[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Moties

Bijlage

Nummer: 2012D07430, datum: 2012-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Reactie op verzoek commissie over de stand van zakenbrief over de uitvoering van moties op het gebied van Landbouw en Natuur en de stand van zaken m.b.t. recent gedane toezeggingen (2012D07427)

Preview document (šŸ”— origineel)


Moties

VVD

Motie van het lid Snijder-Hazelhoff c.s. (Kamerstuk 29 383, nr. 168)

Verzoekt de regering de opslag van kuilgras en maĆÆs niet meer aan te
merken als zijnde bodemrisico en daarmee uit het besluit artikel 3.47 en
uit de regeling artikel 3.66 te halen, 

Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit
regels inlichtingen milieubeheer en hoort tot de primaire
verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.

Motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Koopmans (Kamerstuk 29 383, nr.
169)

Roept de regering op in overleg met het (advies)bedrijfsleven en
gemeenten gezamenlijk te werken aan de uitwerking van Actieplan Ammoniak
Veehouderij waarbij alle onduidelijkheden worden weggenomen en de Kamer
daar voor 1 december 2011 over te berichten. 

Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit
regels inlichtingen milieubeheer en hoort tot de primaire
verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.

Motie van de leden Dijkgraaf en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 29 383, nr.
164)

Verzoekt de regering in overleg met de sector frequent voorkomende laad-
en losactiviteiten op agrarische bedrijven ook onder de
uitzonderingsbepaling voor tuinbouwgroepsvervoer te laten vallen.

Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit
regels inlichtingen milieubeheer en hoort tot de primaire
verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 21 501-32,
nr. 569)

Verzoekt de regering, voor de categorie ondernemers die naar
koloniehuisvesting wilden omschakelen een tijdelijke voorziening te
treffen en dit te bespreken met de Europese Commissie.

De beoordeling van de aanvragen voor een tijdelijke voorziening,
waaronder van ondernemers die willen omschakelen naar
koloniehuisvesting, bevindt zich in de afrondende fase. Ik zal de Tweede
Kamer hierover zo spoedig mogelijk per brief informeren.

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 33 037, nr.
3)

Verzoekt de regering indien CDM aangeeft dat uitspoelingsrisico na
ontsmetten vergelijkbaar is met vanggewas, onmiddellijk de regels aan te
passen en niet te wachten op het 5e Actieprogramma Nitraat.

Advies van CDM is onlangs ontvangen. Ik zal in maart met een reactie
komen.

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 33 000 XIII,
nr. 117) 

Verzoekt de regering ter realisatie van stikstofreductie de PAS-middelen
prioritair in te zetten voor stikstofreductiemaatregelen via
veevoerspoor, huisvesting (zowel nieuwe integraal duurzame stallen als
bestaande stallen) en mesttoedieningstechnieken en de resterende
PAS-middelen alleen in te zetten voor herstelmaatregelen die aantoonbaar
en noodzakelijk zijn voor de ontwikkelruimte.

Deze motie is in uitvoering. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 13
februari 2012.

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 29 383, nr.
158)

Verzoekt de regering het Activiteitenbesluit op de volgende punten aan
te passen:

De Regeling

ā€“ Opslag vloeibare (mest)stoffen in tanks

In paragraaf 4.1.1 en 4.1.3.1 van de regeling vloeibare kunstmeststoffen
opnemen als uitzondering door toe te voegen: niet zijnde vloeibare
kunstmeststoffen. 

Voor de opslag van vloeibare kunstmeststoffen de huidige voorschriften
uit paragraaf Ā«2.3 Opslag en verwerking kunstmeststoffenĀ» van het
Besluit glastuinbouw continueren en toepassen voor de hele agrarische
sector. 

Het Besluit

ā€“ Geen aanvullende (intrede-)keuringen gaan eisen voor tanks van na
2000 tot het moment dat het Besluit Landbouw van kracht werd in december
2006

Dit door toevoeging van lid b aan artikel 6.10 lid 1 van het besluit.

1. Ten aanzien van een bovengrondse stationaire opslagtank met vloeibare
brandstoffen, of afgewerkte olie aanwezig op een agrarisch bedrijf,
geĆÆnstalleerd tussen 1 januari 2000 en 31 december 2006, zijn artikel
4.15, eerste lid en de in artikel 4.15, tweede lid, genoemde
voorschriften 4.2.6 met betrekking tot de gecertificeerde
overvulbeveiliging en 4.3.1 met betrekking tot het
installatiecertificaat, 4.3.2 met betrekking tot de constructie-eisen
voor opvangbakken, 4.5.2 uit PGS 30 en artikel 4.15 zesde lid tot 1
januari 2015 niet van toepassing. 

ā€“ PGS/BRL

Het besluit artikel 1.7 Lid 3 als volgt aan te passen: Bij ministeriƫle
regeling worden in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en
Waterstaat regels gesteld omtrent de bij de toepassing van dit besluit
in acht te nemen tekst van: 

a. de bij of krachtens dit besluit genoemde niet publiekrechtelijke
regelingen; 

b. onder voorwaarde dat alleen naar een niet-publiekrechtelijke regeling
kan worden verwezen indien vast staat dat er onder de belanghebbende
partijen consensus is over de inhoud en de praktische toepasbaarheid; 

c. de NeR; 

d. de NRB. 

