[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2011D55232, datum: 2011-11-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Wijziging van de artikelen van de Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds inzake de hervorming van het College van Bewindvoerders; Washington, 15 december 2010 (2011D55229)

Preview document (šŸ”— origineel)


Wijziging van de artikelen van de Overeenkomst betreffende het
Internationale Monetaire Fonds inzake de hervorming van het College van
Bewindvoerders; Washington, 15Ā december 2010 (Trb. 2011, 141)

TOELICHTENDE NOTA

Inleiding

De Raad van Bestuur van het Internationale Monetaire Fonds (hierna te
noemen het ā€˜IMFā€™) keurde op 15 december 2010 te Washington
voorstellen goed voor een zevende wijziging van de op 27 december 1945
te Washington tot stand gekomen Overeenkomst betreffende het
Internationale Monetaire Fonds (hierna te noemen ā€˜de Overeenkomstā€™;
Trb. 1977, 40). Deze voorstellen maken deel uit van een pakket
bestuurlijke hervormingen met als doel het IMF legitiemer en effectiever
te maken.

Ingevolge de procedure van artikel XXVIII van de Overeenkomst wordt een
wijziging voor alle lidstaten van kracht nadat drievijfde van de
lidstaten met vijfentachtig procent van het totaal van de stemmen de
desbetreffende wijziging heeft aanvaard, en de lidstaten hiervan in
kennis zijn gesteld door het IMF. Mocht de desbetreffende wijziging,
ondanks de zeer hoge drempel daarvoor, van kracht worden voordat het
Koninkrijk deze heeft aanvaard, dan moet de wijziging geacht worden tot
stand te zijn gekomen als een besluit van een volkenrechtelijke
organisatie. Inwerkingtreding van de desbetreffende verdragswijziging
geschiedt dan in overeenstemming met artikel 92 van de Grondwet. Een
eventueel dan nog lopende goedkeuringsprocedure kan uiteraard wel worden
voortgezet. 

Hervormingen

De Raad van Bestuur heeft op 15 december 2010 hervormingen goedgekeurd
die bedoeld zijn om de legitimiteit en effectiviteit van het IMF te
vergroten. De legitimiteit en effectiviteit van het IMF worden vergroot
door via een quotaherziening tegelijkertijd een aanpassing te doen in de
stemgewichten en de financiƫle middelen van het IMF uit te breiden.
Deze quota-herziening vraagt geen wijziging in de Overeenkomst. Verder
is besloten tot hervormingen die een aanpassing in de samenstelling van
het College van Bewindvoerders vergemakkelijken, zodat ook op deze wijze
de legitimiteit verder vergroot kan worden. 

Hiervoor zijn een aantal wijzigingen van de Overeenkomst nodig, te weten
de afschaffing van de vaste Bewindvoerderzetels voor de vijf grootste
landen, en een wijziging van de regels voor de verkiezing van de
Bewindvoerders. Deze twee onderdelen worden hieronder eerst besproken.
De overige hervormingen, die niet tot een wijziging van de Overeenkomst
hebben geleid, zullen daarna worden toegelicht. 

Afschaffing van de benoemde Bewindvoerders

Deze wijziging behelst de afschaffing van de huidige bepaling (zie
artikel XII, Sectie 3, onder b, onderdeel i) dat de vijf landen met de
hoogste quota (momenteel de Verenigde Staten, Japan, Duitsland,
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) ieder een Bewindvoerder benoemen
en dus geen kiesgroep kunnen vormen. In de toekomst zullen alle
Bewindvoerders verkozen worden. 

