[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Bepalingen over het accountantsberoep, de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants en de Commissie eindtermen accountantsopleidingen (Wet op het accountantsberoep)

Eindtekst

Nummer: 2012D06857, datum: 2012-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z18967:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 februari 2012



	Bepalingen over het accountantsberoep, de Nederlandse
beroepsorganisatie van accountants en de Commissie eindtermen
accountantsopleiding (Wet op het accountantsberoep)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op
de Registeraccountants en de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten te vervangen door de Wet op het
accountantsberoep, waarin het Nederlands Instituut van
Registeraccountants en de Nederlandse Orde van
Accountants-Administratieconsulenten worden samengevoegd tot één
Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. DEFINITIES

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet
anders is bepaald, verstaan onder:

- accountant: een Registeraccountant of
Accountant-Administratieconsulent;

- accountantskamer: de accountantskamer te Zwolle, bedoeld in artikel 10
van de Wet tuchtrechtspraak accountants;

- accountantsorganisatie: een accountantsorganisatie als bedoeld in
artikel 1, onderdeel a, van de Wet toezicht accountantsorganisaties;

- accountantsregister: het register, bedoeld in artikel 36, eerste lid,
waarin de accountants zijn ingeschreven;

- Autoriteit Financiële Markten: de Stichting Autoriteit Financiële
Markten;

- beroepsorganisatie: de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

- commissie: de Commissie eindtermen accountantsopleiding, bedoeld in
artikel 49, eerste lid;

- Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

- wettelijke controle: een wettelijke controle als bedoeld in artikel 1,
onderdeel p, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.

HOOFDSTUK 2. DE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE VAN ACCOUNTANTS

§ 2.1 Instelling en taken 

Artikel 2

1. Er is een Nederlandse beroepsorganisatie van accountants. De
beroepsorganisatie is een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 134
van de Grondwet.

2. De beroepsorganisatie is gevestigd te Amsterdam. 

3. Accountants zijn lid van de beroepsorganisatie, tenzij artikel 39,
tweede lid van toepassing is en de accountant een wens tot lidmaatschap
niet schriftelijk aan het bestuur kenbaar heeft gemaakt. 

Artikel 3

De beroepsorganisatie heeft de volgende taken: 

a. bevorderen van een goede beroepsuitoefening door accountants, onder
meer door het vaststellen van beroepsreglementering;

b. behartigen van de gemeenschappelijke belangen van accountants; 

c. zorg dragen voor de eer van de stand van de accountants; en

d. zorg dragen voor de praktijkopleiding, bedoeld in artikel 47. 

Artikel 4

De beroepsorganisatie heeft een ledenvergadering, een bestuur, een
voorzitter, ledengroepen en een bureau.

§ 2.2 De ledenvergadering

Artikel 5

1. De ledenvergadering stelt verordeningen vast. 

2. De ledenvergadering houdt toezicht op het bestuur. De
ledenvergadering kan bestuursleden, met uitzondering van de
afgevaardigden, bedoeld in artikel 17, derde lid, in hun functie
schorsen of ontslaan, indien zij het vertrouwen in hun wijze van
taakvervulling heeft verloren of wegens andere gegronde redenen. 

Artikel 6

Het bestuur roept de ledenvergadering zo dikwijls als het zulks nodig
acht, doch minstens een keer per jaar bijeen of op verzoek van ten
minste één procent van de leden.

Artikel 7

1. De ledenvergadering is openbaar.

2. De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van de
aanwezige leden daar om verzoekt of de voorzitter het nodig acht, tenzij
de ledenvergadering anders beslist.

3. Het personeel dat in dienst is bij de beroepsorganisatie kan een
besloten vergadering bijwonen, tenzij de ledenvergadering anders
beslist. 

4. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet openbaar gemaakt,
tenzij de ledenvergadering anders beslist. 

Artikel 8

1. De ledenvergadering neemt beslissingen bij meerderheid van stemmen.
Blanco stemmen worden hierbij geacht niet te zijn uitgebracht.

2. Bij staking van stemmen over personen beslist het lot. 

3. Stemmingen over personen zijn geheim. 

Artikel 9

1. Een stemming in een bijeenkomst van de ledenvergadering is nietig,
indien niet meer dan de helft van de stemmen is uitgebracht van de ter
vergadering aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden.

2. Bij stemming over personen worden blanco stemmen, voor de toepassing
van dit artikel meegerekend.

Artikel 10

1. Ieder lid kan één stem uitbrengen.

2. Tenzij bij verordening anders is bepaald, kan een lid aan een ander
lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een
lid kan voor ten hoogste drie andere leden een stem uitbrengen. Leden
van het bestuur kunnen niet als gevolmachtigde optreden.

§ 2.3 Het bestuur

Artikel 11

1. Het bestuur bestuurt de beroepsorganisatie en beheert het
accountantsregister en het vermogen van de beroepsorganisatie. 

2. Het bestuur vertegenwoordigt de beroepsorganisatie in en buiten
rechte. 

Artikel 12

1. Het aantal leden van het bestuur wordt door de ledenvergadering
bepaald, doch bedraagt ten minste zeven. 

2. Het bestuur bestaat uit personen die door de ledenvergadering worden
benoemd en uit afgevaardigden uit de ledengroepbesturen. Het bestuur
bestaat voor de meerderheid uit personen die door de ledenvergadering
worden benoemd. 

3. Jaarlijks treedt een deel van de bestuursleden die zijn benoemd door
de ledenvergadering af volgens een door de ledenvergadering vast te
stellen rooster. Het rooster wordt zodanig ingericht, dat voor zover
mogelijk telkens hetzelfde aantal bestuursleden aftreedt. 

4. Bestuursleden worden benoemd voor vier jaren. In afwijking hiervan
treedt een bestuurslid dat is benoemd ter vervulling van een tussentijds
opengevallen plaats af, op het tijdstip waarop degene in wiens plaats
hij is benoemd had moeten aftreden. 

5. Een afgetreden bestuurslid is niet terstond herbenoembaar, tenzij hij
is benoemd voor een tussentijds opengevallen plaats.

6. Het bestuur bevordert dat het bestuur een evenwichtige afspiegeling
van de accountantsberoepsgroep vormt, waarin de verschillende
categorieën accountants naar de aard van hun werkzaamheden in het
bestuur zijn vertegenwoordigd.

Artikel 13

1. Het bestuur neemt beslissingen en besluiten bij meerderheid van
stemmen. 

2. De leden van het bestuur stemmen zonder last.

3. Een stemming in een bestuursvergadering is nietig, indien niet ten
minste de helft van het aantal zittinghebbende leden die zich niet van
medestemmen moeten onthouden, eraan heeft deelgenomen.

4. In een bestuursvergadering onthouden de leden van het bestuur zich
van stemmen over aangelegenheden die specifiek betrekking hebben op: 

a. henzelf;

b. hun echtgenoten of geregistreerde partners;

c. hun bloed- of aanverwanten tot de derde graad; 

d. degenen met wie zij in de uitoefening van een beroep voor gemene
rekening of onder gemeenschappelijke naam optreden; 

e. hun werknemers; 

f. hun werkgevers; 

g. hun opdrachtgevers; 

h. degenen, op wie de in de uitoefening van hun beroep verrichte
werkzaamheden rechtstreeks betrekking hebben.

§ 2.4 De voorzitter

Artikel 14

De voorzitter van het bestuur, dan wel bij zijn afwezigheid de
plaatsvervangend voorzitter, bekleedt tijdens de bestuurs- en
ledenvergaderingen het voorzitterschap.

Artikel 15

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden jaarlijks door de
ledenvergadering uit het bestuur benoemd. 

§ 2.5 Ledengroepen

Artikel 16

1. Een ledengroep is een bij verordening ingesteld verband van leden van
de beroepsorganisatie die zijn verenigd naar de aard van hun
werkzaamheden of hun functie als accountant. 