ā€“ Kleine glasopstanden

Aanpassing van een tweetal artikelen te weten:

Artikel 6.24k van het besluit: Artikel 3.60 tweede, derde en vierde lid
zijn niet van toepassing op bedrijven met substraatteelt met een
glasoppervlak kleiner dan 2 500 vierkante meter en artikel 6.24 m van
het besluit: Artikel 3.66, eerste lid, onderdeel a, is niet van
toepassing op bedrijven met grondgebonden teelt met een glasoppervlak
kleiner dan 2 500 vierkante meter. 

ā€“ Geluid

Het besluit, artikel 2.18 lid 3: Bij het bepalen van het maximaal
geluidsniveau LAmax, bedoeld in artikel 2.17, blijft buiten beschouwing
het geluid als gevolg van: 

c. laad- en losactiviteiten in de periode tussen 19.00 en 06.00 uur ten
behoeve van de aan- en afvoer van producten bij inrichtingen als bedoeld
in artikel 2.17, vijfde en zesde lid. 

ā€“ Dekwassers

Het besluit, artikel 2.18 lid 3. Bij het bepalen van het maximaal
geluidsniveau LAmax, bedoeld in artikel 2.17, blijft buiten beschouwing
het geluid als gevolg van: 

e. activiteiten in de periode tussen 19.00 en 06.00 uur ten behoeve van
het wassen van kasdekken bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17,
vijfde en zesde lid. 

ā€“ Lozingen glastuinbouw

Aan het besluit toe te voegen dat artikel 2.2, eerste en tweede lid tot
tien jaar na inwerkingtreding van het besluit niet van toepassing zijn
op het lozen van brijn van omgekeerdeosmose-installaties op grondwater
voor zover deze worden toegepast in aanvulling op een regenwateropslag
van minimaal 500 m3 per ha. 

ā€“ Antihagelkanon

Voor het gebruik van hagelkanonnen een passend en in de praktijk
werkbaar maatwerkregime uit te werken, zodat bevoegd gezag deze
laagdrempelig kan toepassen. 

ā€“ Assimilatiebelichting

Het besluit, artikel 3.56 en 3.57 voorzien van een passend en in de
praktijk werkbaar maatwerkregime, zodat bevoegd gezag deze laagdrempelig
kan toepassen. 

ā€“ Uitzondering van glastuinbouw voor artikel 2.16 stimulering openbaar
vervoer.

Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit
regels inlichtingen milieubeheer en hoort tot de primaire
verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.

PvdA

Motie van het lid Waalkens c.s. (Kamerstuk 28 286, nr. 285)

Verzoekt de regering om ook de aanbeveling met betrekking tot
prikkeldraad over te nemen en te komen met een maatregelenpakket voor
het uitfaseren van prikkeldraad als omheining van paardenweiden;

verzoekt de regering daarbij een leidraad te ontwikkelen voor het
gebruik van alternatieven passend in het landschap.

Over de uitvoering van deze motie heb ik u geĆÆnformeerd in mijn brief
van 20 mei 2011 (Kamerstuk 28 286 nr. 508).

Motie van de leden Thieme en Van Dekken (Kamerstuk 31 923, nr. 16)

Verzoekt de regering per direct de koloniehuisvesting te verbieden.

Deze motie is bij de stemmingen op 27 september 2011 door een
meerderheid van de Tweede Kamer verworpen.

Motie van het lid Van Dekken (Kamerstuk 30 168, nr. 27)

Verzoekt de regering de Kamer voor 1 september 2011 te berichten op
welke wijze de nVWA haar werkwijze op het terrein van dierproeven zal
wijzigen zodanig dat er wel overzicht is en genoeg informatie
beschikbaar om echte controle uit te kunnen oefenen.

Deze motie is ingediend bij het VAO Dierproevenbeleid en hoort tot de
primaire verantwoordelijkheid van de minister van VWS.

Motie van de leden Jacobi en Van Veldhoven (Kamerstuk 21501-32, nr. 552)

Verzoekt de regering in de onderhandelingen over het nieuwe
gemeenschappelijk landbouwbeleid zich duidelijk uit te spreken tegen
herkoppeling van steun aan productie.

Motie bevestigt het kabinetsstandpunt en wordt uitgevoerd.

Motie van de leden Jacobi en Wolbert (Kamerstuk 21501-32, nr. 482) 

Verzoekt de regering deze benoeming ongedaan te maken en een
transparante en zorgvuldige procedure op te stellen (aanstelling M.
Calon als speciaal adviseur bij DR).

