Formulier van de MOgroep Jeugdzorg inzake huiselijk geweld en kindermishandeling
Wijziging van diverse wetten in verband met de invoering van de verplichting voor bepaalde instanties waar professionals werken en voor bepaalde zelfstandige professionals om te beschikken over een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling en de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen, onderscheidenlijk die meldcode te hanteren (verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling)
Bijlage
Nummer: 2011D56133, datum: 2011-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Memorie van toelichting (2011D52397)
Preview document (đ origineel)
INVULFORMULIER Consultatie Wetsvoorstel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling December 2009 Naam Organisatie: Contactpersoon: Emailadres: Telefoonnummer: Datum: 18 februari 2010 Uiterlijk vĂČĂČr 19 februari retourneren naar of naar Postbus Wat is uw algemene reactie op het wetsvoorstel? MOgroep Jeugdzorg, de brancheorganisatie voor de jeugdzorg, onderschrijft de noodzaak tot een verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor die beroepsgroepen die te maken hebben met kinderen en hun ouders. In het streven naar een zoveel mogelijk (uniform) gebruik van een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vindt MOgroep Jeugdzorg het belangrijk dat beroepskrachten weten hoe om te gaan met (vermoedens van) kindermishandeling en waar ze terecht kunnen met vragen of vermoedens, namelijk bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling van Bureau Jeugdzorg. We ondersteunen de ontwikkeling dat de SHGâs in de wet een heldere en eenduidige rol en positie krijgen, zodat goede samenwerkingsafspraken te maken zijn. De niet-vrijblijvende samenwerking tussen AMK en SHG wordt door MOgroep Jeugdzorg volledig ondersteund. Beide organisaties moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor de meldingen die bij hen binnen komen en waar nodig doorschakelen en daarin goed samenwerken. Welke onderwerpen in het wetsvoorstel zijn volgens u van uiterst belang? Een brede invoering van een verplichte meldcode Kindermishandeling en Huiselijk geweld zoals het wetsvoorstel voorstaat, is een belangrijke middel om de meldingen kindermishandeling te stimuleren. Daardoor kunnen we kinderen die ernstig worden bedreigd beschermen en noodzakelijke zorg organiseren. Door de bevoegdheden van het SHGâs wettelijk vast te leggen ontstaat er een meer solide basis om de samenwerking in de keten ten behoeve van een stevige aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld te organiseren. Welke onderwerpen zouden volgens u extra aangescherpt of toegevoegd moeten worden? BJZ neemt een bijzondere positie in de aanpak van kindermishandeling in: het beschermen van kinderen en het organiseren van de juiste zorg is immers de kerntaak van BJZ. In 2008 heeft de branchecommissie BJZs de notitie âVeiligheidsbeleid en risicomanagement in Bureau Jeugdzorgâ vastgesteld, waarin een integrale visie en aanpak is afgesproken over hoe medewerkers BJZ signalen van kindermishandeling beoordelen en tot een beslissing komen. Het AMK is onderdeel van de Bureaus Jeugdzorg; het melden van (vermoedens van) kindermishandeling en zorgmeldingen bij het AMK vindt geĂŻntegreerd plaats in de frontoffice van BJZ. Er is momenteel bij alle BJZs sprake van (een ontwikkeling naar) Ă©Ă©n meldpunt voor alle zorgmeldingen en meldingen van kindermishandeling. Dit betekent dat er ten aanzien van zorg om kinderen Ă©Ă©n meldpunt in de regio is, waar zowel advies, onderzoek als hulp ingezet kan worden, en waar nodig kan worden opgeschaald richting dwang/ drang/ bescherming. Het is belangrijk dat bij het opstellen van de AMvB rekening wordt gehouden met deze bijzondere positie van Bureau Jeugdzorg. De voorgestelde aanvullingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (par. 8a, artikel 21b) moet verder aangescherpt worden ten aanzien van de relatie SHG-AMK. In het voorstel wordt aangegeven dat het SHG het AMK kan informeren indien er sprake is van een jeugdige of een vermoeden hiervan. Dit is te vrijblijvend en de huidige formulering geeft het SHG de mogelijkheid om buiten BJZ/ AMK om hulpverlening voor kinderen die getuige en/of slachtoffer zijn van huiselijk geweld, te organiseren. Voor het melden van kindermishandeling is het AMK, op basis van de Wet op de jeugdzorg, de aangewezen instantie zoals ook in de toelichting wordt aangegeven. MOgroep Jeugdzorg stelt voor om in de tekst op te nemen dat het SHG het AMK informeert wanneer kinderen betrokken zijn bij of getuige zijn van het huiselijk geweld. Aangegeven wordt dat de regels omtrent de samenwerking SHG-AMK bij een AMvB geregeld worden. Aangezien deze AMvB de basis moet vormen voor de niet-vrijblijvende samenwerking tussen de AMK functie van Bureau Jeugdzorg en de SHGâs, verwachten wij nadrukkelijk bij de opzet en ontwikkeling van deze AMvB betrokken te worden. De SHGâs krijgen de wettelijke bevoegdheid om meldingen van huiselijk geweld te registreren en op basis daarvan toeleiding naar hulp te organiseren. Deze bevoegdheid is minder vergaand dan de AMK onderzoeksbevoegdheid. De bedoeling van de wet lijkt te zijn: De SHGâs kunnen naar aanleiding van een melding registreren en hulp kunnen organiseren, maar hebben niet de bevoegdheid om informanten uit de omgeving van het gemelde gezin te benaderen. Artikel 21c lid 2 kan hierbij onduidelijkheid scheppen. Een aanpassing zou kunnen zijn âDegene die op grond van zijn ambt of beroep tot geheimhouding is verplicht kan, zonder toestemming van degene die het betreft, aan een SHG huiselijk geweld melden en daarbij de noodzakelijke inlichten verstrekken, indienâŠ.â Hierdoor wordt duidelijk gemaakt dat het hier een melder betreft en niet een informant. Wat is het belangrijkste advies dat u zou willen geven ten aanzien van de invoering van het wetsvoorstel? Alleen het ontwikkelen en verplicht stellen van een meldcode is niet voldoende; de meldcode moet ook worden gebruikt. Beroepskrachten moeten weten dat de meldcode bestaat en hoe deze te gebruiken. De drempel om het AMK in te schakelen is nu voor veel professionals nog hoog, onterecht wordt vaak gedacht dat het AMK alleen een meldpunt is waarbij direct wordt ingegrepen in het gezin. De expertise en adviesfunctie van het AMK kan, zoals ook in het basismodel meldcode staat aangegeven, een belangrijke rol spelen in het ondersteunen van de instelling. Meer informatie bij professionals over deze taken van het AMK bij de invoering van de wet is daarom van belang. Voor beroepskrachten moet duidelijk zijn dat zij een meldrecht hebben en moet er sprake zijn van aansluiting tussen dit meldrecht van beroepskrachten en de eigen beroepscodes en tuchtrecht c.q. tuchtrechterlijke uitspraken. Gebrek aan aansluiting kan immers leiden tot een ondermijning van de meldingsbereidheid van beroepskrachten. Voornoemde punten verdienen volop aandacht in het implementatietraject van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Ruimte voor overige opmerkingen PAGE 1 PAGE 1