Regels met betrekking tot de regelmatige verkiezingen van de
Bewindvoerders

De wijziging in artikel XII, sectie 3, onderdeel d, legt vast dat de
regels voor de regelmatige verkiezingen van de Bewindvoerders door de
Raad van Bestuur kunnen worden vastgesteld zonder verwijzing naar schema
E. Deze wijziging heeft tot doel om het proces voor vaststelling van de
regels voor de regelmatige verkiezing van de Bewindvoerders te
vereenvoudigen. De regels worden dan ook uit schema E verwijderd.
Daarbij wordt in het nieuwe onderdeel d vastgelegd dat de
verkiezingsregels, die door de Raad van Bestuur worden vastgesteld, in
ieder geval een limiet moeten bevatten van het totaal aantal stemmen dat
op een kandidaat mag worden uitgebracht. Op deze wijze wordt voorkomen
dat Ć©Ć©n kiesgroep een al te groot stemgewicht zou kunnen uitoefenen.
Bij iedere regelmatige verkiezing van de Bewindvoerders kan de Raad van
Bestuur bovendien het aantal te verkiezen Bewindvoerders vergroten of
verkleinen. Dit voorziet in een voortzetting van de bestaande praktijk
om het aantal van 20 Bewindvoerders te verhogen tot 24. 

Artikelsgewijze toelichting

De wijziging van artikel XII, sectie 3, onderdeel b, verwijdert het
onderscheid tussen benoemde en verkozen Bewindvoerders. Voortaan zijn er
alleen verkozen Bewindvoerders. Een deel van de tekst in onderdeel b
wordt onderdeel c. Naar aanleiding van de afschaffing van de benoemde
Bewindvoerders wordt in artikel XII, sectie 3, het oude onderdeel c en
in schema D sectie 5, onderdeel e, verwijderd. Bovendien wijzigt in
verband daarmee nog een aantal artikelen, te weten: artikel XII, sectie
3 (f), (i), (j), sectie 8, artikel XXI (a), artikel XXIX, schema D 1(a),
5 (f) en schema L 1(b) en 3(c).

De wijziging in artikel XII, sectie 3, onderdeel d, verwijdert de
verwijzing naar schema E met betrekking tot de regels voor de
regelmatige verkiezing van Bewindvoerders en legt vast dat regels elke
twee jaar worden vastgesteld door de Raad van Bestuur, waarbij een
limiet wordt gesteld voor het totaal aantal stemmen dat op een kandidaat
mag worden uitgebracht. In schema E wordt de passage met de regels voor
de regelmatige verkiezing van de Bewindvoerders verwijderd. Bij wijze
van overgangsregeling wordt een tekst toegevoegd die vastlegt dat de
personen die op het ogenblik van inwerkingtreding van deze Wijziging
Bewindvoerder zijn, worden beschouwd als gekozen, zodat zij dus kunnen
aanblijven.

Overige hervormingen

Quotaherziening

Onderdeel van het pakket bestuurlijke hervormingen is een
quotaherziening (de 14e quotaherziening). Besloten is tot een
verdubbeling van de quotamiddelen tot ongeveer SDR 477 miljard. Deze
verhoging vergroot de financiƫle slagkracht van het IMF sterk.
Daarnaast maakt het een verschuiving mogelijk in quota-aandelen van 6%
naar dynamische opkomende economieƫn en ontwikkelingslanden en van
over- naar ondervertegenwoordigde landen, waarbij het quota-aandeel van
de armste landen wordt beschermd. 

De quota-aandelen bij het IMF worden om de vijf jaar herzien. Het
quotumaandeel bepaalt de financiƫle bijdrage van een land aan het IMF,
het stemgewicht en de toegang tot financiƫle middelen van het IMF. Bij
een quotaherziening worden de quota-aandelen (en dus ook de
stemgewichten) meer in lijn gebracht met de veranderende economische
verhoudingen en wordt bezien of de omvang van de quota-middelen moet
worden uitgebreid. In het licht van de financiƫle crisis had het IMF
lidmaatschap besloten de 14e quota-herziening met twee jaar te
vervroegen. Bij deze 14e quotaherziening is afgesproken dat de formule
die wordt gebruikt voor quotaherzieningen zal worden geƫvalueerd voor
januari 2013 en dat de 15e quotaherziening zal moeten zijn uitgevoerd
voor januari 2014. 