Afgedaan. De herenĀ Blauw en Korff zijn als adviseurs door mij
aangesteld. Op 10 november 2011 heb ik het rapport naar uw Kamer
gestuurd (Kamerstuk 29 246, nr. 24) waarover met uw Kamer is gesproken.
De heren Blauw en Korff blijven voorlopig als adviseur verbonden om toe
te zien hoe de aanbevelingen in hun rapport door DR worden
uitgevoerd.Ā Hierover rapporteren zij rechtstreeks aan mij. Zoals
toegezegd kom ik in april 2012 met een stand-van-zaken brief.Ā 

Motie van het lid Jacobi (Kamerstuk 21501-32, nr. 432)

Verzoekt de regering, ook veevoer toe te voegen aan de pilots
naming-and-shaming.Ā 

Afgedaan met brief van minister van VWS op 14 april 2011 (Kamerstuk 26
991, nr. 314).

PVV

Motie van de leden De Mos en Koopmans (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 121)

Verzoekt de regering zich in Europees verband ervoor hard te maken dat
de Nitraatrichtlijn rekening houdt met genoemde aspecten, in de periode
heden tot 2017 en het eerstvolgende actieprogramma; 

verzoekt de regering tevens bij de Europese Commissie aan te dringen op
integratie van richtlijnen welke hetzelfde doel beogen, zoals de
Nitraatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn, tot
Ć©Ć©n doelrichtlijn waarbij de genoemde aspecten centraal staan en die
qua normstelling een versoepeling ten opzichte van de oude
Nitraatrichtlijn moet inhouden; 

verzoekt de regering voorts middels een jaarlijkse voortgangsrapportage
de Kamer te informeren over de stappen die zij zet in Europa ter
uitvoering van deze motie.

De primaire verantwoordelijkheid voor deze motie ligt bij de
staatssecretaris van I&M, aangezien deze motie gaat over afschaffen van
Nitraatrichtlijn.

Motie van het lid De Mos (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 122)

Verzoekt de regering zich in te zetten op herstructurering van de
tuinbouwsector en de Kamer over de behaalde resultaten te berichten.

Uitwerking van deze motie wordt meegenomen in de visie tuinbouw.

CDA

Motie van de leden Koppejan en Lodders (Kamerstuk 30 862, nr. 57)

Verzoekt de regering, het regeerakkoord inzake het niet ontpolderen van
de polder Albrandswaard onverkort uit te voeren;

verzoekt de regering, in samenspraak met de provincie Zuid-Holland en de
gemeente Albrandswaard te komen tot een oplossing die draagvlak heeft
onder de lokale bevolking

De heer Heijkoop heeft zijn ā€˜visiedocument het Buijtenland van Rhoon
ā€™ op 25 januari jl. aangeboden aan wethouder van Praag en gedeputeerde
Veldhuijzen. Daarin heeft hij de toekomstige rol voor de agrariƫrs bij
de realisatie van de beoogde doelen in het Buijtenland van Rhoon
uitgewerkt. Deze visie is een goede bouwsteen voor de totstandkoming van
een inrichting- en beheerplan. De gemeente en de provincie hebben de
visie voor commentaar voorgelegd aan de streek. Het Rijk heeft advies
gegeven aan de provincie inzake het advies. Het kabinet verwacht dat de
agrariƫrs een goede bijdrage kunnen leveren aan de transformatie van
het landbouwgebied naar natuur- en recreatiegebied.

Motie van de leden Lodders en Koppejan (Kamerstuk 30 862, nr. 55)

Verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de polders Zuidoord en de
Zuiderdieppolder niet worden ontpolderd en de agrarische functie te
behouden.

Ik heb de provincie Zuid-Holland op 2 december 2011 geschreven dat de
ontpoldering van polder Zuidoord en de Zuiderdieppolders (Oost en West)
niet noodzakelijk is voor de realisatie van internationale doelen.
Inmiddels is ook de provincie Zuid-Holland geen voorstander meer van
ontpoldering, op 25 januari jl. heeftĀ Provinciale Staten het
inpassingsplan ā€˜Deltanatuur polder Zuidoord Bernisseā€™ ingetrokken.

Motie van de leden Dijkgraaf en Koopmans (Kamerstuk 30 825, nr. 103)

Verzoekt de regering bij de (financiƫle) invulling van het deelakkoord
met de provincies de keuzes ten aanzien van kwaliteit en kwantiteit van
natuurgebieden zo te maken dat het beschikbare budget voldoende is voor
waarborgen van het beheer.

Deze motie is meegenomen naar de onderhandelingen met de provincies over
het decentralisatieakkoord natuur. Bij de uitwerking van het akkoord
onder verantwoordelijkheid van de provincies zal dit een vervolg
krijgen. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk
30 825, nr. 153).

Motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 97)

Verzoekt de regering de nationale dierverzamelregelgeving te herzien en
versoepelingen door te voeren met als randvoorwaarde dat bewaking van
diergezondheid- en dierenwelzijn voorop dient te staan.

Zie mijn brief van 9 november 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 322).

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 32 372, nr.
67)

Verzoekt de regering de toelatingsprocedure zo eenvoudig en goedkoop
mogelijk te maken (Gewasbescherming).

Afgedaan. Zie mijn brieven van 13 oktober 2011 (Kamerstuk 27 858, nr.
100) en 2 december 2011 (Kamerstuk 32 372, nr. 73).

