in algemene zin. Bij het versterken van de
sociale positie van prostituees staat de persoon centraal: hoe bewuster,
hoe weerbaarder.

Het kabinet zal belangenorganisaties waar nodig betrekken bij het
uitvoeren van de in dit plan van aanpak aangekondigde aanvullende
maatregelen. 

Evaluatie sociale positie prostituees 

In het wetsvoorstel regulering prostitutie is opgenomen dat binnen 3
jaar na de inwerkingtreding van de registratieverplichting aan uw Kamer
verslag zal worden gedaan van de doeltreffendheid en effecten van de wet
in de praktijk. Hierbij zeg ik u toe dat de versterking van de sociale
positie van prostituees en de in dit plan van aanpak genoemde
aanvullende maatregelen belangrijke aandachtspunten in deze evaluatie
zullen zijn.

 Evaluatie opheffing bordeelverbod, De sociale positie van prostituees
2006, Regioplan, p. 111.

 Kamerstukken II  2010/11, 32 211, nr. 47

 Besluit van 18 december 2008 tot wijziging van enige fiscale
uitvoeringsbesluiten, Stb. 2008, 574.

 Evaluatie opheffing bordeelverbod, Gemeentelijk beleid, DSP-groep 2006,
p. 41.

 Kamerstukken II 2010/11, 31 311, nr. 71.

 Kamerstukken II 2010/11, 32 500 VI, nr. 109.

 Evaluatie opheffing bordeelverbod, De sociale positie van prostituees
2006, Regioplan, p. 70.

 O.a. artikel 3:10, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht
(Wft) en artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en
financieren van terrorisme (Wwft). 

 Convenant Basisbankdiensten (2001).

 Brief van 18 januari 2010 over Betaalfaciliteiten voor coffeeshops en
andere integriteitgevoelige sectoren (Kamerstukken II 2009/10, 27 863,
35).

 Evaluatie opheffing bordeelverbod, De sociale positie van prostituees
2006, Regioplan p. 70

  PAGE   \* MERGEFORMAT  1