[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2011D57756, datum: 2011-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Raad WSBVC 1 december 2011 (2011D57755)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda 

Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 1 december 2011

Agendapunt: Aanpassingen coördinatie sociale zekerheidssystemen 

Aard van de bespreking: Algemene oriëntatie.

Voorstel en toelichting

De Commissie stelt een aantal wijzigingen voor in de twee Verordeningen
coördinatie sociale zekerheidsstelsels die in 2010 in werking zijn
getreden. De wijzigingen zijn noodzakelijk met het oog op gewijzigde
regelgeving in de nationale lidstaten. De wijzigingen zijn voor een deel
technisch van aard. Het belangrijkste materiële punt betreft een
regeling ten behoeve van werkloze zelfstandigen die in een lidstaat
werken waar een werkloosheidsverzekering voor zelfstandigen bestaat,
maar die wonen in een lidstaat zonder een dergelijke regeling. Het
voorstel voorziet erin dat deze personen hun aanspraak op
werkloosheidsuitkering behouden, ook al wonen zij in een andere
lidstaat. 

Nederlandse opstelling

Voor Nederland is van belang dat een te treffen bepaling aangaande
werkloze zelfstandigen die in een andere lidstaat woonachtig zijn dan in
het laatste werkland, uitsluitend op grond van het
coördinatiemechanisme kan geschieden. De lidstaten gaan immers zelf
over de inrichting van hun sociale zekerheidsstelsel. Dit betekent dat
Nederland kan instemmen met het Commissievoorstel omdat dat er toe leidt
dat een lidstaat alleen hoeft te exporteren als zij een dergelijke
regeling kent. Nederland kent geen werkloosheidsuitkering voor
zelfstandigen en daarom raakt het voorstel het Nederlandse systeem niet.

Agendapunt: Bescherming werknemers tegen elektromagnetische straling

Aard van de bespreking: Voortgangsrapport

Voorstel en toelichting

Het richtlijnvoorstel beoogt werknemers te beschermen tegen de
ongewenste effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden. Het
voorstel is een wijziging van de gelijknamige richtlijn uit 2004
(2004/40/EG). Deze richtlijn is niet geïmplementeerd, omdat de medische
sector in 2006 aangaf dat de blootstellinglimieten hierin de toepassing
en ontwikkeling van MRI ernstig zou beperken. De invoering van deze
richtlijn is daarom uitgesteld tot april 2012. De belangrijkste
wijziging in het voorstel betreft uitzondering van de limieten voor MRI
scanners en de strijdkrachten. In dit gewijzigde richtlijnvoorstel is
rekening gehouden met de laatste wetenschappelijke inzichten. Nederland
heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit
gewijzigde voorstel.

Nederlandse opstelling

Door de inspanningen van Nederland is in dit Commissievoorstel een
consistent geheel van limieten en andere waarden opgenomen, dat een
reëler verband legt tussen blootstelling en nadelige korte
termijneffecten. Nederland is positief over de uitzondering voor MRI
toepassingen omdat daardoor MRI toepassing in de toekomst veilig wordt
gesteld, terwijl de bescherming van de werknemers geborgd blijft.

Het voorzitterschap heeft in de loop van het onderhandelingsproces in de
Raadswerkgroep een groot aantal wijzigingen in het voorstel doorgevoerd.
Hierdoor wijkt het voorstel nu sterk af van het oorspronkelijke
Commissievoorstel en is er een groot aantal openstaande punten ontstaan.


Nederland wil een beweging terug maken naar het oorspronkelijke
Commissievoorstel waarin rekening is gehouden met de laatste
wetenschappelijke inzichten, uitzonderingen van de limieten voor
MRI-scanners en de strijdkrachten alsmede mogelijkheden tot aangepaste
blootstellinglimieten voor overige toepassingen.

Zie ook het BNC-fiche over dit richtlijnvoorstel (Kamerstuk 22 112, nr.
1207). 