Motie van de leden Koopmans en De Mos (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 141)

Verzoekt de regering bij het herijkt realiseren van de EHS onteigening
voor natuur niet als instrument in te zetten en dit ook in het
bestuursakkoord op te nemen en de wet- en regelgeving daartoe aan te
passen.

Ik verwijs u naar mijn reactie in de brief van 25 november 2011,
Kamerstuk 33000 XIII, nr. 56, bladzijde 16. 

Motie van de leden De Mos en Koopmans (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 115)

Verzoekt de regering, de wens van EU-landbouwcommissaris Ciolos om
natuurbeleid na 2013 een grotere rol te laten spelen naast zich neer te
leggen en zich in te zetten voor een economisch sterke landbouwsector
die zich niet laat kapen door milieugoeroes door voortzetting van
gemeenschappelijk landbouwbeleid met gelijkblijvend budget na 2013.

Afgedaan met het kabinetsstandpunt over de financiƫle perspectieven van
28 maart 2011 (TK 21 501-20, nr. 529), waarin het kabinet aangeeft dat
een (nominaal) gelijkblijvend GLB-budget na 2013 ook haar inzet is en
mijn brief van 28 oktober 2011 (TK 28 625, nr. 137).

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 28 625, nr.
120)

Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat DR dezelfde, door de
staatsecretaris vastgestelde, maatstaven hanteert als DR zelf oplegt aan
ondernemers;

verzoekt voorts de regering, ondernemers te allen tijde inzicht te
verschaffen waar hun aanvraag zich in het behandelingstraject bevindt.

Op 25 november 2011 heb ik u de volgende reactie gestuurd (Kamerstuk 33
000 XIII, nr. 56):

"Motie wordt uitgevoerd. Naar aanleiding van het rapport Ā«DR tot uw
dienstĀ» is onder meer toegezegd om de bedrijfstoeslag eerder te betalen
en sneller te beslissen op bezwaarschriften." 

Vanaf eind 2011 kunnen ondernemers hun BTR-aanvraag volgen via ā€˜Mijn
Dossierā€™. Andere regelingen volgen zo spoedig mogelijk. 

Motie van de leden Ormel en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 26 991, nr.
302)

Verzoekt de regering, bij actieve openbaarmaking van
nVWA-controlegegevens duidelijk onderscheid aan te geven tussen gegevens
die louter ter informatie dienen en gegevens die hebben geleid tot een
sanctie.

Afgedaan met brief van minister van VWS op 14 april 2011 (Kamerstuk 26
991, nr. 314).

Motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 461)

Verzoekt de regering, bij de Europese Commissie aan te dringen op het
niet invoeren van een broeikasgasemissiehandelssysteem voor
veehouderijsectoren.

De Europese Commissie heeft op dit moment geen plannen om een
broeikasgasemissiehandelssysteem voor de veehouderijsectoren in te
voeren. Wat de motie vraagt zal op een passend moment in reguliere
gesprekken met de EC aan de orde worden gesteld.

Motie van de leden Koopmans en Lodders (Kamerstuk 32 670, nr. 8)

Verzoekt de regering alle ontwerp-aanwijzingsbesluiten Natura 2000 na te
lopen of alleen habitats en soorten zoals vermeld op bijlage I en II
worden beschermd en ervoor zorg te dragen dat in alle beheerplannen
slechts maatregelen staan opgenomen die rechtstreeks verband houden met
de bescherming van de op bijlage I en II opgenomen soorten; 

verzoekt de regering voorts ervoor zorg te dragen dat in de
beheerplannen enkel realistische doelen op het gebied van de
Kaderrichtlijn Water (KRW) met gebruikmaking van de maximale
derogatiemogelijkheid tot 2027 worden opgenomen; 

verzoekt de regering tevens bij de beheerplannen de mogelijkheden van de
uitwerking van de PAS en de (V)PAS mee te nemen;

verzoekt de regering vervolgens om inzichtelijk te maken of het tempo
van uitvoering van de te nemen maatregelen in verhouding staat tot de
sociaaleconomische gevolgen en de daarbij behorende maatschappelijke
kosten en zo nodig het tijdpad en de beheerplannen daarop aan te passen;


verzoekt de regering ten slotte deze operatie voor 1 december 2011 af te
ronden.

Deze motie is grotendeels uitgevoerd. Ik heb u de resulaten van het
onderzoek gezonden bij mijn brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 32670,
nr. 27). Bij dit onderzoek zijn de doelen op het gebied van de
Kaderrichtlijn Water en de fasering van de maatregelen meegenomen. De
verdere uitwerking van de motie wordt meegenomen in het traject van de
PAS.

Motie van de leden Koopmans en De Mos (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 30)

Verzoekt de regering te onderzoeken hoe zowel natuur- als
schooltuineducatie gestimuleerd kan worden en de Kamer hierover te
informeren.

Natuur- en Schooltuineducatie is een van de waardevolle activiteiten
binnen Natuur- en Milieu- Educatie (NME) en Leren voor Duurzame
Ontwikkeling (LvDO). In die context wordt dit verder gestimuleerd. In
mijn brief van 6 december 2011 (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 2) heb ik
aangegeven dat ik voor de periode 2013-2016 een uitvoeringsplan voor
NME/LvDO nieuwe stijl aan het voorbereiden ben, waarin ik dit zal
opnemen.

