[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanbieding feitelijke vragen MIRT-projectenboek 2012

Brief commissie

Nummer: 2011D58857, datum: 2011-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z24594:

Preview document (šŸ”— origineel)


Lijst van vragen – MIRT-projectenboek 2012

Kamerstuknummer	:	33000-A-3

Vragen aan	:	Regering

Commissie	:	Infrastructuur en Milieu



Nr	Vraag	Blz

van	

tot

1	Kunt u een overzicht geven waarin in ƩƩn oogopslag zichtbaar is waar
taakstellingen uit het Regeerakkoord worden doorgevoerd en wat de omvang
hiervan is, zoals u in het voorwoord schrijft?	0	 

2	Kunt u aangeven welke projecten worden gekort, danwel getemporiseerd,
om geld vrij te maken voor de maatregelen die noodzakelijk zijn om 130
km/u te kunnen rijden op de snelweg?	0	 

3	a. Is er MIRT-budget gereserveerd voor de Kersenbaan in Amersfoort? 

b. Zo ja, hoeveel? 	0	 

4	Welke gevolgen heeft het overhevelen van zijtakken van vaarwegen naar
de provincies Friesland en Groningen voor het uitdiepen van het
Winschoterdiep?	0	 

5	Kunt u aangeven of de provincie Zeeland de toegezegde 20 miljoen euro
voor de N62 krijgt?	0	 

6	a. Kunt u aangeven wat de voortgang van de projecten uit de motie De
Rouwe c.s., over een aantal projecten in het verlengde van het MIRT
(Kamerstuk 32500-XII, nr. 57), is?

b. Is de voorfinanciering van deze projecten geregeld?

c. Ook die van de N23?	0	 

7	Op welke manier gaat u uitvoering geven aan de motie De Rouwe, over
Agriboard Noord-Holland Noord (Kamerstuk 32 660, nr. 35), binnen het
MIRT?	0	 

8	Kunt u per wegen project aangeven welke maximumsnelheid er gaat
gelden, en op basis van welke analyses voor veiligheid en milieu deze
snelheid is vastgesteld?	0	 

9	Op welke manier weegt u het criterium van ā€˜robuustheid’ mee bij de
totstandkoming van een voorkeursbesluit?	0	 

10	a. Op welke manier neemt u het criterium van robuustheid mee bij het
opstellen van een Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA)? 

b. Kunt u ook toelichten hoe u dit weegt?	0	 

11	a. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van het onderhoud van de
wegen? 

b. Is er sprake van achterstallig onderhoud bij de hoofdwegen en/of de
provinciale wegen? c. Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken?	0	 

12	a. Kunt u overzichtelijk aangeven welke projecten op de A1 aangepakt
worden en hoe deze zich tot elkaar verhouden? 

b. Zou een totaalaanpak van de A1 niet verstandig zijn om de
doorstroming te bevorderen op deze as?	0	 

13	a. Hoe past het op voorhand uitsluiten van een tunnel onder het
Pannerdensch Kanaal binnen de lessen van ā€˜Sneller en beter’, waarin
juist in de beginfase alle opties open gehouden moeten worden? 

b. Waarom wilt u deze tunneloptie niet onderzoeken?	0	 

14	Welke opties ziet u om het opknappen van de Ketelbrug te versnellen?
0	 

15	In hoeverre passen P+R (Parkeer en reis)-projecten volgens u in het
MIRT?	0	 

16	a. Hoeveel doden zijn er dit jaar gevallen bij onbewaakte
spoorwegovergangen?

b. Welke belemmeringen zijn er voor een versnelling van de aanpak van
deze overgangen?	0	 

17	Welke varianten voor het in stand houden van de Beneluxlijn ziet u,
en welke hiervan heeft uw voorkeur? 	0	 

18	a. Is de inbouw in de ICE 3M-stellen inderdaad volgens planning eind
2011 gereed, zoals aangekondigd in uw brief (Kamerstuk 32 404, nr. 51)? 

b. Zo nee, wanneer dan wel? 

c. Gaan deze ICE 3M-stellen op Amsterdam - Utrecht ook meteen 160 km/u
rijden? 

d. Zo nee, waarom niet?	0	 

19	Welke maatregelen worden getroffen wanneer de wand van de
hoofdaanlandingsplaats voor de veerdienst TESO in Den Helder, de
zogenaamde lange fuik, naar verwachting in 2012-2013 wordt vervangen?	0	


20	a. Welke investering is nodig om een treinverbinding van vier keer
per uur tussen Utrecht en Leiden mogelijk te maken, er vanuit gaande dat
de regio zorgt voor een verdubbeling van het spoor tussen Alphen a/d
Rijn en Leiden?

b. Kunt u aangeven wat het onderhoudsprogramma van ProRail is op het
traject Utrecht-Leiden?	0	 

21	a. Wordt er in kader van de verzorgingsplaatsenproblematiek, die in
uw brief ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’ d.d.
28 november 2011, ook nagedacht over het aanbesteden van
verzorgingsplaatsen?