2. Ieder lid van de beroepsorganisatie die actief deelneemt aan het
arbeidsproces, is tevens lid van een ledengroep. 

Artikel 17

1. Een ledengroep heeft een bestuur, bestaande uit ten minste vijf
personen uit de ledengroep. 

2. Het ledengroepbestuur heeft als taak: 

a. het behartigen van de belangen van de ledengroep; 

b. het adviseren van het bestuur over kwesties die de ledengroep
aangaan.

3. De ledengroep benoemt uit het ledengroepbestuur een afgevaardigde die
zitting heeft in het bestuur van de beroepsorganisatie, tenzij bij
verordening anders is bepaald. 

4. Een ledengroep houdt toezicht op haar ledengroepbestuur. De
ledengroep kan ledengroepbestuursleden in hun functie schorsen of
ontslaan, indien zij het vertrouwen in hun wijze van taakvervulling
heeft verloren of wegens andere gegronde redenen. 

5. Leden van het ledengroepbestuur worden door de ledengroep benoemd
voor een periode van vier jaar. In afwijking hiervan treedt een
bestuurslid dat is benoemd ter vervulling van een tussentijds
opengevallen plaats af, op het tijdstip waarop degene in wiens plaats
hij is benoemd had moeten aftreden. 

6. Een afgetreden bestuurslid is niet terstond herbenoembaar, tenzij hij
is benoemd voor een tussentijds opengevallen plaats.

§ 2.6 Het bureau

Artikel 18

1. De beroepsorganisatie beschikt over een bureau dat de organen van de
beroepsorganisatie ondersteunt bij de uitvoering van hun taken.

2. Het bureau staat onder leiding van een directie. 

3. Het personeel dat werkzaam is bij de beroepsorganisatie wordt door
het bestuur van de beroepsorganisatie in dienst genomen op
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

HOOFDSTUK 3. VERORDENINGEN EN OVERIGE BESLUITEN

Artikel 19

1. De ledenvergadering kan verordeningen vaststellen die zij nodig acht
ter vervulling van de taken, genoemd in artikel 3. 

2. De ledenvergadering stelt in ieder geval verordeningen vast met
betrekking tot: 

a. gedrags- en beroepsregels ten behoeve van een goede uitoefening van
de werkzaamheden van accountants;

b. de onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de
integere bedrijfsvoering van accountantsorganisaties; 

c. behandeling van klachten over accountants; 

d. de werkwijze van de verschillende organen van de beroepsorganisatie; 

e. het instellen en opheffen van de ledengroepen, alsmede de organisatie
en werkwijze van de ledengroep en het ledengroepbestuur;

f. het in dienst nemen van het personeel dat werkzaam is bij het bureau;


g. de bijdragen van de leden, bedoeld in artikel 30, eerste lid; 

h. de tarieven die in rekening worden gebracht voor de werkzaamheden als
bedoeld in artikel 30, tweede lid; 

i. de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 38, eerste lid;

j. de praktijkopleiding en het daarbij behorende examen, bedoeld in
artikel 47, eerste lid; 

k. de beroepsprofielen behorend bij de accountantstitels, genoemd in
artikel 41, eerste lid;

l. de inhoud van het examen ten behoeve van de verklaring van
vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel d; 

m. het instellen, opheffen en beheer van eventuele fondsen in het belang
van de beroepsgroep.

3. De ledenvergadering kan bij verordening de bevoegdheid tot het
stellen van nadere voorschriften delegeren aan het bestuur.

4. Verordeningen en de daarop berustende nadere voorschriften bevatten
geen verplichtingen of voorschriften die niet strikt noodzakelijk zijn
voor verwezenlijking van het doel dat met de verordening wordt beoogd en
beperken niet onnodig de marktwerking.

5. Verordeningen en de daarop berustende bepalingen zijn slechts
verbindend ten aanzien van accountants en organen van de
beroepsorganisatie, tenzij bij wet anders is bepaald. 

Artikel 20

Het bestuur, de ledengroep en het ledengroepbestuur kunnen nadere
voorschriften stellen over hun werkwijze, voor zover daarin niet bij of
krachtens een ander wettelijk voorschrift is voorzien.

Artikel 21

1. De bevoegdheid tot het maken van verordeningen en nadere
voorschriften blijft ten aanzien van onderwerpen waarin door een wet,
algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling is voorzien,
gehandhaafd, voor zover de verordeningen daarmee niet in strijd zijn. 

2. De bepalingen van verordeningen en nadere voorschriften in wier
onderwerp door een wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële
regeling wordt voorzien, zijn van rechtswege vervallen. 

Artikel 22

1. Het bestuur, een ledengroepbestuur of ten minste honderd leden
gezamenlijk, kunnen een voorstel voor een verordening indienen. 

2. Het bestuur legt ontwerpverordeningen ten minste twee maanden
voorafgaand aan de datum waarop de ledenvergadering plaatsvindt op
elektronische wijze ter inzage. 

3. Een ieder kan gedurende vier weken na de publicatie van een
ontwerpverordening bij het bestuur een zienswijze indienen. Het bestuur
brengt de naar voren gebrachte zienswijzen ter kennis van de leden.

Artikel 23

1. Bekendmaking van verordeningen en nadere voorschriften geschiedt door
plaatsing in de Staatscourant. 

2. Verordeningen of nadere voorschriften treden niet eerder in werking
dan de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze zijn
gepubliceerd. 

Artikel 24

De beroepsorganisatie werkt samen met de Autoriteit Financiële Markten,
voor zover dat noodzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van het
toezicht ingevolge de Wet toezicht accountantsorganisaties. 

Artikel 25

1. De beroepsorganisatie kan, in afwijking van artikel 2:5 van de
Algemene wet bestuursrecht, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen
verkregen bij de uitoefening van de ingevolge deze wet opgedragen taken,
verstrekken aan:

a. de Autoriteit Financiële Markten; 

b. een organisatorisch verband van marktpartijen, dat zich ten doel
stelt een doeltreffende bijdrage te leveren aan de uitvoering door de
Autoriteit Financiële Markten van het toezicht op de naleving van de
Wet toezicht accountantsorganisaties en daartoe met de Autoriteit
Financiële Markten een convenant heeft afgesloten;

c. de accountantskamer; of 

d. het College van Beroep voor het bedrijfsleven;

voor zover de verstrekking nodig is voor de vervulling van hun taak
ingevolge de Wet toezicht accountantsorganisatie, of de Wet
tuchtrechtspraak accountants.

2. Indien de beroepsorganisatie vertrouwelijke gegevens of inlichtingen
op grond van het eerste lid heeft verstrekt aan een in dat lid bedoelde
instantie en die instantie verzoekt om die gegevens of inlichtingen te
mogen gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij zijn verstrekt,
willigt de beroepsorganisatie dat verzoek slechts in:

a. indien het beoogde gebruik niet in strijd is met het eerste lid; of

b. voor zover die instantie op een andere wijze dan in deze wet
voorzien, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke
procedures, voor dat andere doel de beschikking over die gegevens of
inlichtingen zou kunnen verkrijgen.

HOOFDSTUK 4. DE FINANCIËN VAN DE BEROEPSORGANISATIE

Artikel 26

De beroepsorganisatie draagt alle kosten en is gerechtigd tot alle
baten, uit de uitvoering van deze wet voortvloeiende.

Artikel 27

Het boekjaar van de beroepsorganisatie loopt van 1 januari tot en met 31
december.

Artikel 28

Vóór de aanvang van het boekjaar stelt de ledenvergadering de
begroting van de beroepsorganisatie vast. Het bestuur dient daartoe een
ontwerpbegroting in, vergezeld van de nodige toelichting. Het ontwerp
wordt door het bestuur, ten minste twee weken vóór de behandeling
daarvan door de ledenvergadering, op elektronische wijze bekendgemaakt. 

Artikel 29

1. Voor elk boekjaar benoemt de ledenvergadering een accountant die is
belast met de controle op de financiële verantwoording, alsmede een
plaatsvervanger voor deze.