Op dit moment wordt de visie die ik daarover in december heb
geformuleerd uitgewerkt in een uitvoeringskader en besproken met andere
overheden en stakeholders. Ik verwacht u in april het uitvoeringskader
toe te sturen. 

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 28 625, nr.
121)

Verzoekt de regering, bij indienen oppervlakte 2011 gecertificeerde
GPS-meting toe te staan en deze als bewijs voor oppervlakteopgave 2010
te laten dienen;

verzoekt de regering voorts, ten aanzien van de mestwetgeving
oppervlakteopgave ondernemer 2010 te doen gelden als mestruimte 2010.

Afgedaan. Zie mijn brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 33 000 XIII,
nr. 56). 

Motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Koopmans (Kamerstuk 32 500 XIII,
nr. 86)

Verzoekt de regering voor 1 juli 2011 met voorstellen te komen die
leiden tot een forse reductie van de kosten voor archeologisch onderzoek
door de nationale kop te verwijderen.

Afgedaan. Zie de brief van 7 februari 2012 van de staatssecretaris van
OCW (Kamerstuk 33 053, nr. 3). Daarin is de reactie op deze motie
opgenomen.

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 21 501-32,
nr. 425)

Verzoekt de regering, de inspanningen van het kabinet voort te zetten
zodat de door de EU toezegde zachte landing kan plaatsvinden.

Mijn inzet op een zachte landing en het voorkomen van de superheffing
blijft onverminderd gehandhaafd.

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 32 372, nr.
37)

Verzoekt de regering om in Europees verband voor nieuwe
veredelingstechnieken (onder meer cisgenese) een vereenvoudigd
toelatingsregime of een vrijstelling onder de huidige regelgeving te
bevorderen.Ā 

Zie mijn brief van 27 januari 2012 (Kamerstuk 32 472, nr. 15).

Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 21 501-32,
nr. 460)

Verzoekt de regering:

- voorrang te geven aan een multilateraal handelsakkoord in het kader
van de WTO boven bilaterale handelsakkoorden zoals met de Mercosur;

- ervoor zorg te dragen dat non-trade concerns deel uitmaken van ieder
handelsakkoord;

- niet in te stemmen met een bilateraal akkoord met de Mercosur-landen
zolang de effecten voor de land- en tuinbouw niet kwantitatief in kaart
zijn gebracht;

- bij de onderhandelingen met de Mercosur-landen geen Europese
concessies toe te staan die onevenredig negatief uitpakken voor de
Europese landbouw en in het bijzonder Nederlandse gezinsbedrijven.

De onderhandelingen in WTO verband lopen nog steeds niet soepel. Er is
geen uitzicht dat op korte termijn een akkoord zal zijn uitonderhandeld.
Bilaterale akkoorden zijn goede alternatieven want hiermee kunnen ook
aanzienlijke winsten behaald worden. 

Non trade concerns zoals dierenwelzijn en ook duurzame ontwikkeling
maken deel uit van vrijhandelsakkoorden ook met Mercosur.

De mogelijke gevolgen op de agrarische sector zijn via scenario analyses
in kaart gebracht. 

Er is echter nog geen uitwisseling van aanbiedingen voor wederzijds
markttoegang geweest en daarom is het in dit stadium nog niet mogelijk
te bepalen wat de uieindelijke effecten op de landbouw zullen zijn. 

Na een opschorting in 2004 zijn de Europese Unie en de Mercosur landen
(Argentiniƫ, Braziliƫ, Uruguay, Paraguay en Venezuela) vanaf mei 2010
weer aan het onderhandelen over het afsluiten van een
vrijhandelsakkoord. De verwachting is dat de onderhandelingen in ieder
geval tot en met 2013 zullen duren.

Ondertussen zijn er 7 onderhandelingsronden gehouden, de laatste in
november 2011. Het feit dat er al 7 ronden van onderhandelingen zijn
geweest geeft ook aan dat het proces vrij moeizaam verloopt.Ā De
belangrijksteĀ oorzaak van de langzame vooruitgang is het gebrek aan
integratie in de Mercosurlanden.

De eerst volgende onderhandelingsronde zal van 12 tot 16 maart 2012 in
Brussel plaatsvinden.Ā Het is zeer deĀ vraag of de partijen het dan eens
kunnen worden over deĀ regelgevendeĀ onderhandelingsteksten. Daarna zal
een uitwisseling van markttoegangsaanbiedingen plaats moeten vinden en
de verwachting is dat dit pasĀ aan het eind van 2012 zal gebeuren.Ā 

De Europese Commissie voert de onderhandelingen namens de Lidstaten.
Nederland betrekt de motie in haar inzet richting de EU.

Motie van het lid Ormel (Kamerstuk 26 991, nr. 305)

Verzoekt de regering bij het hanteren van kostendekkende, transparante
tarieven gedurende drie jaar vanaf het moment dat de tarieven
kostendekkend zijn de nVWA een inspanningsverplichting op te leggen om
te streven naar 10% tariefreductie per jaar, voortkomende uit effectief
en efficiƫnt werken.