b. Zo ja, waar heeft dat tot op heden toe geleid?

c. Zo nee, waarom niet?	0

	22	Wanneer wordt het MIRT-onderzoek met betrekking tot de A8/A9, zoals
genoemd op pagina 12 van de Afsprakenlijst bestuurlijke overleggen MIRT
najaar 2011, die als bijlage bij uw brief d.d. 28 november 2011 is
gevoegd, aan de Kamer gezonden?	0

	23	a. Kunt u een overzicht geven van alle spoorwegongevallen in 2010 en
de eerste helft van 2011, met daarbij een uitsplitsing per soort
spoorwegovergang (bewaakt/onbewaakt)?

b. Deelt u de mening dat het aantal ongevallen op onbewaakte
spoorwegovergangen onaanvaardbaar hoog is en dat hier maatregelen nodig
zijn?	0	 

24	a. Kunt u in een tabel aangeven hoeveel middelen uit de MIRT-periode
2020-2028 met uw brief ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT,
najaar 2011’ d.d. 28 november 2011, inmiddels zijn gereserveerd voor
concrete projecten en voor welke projecten uit uw prioriteitenlijst van
14 juni er nog geen middelen zijn gereserveerd?

b. Kunt u dit overzicht opsplitsen in de verschillende modaliteiten
(weg/spoor/water)?	0	 

25	a. Kunt u, naast de afsprakenlijst die u heeft gezonden bij uw brief
ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’ d.d. 28
november 2011, een overzicht geven van de MIRT-beslissingen die genomen
zijn?

b. Kunt u alsnog de financiƫle oplegger naar de Kamer sturen die u
voortaan bij elke MIRT-brief zou toevoegen?	0	 

26	Waarom wordt de planuitwerking van de boog bij Herfte gestopt, zoals
te lezen is in bijlage 1 bij uw brief ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke
overleggen MIRT, najaar 2011’ d.d. 28 november 2011?	0	 

27	a. Kunt u toelichten waarom u de frequentie van het bestuurlijk
overleg (BO) MIRT verlaagt? 

b. Betekent dit dat de voortgang en agendavorming weer in ƩƩn overleg
besproken zullen worden? 

c. Wat betekent dit voor de afspraken die tijdens het afgelopen BO MIRT
zijn gemaakt gemaakt voor het voorjaar 2012?	0	 

28	a. Hoeveel hoger zijn de kosten voor de spoorlijn
Roodeschool-Eemshaven? 

b. Wat zijn hiervan de oorzaken?	0	 

29	a. Waarom onderzoekt u niet de decentralisatie van de stoptrein
Ede-Wageningen-Arnhem ten behoeve van het doortrekken van de Valleilijn?

b. Deelt u de mening dat, gezien het in bijlage 1 bij uw brief
ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’ d.d. 28
november 2011 genoemde ontstaan van treinbewegingen die conflicteren met
het Programma Hoogfrequent Spoor, het traject onmiddelijk overbelast
verklaart moet worden? 

c. Bent u bereid de reiziger met hoofdletter R op dit traject centraal
te stellen en een studie naar benodigde capaciteitsmaatregelen te
starten zodat de reiziger een beter treinproduct kan krijgen waaronder
een doorgetrokken Valleilijn?

d. Deelt u de mening dat, als de Valleilijn niet was gedecentraliseerd,
NS waarschijnlijk wel de doorgaande verbinding had gerealiseerd en dat
kennelijk hier de reiziger het slachtoffer is van het feit dat er geen
keuze wordt gemaakt welke vervoerder het hele traject mag rijden?	0	 

30	a. Kunt u de "update van de capaciteitsanalyse
Zwolle-Groningen/Leeuwarden", zoals genoemd in bijlage 3 van bij uw
brief  ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’ d.d.
28 november 2011, naar de Kamer sturen?

b. Wat wordt bedoeld met "seinoptimalisatie Zwolle-Meppel"? 

c. Gaat het hier om optimalisatie van de (plaatsing van de) bestaande
seinen of om seinverdichting? 

d. Deelt u de mening dat seinverdichting veel meer oplevert voor de
reiziger met hoofdletter R dan seinoptimalisatie?

e. Kunt u specificeren hoeveel reistijdwinst de verschillende
maatregelen in de spoordriehoek opleveren, zoals de seinoptimalisatie
Zwolle-Meppel en de aanpassing van de spoorboog bij Hoogeveen?

f. Klopt het dat het traject Zwolle-Coevorden inmiddels overbelast is
verklaard?

g. Wat wordt bedoeld met "enkele kleinere aanpassingen aan de
infrastructuur zodat er geen inhaling van het goederenverkeer door de IC
meer nodig is"? 

h. Om welke aanpassingen gaat dit?

i. Wat betekenen de voorstellen voor de reistijd,
reistijdbetrouwbaarheid en spreiding van de treinen over het uur voor de
corridor Zwolle-Emmen? 