2. De accountant, bedoeld in het eerste lid, brengt binnen dertien weken
na afloop van het betrokken boekjaar een verslag uit aan het bestuur.

3. Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de
ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar
gevoerde bestuur, onder overlegging van een balans en staat van baten en
lasten met toelichting en met een verklaring van een accountant
daarover. De balans, de staat van baten en lasten, de toelichting en de
verklaring worden door het bestuur, ten minste twee weken vóór
behandeling daarvan door de ledenvergadering, aan de leden toegezonden. 

4. De ledenvergadering stelt de rekening vast en verleent décharge aan
het bestuur, behoudens in geval van later gebleken valsheid in
bewijsstukken of andere onregelmatigheden.

Artikel 30

1. De beroepsorganisatie kan van haar leden jaarlijks bijdragen heffen.
De hoogte van de bijdrage kan voor verschillende categorieën van leden
verschillend worden vastgesteld. 

2. De beroepsorganisatie kan de kosten van de werkzaamheden die zij
verricht ter beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van
een accountant in rekening brengen bij haar leden of de kantoren waarbij
deze leden werkzaam zijn. 

Artikel 31

Het bestuur kan de krachtens deze wet aan de beroepsorganisatie
verschuldigde bedragen bij dwangbevel invorderen.

HOOFDSTUK 5. BESTUURLIJK TOEZICHT OP DE BEROEPSORGANISATIE

Artikel 32

Het bestuur verstrekt Onze Minister desgevraagd alle inlichtingen over
zaken die de beroepsorganisatie betreffen.

Artikel 33

1. Het bestuur zendt de vastgestelde begroting voor aanvang van het
boekjaar aan Onze Minister.

2. Het bestuur zendt een verslag over de werkzaamheden van de
beroepsorganisatie in het afgelopen boekjaar, tezamen met de
jaarrekening en de daarbij behorende accountantsverklaring voor 1
augustus van het jaar volgend op het boekjaar aan Onze Minister. 

Artikel 34

1. Goedkeuring van Onze Minister behoeven: 

a. verordeningen over de onderwerpen, genoemd in artikel 19, tweede lid,
onderdelen b tot en met m, en onderdeel a, voor zover deze betrekking
hebben op het verrichten van wettelijke controles; 

b. nadere voorschriften die gebaseerd zijn op een verordening als
bedoeld in de onderdelen a of b, en betrekking hebben op het verrichten
van wettelijke controles; 

c. overige nadere voorschriften waarvan Onze Minister bij de goedkeuring
van de verordening waarop het nadere voorschrift is gebaseerd heeft
bepaald dat zij goedkeuring behoeven. 

2. Goedkeuring kan alleen worden onthouden wanneer een verordening of
een nader voorschrift in strijd is met het recht of het algemeen belang.


3. Goedkeuring van verordeningen of nadere voorschriften vindt plaats
voorafgaand aan de bekendmaking van de verordening of het nadere
voorschrift in de Staatscourant. Indien een verordening of nader
voorschrift goedkeuring behoeft wordt in die regeling het besluit tot
goedkeuring vermeld. 

Artikel 35

1. Verordeningen en andere besluiten van de beroepsorganisatie kunnen
bij koninklijk besluit worden vernietigd.

2. Van een besluit tot schorsing of vernietiging wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant. 

HOOFDSTUK 6. HET ACCOUNTANTSBEROEP

§ 6.1 Het accountantsregister

Artikel 36

1. Er is een accountantsregister waarin accountants zijn ingeschreven. 

2. In het accountantsregister worden, voor zover van toepassing, de
volgende gegevens van de ingeschrevene opgenomen: 

a. de naam;

b. de voornamen;

c. de geboortedatum; 

d. het adres;

e. het kantooradres dan wel het adres van de organisatie of instelling
waar de accountant werkzaam is;

f. de datum van inschrijving;

g. de titel, bedoeld in artikel 41;

h. de ledengroep waartoe de ingeschrevene behoort;

i. indien de opleiding van de ingeschrevene voldoet aan de eindtermen
voor het uitvoeren van wettelijke controles: een aantekening daarvan;

j. indien een tuchtmaatregel is opgelegd: de opgelegde maatregel en het
tijdstip waarop deze is ingegaan en, voor zover van toepassing, het
tijdstip waarop deze eindigt;

k. de datum van een doorhaling van een ingeschrevene. 

3. De vermelding van de tuchtrechtelijke maatregel wordt na tien jaren,
gerekend vanaf het tijdstip waarop de tuchtrechtelijke maatregel is
opgelegd, uit het accountantsregister verwijderd.

4. Onverminderd het derde lid wordt een tuchtrechtelijke maatregel tot
tijdelijke doorhaling van de inschrijving in het accountantsregister tot
vijf jaar na het einde van de maatregel in het accountantsregister
vermeld. 

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld over het accountantsregister.

Artikel 37

1. Aan een ieder wordt kosteloos inzage verleend in het
accountantsregister. De beroepsorganisatie verstrekt aan een ieder
desgevraagd, tegen betaling van de kostprijs, een afschrift uit het
accountantsregister. 

2. Afschriften uit het accountantsregister worden kosteloos verstrekt
aan het Rijk, de provincies en de gemeenten, alsmede aan andere
publiekrechtelijke lichamen binnen Nederland en de Europese Unie.

3. Het ter inzage gelegde accountantsregister of het afschrift uit het
accountantsregister bevat de gegevens, bedoeld in artikel 36, tweede
lid, uitgezonderd onderdeel d. 

§ 6.2 Inschrijving in het accountantsregister

Artikel 38

1. Degene die in het accountantsregister wenst te worden ingeschreven,
dient daartoe een aanvraag in bij het bestuur. De beroepsorganisatie kan
een vergoeding voor de kosten van de inschrijving in rekening brengen
bij de aanvrager.

2. Degene die de aanvraag doet verstrekt daarbij de volgende gegevens: 

a. één of meerdere getuigschriften waaruit blijkt dat hij een
opleiding als bedoeld in artikel 46, die passend is bij de door hem
aangevraagde beroepstitel, met goed gevolg heeft afgerond, of een
verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 54, eerste lid; en 

b. een verklaring omtrent het gedrag op grond van de Wet justitiële en
strafvorderlijke gegevens. 

3. Op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag tot
inschrijving is  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/Hoofdstuk3/Afdeling34/geldigheids
datum_26-01-2010" afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht  van
toepassing.

4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de
gegevens die worden verstrekt bij de aanvraag tot inschrijving. 

Artikel 39

1. De inschrijving wordt geweigerd indien:

a. de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld bij of
krachtens artikel 38;

b. de aanvrager ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke
uitspraak in staat van faillissement verkeert of ten aanzien van hem de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is;

c. de aanvrager ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld;

d. indien de aanvrager ingevolge een rechterlijke uitspraak is ontzet
van het recht het accountantsberoep uit te oefenen;

e. er, gelet op de antecedenten van de aanvrager, gegronde vrees bestaat
dat de aanvrager zal handelen of nalaten in strijd met wettelijke
voorschriften, de accountant betreffende, of dat zijn inschrijving in
het accountantsregister op andere wijze de eer van de stand van
accountants zal schaden.

2. Het eerste lid, onderdeel e, is niet van toepassing op een aanvrager,
die beschikt over een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in
artikel 54, eerste lid, indien hij zonder zich in Nederland te vestigen
onderzoeken als bedoeld in  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0003045/Boek2/Titel9/Afdeling9/Artikel393
/geldigheidsdatum_26-01-2010" artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van
het Burgerlijk Wetboek  bij wijze van dienstverlening wil verrichten,
mits hij bevoegd is tot het wettelijk voorgeschreven onderzoek van
jaarrekeningen in een lidstaat van de Europese Unie, anders dan
Nederland, of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132).

