Preview document (🔗 origineel)

---

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 28 februari 2012

Voorbereiding Europese Raad

De Raad Algemene Zaken (RAZ) bereidt zoals gebruikelijk de eerstvolgende
bijeenkomst van de Europese Raad (ER) voor, in dit geval de ER van 1-2
maart a.s.

Europees Semester

Dit jaar is het de tweede maal dat de cyclus voor het ‘Europees
Semester’ wordt doorlopen. In dit kader vindt op Europees niveau
intensieve coördinatie plaats van het economische en budgettaire beleid
van de lidstaten. Het Semester is met de publicatie door de Commissie op
23 november vorig jaar van de Annual Growth Survey van start gegaan.
Nadat de Survey de afgelopen maanden tijdens diverse vakraden is
behandeld, zal de maart-ER (ook wel de Voorjaars-ER genoemd) algemene
aanwijzingen geven voor beleidsontwikkeling op EU- en nationaal niveau.
Daarbij zal nadruk worden gelegd op werkgelegenheid en
concurrentievermogen. Lidstaten worden geacht de aanwijzingen mee te
nemen bij het opstellen van de Nationale Hervormingsprogramma’s onder
de Europa 2020-strategie en de Stabiliteits- en
Convergentieprogramma’s onder het SGP.

Nederland kan zich goed vinden in de vijf prioriteiten die de Commissie
in de Survey stelt, te weten:

begrotingsconsolidatie

verschaffen van krediet aan bedrijven en huishoudens

bevordering van economische groei

tegengaan van werkloosheid en van sociale consequenties van de crisis 

moderniseren van overheden.

Nederland voelt zich gesterkt in de prioriteitstelling van de Commissie,
onder andere op het punt van economische groeibevordering. Aan dit thema
wijdde minister-president Rutte samen met enkele van zijn collega’s al
een tweetal ‘Groei-brieven” gericht aan ER-voorzitter Van Rompuy en
Commissievoorzitter Barroso.

Ook zal de ER de uitvoering bespreken van de landenspecifieke
aanbevelingen die de lidstaten vorig jaar hebben gekregen in het kader
van het Europees Semester. Tevens zullen de toezeggingen van lidstaten
die deelnemen aan het Europluspact worden doorgenomen. Nederland vindt
het essentieel het Europees Semester uiterst serieus invulling te geven
-- lidstaten moeten elkaar kritisch de maat nemen.

Nederland ligt op koers wat betreft de uitvoering van de
landenspecifieke aanbevelingen en uw Kamer zal nader worden
geïnformeerd door middel van het Nationaal Hervormingsprogramma,
waarover reeds een Algemeen Overleg met de minister van EL&I staat
geagendeerd. De toezeggingen onder het Europluspact zijn deels al
uitgevoerd (nieuw bedrijfslevenbeleid), liggen deels voor aan uw Kamer
(Interventiewet ter bevordering van financiële stabiliteit, Wet Werken
naar vermogen) of zullen op afzienbare termijn aan uw Kamer worden
voorgelegd (Wet houdbare overheidsfinanciën, ter verankering van
afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact). Maar het is zaak dat alle
lidstaten zich hiervoor maximaal inzetten.

Verdrag voor stabiliteit, coördinatie en governance in de EMU
(begrotingspact)

In de marge van de ER zullen de leiders van de lidstaten die de euro als
munt hebben, samen met de leiders van de lidstaten van buiten de
eurozone die aan het verdrag willen deelnemen, het nieuwe verdrag inzake
stabiliteit, coördinatie en governance in de EMU (begrotingspact)
ondertekenen. Na ondertekening moet het verdrag worden goedgekeurd door
de parlementen van alle lidstaten die het verdrag hebben ondertekend.
Ieder land dat het verdrag ondertekent, verplicht zich er onder andere
toe een "gouden regel" in zijn wetgeving op te nemen om de nationale
begroting in evenwicht te houden, evenals een automatisch
correctiemechanisme bij grote tekorten. Tevens wordt de rol van de
Commissie in het Stabiliteits- en Groeipact verder versterkt, doordat de
facto altijd met omgekeerde gekwalificeerde meerderheid zal worden
gestemd. 25 lidstaten zullen het verdrag ondertekenen. Het Verenigd
Koninkrijk en Tsjechië zullen dat niet doen. Het verdrag zal in werking
treden zodra 12 eurolanden het geratificeerd hebben.