Agendapunt: Aanpassing Europees Globaliseringsfonds

Aard van de bespreking: Voortgangsrapport of algemene oriëntatie

Voorstel en toelichting

De Commissie stelt voor de verordening voor het Europees
Globaliseringsfonds te wijzigen. Het voorstel is om de geldigheid van
twee tijdelijke bepalingen, die waren toegevoegd in verband met de
economische crisis, te verlengen tot het einde van het huidige Meerjarig
Financieel Kader in 2013. De geldigheid van deze twee bepalingen
verloopt aan het einde van dit jaar. De bepalingen hebben als doel het
gebruik van het EGF makkelijker te maken. Specifiek gaat het om het
toevoegen van de “consequenties van de financiële en economische
crisis” als aanvraaggrond (naast globalisering) en een verhoogde
cofinanciering (EU bijdrage) van 65% (oorspronkelijk 50%). Het voorstel
heeft geen consequenties voor de hoogte van het budget van het EGF.

Nederlandse opstelling

In geval van besluitvorming over het Commissievoorstel, zal Nederland
zich inspannen om het voorstel zoveel mogelijk te beperken. Nederland
was en is kritisch ten aanzien van het EGF als middel om de effecten van
globalisering tegen te gaan. Daarbij is ondersteuning van werknemers die
hun baan (dreigen te) verliezen primair een taak van nationale
overheden.

Zie ook het BNC-fiche over dit voorstel (Kamerstuk 22 112, nr. 1208).

Agendapunt: Zwangerschapsrichtlijn

Aard van de bespreking: Voortgangsrapport

Voorstel en toelichting

De Europese Commissie heeft voorgesteld om richtlijn 92/85/EEG, de
‘zwangerschapsrichtlijn’, te herzien. Het doel van de herziening is
het verhogen van het beschermingsniveau door te komen tot een
uitbreiding van het zwangerschapsverlof van 14 tot 18 weken met betaling
op het niveau van minimaal ziekteverlof. Het standpunt van het Europees
Parlement is uitbreiding van het verlof naar 20 weken met volledige
doorbetaling van het loon. Sinds de inname van het standpunt door het
Europees Parlement hebben opeenvolgende voorzitterschappen zonder succes
geprobeerd een gemeenschappelijk standpunt van de Raad te bereiken.
Tijdens de Informele Raad Familie en Gendergelijkheid van 21 oktober in
Krakau, intervenieerde een aantal lidstaten, waaronder Nederland, zeer
kritisch met als insteek dat zowel het Commissievoorstel als de
amendementen van het Europees Parlement grote kosten met zich meebrengt,
die in verband met de economische crisis niet passen. 

Nederlandse opstelling: Nederland zal het voortgangsrapport aanhoren. 

Agendapunt: Gelijke behandeling buiten arbeid

Aard van de bespreking: Voortgangsrapport

Voorstel en toelichting

Op 2 juli 2008 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd
voor gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of
levensovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Deze
conceptrichtlijn is van toepassing buiten arbeid. Het voorstel schept
een kader voor het verbod van discriminatie op de hierboven genoemde
gronden. In het voorstel is niet gepreciseerd welke terreinen wel en
niet onder de richtlijn vallen en het is onduidelijk hoeveel kosten de
richtlijn met zich meebrengt. Mede hierdoor is er weinig vooruitgang
geboekt in de onderhandelingen. 

Nederlandse opstelling: Nederland zal het voortgangsrapport aanhoren.

Agendapunt: Uitvoering van de Europa 2020 strategie op het terrein van
werkgelegenheid en sociaal beleid

Aard van de bespreking: Presentatie van de Commissie, aanname
Raadsconclusies, onderschrijving van de opinie van het Sociaal
Beschermingscomité, debat.

Voorstel en toelichting

a) De Europese Commissie zal de Annual Growth Survey (2012) en het Joint
Employment Report presenteren, welke 23 november door de Commissie zijn
gepresenteerd. 

b) In de Raadsconclusies wordt aandacht gevraagd voor de doelstellingen
in het kader van Europa 2020 op het terrein van werkgelegenheid en het
voorkomen van armoede. De haalbaarheid van deze doelstellingen wordt
belemmerd door de economische crisis en bezuinigingen door nationale
overheden. Desalniettemin zullen lidstaten zich moeten inspannen om,
gegeven de beperkte financiële ruimte en de impact van de economische
crisis, de doelstellingen te behalen.

In de conclusies wordt aandacht gevraagd voor de urgentie van het
oplossen van de economische crisis en wordt benadrukt dat lidstaten de
lange termijn uitdagingen niet uit het oog mogen verliezen wanneer ze op
zoek gaan naar korte termijn oplossingen voor de crisis.  