j. Klopt het dat deze verslechtert doordat nog steeds niet is gekozen
voor de meest robuuste oplossing, namelijk een derde spoor
Zwolle-Herfte, zodat de treinen uit de richting en vanuit Emmen
onafhankelijk van de treinen richting Meppel afgehandeld kunnen worden?

k. Wat zijn de kosten van een derde spoor Zwolle-Herfte? 

l. Indien dit nog niet is onderzocht: waarom heeft u deze kosten nog
steeds niet in beeld en kunt u tenminste een ruwe schatting geven van
deze kosten? 

m. Deelt u de mening dat een derde spoor tussen Zwolle meer oplevert
voor de treinreiziger met hoofdletter R dan een onderdoorgang Wolvega om
de Noort? 

n. Indien u deze mening niet deelt, zou u dit kunnen onderbouwen?

o. Wat wordt onderzocht in de quick-scan oostelijke ontsluiting station
Wolvega? 

p. Gaat het hier om investeringen in het spoor of in lokale
ontsluitingswegen?	0

	31	a. Kunt u de recente storingen op het traject Arnhem-Doetinchem,
zoals genoemd in bijlage 3 van bij uw brief  ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke
overleggen MIRT, najaar 2011’, toelichten? 

b. Wanneer zijn de problemen op deze lijn opgelost?	0	 

32	Welke versoberingsmaatregelen zijn voorgesteld voor knooppunt
Hoevelaken, zoals genoemd in bijlage 3 van bij uw brief  ā€˜Uitkomsten
Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’?	0	 

33	Worden ondanks de schokgolffiles, zoals genoemd in bijlage 3 van bij
uw brief  ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’, de
normen gehaald op de A15 Papendrecht-Gorinchem?	0

	34	Wat is de planning van de studie met Duitsland naar de
spoorverbinding Eindhoven-Dusseldorf, zoals genoemd in bijlage 3 van bij
uw brief  ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’?	0	


35	a. Wat is de planning voor de studie naar het traject
Maastricht-Luik, zoals genoemd in bijlage 3 van bij uw brief 
ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’, na 2015? 

b. Is het resultaat van de onderzoeken en overleggen met Belgiƫ er op
tijd voor de vaststelling van de concessie voor het hoofdrailnet?	0	 

36	Kunt u toelichten wat het betekent dat  ā€œde betekenis van de
verbinding N206-A4 een plek zal krijgen in de Structuurvisie Mainport -
Amsterdam - Schiphol - Haarlemmermeer (SMASH)ā€?	12	 

37	a. Hebben de aangenomen moties met betrekking tot de Structuurvisie

Infrastructuur en Ruimte (SVIR) invloed op het MIRT zoals dat nu
voorligt?

b. Zo ja, wat zijn de wijzigingen?	15	 

38	Worden eventuele tegenvallers in de gedecentraliseerde projecten ook
volledig opgevangen door de betreffende decentrale overheid?	18	 

39	Is het programma Beter Benutten integraal onderdeel van het MIRT?	20	


40	Bent u van plan om doelgroepstroken voor het vrachtverkeer af te
schaffen in het kader van het programma Beter Benutten?	20	 

41	Wanneer staat het permanent maken van de crisis- en herstelwet in de
planning?	21	 

42	a. Kunt u aangeven of u de financiering voor de Zeesluis Terneuzen al
rond heeft? 

b. Zo nee, waarom niet?	22	 

43	Is bij de keuze, om in eerste instantie rivierverruiming toe te
passen waar voorheen dijkversterking werd toegepast, rekening gehouden
met de mogelijkheid dat de rivierbedding dichtslibt, vanwege het
loslaten van de dijkversterking?	26

	44	a. Lopen alle spoedwetprojecten binnen ZSM 1 en ZSM 2 nog volgens
planning?

b. Zo nee, welke niet en waarom?	42	44

45	Kunt u een overzicht geven van de projecten uit het
Meerjarenprogramma Ontsnippering die als gevolg van de bezuinigingen
zijn of worden geschrapt?	48	 

46	Hoeveel geld is er in totaal beschikbaar voor inpassingsmaatregelen
(zoals gelijkvloerse kruisingen) binnen het Programma Hoogfrequent
Spoorvervoer (PHS) en OV-SAAL (afkorting voor Openbaar Vervoer Schiphol
- Amsterdam - Almere - Lelystad)?	52	 

47	Hoeveel geld wordt uitgegeven binnen het PHS aan personele kosten
(ambtelijk)?	52	 

48	Betekent het feit dat de komende jaren voor het Programma
Hoogfrequent Spoor (PHS) als geheel, voor cruciale onderdelen daarvan,
en voor individuele maatregelen met een hoog risicoprofiel een
risicoanalyse zal plaatsvinden, dat tot op heden in dit programma geen
sturing op basis van risico’s heeft plaatsgevonden?	52	 

49	Kunt u aangeven hoe het speerpunt van het Programma Hoogfrequent
Spoor, voor kwalitatief goede reistijden naar de landsdelen, strookt met
de nieuwe dienstregeling van de NS, waarin de landsdelen vooral bediend
worden door stop-intercities? 	52	 