Artikel 40

1. Binnen acht weken nadat de aanvraag tot inschrijving in het
accountantsregister is ontvangen neemt de beroepsorganisatie een
besluit. 

2. De aanvrager wordt binnen drie werkdagen na het besluit tot
inschrijving door het bestuur ingeschreven in het accountantsregister. 

§ 6.3 Bepalingen betreffende accountants 

Artikel 41

1. Degene die is ingeschreven in het register, is gerechtigd tot het
voeren van de titel Registeraccountant, afgekort RA of
Accountants-Administratieconsulent, afgekort AA. De titel wordt bij het
besluit tot inschrijving verleend. 

2. Het is degene die niet in het accountantsregister is ingeschreven
verboden om anders dan in besloten kring de titels, genoemd in het
eerste lid, of de benaming accountant zonder nadere toevoeging dan wel
in samenstelling of afkorting te voeren, dan wel zich zodanig te
gedragen, dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk kan zijn
gewekt, dat hij tot het voeren van die benaming gerechtigd is.

3. In afwijking van het tweede lid is het degene die in een
dienstbetrekking werkzaam is onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid
van een accountant, toegestaan de benaming adjunct-accountant,
assistent-accountant of een andere soortgelijke benaming te voeren.

Artikel 42

1. Ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep is de accountant
onderworpen aan tuchtrechtspraak op grond van de Wet tuchtrechtspraak
accountants ter zake van:

a. enig handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens deze wet
bepaalde; en

b. enig ander dan in onderdeel a bedoeld handelen of nalaten in strijd
met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

2. De tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend in eerste aanleg door de
accountantskamer en in hoger beroep, tevens in hoogste ressort, door het
College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel 43

1. Het bestuur haalt een inschrijving in het accountantsregister door:

a. in geval van overlijden van de ingeschrevene;

b. op verzoek van de ingeschrevene;

c. indien de ingeschrevene in een van de omstandigheden, genoemd in
artikel 39, eerste lid, onderdelen b tot en met d, is komen te verkeren;

d. ter tenuitvoerlegging van een daartoe strekkende tuchtrechtelijke
maatregel;

e. ter uitvoering van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel
41 of 44 van de Wet tuchtrechtspraak accountants; 

f. indien de ingeschrevene na de tenuitvoerlegging van een dwangbevel in
gebreke blijft de jaarlijkse bijdrage, bedoeld in artikel 30, eerste
lid, te voldoen. 

2. Doorhaling van de inschrijving leidt tot verlies van de betrekkingen
binnen de beroepsorganisatie waarvoor het lidmaatschap een vereiste is. 

Artikel 44

Het bestuur draagt zorg voor het bekendmaken van elke doorhaling van een
inschrijving in het accountantsregister. Dit geschiedt in ieder geval,
voor zover mogelijk, door een mededeling aan de betrokkene en een
elektronische publicatie. 

Artikel 45

1. Hij die ingeschreven is geweest, wordt bij een aanvraag tot
herinschrijving geacht te voldoen aan artikel 38, tweede lid, onderdeel
a.

2. Indien de inschrijving is doorgehaald op grond van  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002856/geldigheidsdatum_26-01-2010" \l
"TitelIII_2_Artikel48" artikel 43, eerste lid, onderdeel c , is
herinschrijving mogelijk wanneer de aanvrager het bewijs overlegt, dat
deze grond heeft opgehouden te bestaan.

3. Indien de inschrijving is doorgehaald ter uitvoering van een
tuchtrechtelijke maatregel is herinschrijving niet mogelijk gedurende de
termijn waarvoor de tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. 

4. Indien de inschrijving is doorgehaald op grond van artikel 43, eerste
lid, onderdeel f, is inschrijving weer mogelijk nadat de aanvrager de
verschuldigde bijdragen alsnog heeft betaald, alsmede de kosten voor de
invordering en de wettelijke rente. 

HOOFDSTUK 7. DE OPLEIDING TOT ACCOUNTANT

Artikel 46

De opleiding tot accountant omvat bij algemene maatregel van bestuur
vast te stellen vakgebieden en voldoet aan de eindtermen, bedoeld in
artikel 49, tweede lid, onderdeel a, die voor controles van financiële
verantwoordingen van belang zijn.

Artikel 47

1. Gedurende ten minste drie jaar wordt als onderdeel van de opleiding
tot accountant een praktijkopleiding gevolgd waarvoor de
beroepsorganisatie zorg draagt. De praktijkopleiding wordt afgesloten
met een examen. Indien het examen met goed gevolg is afgelegd, geeft de
beroepsorganisatie daarvan een getuigschrift af.

2. De verordening over de praktijkopleiding en het daarbij behorende
examen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel j, bevat regels
over:

a. de toelatingseisen voor de praktijkopleiding;

b. de inhoud van het examen, de wijze waarop het examen wordt afgenomen
en de personen die bevoegd zijn het examen af te nemen;

c. de voorwaarden voor de toelating tot het afleggen van het examen;

d. de voorwaarden voor het verkrijgen van vrijstelling van bepaalde
onderdelen van het examen;

e. de hoogte van de examengelden en te wiens laste deze komen.

Artikel 48

De beroepsorganisatie beoordeelt aan de hand van de vastgestelde
eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, en de verstrekte
getuigschriften van opleidingen of degene die een praktijkopleiding wil
volgen voldoet aan de toelatingseisen daarvoor. 

Artikel 49

1. Er is een Commissie eindtermen accountantsopleiding.

2. De commissie heeft tot taak:

a. het vaststellen van de eindtermen, met inachtneming van de
vakgebieden, bedoeld in artikel 46, en de beroepsprofielen, bedoeld in
artikel 19, tweede lid, onderdeel k;

b. het aanwijzen van opleidingen die geheel of gedeeltelijk voldoen aan
de in onderdeel a bedoelde eindtermen, met uitzondering van de
eindtermen die betrekking hebben op de praktijkopleiding, voor zover
deze opleidingen niet zijn geaccrediteerd overeenkomstig artikel 5a.9
van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of niet
de toets nieuwe opleiding overeenkomstig artikel 5a.11 van de Wet op het
hoger en wetenschappelijk onderzoek met positief gevolg hebben
ondergaan;

c. het toetsen of de praktijkopleidingen voldoen aan de eindtermen,
bedoeld in onderdeel a die gelden voor de praktijkopleiding.

3. De commissie maakt de vastgestelde eindtermen bekend door plaatsing
in de Staatscourant.

Artikel 50

1. De opleidingsinstituten wier opleiding op grond van artikel 49,
tweede lid, onderdeel b, is aangewezen en de betrokkenen bij de
praktijkopleiding, verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de
commissie voor haar taakuitvoering nodig heeft. 

2. De commissie kan voorwaarden verbinden aan de aanwijzing, bedoeld in
artikel 49, tweede lid, onderdeel b.

3. De commissie kan de aanwijzing, bedoeld in artikel 49, tweede lid,
onderdeel b, intrekken indien de opleiding niet voldoet aan de
eindtermen, bedoeld in dat onderdeel.

4. De commissie kan een aanwijzing geven ten aanzien van de uitvoering
van de praktijkopleiding indien uit een toetsing als bedoeld in artikel
49, tweede lid, onderdeel c, blijkt dat de praktijkopleiding niet
voldoet aan de eindtermen die gelden voor de praktijkopleiding.

Artikel 51

1. De commissie heeft ten hoogste acht leden waaronder de voorzitter. 

2. Benoeming van de leden geschiedt voor een periode van ten hoogste
vijf jaar. Bij de benoeming bepaalt Onze Minister wie de voorzitter is.
De leden zijn eenmaal herbenoembaar.

3. Schorsing en ontslag vinden slechts plaats wegens ongeschiktheid of
onbekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere
zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen. Ontslag
vindt voorts plaats op eigen verzoek. 

Artikel 52

1. De commissie stelt een bestuursreglement vast.

2. In het bestuursreglement worden regels vastgesteld omtrent het
aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van het
lidmaatschap van de commissie. 