De conclusies zijn een coproduct van het Werkgelegenheidscomité en
Sociaal beschermingscomité (SPC). 

c) In de opinie van het SPC wordt de stand van zaken met betrekking tot
de armoededoelstelling beschreven. De hoofdboodschap van het document
is, dat ondanks de mitigerende werking van de sociale zekerheidssystemen
in Europa, het risico op armoede groter is geworden, zeker voor de meest
kwetsbaren in de samenleving. Daarnaast komt de sociale zekerheid steeds
meer onder druk te staan door de aanhoudende crisis. Het is daarom van
belang de sociale zekerheidssystemen zo effectief mogelijk in te richten
om sociale bescherming te continueren alsmede de inzetbaarheid van
mensen te verbeteren.

Nederlandse opstelling

Ad a) Nederland zal de presentatie aanhoren.

Ad b) Nederland kan instemmen met de raadsconclusies. Nederland vindt
het belangrijk dat, in tijden van crisis, de lange termijn en de
doelstellingen met betrekking tot Europa 2020 niet vergeten worden. Voor
Nederland is het belangrijk dat de multilaterale dialoog op gang komt en
blijft met betrekking tot de Europa 2020 strategie. Peer pressure is een
voorwaarde voor het slagen van de Europa 2020 strategie.

Ad c) Nederland kan instemmen met de opinie van het SPC. Het is van
belang dat in tijden van crisis de sociale dimensie niet uit het oog
verloren wordt. Nederland is voorstander van slimme hervormingen van
sociale zekerheidssystemen zodat op de lange termijn de sociale
zekerheid houdbaar en toereikend is.

Agendapunt: Vergrijzing als kans voor de arbeidsmarkt en sociale
diensten

Aard van de bespreking: Aannemen van raadsconclusies

Voorstel en toelichting

De raadsconclusies vragen aandacht voor het thema vergrijzing en de
noodzaak van een hogere arbeidsmarktparticipatie van ouderen. De
conclusies onderstrepen het belang van het wegnemen van prikkels voor
vervroegd uittreden, het verhogen van de pensioenleeftijd en het
invoeren van prikkels die langer werken stimuleren. 

Nederlandse opstelling

Nederland kan instemmen met de raadsconclusies waarin de kansen van
ouderen op de arbeidsmarkt centraal staan. Nederland vindt het
belangrijk dat de arbeidsparticipatie van ouderen wordt bevorderd.

Agendapunt: Combinatie van arbeid en zorg

Aard van de bespreking: Aannemen van raadsconclusies

Voorstel en toelichting

In de raadsconclusies wordt het belang van een goede combinatie van
arbeid en zorg en de aandacht ervoor in Europees en nationaal beleid
onderstreept. Deze conclusies vloeien voort uit de jaarlijkse evaluatie
van de doelstellingen van het Beijing actieplatform voor de positie van
vrouwen. 

Nederlandse opstelling

Nederland stemt in met deze raadsconclusies. Nederland onderkent het
belang van een goede combinatie van arbeid en zorg. Aandacht op Europees
niveau in de vorm van onderzoek en debat steunt Nederland dan ook. Dit
geeft lidstaten input om naar eigen inzicht, en rekening houdend met
nationale omstandigheden, vooruitgang te boeken op dit terrein. 

Agendapunt: Overgangsbepalingen vrij werknemersverkeer met Bulgarije en
Roemenië

Aard van de bespreking: Presentatie van de Commissie

Voorstel en toelichting

De Europese Commissie heeft op 11 november jl. een rapport gepubliceerd
over het functioneren van de overgangsbepalingen inzake het vrij verkeer
van werknemers vanuit Bulgarije en Roemenië. Het rapport concludeert
dat de effecten van de intra-EU mobiliteit van Bulgaren en Roemenen voor
de meeste lidstaten beperkt lijken (met uitzondering van Italië en
Spanje). 

Nederlandse opstelling: 

Nederland zal de presentatie aanhoren.

Het kabinet heeft inmiddels haar standpunt bepaald, namelijk dat de
arbeidsmarkt tot 2014 gesloten zal blijven voor Bulgaren en Roemenen.
Het definitieve Nederlandse standpunt zal aan het eind van dit jaar
worden bepaald in samenspraak met het Parlement. 

Zie ook de brief aan de Tweede Kamer betreffende “Arbeidsmigratie uit
EU-landen”, verstuurd op 18 november jl.  

  PAGE   \* MERGEFORMAT  1