Ontwikkelingen eurozone

Indien de actualiteit daartoe aanleiding geeft, zal de Europese Raad
mogelijk ook stil staan bij de ontwikkelingen in de eurozone.

Schengen-toetreding Bulgarije & Roemenië

Onder dit agendapunt zal Nederland tijdens de RAZ aangeven tijdens de
aanstaande ER niet te kunnen instemmen met toetreding tot de
Schengenzone door Bulgarije en Roemenië.  

Voorbereiding Internationale toppen

De RAZ zal kort aandacht besteden aan de voorbereiding van een aantal
internationale toppen waaronder de G8 (19-20 mei) en de G20 (18-19 juni)
en de Rio+20 conferentie (20-22 juni).

Uitbreiding – Servië

De ER van 9 december 2011 verzocht de RAZ van februari 2012 een oordeel
te vellen over de vraag of Servië een geloofwaardige inzet blijft tonen
en verdere vooruitgang boekt in de dialoog met Kosovo. 

De dialoog tussen Servië en Kosovo is de enige weg naar normalisatie
van de nabuurschappelijke betrekkingen. Het kabinet is positief over de
tot nu toe bereikte resultaten in de dialoog (akkoorden over
geïntegreerd grensbeheer, vrij verkeer van personen en goederen,
kadaster en burgerlijke stand en wederzijdse erkenning van diploma’s)
en is van mening dat zowel Servië als Kosovo op eenzelfde constructieve
wijze deze dialoog moet blijven voeren.

EU-facilitator Cooper staat in veelvuldig contact met zowel Servië als
Kosovo en bezocht recentelijk beide landen ter voorbereiding van een
volgende ronde van de dialoog. Op het moment van schrijven is hiervoor
nog geen datum bekend. 

Nederland kan instemmen met het verlenen van de kandidaat-lid status aan
Servië op voorwaarde dat Servië voldoet aan de voorwaarden die de ER
van 9 december 2011 stelde. Zo moet Servië gecommitteerd blijven aan de
dialoog, de tot nu toe bereikte akkoorden (inclusief over geïntegreerd
grensbeheer) te goeder trouw implementeren en een akkoord sluiten over
de deelname van Kosovo aan regionale fora. Nederland zal daarbij de
inschatting van andere relevante lidstaten meewegen. De aanstaande
Europese Raad van 1 en 2 maart zal een eventueel besluit van de Raad
moeten bekrachtigen. 

CVM Bulgarije & Roemenië

De RAZ zal naar verwachting conclusies aannemen (als hamerstuk,
‘A-punt’) over de interim-rapporten van de Commissie d.d. 8 februari
jl. over de voortgang van Bulgarije en Roemenië in het kader van het
Coöperatie en Verificatie Mechanisme (CVM). Uw Kamer wordt per brief
nader over deze rapporten geïnformeerd.

Het kabinet neemt kennis van de ontwikkelingen die in het rapport
beschrijft en is van mening dat Bulgarije en Roemenië meer moeten doen
om de door het CVM voorgeschreven ijkpunten om te zetten in duurzame en
onomkeerbare resultaten in het kader van de hervorming van de
rechtsstaat en de bestrijding van corruptie en, in het geval van
Bulgarije, de georganiseerde misdaad. Nederland zet in op
Raadsconclusies die kunnen dienen als concrete aanknopingspunten voor
het meten van vooruitgang in de rapportage die de Commissie deze zomer
uitbrengt. De Raadsconclusies dienen niet vooruit te lopen op de vraag
wanneer Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone kunnen toetreden.
Deze zomer volgt een CVM-rapport dat over de periode sinds de invoering
van het mechanisme een bredere analyse en een appreciatie zal bieden.