50	Kunt u een overzicht geven van de maatregelen die u neemt om de
leefbaarheid (op het gebied van geluid, trillingen, spoorse
doorsnijdingen) rond de trajecten voor het Programma Hoogfrequent Spoor
te waarborgen?	52	 

51	a. Wat bedoelt u met de opmerking dat geen enkele maatregel in PHS
immuun is? 

b. Betekent dit dat de bezuiniging van 194 miljoen euro toch ten koste
kan gaan van de functionaliteiten binnen PHS en dus ten koste van de
kwaliteit van het treinproduct voor de reiziger met hoofdletter R?	52	 

52	a. Kunt u een actueel overzicht geven van de spoorwegovergangen in
Nederland? 

b. Wanneer ontvangt de Kamer weer het jaarlijkse overzicht van de
voortgang van de aanpak van knelpunten?	54	 

53	a. Wat wordt er concreet in 2012 opgeleverd binnen het project
Beheersing en Beveiliging in de 21e eeuw (BB21)?

b. Waarom houdt BB21 zich bezig met ontwikkeling van systemen? 

c. Is dit geen taak van de markt? 

d. Waarom wordt het geld niet besteed aan het daadwerkelijk realiseren
van ERTMS op trajecten en de ombouw van treinen?	55	 

54	a. Waarom wordt voor de European Rail Traffic Management System
(ERTMS)-pilot geen gebruik gemaakt van de reeds van ERTMS voorziene
nieuwe Sprinter-treinstellen, zoals door uw ambtsvoorganger aan de Kamer
gerapporteerd d.d. 21 januari 2008 (Kamerstuk 29 984, nr. 115)? 

b. Klopt het dat deze treinen niet van ERTMS zijn voorzien?	56	 

55	a. Wat is de toegevoegde waarde van een tijdrovende en kostbare
ombouw van 20 NS-treinstellen ten behoeve van de ERTMS-pilot? 

b. Waarom kan voor de ERTMS-pilot niet sober, snel en kosteneffectief
volstaan worden met de beschikbare ICE 3M, Fyra, Thalys en andere reeds
van ERTMS voorziene treinen, zodat veel rijksgeld bespaard wordt?

c. Kunt u alsnog de vraag beantwoorden die ook gesteld is bij de
feitelijke vragen over de begroting (vraag 35a): "Wat gaat het
expertisecentrum ERTMS exact onderzoeken?"

d. Wat zijn de concrete opleveringsproducten van het expertisecentrum
ERTMS, wat is de planning, wat gaat dit kosten en hoe worden die kosten
verdeelt over de betrokken partijen?

d. Kunt u het voorstel van de spoorsector voor het
ERTMS-expertisecentrum inclusief de subsidieaanvraag naar de Kamer te
versturen?

e. Kunt u een overzicht geven van de voorgenomen besteding van het
budget uit het amendement Dijksma/Van Hijum (Kamerstuk 30 800 A, nr.
18), dat oorspronkelijk bedoeld was voor verkorting reistijd naar de
landsdelen? 

f. Hoeveel treinen moeten er worden omgebouwd om voldoende materieel te
hebben om op de Hanzelijn 160 km/uur te rijden onder ERTMS? 

g. Hoeveel kost deze ombouw bij benadering en wanneer zou dit gereed
kunnen zijn? 

h. Is het beschikbare budget daarvoor toereikend? 

i. Zo nee, bent u bereid hiervoor de aanbestedingsmeevaller van de
Hanzelijn in te zetten?	56	 

56	Kunt u aangeven waarom het wel technisch mogelijk was om dit jaar een
proef te houden waarin elke tien minuten een trein rijdt op het traject
Amsterdam – Utrecht, maar het technisch niet mogelijk is om dit voor
2020 door te voeren in de reguliere dienstregeling? 	56	 

57	Kunt u het taakstellend budget van 47 miljoen voor het project
ERTMS-pilot Amsterdam - Utrecht en ERTMS expertisecentrum nader
uiteenzetten en hierbij duidelijk onderscheid maken in kosten voor de
inbouw van ERTMS in de infrastructuur, de inbouw van ERTMS in de
treinen, en kosten voor het ERTMS expertisecentrum? 	56	 

58	a. Is het technisch mogelijk om de aangewezen goederentracƩs eerder
van ERTMS te voorzien dan in de nu gerekende 8 jaar? 

b. Zo ja, hoeveel jaar eerder zou dit mogelijk kunnen zijn?  	56	 

59	a. Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de motie
Anker/Mastwijk (Kamerstuk 32 351, nr. 8) over het inbouwen van ERTMS in
de infrastructuur bij gepland groot onderhoud aan de beveiliging van
grensoverschrijdende spoorlijnen? 

b. Wordt ERTMS bijvoorbeeld ingebouwd bij de komende grote werkzaamheden
bij station Enschede? 

c. Zo nee, waarom niet?	59	 

60	a. Wat is de stand van zaken van station Westervoort?