De verdubbeling en verschuiving van de quotamiddelen betekent dat het
Nederlandse quotum zal worden verhoogd van SDR 5.1624 miljard naar SDR
8.7365 miljard. De staatsgarantie aan de Nederlandse Bank (DNB) uit
hoofde van de deelneming in het kapitaal van het IMF zal derhalve
toenemen met het verschil tussen deze twee bedragen. Aangezien het hier
niet gaat om een wijziging van de Overeenkomst, is de exacte verhoging
afzonderlijk via de eerste suppletore begroting 2011 aan de
Staten-Generaal voorgelegd (Kamerstukken II 26234 nr. 110). 

Hervormingen ten aanzien van de samenstelling van het College van
Bewindvoerders

Naast de afschaffing van de benoemde Bewindvoerders en de regels met
betrekking tot de regelmatige verkiezingen van Bewindvoerders, zijn er
nog een aantal hervormingen afgesproken die aanpassingen in de
samenstelling van het College van Bewindvoerders moeten
vergemakkelijken.

In 2008 is de Overeenkomst (zie Trb. 2009, 17 en Kamerstukken II
2009/10, 32 049 (R1819)) gewijzigd om zo ruimte te bieden voor het
benoemen van een tweede plaatsvervanger voor een Bewindvoerder die meer
dan een door de Raad van Bestuur te bepalen aantal lidstaten
vertegenwoordigt. De grens waarbij een Bewindvoerder recht zou krijgen
op een extra plaatsvervanger is toen gelegd bij de vertegenwoordiging
van 19 lidstaten, zodat hiermee de beide Afrikaanse Bewindvoerders de
mogelijkheid krijgen om een extra plaatsvervanger te benoemen. De Raad
van Bestuur heeft nu bepaald deze grens te verlagen naar een extra
plaatsvervanger bij een vertegenwoordiging van 7 of meer lidstaten, om
op deze wijze de flexibiliteit in het vormen van kiesgroepen te
vergroten.

Hoewel in de Overeenkomst nog steeds wordt uitgegaan van een College van
Bewindvoerders met 20 leden, hebben de Leden van het Fonds in de Raad
van Bestuur afgesproken dit aantal bij de verkiezingen van de
Bewindvoerders te blijven verhogen naar de huidige 24. De samenstelling
van het College van Bewindvoerders zal elke 8 jaar worden herzien. 

Ook hebben de Leden afgesproken dat het aantal Bewindvoerders dat
ontwikkelde Europese landen vertegenwoordigt, met twee zal worden
verminderd ten goede van opkomende economieƫn en ontwikkelingslanden.
Deze wijziging moet uiterlijk geƫffectueerd zijn bij de eerste
verkiezing nadat de quotaverhoging onder de 14e quotaherziening alsmede
de voorliggende statutenwijzigingen effectief zijn geworden. 

Koninkrijkspositie

Aangezien de Overeenkomst en de daarop volgende wijzigingen alle voor
het gehele Koninkrijk gelden, wordt de goedkeuring van deze wijziging
eveneens voor het gehele Koninkrijk gevraagd. 

De regeringen van Aruba, CuraƧao en Sint Maarten achten medegelding van
deze wijziging voor hun land wenselijk. De wetgeving in deze landen
behoeft daartoe niet aangepast te worden.

De wijziging zal gelden voor zowel het Europese deel van Nederland, als
voor het Caribische deel (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

De Minister van Financiƫn, 

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 	De SDR (ā€˜Special Drawing Rightā€™ of ā€˜Bijzonder Trekkingsrechtā€™)
is de munteenheid en de officiƫle rekeneenheid van het IMF. De waarde
van de SDR wordt bepaald door een ā€˜mandjeā€™ van valuta met daarin de
US dollar, de Japanse yen, het Britse pond en de Euro.

  PAGE  2 

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend
luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State).