Zoals ik in mijn brief aan de Kamer van 20 april 2011 over de uitvoering
van deze motie heb gemeld en tijdens het VAO over de NVWA op 12 januari
2011 heb aangegeven, is een tariefsreductie van 10% per jaar gedurende 3
jaar geen realistisch percentage. Wel heb ik aangegeven dat de NVWA zal
werken aan een kostenreductie voor het bedrijfsleven. Zo is er voor de
vleesketen in samenwerking met het bedrijfsleven een programma voor de
vermindering van de regeldruk gestart om in de komende jaren een
kostenreductie in het toezicht van ca. 25% te realiseren voor de sector.
Deze reductie is gericht op bedrijven die goed naleven. Daar waar de
naleving tekortschiet kan geen sprake zijn van kostenreductie. Bij
dergelijke nalevingsgedrag past immers geen beloning in de vorm van
reductie. Een van de doelen voor 2013 is de ontwikkeling van een nieuw
(vereenvoudigd) retributiemodel NVWA met sectortarieven. Dit stelsel zal
moeten aansluiten op het nieuwe kostprijsmodel van de NVWA. De
ontwikkeling van een dergelijk nieuw retributiemodel wordt afgestemd met
alle externe stakeholders.

SP

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 26 991, nr. 296)

Verzoekt de regering voor eind 2011 het aantal
langeafstandveetransporten dat niet voldoet aan de eis van maximaal 500
kilometer of 8 uur, substantieel te laten afnemen; 

verzoekt de regering tevens voor transport de transportcondities
trapsgewijs op te schroeven naarmate het transport langer duurt; 

verzoekt de regering voorts voor eind 2011 het aantal misstanden bij
diertransport substantieel te laten afnemen en daarover de Kamer
jaarlijks te rapporteren.

In mijn brief van 20 april 2011 (Kamerstuk 26991, nr. 315) ben ik reeds
ingegaan op de wijze waarop ik invulling geef ik aan deze motie. In de
aan de Kamer toegezegde Nota Dierenwelzijn en Diergezondheid wordt
ingegaan op de uitvoering van deze motie.

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 21 501-32, nr. 458)

Verzoekt de regering, in overleg te treden met (boeren)organisaties en
eventueel wetenschappers over de problemen en mogelijke oplossingen rond
prijsvorming en prijsvolatiliteit;

verzoekt de regering, tevens de Kamer hierover te informeren voor de
herfst 2011.

Ik heb u over de seminars met wetenschappers geĆÆnformeerd met mijn
brief van 12 april (Kamerstuk 21 501-32, nr. 474). Daarnaast heb ik u in
het debat over Duurzame Voedselketens op 18 januari toegezegd een
Regiegroep te starten met verschillende betrokkenen. Prijsvorming en
prijsvolatiliteit zullen in deze Regiegroep aan de orde komen.

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 31 571, nr. 13)

Verzoekt de regering de kantelbox in slachterijen zo snel mogelijk te
verbieden.

Nader wordt bezien of en op welke wijze staand fixeren een reƫel en
haalbaar alternatief is. Hiervoor dient een goed staand en dragend
fixatie apparaat beschikbaar te zijn. Dergelijke fixatieapparaten zijn
nog niet beschikbaar en dienen nader onderzocht te worden. Dit onderzoek
zal deel uit gaan maken van het convenant ritueel slachten.

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 32 710 XIV, nr. 11)

Verzoekt de regering de door de Dierenbescherming aangedragen
alternatieven voor afschot van ganzen te bestuderen en door te laten
rekenen;

verzoekt de regering de veelbelovende innovatie alternatieven om
ganzenschade te voorkomen zoals het draad op zonne-energie van cabwim en
de laserstralen en ultrasoon geluid van Safe Mills project te
accommoderen;

verzoekt de regering de Kamer over dit onderzoek en de ontwikkeling en
ondersteuning van alternatieven te informeren in de herfst van 2011.

In mijn brief van 16 december 2012 heb ik u geĆÆnformeerd over de
uitvoering van deze motie, (Kamerstuk 32 372, nr. 84). Daarin is een
scenario opgenomen, waarin geen afschot plaatsvindt van migrerende
ganzen. Ik heb u in het Algemeen Overleg van 22 december 2012 toegezegd
in februari 2012 nader te informeren. In deze brief zal ik u nadere
informatie verstrekken over de doorrekening van het Ganzen-7 akkoord. 

Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 32 658, nr. 14), in aanvulling op
de motie van de leden Smits en Van Gerven (Kamerstuk 26 991, nr. 287)

Verzoekt de regering een verbod in te voeren op het doden van palingen
middels een zoutbad en regelgeving te ontwikkelen voor bedwelming
voorafgaand aan de slacht

Afgedaan met brief moties en toezeggingen m.b.t. dierhouderij van 23
december 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 540.