Artikel 53

1. De commissie brengt jaarlijks de kosten van de werkzaamheden die zij
verricht in verband met de uitoefening van haar taak op grond van deze
wet in rekening bij de beroepsorganisatie, voor zover deze kosten niet
ten laste komen van de Rijksbegroting. 

2. De kosten worden gebaseerd op de begroting waarmee Onze Minister
heeft ingestemd. Alvorens de begroting aan Onze Minister wordt
voorgelegd stelt de commissie het bestuur van de beroepsorganisatie ten
minste drie weken in de gelegenheid, een zienswijze te geven over het
ontwerp van begroting. Een uitgebrachte zienswijze wordt meegezonden met
de begroting aan Onze Minister. 

3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met
betrekking tot het eerste en tweede lid.

Artikel 54

1. De commissie geeft een verklaring van vakbekwaamheid af aan degene
die:

a. beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij voldoet aan de
eisen van vakbekwaamheid die in een lidstaat van de Europese Unie,
anders dan Nederland, of in een andere staat die partij is bij de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, worden gesteld
voor de toelating tot de wettelijke controle van jaarrekeningen als
bedoeld in artikel 2 van Richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 17 mei 2006, betreffende de wettelijke
controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot
wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG van de Raad en houdende
intrekking van Richtlijn 84/235/EEG van de Raad (PbEU L 157/87); of

b. beschikt over een in een ander land dan genoemd in onderdeel a,
verkregen diploma of soortgelijk bewijsstuk, waaruit naar het oordeel
van de commissie eenzelfde niveau van vakbekwaamheid blijkt als in
Nederland, welke blijkt uit het met goed gevolg hebben voltooid van de
opleiding tot accountant; en

c. met goed gevolg een examen heeft afgelegd waarbij de kennis van de
betrokkene van het Nederlandse recht wordt getoetst; en

d. met goed gevolg een examen heeft afgelegd waarbij de kennis van de
betrokkene van de voor de accountants geldende gedrags- en beroepsregels
wordt getoetst. 

2. De verklaring is gericht op inschrijving in het accountantsregister
als Registeraccountant dan wel Accountants-Administratieconsulent,
afhankelijk van de bevoegdheden die in het buitenland aan het bewijsstuk
verbonden zijn en, indien het een diploma of soortgelijk bewijsstuk als
bedoeld in het eerste lid, onderdeel b betreft, de eindtermen die
daaraan ten grondslag liggen.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld over het examen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c. 

HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN

§ 8.1 Strafbepalingen

Artikel 55

1. Degene, die in strijd handelt met  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002856/geldigheidsdatum_26-01-2010" \l
"TitelIII_2_Artikel40" artikel  41, tweede lid, wordt gestraft met een
geldboete van de tweede categorie.

2. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.

3. Indien tijdens het plegen van een strafbaar feit als bedoeld in het
eerste lid nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling
van de schuldige wegens het plegen van een strafbaar feit als bedoeld in
dat lid onherroepelijk is geworden, wordt hij gestraft met een hechtenis
van ten hoogste twee weken of een geldboete van de tweede categorie.
Onder vroegere veroordeling wordt mede verstaan een vroegere
veroordeling door een strafrechter in een andere lidstaat van de
Europese Unie wegens soortgelijke feiten.

Artikel 56

1. Met de opsporing van bij deze wet strafbaar gestelde feiten zijn,
behalve de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van
Strafvordering aangewezen ambtenaren, belast zij die daartoe door Onze
Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met Onze Minister
zijn aangewezen.

2.Van een krachtens het eerste lid vastgestelde beschikking wordt
mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. 

§ 8.2. Beroep

Artikel 57

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan een belanghebbende
beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

§ 8.3 Intrekking en wijziging van wetten

Artikel 58

De Wet op de Registeraccountants, de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten en de Wet van 6 augustus 1993, tot
wijziging van de Wet op de Registeraccountants en de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten (wijziging in verband met de
invoering van de Achtste Richtlijn van de Raad van de Europese
Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht) (Stb. 1993, 465) worden
ingetrokken. 

Artikel 59

	Artikel 2, eerste lid, van de Ambtenarenwet wordt als volgt gewijzigd: 

1. Het zinsdeel “ – de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter
van het Nederlands Instituut van Registeraccountants, de leden van het
bestuur van dit lichaam en de leden van de andere bij of krachtens de 
HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002374/geldigheidsdatum_26-07-2010" Wet
op de Registeraccountants  ingestelde colleges” wordt vervangen door:
- de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, de leden van het
bestuur van dit lichaam en de leden van andere bij of krachtens de Wet
op het accountantsberoep ingestelde colleges.

2. Het zinsdeel “– de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter
van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten, de
leden van het bestuur van dit lichaam en de leden van de andere bij of
krachtens de  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002856/geldigheidsdatum_26-07-2010" Wet
op de Accountants-Administratieconsulenten  ingestelde colleges;”
vervalt.

Artikel 60

	Artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijke Wetboek wordt
als volgt gewijzigd:

	1. In de eerste volzin wordt “ten aanzien van wie bij de inschrijving
in het in artikel 36, eerste lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten bedoelde register een aantekening
is geplaatst als bedoeld in artikel 36, derde lid, van die wet”
vervangen door: ten aanzien van wie in het accountantsregister een
aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, tweede lid,
onderdeel i, van de Wet op het accountantsberoep.

	2. Aan het slot worden drie volzinnen toegevoegd, luidende: Indien een
rechtspersoon tevens een organisatie van openbaar belang is als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht
accountantsorganisaties, wordt door deze rechtspersoon aan de Stichting
Autoriteit Financiële Markten medegedeeld welke accountant of
accountantsorganisatie wordt beoogd voor het uitvoeren van een opdracht
tot onderzoek van de jaarrekening van de rechtspersoon. Deze mededeling
geschiedt voordat tot de verlening van die opdracht, bedoeld in het
tweede lid, is overgegaan. Onze Minister van Financiën stelt bij
ministeriele regeling nadere regels over deze mededeling. 

Artikel 61

In artikel 43b, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt “ten
aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst
als bedoeld in  HYPERLINK
"http://sdukennisportaal.rijksweb.nl/opmnie/opmaat/show.do?type=wenr&key
=31319&anchor=921184" \l "921184" artikel 36, derde lid, van de Wet op
de Accountants-Administratieconsulenten ” vervangen door: ten aanzien
van wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst als
bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het
accountantsberoep.

Artikel 62

In artikel 213, negende lid, van de Gemeentewet wordt “artikel 1,
eerste lid, onderdeel h, van de Wet toezicht accountantsorganisaties”
vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht
accountantsorganisaties. 

Artikel 63

Artikel 26, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster wordt "ten
aanzien van wie bij de inschrijving in het in  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002856/geldigheidsdatum_10-12-2010" \l
"TitelIII_1_Artikel36" artikel 36, eerste lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten  bedoelde register een aantekening
is geplaatst als bedoeld in  HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002856/geldigheidsdatum_10-12-2010" \l
"TitelIII_1_Artikel36" artikel 36, derde lid, van die wet " vervangen
door: ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is
geplaatst als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet
op het accountantsberoep.

Artikel 64

In artikel 217, negende lid, van de Provinciewet wordt “artikel 1,
eerste lid, onderdeel h, van de Wet toezicht accountantsorganisaties”
vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht
accountantsorganisaties. 

Artikel 65

In artikel 4s, vierde lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994
wordt 

“een registeraccountant, dan wel een accountant die is ingeschreven in
het register bedoeld in  HYPERLINK
"http://sdukennisportaal.rijksweb.nl/opmnie/opmaat/show.do?type=wenr&key
=31319&anchor=921184" \l "921184" artikel 36, eerste lid, van de Wet op
de Accountants-Administratieconsulenten ,” vervangen door: een
Registeraccountant dan wel Accountant-Administratieconsulent. 