b. Waarom wordt station Bleizo pas in de dienstregeling 2014 geopend? 

c. Herinnert u zich de toezeggingen van uw voorganger de realisatie van
dit station te versnellen?	59	 

61	a. Kunt u de Kamer meer informatie sturen over het project
bovenbouwvernieuwing, gezien het grote beslag op het budget? 

b. Hoeveel is er gerealiseerd in de jaren 2007-2011 per jaar, en wat
zijn de gevolgen van de verlaging van het budget voor de doelstelling
van het project? 

c. Zal de reeks opnieuw opschuiven?	61	 

62	Waarom duurt het aanbrengen van ERTMS tussen de Amsterdamse Haven en
de Betuweroute acht jaar, terwijl op een groot deel van het traject al
ERTMS aanwezig is?	67	 

63	Kunt u, zolang de realisatie van de IJzeren Rijn nog niet van start
is gegaan, ervoor zorgen dat er op geen enkele wijze financiƫle
middelen worden besteed vanuit Nederland aan het beheer en onderhoud van
dit ongebruikte tracƩ? 	70	 

64	Wat betekent de optimalisering van de goederencorridor
Rotterdam-Genua voor de haalbaarheid van de regionale spoorverbinding
Arnhem-Emmerich?	71	 

65	Wat zijn de consequenties voor het project Ecologische Hoofdstructuur
binnen het MIRT, wanneer het Natuurakkoord niet door de provincies wordt
ondertekend?	82	 

66	Hoe staat de passage ā€œIndien deze verstedelijkingsopgave niet wordt
gerealiseerd, komt de economische groei onder druk te staanā€ in
verhouding tot het feit dat gebiedsontwikkeling op decentraal niveau
momenteel vrijwel stilligt vanwege de huidige economische situatie?	91	 

67	Heeft het aanmerken van Agriport A7 als Greenport  invloed op de
ontwikkelrichting Noord-Holland Noord zoals in het MIRT opgenomen?	93	 

68	Kunt u aangeven welke kosten er komend jaar nog gemaakt worden bij
een verdere uitwerking van het RRAAM-project?	100	 

69	Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de
besluitvorming rond de A1/A6/A9, specifiek waar het gaat om de
ondertunneling van de A9 bij Amstelveen?	107	 

70	a. Wat is de stand van zaken van de tunnel in de A9 bij Amstelveen? 

b. Is inmiddels bekend of de gemeente alsnog hieraan gaat bijdragen?	107
 

71	a. Klopt het dat u stelt dat de ontwikkeling van de Cuypershal op het
Amsterdam Centraal Station is gekoppeld aan het PHS-project, waarvan
recentelijk bekend is geworden dat dit pas in 2020 gereed is?

b. Is er zodoende geen besparing te behalen door de uitvoering van dit
project ook later te laten plaatsvinden?	115	 

72	Kunt u aangeven hoeveel, van de 10.000 te realiseren
fietsparkeerplaatsen, betaalde fietsparkeerplaatsen worden en welk
bedrag hiermee is gemoeid? 	116	 

73	Wordt bij de capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer
rekening gehouden met de mogelijkheid van een toekomstig overslagstation
Lelystad voor de binnenvaart, waardoor wellicht op middellange termijn
nog meer ligplaatsen benodigd zijn?	121

	74	Welke effecten worden verwacht bij de aansluiting A1/A30 indien de
A1 wordt verbreed tussen Hoevelaken en Barneveld, de huidige aansluiting
A1/A30 richting Ede in huidige vorm blijft bestaan, en verkeer richting
Apeldoorn terugmoet naar twee rijstroken?	140	 

75	Welke maatregelen overweegt u, indien uit effectberekeningen blijkt
dat de doorstroming en de verkeersveiligheid bij de aansluiting A1/A30
verslechteren na verbreding van de A1 tussen Barneveld en Hoevelaken?
140	 

76	Kunt u de second opinion en de MKBA (Maatschappelijke
Kosten-Batenanalyse)-score voor het project ā€˜Utrecht, tram naar de
Uithof’ toesturen zodra deze bekend is, en daarbij tevens vermelden
welke rijksbijdrage u hieraan koppelt? 	147	 

77	Hoe staan de grote woningbouwopgave in de Zuidvleugel en de genoemde
ambities in verhouding tot het feit dat gebiedsontwikkeling op
decentraal niveau vrijwel stilligt vanwege de huidige economische
situatie?	154	 

78	Waarom is gekozen voor een sectorale, verkeerskundige benadering van
de Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO), terwijl de Commissie
Elverding in het advies ā€˜Sneller en Beter’ een gebiedsgewijze
(integrale) aanpak voorschrijft?	163

	79	a. Hoe zijn de kosteninschattingen die in het concept-hoofdrapport
Plan-MER over de NWO gegeven worden, tot stand gekomen? 

b. Welke kosten zijn hier wel en niet in meegenomen?

c. Waarom wordt in de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) van
de NWO met investeringskosten gerekend, die grotendeels ruim onder de
ondermarge van de kosteninschattingen vallen die in het
concept-hoofdrapport Plan-MER genoemd worden?	163

