[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Actieplan Ouders in positie deel 1

Bijlage

Nummer: 2012D13609, datum: 2012-03-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Actieplan Ouders in positie (2012D13608)

Preview document (🔗 origineel)


Actieplan “ouders in positie” deel I

Onderwijs ontleent zijn bestaansrecht aan de jongeren, die daarmee
kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die zij nodig hebben voor hun
latere functioneren in de maatschappij en in hun beroepsleven. Daarom
moet de leerling ook binnen ons onderwijs centraal staan. Omdat
leerlingen echter veelal minderjarig zijn, kan men het belang van het
kind niet zonder meer gelijkstellen aan de eigen voorkeur van het kind. 

Deze omstandigheid maakt de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs
aan hun kinderen des te belangrijker. 

De docenten zijn de hoofduitvoerders van het onderwijs en hun
professionaliteit moet op de scholen zoveel mogelijk tot zijn recht
kunnen komen. Binnen het onderwijs spelen docenten, leerlingen en ouders
elk hun rol. 

Het schoolbestuur vormt daarnaast geen aparte groep belanghebbende, maar
moet zich dienstbaar opstellen. 

De meeste, maar helaas niet alle ouders geven blijk van voldoende
betrokkenheid bij de opvoeding van en het onderwijs aan hun kinderen. Er
bestaan ouders die hun kind zonder ontbijt naar school laten gaan. Er
bestaan ouders die stelselmatig bij ouderavonden verstek laten gaan. Er
bestaan ouders die hun kinderen geen of nauwelijks hulp bieden bij het
huiswerk en die er geen aandacht voor hebben als hun kind ’s avonds op
straat zwerft. In elk geval waarin een kind door zijn ouders aan zijn
lot wordt overgelaten, is dat natuurlijk een slechte zaak, maar gelukkig
zijn dat uitzonderingen. Bovendien gaat de problematiek die dan speelt
veelal verder dan het onderwijs en biedt ons rechtssysteem voldoende
mogelijkheden om de kinderen van die ouders onder toezicht te stellen of
zelfs de ouders te ontheffen uit de ouderlijke macht. 

Daartegenover staan vele ouders die wel betrokken zijn bij het onderwijs
van hun kinderen. Helaas ervaren zulke ouders vaak dat hun rechten
onvoldoende zijn geborgd als zij willen opkomen voor hun kind. De PvdA
wil de positie van ouders en leerlingen in het onderwijs beter borgen.

Minister Van Bijsterveldt heeft 29 november 2011 haar plan gepresenteerd
om ouders meer te betrekken bij het onderwijs. Het is goed dat de
minister aandacht vraagt voor positieve ouderbetrokkenheid en ouders
wijst op de waarde van ondersteuning van hun kinderen thuis. Maar de
minister geeft niet thuis wanneer het gaat om problemen die ouders
ondervinden met de school. 

Ouders voelen zich machteloos wanneer ze hun kind tussen wal en schip
zien belanden en zij niet in staat zijn voor hun kind op te komen.
Schoolbesturen laten zich begeleiden door adviseurs en juristen met alle
overhead van dien, terwijl ouders weinig wegen kunnen bewandelen om het
leerrecht van hun kind te beschermen wanneer er sprake is van problemen.
Het is niet wenselijk en niet nodig dat scholen zich tot de tanden
bewapenen tegen ouders. Ouders zitten immers zelden te wachten op een
conflict met de school. Zij willen een conflict juist vermijden, omdat
ze niet willen dat hun kind de dupe wordt. Dat gegeven vormt een basis
voor constructieve samenwerking. 

De bestaande klachtenregelingen bieden vaak geen soelaas. Het
klachtrecht in het onderwijs is tot stand gekomen als onderdeel van de
kwaliteitswet, daarom zijn adviezen van klachtencommissies erop gericht
om van klachten te leren en niet om onrecht te repareren. 

Leerplichtambtenaren schieten tekort als het gaat om het beschermen van
het leerrecht van kinderen die in de knel raken door een conflict tussen
ouders en school. De leerplichtwet geeft hen geen bevoegdheden om de
school aan te spreken bij gebrekkig handelen. Bovendien is een
leerplichtambtenaar niet altijd een steun voor goedwillende ouders. 

Een ouder die aanklopt voor hulp ontvangt niet zelden een proces-verbaal
of een melding bij het AMK, Jeugdzorg of de Raad voor de
Kinderbescherming. De inspectie behandelt geen individuele klachten. 