Artikel 66

 

		De Wet toezicht financiële verslaggeving wordt als volgt gewijzigd:

A

		Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. De Autoriteit Financiële Markten kan ten behoeve van het toezicht
op de financiële verslaggeving aan een effectenuitgevende instelling om
een nadere toelichting verzoeken omtrent de toepassing van voorschriften
ingevolge artikel 3 van de IAS-verordening , Titel 9 van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, of de artikelen 5:25c, tweede, vierde of vijfde lid,
5:25d, tweede of vierde tot en met tiende lid, of artikel 5:25v, eerste
lid, van de Wet op het financieel toezicht. Deze nadere toelichting
wordt verstrekt binnen een door de Autoriteit Financiële Markten te
stellen redelijke termijn.

	2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

	2a. Het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van andere
organisatieonderdelen van de Autoriteit Financiële Markten die belast
zijn met toezicht uit hoofde van andere wetten.

	3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd:

	6. De artikelen 5:13 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van
 overeenkomstige toepassing op het bepaalde in dit artikel.

B

	Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1.De Autoriteit Financiële Markten kan, nadat de in artikel 2, eerste
lid, bedoelde nadere toelichting is verkregen, aan de effectenuitgevende
instelling schriftelijk mededelen dat de financiële verslaggeving, of
een onderdeel daarvan, niet voldoet aan de in artikel 2, eerste lid,
genoemde voorschriften. De Autoriteit Financiële Markten kan de in de
eerste volzin bedoelde mededeling voorts doen indien de in de eerste
volzin bedoelde nadere toelichting niet binnen de door de Autoriteit
Financiële Markten gestelde termijn is verkregen. 

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. De Autoriteit Financiële Markten is verplicht tot geheimhouding van
de in het eerste lid bedoelde mededeling en de in het tweede lid
bedoelde aanbeveling. De Autoriteit Financiële Markten kan in afwijking
van de eerste volzin de gegevens verkregen bij uitvoering van zijn taak
op grond van deze wet verstrekken aan de met verschillende taken belaste
organisatie onderdelen van de Autoriteit Financiële Markten.

C

	Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden: 

	1. De Autoriteit Financiële Markten kan een verzoek als bedoeld in
artikel 452 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek doen, indien een
effectenuitgevende instelling onvoldoende gevolg heeft gegeven aan
artikel 2, eerste lid bedoelde verzoek of artikel 5:20 van de Algemene
wet bestuursrecht.

	2. Het vijfde lid, komt te luiden:

	5. Artikel 2, lid 2 en 2a, zijn van overeenkomstige toepassing op uit
een nadere toelichting afkomstige gegevens en inlichtingen die aan de
Autoriteit Financiële Markten is verstrekt op grond van een bevel
ingevolge artikel 452, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
en op verzoeken als bedoeld in dit artikel.

D

	Artikel 6, eerste lid, aanhef, komt te luiden: In afwijking van de
artikelen 2, tweede lid, en 3, derde lid, en artikel 2:5 van de Algemene
wet bestuursrecht kan de Autoriteit Financiële Markten gegevens of
inlichtingen, verkregen bij de vervulling van de haar ingevolge deze wet
opgedragen taak, verstrekken aan de Nederlandsche Bank, aan een
instantie die in een andere lidstaat met het toezicht op financiële
verslaggeving is belast of een bij algemene maatregel van bestuur aan te
wijzen instantie die tot taak heeft een eenvormige toepassing van de
standaarden voor de jaarrekening binnen de Europese Unie te bevorderen
en een gemeenschappelijke aanpak op het vlak van de handhaving daarvan
te ontwikkelen, tenzij:.

E

	Artikel 7 vervalt.

F

	Artikel 8 vervalt.

G

	In artikel 12, derde lid, wordt de zinsnede “ten aanzien van wie in
het accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld in
artikel 36, derde lid van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten” vervangen door: ten aanzien van
wie in het accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld
in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het
accountantsberoep.

Artikel 67

In artikel 51, tweede lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars wordt
“ten aanzien van wie bij de inschrijving in het in artikel 36, eerste
lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bedoelde
register een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, derde
lid, van die wet” vervangen door: ten aanzien van wie in het
accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel
36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het accountantsberoep. 

Artikel 68

De Wet toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid, onderdeel l, onder 4 wordt voor
“levensverzekeraar” ingevoegd: herverzekeraar,.

2. In het tweede lid wordt “eerste lid, onderdeel j” vervangen door:
eerste lid, onderdeel p.

B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Onder vernummering van het vierde tot en met elfde lid tot zevende
tot en met veertiende lid, worden drie leden ingevoegd luidende: 

4. De Autoriteit Financiële Markten vermeldt in het register de
tuchtrechtelijke maatregelen die jegens de externe accountant zijn
opgelegd en het tijdstip waarop deze zijn ingegaan en, voor zover van
toepassing, het tijdstip waarop deze eindigen. Bij elke tuchtrechtelijk
maatregel tot doorhaling van een inschrijving, wordt de datum van de
doorhaling vermeld.

5. De Autoriteit Financiële Markten verwijdert de tuchtrechtelijke
maatregel uit het register nadat tien jaren zijn verstreken na het
tijdstip waarop de tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.

6. Onverminderd het vijfde lid wordt een tuchtrechtelijke maatregel tot
tijdelijke doorhaling van de inschrijving in het register tot vijf jaar
na het einde van de maatregel in het register vermeld. 

2. Het achtste lid (nieuw), onderdeel f, komt te luiden: 

f. indien de inschrijving van de externe accountants in het register,
bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep
is doorgehaald. 

Ba 

	Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het slot van onderdeel a vervalt “of”.

	2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door “;
of” wordt na onderdeel b een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. gedurende een periode van twee jaren volgend op een periode van acht
aaneengesloten jaren waarin de accountantsorganisatie de wettelijke
controles heeft verricht of een aanmerkelijk deel van de financiële
administratie heeft verzorgd of ingericht.

Bb

	

	Na artikel 24a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24b

	De accountantsorganisatie die wettelijke controles verricht bij een
organisatie van openbaar belang, verricht naast controlediensten geen
andere werkzaamheden voor die organisatie. 

C

Artikel 27 komt te luiden: 

Artikel 27

1. De externe accountant is een accountant ten aanzien van wie in het
accountantsregister een aantekening is opgenomen als bedoeld in artikel
36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het accountantsberoep en die
voldoet aan de bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep gestelde
regels, voor zover deze van toepassing zijn op het uitvoeren van
wettelijke controles. 

2. Wettelijke controles bij een organisatie van openbaar belang worden
verricht onder de verantwoordelijkheid van een externe accountant,
zijnde een Registeraccountant als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van
de Wet op het accountantsberoep. 

D

In artikel 35, derde lid, wordt “ten aanzien van wie in het
accountantsregister een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel
36, derde lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten”
vervangen door: ten aanzien van wie in het accountantsregister een
aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, tweede lid,
onderdeel i, van de Wet op het accountantsberoep. 

E

In artikel 40, tweede lid, wordt “het Nederlands Instituut van
Registeraccountants, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de
Registeraccountants, en de Nederlandse Orde van
Accountants-Administratieconsulenten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op
de Accountants-Administratieconsulenten” vervangen door: de
Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2 van
de Wet op het accountantsberoep. 

Ea

	Artikel 63a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Financiële
Markten van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen, verkregen bij de
uitvoering van haar taak op grond van deze wet, verstrekken aan de met
verschillende taken belaste organisatie onderdelen van de Autoriteit
Financiële Markten. 

	2. Het derde lid komt te luiden:

 	3. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Financiële
Markten met gebruikmaking van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen,
verkregen bij de uitvoering van haar taak op grond van deze wet,
mededelingen doen, indien deze niet kunnen worden herleid tot
afzonderlijke personen, accountantsorganisaties of auditkantoren.