	80	a. Is de mogelijke aanleg van een A4-Zuid, waar al jaren over
gesproken wordt, meegenomen in de verkenning van de Nieuwe Westelijke
Oeververbinding (NWO)?

b. Is in de verkenning van de NWO rekening gehouden met een
terugslaggeffect, dat wil zeggen dat congestie op de A20 leidt tot
verkeer dat via het Westland zijn weg richting de A4 zoekt, waar door
het College van Rijksadviseurs al op gewezen werd en waarvoor de
opwaardering van de Veilingroute tot Rijksweg (A54) een mogelijke
oplossing kan vormen?

c. Zijn relevante economische ontwikkelingen na 2030, zoals een
mogelijke derde Maasvlakte, verdere ontwikkelingen van Greenport
Westland etcetera, meegenomen in het onderzoek naar de NWO?

d. Is er in het NWO-project gevolg gegeven aan de gebiedsgewijze
benadering die de Commissie Elverding in het advies ā€˜Sneller en
Beter’ (Kamerstuk 29 385 nr. 18) voorschrijft?

e. Hoe zijn de kosteninschattingen die in het concept-hoofdrapport
Plan-MER NWO gegeven worden tot stand gekomen? Welke kosten zijn hier
wel en niet in meegenomen?

f. Is het aspect draagvlak, dat volgens de Commissie Elverding
essentieel is om tot snellere besluitvorming te kunnen komen, meegewogen
in het nemen van een voorkeursbeslissing?

g. Worden de effecten op het vestigingsklimaat meegenomen in een
afweging voor de NWO?

h. Gelet op het feit dat in het concept-hoofdrapport Plan-MER wordt
gesteld dat een normoverschrijding met betrekking tot luchtkwaliteit
alleen nabij de tunnelmonden plaatsvindt en dat een nadere onderbouwing
hiervan ontbreekt, en dat er wordt verwezen naar volgende fasen van het
proces waarin nader onderzoek plaatsvindt en het project zo nodig wordt
opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL),
kan dan nu gesteld worden dat er inderdaad geen problemen met
luchtkwaliteit ontstaan door een NWO, wetende dat Nederland grote moeite
heeft om aan de normen voor fijn stof te voldoen?

i. Wat zijn deze inpassingseisen, die volgens het advies ā€˜Sneller en
Beter’ van de Commissie Elverding deel uitmaken van het
voorkeursbesluit waarmee de verkenningsfase wordt afgerond, en worden
deze omarmd door alle betrokkenen (regionale overheden en stakeholders)?

j. Is de budgettaire ruimte voor het project inclusief noodzakelijke
inpassingen bekend, aangezien in het advies van de Commissie Elverding
wordt gesteld dat hier al in de verkenningsfase duidelijkheid over moet
zijn?

k. Is er, gelet op het feit dat de nu onderzochte aansluiting van de
Oranjetunnel op de Zuidoever door middel van een T-kruising voor sommige
stakeholders een reden is om dit alternatief af te wijzen, gekeken naar
een iets westelijker gelegen locatie voor de aansluiting ter plaatse van
de Suurhoffbrug? 

l. Klopt het dat hier wel genoeg ruimte is om een volwaardige
aansluiting te realiseren?	163	 

81	a. Wat is de voortgang met betrekking tot de Nieuwe Westelijke
Oeververbinding (NWO) en de A13/A16? 

b. Wanneer verwacht u een besluit te nemen? 	163	171

82	Kunt u de voorkeursbeslissing voor de verkenning Haaglanden uiterlijk
op 5 december 2011 naar de Kamer sturen?	164	 

83	Is er zekerheid dat de A13/16 wordt aangelegd, zoals het uitgangspunt
is in het onderzoek naar de NWO, nog voordat de NWO wordt gerealiseerd?
171	 

84	Klopt het dat op twee nog te realiseren wegenprojecten (A4
Delft-Schiedam en verbinding A13-A16) in 2020 en 2030 al niet meer aan
de beoogde reistijdfactoren wordt voldaan?	171	 

85	Is het ā€˜Westerschelde model’, dat destijds 750 miljoen euro
(excl. BTW) kostte en qua lengte en diepte te vergelijken is met de
Oranjetunnel zoals deze nu onderzocht is, overwogen om toe te passen
voor de Oranjetunnel?	171	 

86	a. Kunt u aangeven in hoeverre de zogenaamde Bosvariant is meegenomen
als alternatief voor de verbinding A13/A16? 

b. Wanneer verwacht u de uitkomsten van dit onderzoek, zodat de knoop
kan worden doorgehakt en tot realisatie kan worden overgegaan? 	171	 

87	Kunt u aangeven waarom u ervoor gekozen heeft om eerst versmalde
rijstroken aan te leggen met een gereduceerde maximumsnelheid, en dat de
werkelijke realisatie van de wegverbreding op het grootste fileknelpunt
van Nederland, de A4 Burgerveen - Leiden, nog 2 jaar op zich laat
wachten? 	172	 