De inspectie controleert ook niet op individueel niveau of een
leerachterstand van een scholier wellicht verband houdt met een voor hem
of haar tekortschietend onderwijsaanbod of ontbrekend maatwerk. Wat rest
voor ouders, is de gang naar de rechter of een mail sturen naar Tweede
Kamerleden. Zo wordt de PvdA wekelijks geconfronteerd met mails van
ouders die ten einde raad zijn. 

Hieronder drie voorbeelden: 

De ouders van een 12-jarige jongen bemerken dat hun zoon door tientallen
leerlingen met de dood wordt bedreigd. Vervolgens wordt hem de toegang
tot de school geweigerd. De ouders krijgen geen inzage in het
leerling-dossier. 

Ook de potentiële scholen weigeren de ouders het dossier te verstrekken
dat hen door de huidige school is gegeven. De ouders worden hierdoor in
een onmogelijke situatie geduwd en op informatieachterstand gebracht
waardoor zij nooit in staat zijn laster en het smaadschrift door de
school aan te kunnen tonen.

Een moeder van een kind met dyspraxie weet dat haar dochter door
dyspraxie niet uit de voeten kan met de praktijkvakken. Terwijl de oude
school haar per se op de kaderberoepsgerichte leerweg wenste te
plaatsen, waar zij werd verwijderd op grond van zelfstandig werken op de
gang. Dat werd aangemerkt als verzuim. Een psychologische test heeft
uitgewezen dat het kind de theoretische leerweg aankan. De opstelling
van de school blijft ongewijzigd. De school baseert zich enkel op een
NIO-test die aan het einde van de basisschool is afgenomen, waarvan de
moeder de betrouwbaarheid bestrijdt.

Ouders van een 10-jarige zoon die al 8 maanden thuiszit, ervaren dat de
oude basisschool wegkomt met laster, smaad, computercriminaliteit,
afleggen van valse verklaringen, manipulatie van het dossier,
overtreding van de leerplichtwet, overtreding van wet
persoonsregistratie artikel 12, overtreding van wet bescherming
persoonsgegevens artikel 35 enzovoorts. Ondanks dit alles staan de
ouders er alleen voor en hebben zij geen rechtspositie. Zij kunnen
nergens met hun klachten terecht en de weg naar de rechter biedt ook
geen uitkomst omdat scholen geen resultaatverplichting hebben. 

De Onderwijsraad heeft geadviseerd in te zetten op educatief
partnerschap tussen ouders en school en een claimcultuur te vermijden.
Wat in de bespreking van het rapport van de Onderwijsraad weinig
aandacht heeft gekregen is dat de Onderwijsraad daarbij uitdrukkelijk
heeft aangegeven dat het respecteren van de rechten van ouders en
leerlingen een voorwaarde is voor educatief partnerschap. In de praktijk
blijkt dat niet altijd het geval. 

Het afgelopen jaar heeft de PvdA zich door ouders, docenten, juristen,
vrijwilligers en deskundigen laten informeren over de positie van ouders
in het onderwijs. Ook ben ik twee keer te gast geweest bij het platform
ouders en onderwijs van Forum waar ik met voorbeelden uit de praktijk
werd geconfronteerd. Met een rondetafelgesprek in december 2011 hebben
wij onze verkenning afgesloten waarna dit actieplan tot stand is
gekomen. In dit actieplan richten wij ons tot de ouders van leerlingen
in het primair, voortgezet en het (middelbaar) beroepsonderwijs. 

Mede op basis van het advies van de Onderwijsraad is een aantal punten
uit het actieplan erop gericht om de reeds in het bestel aanwezige
rechten voor ouders effectiever tot uiting te brengen. Verder bevat het
actieplan voorstellen voor nieuwe instrumenten die er op gericht zijn om
ouders in staat te stellen het leerrecht van hun kind te beschermen.

De PvdA komt met voorstellen om de positie van ouders in het onderwijs
te verbeteren. Voor u ligt deel I van het actieplan met 6 concrete
actiepunten.

Medio juni komt de PvdA met deel 2 van het actieplan waarin met name zal
worden ingegaan op de ouderbetrokkenheid bij onderwijsachterstanden en
het leerrecht. 