Motie van het lid Gerkens c.s. (Kamerstuk 30 826, nr. 19)

Verzoekt de regering een etiketteringsplicht voor bont in te voeren.

Mede door inzet van Nederland zal na 8 mei 2012 in het etiket van
textielproducten te zien zijn of een product delen van dierlijke
herkomst bevat. Daarmee kan elke consument dus bewust kiezen voor het al
dan niet aanschaffen van bont. In het kader van de herziening van de
verordening van het Europees Parlement en de Raad over textielbenamingen
en etikettering van textielproducten is in de zomer van 2011 een
compromis bereikt waarin deze verplichting is opgenomen. De nieuwe
verordening (No 1007/2011,   HYPERLINK
"http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:272:000
1:0064:NL:PDF" \o
"http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:272:000
1:0064:NL:PDF" 
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:272:0001
:0064:NL:PDF ) is van toepassing met ingang van 8 mei 2012. Voor
textielproducten die voldoen aan de oude textielrichtlijn en voor deze
datum in de handel zijn gebracht, is een overgangsregeling voorzien.
Deze producten kunnen tot 9 november 2014 verder op de markt worden
aangeboden.

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 26 991, nr. 299)

Verzoekt de regering, in te zetten op moderne hulpmiddelen bij de
controle en daarbij binnen afzienbare tijd te streven naar 100% GPS op
diertransport en een brede toepassing van moderne hulpmiddelen als
permanente webcams bij slachterijen.

In mijn brief aan uw Kamer van 20 april 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 315)
over de uitvoering van deze motie heb ik gemeld dat de regelgeving op
het gebied van diertransporten in de EU wordt gemaakt. Voor
internationale lange afstandstransporten van dieren is GPS (satelliet
navigatie systemen) reeds vanuit de Europese Transportverordening
verplicht. Voor binnenlandse korte transporten geldt deze verplichting
niet. Dit laat onverlet dat ik voorstander ben van het gebruik van GPS
en dat ik de sector oproep hiervan gebruik te maken. Hetzelfde geldt
voor het toepassen van webcams op slachterijen. Zoals ik in reactie op
de motie heb aangegeven ligt de primaire verantwoordelijkheid hiervoor
bij de sector. Ik heb het gebruik van webcams onder de aandacht gebracht
van de sector. 

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 24)

Verzoekt de regering ten minste door te gaan met de Recreatie om de Stad
daar waar al beloftes aan bewoners zijn gedaan over recreatiegebieden en
groen, en daar waar huizenprijzen substantieel dreigen te dalen bij het
niet doorgaan van geplande recreatiegebieden.

Afgedaan. Ik verwijs u naar mijn reactie in de brief van 25 november
2011 (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 56, bladzijde 11). Ik verwijs u ook
naar mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 30 825, nr. 153).

Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 28 286, nr. 480)

Verzoekt de regering met een voorstel te komen voor een verbod op
doorfok die resulteert in dierenwelzijnsproblemen;

verzoekt de regering dit van toepassing te laten zijn op zowel
gezelschapsdieren als dieren die voor productie worden gehouden;

verzoekt de regering hierbij fokkers een populatiebeheersplan te laten
opstellen en voor te laten leggen aan een toetsingscommissie van
onafhankelijke deskundigen; 

verzoekt de regering hierbij in te zetten op biologisch normale
percentages die lijden aan erfelijke defecten;

verzoekt de regering overselectie en inteelt hierbij aan te pakken en
dus de inzet van fokdieren te beperken naar biologisch gezonde
percentages; 

verzoekt de regering hierbij de mogelijkheid van een tentoonstellings-,
keurings- en fokverbod voor doorgefokte dieren te bezien.Ā 

Ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 27 september 2011 (Kamerstuk 28
286, nr. 252) met mijn visie op de fokkerij.

D66

Motie van het lid Van Veldhoven (Kamerstuk 33 037, nr. 6)

Verzoekt de regering om in overleg met de sector en met behoud van
dierenwelzijn, te streven naar een verlaging van het koper- en
zinkgehalte in het diervoeder en de Kamer te informeren over de
voortgang van deze verlaging; 

verzoekt de regering tevens om ook in Europees verband in te zetten op
een verlaging van het koper- en zinkgehalte in diervoeder, zodat het
speelveld gelijk blijft.

Wordt uitgevoerd. Mijn collega Atsma heeft tijdens het AO mest
aangegeven dat de motie een ondersteuning vormt van het beleid.

Motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 151)

Verzoekt de regering, in overleg met de provincies en indachtig de
unaniem gesteunde motie-Pechtold c.s. (Kamerstuk 32 417, nr. 31), te
zorgen voor een aanvulling op het akkoord, waarmee de achteruitgang in
biodiversiteit in Nederland gestopt wordt en gewerkt wordt aan herstel
(in lijn met de ambitie die het kabinet onderschrijft in zijn Green Deal
met IUCN van 13 december jl.), en hierover de Kamer, onderbouwd, te
berichten voor de Voorjaarsnota.

Uw Kamer zal hierover nog worden geĆÆnformeerd. 

Motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 30 825, nr. 136)

Verzoekt de regering om in haar overleg met de provincies in te zetten
op een zo groot mogelijk ecologisch rendement, per euro of ingezette
hectare grond, met het oog op de in het natuurakkoord afgesproken
doelen.

Deze motie is meegenomen naar de onderhandelingen met de provincies over
het decentralisatieakkoord natuur. Bij de uitwerking van het akkoord
onder verantwoordelijkheid van de provincies zal dit een vervolg
krijgen. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 30
825, nr. 153).

Motie van de leden Van Veldhoven en Koopmans (Kamerstuk 30 825, nr. 85)

Verzoekt de regering met de provincies af te spreken dat middelen voor
natuurcompensatie worden ingezet in aanvulling op en ter versterking van
de herijkte ecologische hoofdstructuur, waarbij prioriteit wordt gegeven
aan het invullen van de internationale verplichtingen of groen rondom de
stad.

Deze motie is meegenomen naar de onderhandelingen met de provincies over
het decentralisatieakkoord natuur. Bij de uitwerking van het akkoord
onder verantwoordelijkheid van de provincies zal dit een vervolg
krijgen. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 30
825, nr. 153).

Motie van het lid Van Veldhoven (Kamerstuk 29 683, nr. 89)

Verzoekt de regering, om in het belang van zowel de volksgezondheid als
het gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven, in Brussel aan te
dringen op een aanpassing van de Vleeskuikenrichtlijn om de onbedoelde
prikkel tot meer antibioticagebruik weg te nemen.Ā 

Zie mijn brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 29 683, nr. 106). Over de
voortgang van de reductie van het antibioticumgebruik in relatie tot de
implementatie van de vleeskuikenrichtlijn zal ik Kamer nader informeren.
Op dit moment is daar nog geen aanvullende informatie over.

Motie van de leden Van Veldhoven en Koopmans (Kamerstuk 32 563, nr. 17)

Verzoekt de regering in de onderhandelingen over het gemeenschappelijk
landbouwbeleid waar mogelijk ruimte te bepleiten voor het vergoeden van
natuurbeheer, met name in de eerste pijler.

Afgedaan. Zie mijn brief van 28 oktober 2011 (Kamerstuk 28 625, nr.
137).

Partij voor de Dieren

Motie van de leden Koopmans en Ouwehand (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 189)

Verzoekt de regering de insectenmonitor gezien het belang voor volks-,
dier- en plantgezondheid voort te zetten en daarvoor financiering binnen
de EL&I-begroting te vinden.

Voor het jaar 2012 is financiering van de insectenmonitor geregeld. Over
dit vervolg wordt u nader geĆÆnformeerd.



Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 32 372, nr. 24)

Verzoekt de regering de Europese toetsingslijst van stoffen naast de
lijst van probleemstoffen in het Nederlandse oppervlaktewater te leggen
en een lijst op te stellen van stoffen waarbij de drinkwaternorm
regelmatig wordt overschreden maar waar niet op getoetst hoeft te
worden; 

verzoekt de regering zich ervoor in te zetten dat deze probleemstoffen
zo snel mogelijk aan de Europese toetsingslijst worden toegevoegd.

De uitvoering van deze motie behoort tot de primaire
verantwoordelijkheid van I&M.

Motie van de leden Ouwehand en Thieme (Kamerstuk 28 286, nr. 534)

Verzoekt de regering, het houden van ooievaars als huisdier onmogelijk
te maken, bijvoorbeeld in het kader van de nog in te voeren
positieflijst.

Zoals eerder toegezegd, wordt er in het kader van de Wet dieren een
positieflijst voor zoogdieren tot stand gebracht. Bij gebleken goede
ervaringen met deze lijst zal ik overwegen deze uit te breiden naar
andere diergroepen, waaronder vogels. In dat geval zal ik het onderzoek
naar het houden van ooievaars als huisdier met voorrang laten uitvoeren.

Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 28 973, nr. 72)

Verzoekt de regering, verbetervoorstellen te doen voor de opslag van in
beslag genomen dieren;

spreekt uit dat in beslag genomen dieren nooit terug de handel in mogen
gaan als (slangen)voer.Ā 

Afgedaan met verzamelbrief over aangenomen moties en toezeggingen m.b.t.
dierhouderij van 23 december 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 540).

Motie van de leden Ouwehand en Grashoff (Kamerstuk 28 286, nr. 473)

Verzoekt de regering de Sectorraad Paarden op te dragen hun welzijnsplan
voor 1 mei 2011 te presenteren;

verzoekt de regering de Kamer uiterlijk op 14 mei 2011 te informeren
over de (vervolg)stappen die zij zal zetten om het welzijn van paarden
en pony's te waarborgen.

Over de uitvoering van deze motie heb ik u geĆÆnformeerd in mijn brief
van 20 mei 2011 (Kamerstuk 28 286 nr. 508).

Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 31 571, nr. 14)

Verzoekt de regering binnen zes maanden met een plan van aanpak te komen
om de huidige slachtpraktijk te verbeteren.

Ik verwijs hiervoor naar mijn Nota dierenwelzijn en diergezondheid.

 PAGE    

 PAGE   10