Brief aan de voorzitter van de adviescommissie Mobiliteit van het Interprovinciaal Overleg
Bijlage
Nummer: 2011D64782, datum: 2011-12-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.DOCX), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
Bijlage bij: Antwoord vragen Monasch over het bericht 'Onwettige prijsverhogingen stad- en streekvervoer' op de website van Rover (2011D64781)
Preview document (🔗 origineel)
Geachte heer Van Lunteren,
Per 1 januari 2012 bent u voornemens om een tariefsverhoging van een aantal abonnementsvormen, namelijk de stad-/streeksupplementen en het stad-/ streekdeel van OV-jaarabonnementen, door te voeren. Hoewel provincies en stadsregio’s verantwoordelijk zijn voor de tarieven in het regionaal openbaar vervoer, wijs ik u hierbij wel nadrukkelijk op de afspraak die wij in het kader van het Aanvalsplan OV-chipkaart met elkaar hebben gemaakt. Deze afspraak luidt dat in het eerste jaar nadat het NVB in een regio is afgeschaft, geen algemene tariefsverhogingen behoudens indexering worden doorgevoerd in de decentrale concessies. Deze afspraak staat ook wel bekend als het jaar ‘tariefrust’. Eerder genoemde abonnementen waren onderdeel van het NVB, waardoor deze afspraak ook voor deze abonnementen geldt.
Zonder afbreuk te doen aan de decentrale tariefsvrijheid, en in de wetenschap dat het jaar tariefrust niet meer geldt voor de regio’s Rotterdam en Amsterdam, ga ik er vanuit dat de decentrale overheden aantonen dat de tariefsverhoging niet strijdig is met de afspraak over de tariefrust, voordat de tariefsverhoging daadwerkelijk wordt doorgevoerd.
Daarnaast wijs ik u op de wettelijke adviesplicht (artikel 31 en 32 Wet personenvervoer 2000) van consumentenorganisaties ten aanzien van de tarieven in het openbaar vervoer. Besluitvorming over de tarieven vooruitlopend op of tijdens advisering door consumentenorganisaties doet hieraan afbreuk. Ik ga er vanuit dat de decentrale overheden een zorgvuldige procedure volgen voordat de tariefsverhoging daadwerkelijk wordt doorgevoerd.
Graag verneem ik zo spoedig mogelijk schriftelijk uw reactie op het voorgaande.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU
mw. drs. M.H. Schultz van Haegen