Metin Çelik   

Tweede Kamerlid voor de PvdA

Landelijk steunpunt 

Vrijwel overal in Nederland zijn er belangenorganisaties voor ouders in
het onderwijs. De één is beter dan de ander, groter dan de ander en de
één werkt alleen met vrijwilligers terwijl de ander met betaalde
krachten werkt. Er bestaat echter geen regie, waardoor op veel plaatsen
het wiel opnieuw wordt uitgevonden. Ouders zijn te vaak afhankelijk van
de toevallig beschikbare deskundigheid, terwijl elders meer expertise
is. De PvdA wil een landelijk steunpunt onderwijs waar alle
ouderbelangenorganisaties bij zijn aangesloten , zodat de beschikbare
expertise wordt gedeeld. Niet om weer een nieuw orgaan in het leven te
roepen, maar om de bestaande deskundigheid te bundelen zodat men daar
breed in het onderwijsveld van kan profiteren. Deze rol kan ook door een
bestaande ouderorganisatie op zich worden genomen.

Experiment Gemeentelijke Ombudsman

De gemeente Amsterdam voert momenteel een experiment uit met de
ombudsman. De gemeente wil de ombudsman meer betrekken bij het onderwijs
door klachten van ouders en leerlingen in behandeling te laten nemen en
scholen te helpen hun klachtherkenning en klachtafhandeling te
verbeteren (bij schoolbesturen die bereid zijn aan dit experiment mee te
werken). De PvdA steunt dit experiment en zou dit graag willen
uitbreiden over het hele land.

Verhoging rendement medezeggenschapsraad

De PvdA wil de positie van de medezeggenschapsraad in het onderwijs
versterken door het instemmings- en adviesrecht te verbreden. De leden
van de medezeggenschapsraad moeten tijdig en volledig worden
geïnformeerd. Onderwijskwaliteit hoort standaard onderwerp van gesprek
te zijn binnen de MR, wat waren de resultaten en wat betekent dat voor
het schoolbeleid? Naast de onderwijsresultaten vormt het pedagogisch
beleid hoofdmoot van de dialoog tussen ouders en personeel in de MR, dat
was immers de reden dat de minister destijds het medezeggenschapsmodel
met een oudergeleding en personeelsgeleding intact heeft gelaten. Juist
in deze tijd waarin ouders en school soms van elkaar vervreemd zijn
geraakt als het gaat om de gedeelde opvoeding van het kind is dat van
belang. 

Het schoolbestuur is primair verantwoordelijk voor een goede
agendavoering en het helder presenteren van voor instemming of advies
afhankelijke voorgenomen besluiten. 

Cruciaal daarbij is dat het schoolbestuur de MR-leden niet opzadelt met
jargon, maar de essentie van de voorgenomen beslissing en de
consequenties van het wel of niet uitvoeren van een besluit weet over te
brengen. 

Bovenop deze gezonde basis, kan een optimaal functionerende MR nog de
nodige eigen initiatieven ontplooien. 

Het schoolbestuur hoort de MR in voldoende mate te faciliteren, ook als
het gaat om het volgen van cursussen voor het functioneren als MR lid en
de beschikbaarheid van deskundig (juridisch) advies niet afhankelijk te
stellen van de wil van het schoolbestuur.  

waarin MR leden kennis kunnen delen. Een cultuur waarbij het
vanzelfsprekend is dat de MR-notulen en stukken openbaar zijn bevordert
dat. Als er al over een school gedacht wordt als een maatschappelijke
onderneming moet het zwaartepunt meer liggen op 'maatschappelijk' dan op
'onderneming': wat betekent dat het democratische proces via de
medezeggenschap openbaar en toegankelijk dient te zijn. 

De PvdA wil de wet medezeggenschap op school zodanig aanpassen dat de
positie van de MR wordt versterkt en het instemmingsrecht uitgebreid. 

Rol voor Raad van Toezicht inzake ouderbetrokkenheid in Code goed
bestuur

De raden van toezicht moeten zich meer bezighouden met het onderwerp
“ouderbetrokkenheid”. De raden van toezicht moeten zelfstandig
onderzoek doen, niet alleen naar de financiële positie van de school
(portefeuille audit), maar ook naar de onderwijskwaliteit (portefeuille
onderwijskwaliteit) en naar de verbanden binnen de organisatie
(portefeuille verbindingen, waaronder medezeggenschap) en zich niet
enkel baseren op de informatie die zij krijgen van het schoolbestuur. 