F

Artikel 63e wordt als volgt gewijzigd: 

1. Onderdeel a komt te luiden: 

a. de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel
2 van de Wet op het Accountantsberoep;. 

2. Onder verlettering van onderdeel c tot b, vervalt onderdeel b. 

G 

	

	Na artikel 86 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 86a

	1. Tot twee jaar na de inwerkingtreding van de Wet op het
accountantsberoep is artikel 24b niet van toepassing op werkzaamheden
waarvoor de opdracht aan de accountant of accountantsorganisatie is
verstrekt voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet op het
accountantsberoep. 

	2. Artikel 27, tweede lid, treedt vijf jaar na de inwerkingtreding van
de Wet op het accountantsberoep in werking. 

H

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. De volgende verwijzingen komen te vervallen:

- artikel 1h, vierde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

- artikel 12, tweede lid, van de Mediawet;

- artikel 10, tweede lid, van de Wet BDU verkeer en vervoer;

- artikel 13, vierde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

- artikel 46, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel en
fabrieken 1997;

- artikel 24, eerste lid, van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad;

- artikel 49, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen;.

2. In alfabetische volgorde op naam van de desbetreffende wet worden de
volgende verwijzingen ingevoegd:

- artikel 7.7, tweede lid, van de Mediawet 2008;

- artikel 12, zevende lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en

biociden;

- artikel 5, tweede lid, van de Wet op de formeel buitenlandse
vennootschappen;

- artikel 48 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;.

Artikel 69

De Wet tuchtrechtspraak accountants wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 

1. onderdeel a komt te luiden: 

a. accountant: accountant als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het
accountantsberoep;. 

2. De onderdelen f en g vervallen. 

3. Onder verlettering van de onderdelen d, e, h, i en j tot e tot en met
i, wordt er na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidende: 

d. beroepsorganisatie: de Nederlandse beroepsorganisatie van
accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het
accountantsberoep. 

4. Onderdeel i (nieuw) komt te luiden: 

i. registers: het register, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de
Wet toezicht accountantsorganisaties en het accountantsregister, bedoeld
in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: 

a. In de aanhef wordt “als bedoeld in artikel 51, eerste lid, van de
Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, artikel 33, eerste lid,
van de Wet op de Registeraccountants” vervangen door: als bedoeld in
artikel 42, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep. 

b. in onderdeel e wordt “het register” vervangen door: de registers.


2. In het derde lid wordt “artikel 51, eerste lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten, artikel 33, eerste lid, van de Wet
op de Registeraccountants” vervangen door: artikel 42, eerste lid, van
de Wet op het accountantsberoep.

3. In het vierde lid wordt “doorhaling van de accountant” vervangen
door: doorhaling van de inschrijving van de accountant.

C

De artikelen 3 en 4 vervallen. 

D

In artikel 5, vierde lid, wordt na “het horen van betrokkene”
ingevoegd: of het daartoe behoorlijk oproepen. 

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt “het register” vervangen door: de
registers. 

2. In het tweede lid wordt “en de voorzitter van de NOvAA
onderscheidenlijk de voorzitter van het NIVRA” vervangen door: en de
voorzitter van de beroepsorganisatie. 

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt “het register” telkens vervangen door: de
registers. 

2. In het tweede lid wordt “en de voorzitter van de NOvAA
onderscheidenlijk de voorzitter van het NIVRA” vervangen door: en de
voorzitter van de beroepsorganisatie. 

G

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste en tweede lid wordt “, de voorzitter van het NIVRA
dan wel de voorzitter van de NOvAA” vervangen door: en de voorzitter
van de beroepsorganisatie. 

2. In het tweede lid wordt “het register” vervangen door: de
registers. 

H

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt “acht leden” vervangen door: tien leden. 

2. In het tweede lid, wordt “ten hoogste tien” vervangen door: ten
hoogste twintig.

3. In het vierde lid wordt “twee personen” vervangen door: ten
hoogste zes personen.

I

In artikel 12, vierde lid, wordt “gerechtssecretaris” vervangen
door: zijn personen die zijn aangewezen om werkzaamheden te verrichten
die bij of krachtens wet aan de griffier bij een gerecht zijn
opgedragen. 

J

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst. 

2. In het eerste lid (nieuw) wordt “, de secretaris en de
plaatsvervangend-secretarissen” vervangen door: en de secretaris. 

3. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende: 

2. De plaatsvervangend-secretarissen worden benoemd door de voorzitter
van de accountantskamer. 

K

In artikel 16, eerste lid, wordt “Accountants-Administratieconsulenten
of registeraccountants, de NOvAA of het NIVRA” vervangen door:
accountants of de beroepsorganisatie. 

L

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De voorzitter, de leden, de plaatsvervangende leden die rechterlijk
ambtenaar met rechtspraak belast zijn, alsmede de secretaris en de
plaatsvervangend-secretarissen, worden voor hun werkzaamheden bij de
accountantskamer vrijgesteld.

2. In het tweede lid wordt “de voorzitter, de leden en de
plaatsvervangend leden” vervangen door “de personen”, en wordt er
een zin toegevoegd, luidende: Onze Minister compenseert het betrokken
gerecht voorts voor de vrijgestelde tijd overeenkomstig de bezoldiging
die de secretaris en de plaatsvervangend-secretarissen ontvangen op
grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement dan wel het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

M

In artikel 21d, tweede lid, vervalt “onherroepelijke”. 

N

In artikel 21e vervalt de zinsnede “degenen over wie is geklaagd,”
en wordt aan het slot toegevoegd: De namen, voornamen en woonplaatsen
van degenen over wie is geklaagd worden weggelaten, voor zover hun
belang door publicatie in het afschrift onevenredig kan worden geschaad.


O

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid, wordt na onderdeel a ingevoegd: of

2. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: 

b. als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de Wet op het
accountantsberoep door een accountant. 

3. Het eerste lid, onderdeel c, vervalt. 

4. In het tweede lid wordt “De voorzitter van de NOvAA respectievelijk
het NIVRA,” vervangen door: De voorzitter van de beroepsorganisatie. 

5. In het vijfde lid wordt “artikel 33, eerste lid, van de Wet op de
Registeraccountants of op artikel 51, eerste lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten” vervangen door: artikel 42,
eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep. 

P

Artikel 23, vierde lid, komt te luiden: 

4. In afwijking van het eerste lid, wordt geen griffierecht geheven
indien een klaagschrift wordt ingediend door de Autoriteit Financiële
Markten of de voorzitter van de beroepsorganisatie. 

Q

In artikel 24 wordt “externe accountant als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, onderdeel f, van de Wet toezicht accountantsorganisaties,
registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent” vervangen
door: accountant. 

R

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Na onderdeel a wordt ingevoegd: of. 

2. Onderdeel b komt te luiden: 

b. de voorzitter van de beroepsorganisatie, bij een vermoeden van
handelen of nalaten als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de Wet op
het accountantsberoep. 

3. Onderdeel c vervalt. 

S

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het vierde lid wordt na “accountantskamer” ingevoegd: , dan
wel de voorzitter daarvan,. 

2. In het zevende lid wordt “, de voorzitter van de NOvAA,
onderscheidenlijk de voorzitter van de NIVRA” vervangen door: en de
voorzitter van de beroepsorganisatie. 

T

Artikel 38a wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt “het NIVRA of de NOvAA” vervangen door:
de beroepsorganisatie.

2. In het derde lid wordt “het NIVRA onderscheidenlijk de NOvAA”
vervangen door: de beroepsorganisatie. 

U

Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt “van ten hoogste € 225”. 

2. In het derde lid, wordt “artikelen 26 tot en met 38” vervangen
door: artikelen 25 tot en met 38.

V

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt “de inschrijving van de
betrokkene tijdelijk door te halen” vervangen door: tot het opleggen
een tijdelijke doorhaling van de inschrijving van de betrokkene in de
registers. 