88	a. Kunt u aangeven waarom er niet direct drie rijstroken worden
aangelegd richting Schiedam?

b. Is de ruimtelijke reservering voor een derde rijstrook meegenomen in
het ontwerp van de landtunnel? 	173	 

89	a. Kunt u aangeven waarom het Rijk moet opdraaien voor de
vertragingskosten die door het stadsgewest Haaglanden gecreƫerd zijn
door het niet nakomen van de afspraken, waardoor perronsporen 11 en 12
van Den Haag Centraal Station niet tijdig kunnen worden vrijgegeven?

b. In hoeverre vormt dit een belemmering voor het afwikkelen van het
treinverkeer? 	178	 

90	a. Kunt u aangeven waarom besloten is de verantwoordelijkheid over
het project spoortunnel Delft over te hevelen van het Rijk naar de
gemeente Delft?

b. Kunt u aangeven wat de optredende risico’s zijn, die kennelijk in
de voorbereiding over het hoofd zijn gezien, waardoor er nu vertraging
en kostenoverschrijding plaatsvindt bij de aanleg van de spoortunnel
Delft? 

c. In hoeverre heeft een mogelijk gebrek aan expertise en ervaring er
toe heeft geleid dat bepaalde risico’s bij de aanleg van de tunnel
onderschat zijn? 	179	 

91	Hoe groot zijn de financiƫle risico's bij het project spoorcorridor
Delft?	179	 

92	a. Kunt u aangeven hoeveel van de 6800 fietsenstallingen bij
Rotterdam Centraal betaalde fietsenstallingen worden? 

b. Welk bedrag is hiermee gemoeid? 	180	 

93	Kunt u aangeven welk deel van de rijksbijdrage van 151 miljoen euro
aan het project Rijn-Gouwelijn Oost nog beschikbaar is, nu zowel de
provincie Zuid-Holland als de gemeente Leiden afzien van deelname aan
dit project en de realisatie ervan dus vervalt?	188	 

94	Waarom is het te vroeg voor besluitvorming met betrekking tot de
uitvoeringsstrategie voor Volkerak-Zoommeer en Grevelingen?	213	 

95	a. Kunt u, gelet op het feit dat het winnende ontwerp voor de
Sluiskiltunnel 200 meter langer is dan het referentieontwerp, aangeven
wat het verschil in kosten is tussen beide ontwerpen? 

b. In hoeverre wegen de eventuele meerkosten op tegen de baten van een
200 meter langere tunnel?	218	 

96	Wat is de stand van zaken in de onderhandelingen over het
Vlaams-Nederlands akkoord over het planstudiebesluit
Grensoverschrijdende verkenning Gent-Terneuzen, dat in het najaar van
2011 gesloten zou worden?	221	 

97	Kunt u aangeven wat het nut is van de Elverding-methode, als breed
gedragen constructieve bijdragen van inwoners van Steenbergen, die een
ogenschijnlijk goedkopere oplossing en zonder meer een betere
doorstroming bieden voor de automobilist, op voorhand worden afgeschoten
als zijnde een niet redelijkerwijs te beschouwen alternatief? 	234	 

98	Kunt u aangeven welke mogelijke besparing behaald kan worden bij de
verbouwing van het station Breda als de HSL niet meer stopt op dit
station?	235	 

99	a. Is de regio verplicht 50% van een rijksweg mee te financieren? 

b. Zo nee, waarom is dit dan wel verplicht voor verbreding van de A2
tussen knooppunt Het Vonderen en knooppunt Kerensheide?	254	 

100	Kunt u aangeven wat het verschil in kosten is tussen de aanleg van
de spitsstrook, waarvoor een taakstellend budget van 169 miljoen euro
beschikbaar is, en de structurele verbreding van de A2 Maasbracht –
Geleen, waar de aangenomen motie De Jong (Kamerstuk 32 500-A, nr. 91) om
vraagt? 	254	 

101	Kunt u aangeven wat de status is van de aansluiting van Arnhem en
Nijmegen op het nachtnet?	268	 

102	a. Kunt u aangeven aan welke fysieke aanpassingen het budget van 303
miljoen euro voor het project N18 Varsseveld – Enschede besteed wordt?

b. Welke besparing kan gerealiseerd worden als de maximumsnelheid van 80
km/u op een gedeelte van dit traject behouden blijft?	285	 

103	a. Wanneer verwacht u het door u aangekondigde onderzoek naar de
lijn Arnhem-Doetinchem-Winterswijk naar de Kamer te sturen?

b. Worden bij dit onderzoek infrastructurele wijzigingen als mogelijke
oplossingen meegenomen?	289	 

104	a. Welke punctualiteit wordt op de spoorlijn Arnhem-Winterswijk
gerealiseerd? 

b. Kunt u aangeven welke acties u onderneemt om de problemen op het
spoor tussen Arnhem en Winterswijk, zoals frequente vertraging en uitval
van treinen, tegen te gaan? 	289	 