Bij voorkeur dient in het reglement van de raden te worden opgenomen dat
er regulier overleg plaatsvindt met de (afvaardiging van) de (G)MR. Een
nadere specificatie van de rol van de toezichthouder kan worden
opgenomen in de Code goed bestuur van de sectororganisaties. Zij moeten
nadrukkelijk toezicht houden op onderdelen die met ouderbetrokkenheid te
maken hebben. 

De PvdA wil dat toezichthouders kaders stellen waarop ze toezicht willen
houden. Het gevolg hiervan zal zijn dat het bij schoolbestuurders beter
tussen de oren komt te zitten dat er geen goed schoolbeleid mogelijk is
zonder ouderbetrokkenheid. 

Ook zouden de toezichthouders zich nadrukkelijker moeten bezighouden met
het beleid van de school bij de afhandeling van klachten, schorsingen en
verwijderingen. 

De PvdA is nadrukkelijk op zoek naar het verbinden van de raad van
toezicht met ouderbetrokkenheid. 

Ouders als gesprekspartner

Er bestaan scholen die duidelijk betere resultaten boeken dan andere, en
bijvoorbeeld bij ouderavonden een opkomst van 80% behalen, terwijl
anderen al met veel minder genoegen nemen. De communicatie tussen school
en ouders moet verbeteren; ouders die al vanaf de eerste dag worden
benaderd als gesprekspartner, voelen zich meer betrokken dan ouders die
pas iets van school horen, zodra er iets met hun kind misgaat. Scholen
moeten voor zichzelf bepalen op welke manier ze met ouders willen
communiceren en dit vervolgens ook waarmaken. Het organiseren van een
ouderbijeenkomst is niet voldoende. Hoeveel ouders werden bereikt? Wat
is het resultaat geweest?  Was het ondoenlijk om meer ouders te
betrekken? Zo nee, waarom is dan daarvan afgezien?

Het is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur om ervoor te zorgen
dat er ouderbeleid gemaakt wordt waarin ouders als gesprekspartner
gezien worden en dat het uitgevoerd wordt.  

Ouderbetrokkenheid in het mbo

Ook in het mbo is ouderbetrokkenheid hard nodig ongeacht de leeftijd van
het kind. In het mbo gaat het vaak om studenten die structuur nodig
hebben. Nu bemerken ouders het vaak in een zeer laat stadium als hun
kind op het mbo ongeoorloofd lessen verzuimt terwijl ook ouders een
waardevolle rol kunnen spelen bij het tegengaan van voortijdig
schoolverlaten, als zij maar tijdig worden geïnformeerd. Ouders in het
mbo kunnen ook een belangrijke rol spelen bij de opleidingskeuze en
daarmee schooluitval voorkomen. 

 Soms komt het voor dat zo’n gang van een ouder naar de rechter wel
succesvol is, zoals gebeurde bij Karina Schaapman. Toen in de jaren
negentig bleek dat haar kinderen op de 14de  Montessorischool in
Amsterdam een leerachterstand hadden opgelopen ging ze in 1997 de strijd
aan met de gemeente om vergoeding van noodzakelijke bijlessen. Uit
onderzoek bleek vervolgens dat alle kinderen van de betreffende school
minstens drie jaar achterliepen. Het geschil tussen de gemeente
Amsterdam en Schaapman werd pas in 1999 in een hoger beroep door de
rechter in het voordeel van Schaapman beslecht.  

 Wij richten ons uitdrukkelijk niet op leerlingen met een rugzakje omdat
de wet op het passend onderwijs binnenkort in de Tweede Kamer wordt
besproken.  Is toch al besproken??

 In februari ontraadde minister Van Bijsterveldt nog een motie van mijn
hand die in de bestaande praktijk verandering wilde brengen. Maar haar
Rotterdamse partijgenoot De Jonge, de onderwijswethouder is precies met
de aanpak gekomen die volgens haar strijdig zou zijn met de wet. Zie ook
de schriftelijke vragen die ik hierover heb gesteld ( HYPERLINK
"http://www.metincelik.pvda.nl/general/Kamervragen/Rotterdamse+aanpak+va
n+spijbelaars+tussen+18+en+23+jaar.html"
http://www.metincelik.pvda.nl/general/Kamervragen/Rotterdamse+aanpak+van
+spijbelaars+tussen+18+en+23+jaar.html ). 

 PAGE   1 

 PAGE   1 

Actieplan “ouders in positie” deel I		Metin Çelik (PvdA)