2. Na het eerste lid, onderdeel a wordt ingevoegd: of. 

3. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: 

b. de voorzitter van de beroepsorganisatie, ingeval jegens de betrokkene
een ernstig vermoeden is gerezen van handelen of nalaten als bedoeld in
artikel 42, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep en daardoor
zwaarwegende belangen in het geding zijn. 

4. Het eerste lid, onderdeel c vervalt. 

5. Het derde lid komt te luiden: 

3. De secretaris van de accountantskamer stelt de Autoriteit Financiële
Markten, de voorzitter van de beroepsorganisatie en de betrokkene
onverwijld in kennis van een beslissing tot tijdelijke doorhaling als
bedoeld in het eerste lid, dan wel tot opheffing daarvan.

6. In het vijfde lid vervalt “artikel 51, eerste lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten, artikel 33, eerste lid, van de Wet
op de Registeraccountants of” en wordt na
“accountantsorganisaties” ingevoegd: of artikel 42, eerste lid, van
de Wet op het accountantsberoep. 

W

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt “, of de voorzitter van het
NIVRA, voor zover het een registeraccountant betreft, dan wel de
voorzitter van de NOvAA, voor zover het een
Accountant-Administratieconsulent betreft” vervangen door: of de
voorzitter van de beroepsorganisatie. 

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Het woord “en” wordt vervangen door een komma.

b. Voor de punt wordt een zinsnede toegevoegd, luidende:

en tegen de verklaring, bedoeld in artikel 42a.

3. In het derde lid wordt “, de voorzitter van het NIVRA, voor zover
het een registeraccountant betreft, dan wel de voorzitter van de NOvAA,
voor zover het een Accountant-Administratieconsulent betreft”
vervangen door: en de voorzitter van de beroepsorganisatie.

X

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd: 

1. De aanhef in het eerste lid komt te luiden: Het College is bij wijze
van voorlopige voorziening bevoegd tot het opleggen van een tijdelijke
doorhaling van de inschrijving van de betrokkene in de registers:.

2. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: 

b. de voorzitter van de beroepsorganisatie, ingeval jegens de betrokkene
een ernstig vermoeden is gerezen van handelen of nalaten als bedoeld in
artikel 42, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep en daardoor
zwaarwegende openbare belangen in het geding zijn. 

3. Onderdeel c vervalt. 

4. Het derde lid komt te luiden: 

3. De griffier stelt de accountantskamer, de Autoriteit Financiële
Markten, de voorzitter van de beroepsorganisatie en de betrokkene
onverwijld in kennis van een beslissing tot tijdelijke doorhaling als
bedoeld in het eerste lid, dan wel tot opheffing daarvan.

5. In het vijfde lid vervalt “artikel 51, eerste lid, van de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten, artikel 33, eerste lid, van de Wet
op de Registeraccountants of” en wordt na
“accountantsorganisaties” ingevoegd: of artikel 42, eerste lid, van
de Wet op het accountantsberoep.

6. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 

7. In het geval de inschrijving tijdelijk wordt doorgehaald blijft
betrokkene ter zake van handelingen en gedragingen, die gedurende de
tijd, dat hij ingeschreven stond, hebben plaats gehad, aan
tuchtrechtspraak onderworpen. 

Y

Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt ”, de voorzitter van het NIVRA dan wel de
voorzitter van de NOvAA” vervangen door: en de voorzitter van de
beroepsorganisatie. 

2. Het tweede lid komt te luiden: 

2. De Autoriteit Financiële Markten en de voorzitter van de
beroepsorganisatie dragen zorg voor de opname van de opgelegde
tuchtrechtelijke maatregel in de registers. 

Z

Aan de tekst van artikel 47 wordt een zin toegevoegd, luidende: Tegen
deze last staat geen voorziening open. 

AA

Artikel 48 komt te luiden: 

Artikel 48

1. Een uitspraak wordt, met uitzondering van uitspraken als bedoeld in
de artikelen 41 en 44, niet ten uitvoer gelegd voordat deze
onherroepelijk is, tenzij de accountantskamer vanwege zwaarwegende
openbare belangen verklaart dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad
is.

2. Indien een hoger beroep is ingesteld tegen een uitspraak van de
accountantskamer dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kan het
College op verzoek van de betrokkene de tenuitvoerlegging van die
uitspraak schorsen.

BB

De artikelen 51 en 52 vervallen.

§ 8.4 Overgangsbepalingen

Artikel 70

1. De beroepsorganisatie is de rechtsopvolger onder algemene titel van
het Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlandse Orde
van Accountants-Administratieconsulenten. 

2. Het personeel dat op de datum van inwerkingtreding van deze wet in
dienst is bij het Nederlands Instituut van Registeraccountants of de
Nederlandse Orde van Accountant-Administratieconsulenten, treedt met
ingang van die datum, met behoud van rechten, in dienst bij het bureau
van de beroepsorganisatie.

Artikel 71

1. Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet belegt het
bestuur van de beroepsorganisatie een ledenvergadering waarin in ieder
geval de volgende besluiten worden genomen: 

a. het benoemen van de bestuursleden; 

b. het vaststellen van de begroting. 

2. In afwijking van artikel 12, vierde lid, kunnen de door de
gezamenlijke ledenvergadering benoemde bestuursleden voor een kortere
periode dan vier jaar worden benoemd, in verband met het op te stellen
rooster, bedoeld in dat artikel.

3. Tot de benoeming van de bestuursleden, bedoeld in het eerste lid,
onder a, wordt het bestuur van de beroepsorganisatie gevormd door de
gezamenlijke bestuursleden van het opgeheven Nederlands Instituut van
Registeraccountants en de opgeheven Nederlandse Orde van
Accountants-Administratieconsulenten.

4. Het bestuur neemt beslissingen ten aanzien van de werkwijze van de
ledenvergadering, bedoeld in het eerste lid, waarin bij of krachtens de
wet niet is voorzien. 

5. De verordeningen en nadere voorschriften van het Nederlands Instituut
van Registeraccountants en de Nederlandse Orde van
Accountants-Administratieconsulenten blijven op de beroepsorganisatie,
de Registeraccountants, respectievelijk de
Accountants-Administratieconsulenten en de accountantsorganisaties van
kracht tot drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, tenzij de
ledenvergadering, respectievelijk het bestuur deze heeft ingetrokken of
gewijzigd. 

Artikel 72

Degenen die op het moment van de inwerkingtreding van deze wet zijn
ingeschreven in de registers, bedoeld in artikel 55, eerste lid, van de
Wet op de Registeraccountants of artikel 36, eerste lid van de Wet op de
Accountant-Administratieconsulenten, zoals die artikelen luidden op het
moment van inwerkingtreding van artikel 58 van deze wet, worden vanaf
dat moment geacht op overeenkomstige wijze te zijn ingeschreven in het
accountantsregister. Artikel 36, tweede en derde lid, is van
overeenkomstige toepassing. 

Artikel 73

De Wet op de Registeraccountants, de Wet op de
Accountants-Administratieconsulenten en de daarop berustende bepalingen,
blijven van kracht op handelingen en gedragingen van natuurlijke en
rechtspersonen, die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan het intrekken
of vervallen van die bepalingen.

Artikel 74

1. Indien de inwerkingtreding van deze wet gedurende een boekjaar van
het Nederlands Instituut van Registeraccountants of de Nederlandse Orde
van Accountants-Administratieconsulenten plaatsvindt, dan gaat de
contributieverplichting van de leden van de op te heffen openbare
lichamen voor het resterend deel van het boekjaar voor een evenredig
deel over op de leden van de beroepsorganisatie.

2. Het boekjaar van het Nederlands Instituut van Registeraccountants
loopt van 1 januari tot en met 31 december.

§ 8.5 Slotbepalingen

Artikel 75

1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. 

2. Artikel 74, tweede lid, werkt terug tot en met 1 januari 2011. 

Artikel 76

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het accountantsberoep. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Financiën, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   13