105	a. Kunt u een totaaloverzicht geven van de financiƫn voor de
quick-scan regionaal spoor eerste en tweede fase met daarbij een
onderverdeling per project en uitsplitsing van de bijdragen van het Rijk
en de bijdragen van de regio? 

b. Komt de 90 miljoen euro uit het programma Beter Benutten, die u in uw
brief ā€˜Uitkomsten Bestuurlijke overleggen MIRT, najaar 2011’ d.d. 28
november 2011, bovenop de bedragen uit het MIRT-projectenboek?

c. Klopt het dat oorspronkelijk 90 miljoen euro vanuit het Rijk
beschikbaar was voor de quick-scan regionaal spoor en in het
MIRT-projectenboek nu wordt gesproken over 54,4 miljoen euro
rijksbijdrage. 

d. Kunt u dit verschil toelichten?	289	 

106	a. Herinnert u zich de motie Cramer c.s. uit 2008 (Kamerstuk 31
700-A, nr. 52) en de motie Slob/de Rouwe uit 2010 (Kamerstuk 32 500-A,
nr. 28) over de spoorlijn Zwolle-Enschede?

b. Kunt u aangeven wat u concreet hebt gedaan na het aannemen van deze
moties? 

c. Zijn, conform de toezegging van uw voorganger, quick wins en
overlastgevende maatregelen op de corridor zo veel mogelijk meegenomen
tijdens de werkzaamheden in Nijverdal? Zo ja, welke?

d. Waarom is er nog steeds geen zicht op de benodigde maatregelen voor
deze spoorlijn, terwijl de Kamer daar via een motie al twee keer om
heeft gevraagd (los van de vraag wie wat financiert)?

e. Bent u nog steeds voornemens om, conform de toezegging van uw
voorganger, besluitvorming over capaciteitsmaatregelen op deze spoorlijn
integraal met de eventuele decentralisatie van de spoorlijn plaats te
laten vinden, en dus niet pas na de decentralisatie een onderzoek te
starten (Kamerstuk 31 700-A, nr. 78, p. 104), waarop ook is aangedrongen
in de motie Slob/De Rouwe (Kamerstuk 32 500-A, nr. 28)?

f. Deelt u de mening dat duidelijk moet zijn welke maatregelen worden
genomen voordat de eventuele aanbesteding van de vervoerconcessie voor
deze lijn kan plaatsvinden?

g. Wat is precies de planning van de besluitvorming over eventuele
decentralisatie, wanneer worden besluiten genomen over
capaciteitsmaatregelen en wanneer worden de hiervoor benodigde
onderzoeken opgeleverd?

h. Bent u bereid om tijdens de sluiting van station Zwolle in de zomer
van 2012, alsnog twee 'quickwins' uit te voeren (sneller in- en uit
station Zwolle rijden en treinen 140 km/u laten rijden op het traject
Zwolle-Heino), zodat de overlast voor de reiziger tot een minimum wordt
beperkt en alsnog uitvoering wordt gegeven aan genoemde moties?	289	 

107	a. Wanneer ontvangt de Kamer het voorkeursbesluit over de projecten
Driebergen-Zeist, Maarsbergen en Bunnik? 

b. Hoe komt het dat deze planstudie nu al zo lang duurt?	290	 

108	Kunt u aangeven hoe ver de MIRT-verkenning met betrekking tot
Atalanta is gevorderd?	304	 

109	a. Klopt het dat het verhogen van de maximumsnelheid naar 130 km/u
zorgt voor vertraging en hogere kosten voor de aanleg van het knooppunt
Joure?

b. Zo ja, welke regelgeving zorgt voor deze vertraging dan wel hogere
kosten?	312	 

110	a. Zijn er meer aanleg-, verbredings- en verbeteringsprojecten die,
door het besluit om het rijden van 130 km/u toe te staan, te maken gaan
krijgen met vertragingen en hogere kosten? b. Zo ja, welke zijn dit en
wat zijn de meerkosten?	312	 

111	Kunt u aangeven wat de extra investering van vier miljoen euro, om
het knooppunt Joure geschikt te maken voor 130 km/u, precies inhoudt?
312	 

112	Bent u bereid om de aanleg van de N33 Assen – Zuidbroek in delen
aan te besteden, zodat ook kleinere bedrijven uit de regio kunnen
meedingen en een mogelijke besparing behaald kan worden in de
aanlegkosten?	315	 

113	a. Is er een evaluatieprogramma voor Design, Build, Finance and
Maintain (DBFM)- projecten?

b. Zo ja, hoe worden eventuele verbeterpunten geĆÆntegreerd in nieuwe
aanbestedingen op basis van het principe?	327	 

114	a. Kunt u aangeven waarom de actualisatie van verkeersprognoses tot
vertraging in de openstelling van trajecten leidt? 

b. Kan deze actualisatie plaatsvinden gedurende de realisatie van de
projecten?	354	 



  FILENAME  GRT_RGR_IM_33000-A-3.DOC 		  PAGE  1 /  NUMPAGES  10