[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief van de minister van Financiën over Target-2

Bijlage

Nummer: 2012D16046, datum: 2012-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Opheffen van de vertrouwelijkheid van de brief d.d. 27 februari 2012 over Target-2 (2012D16045)

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Door middel van deze brief wil ik u vertrouwelijk informeren over een
relatief technisch onderwerp dat verband houdt met de Europese
schuldencrisis. Het onderwerp waar het hier om gaat betreft de
intra-eurosysteem vorderingen en verplichtingen die tot stand komen via
het zogenaamde ‘Target-2 systeem’, dat directe overboekingen tussen
banken binnen de eurozone mogelijk maakt,. Een systeem als Target-2 is
noodzakelijk voor het goed functioneren van de Economische en Monetaire
Unie (EMU); in extreme scenario’s waarbij het voortbestaan van de EMU
in gevaar komt doordat een lidstaat de EMU zou kunnen verlaten, brengt
het Target-2 systeem echter risico’s met zich mee. Omdat ik eraan
hecht u zo goed mogelijk te informeren, wil ik door middel van deze
brief deze potentiële risico’s zo helder mogelijk uitleggen. 

De belangrijkste manier om de huidige risico’s van het Target-2
systeem aan te pakken is door te werken aan herstel van het vertrouwen
van markten in de Eurozone. Zoals u weet is dat een van de belangrijkste
doelen die dit Kabinet voor ogen heeft met het grote pakket aan Europese
maatregelen dat de afgelopen anderhalf jaar is en wordt genomen
(oprichting en vergroting van de effectieve capaciteit van het noodfonds
EFSF, vervroeging van het ESM, de bankenherkapitalisatie exercitie op
basis van de recente EBA test van december jl. en de strengere afspraken
over nationale begrotingen etc.). In die zin wijst de problematiek
rondom het Target-2 systeem nogmaals op het belang van deze maatregelen.

In deze brief zal ik eerst ingaan op hoe het Target-2 systeem werkt,
vervolgens waarom de zogenaamde Target-2 saldi van het Target-2 systeem
sterk zijn opgelopen door de crisis, daarna op welke risico’s dit met
zich brengt in extreme scenario’s om te concluderen hoe de huidige
beleidsmaatregelen mede beogen de Target-2 saldi weer langzaam te doen
afnemen.

Werking Target-2

Een monetaire unie kan enkel en alleen bestaan wanneer er grenzeloos en
vrij betalingsverkeer tussen ingezetenen uit de verschillende lidstaten
kan zijn. Betalingen tussen banken in verschillende eurozone lidstaten
vinden in principe op dezelfde dag plaats, wat betekent dat indien een
rekeninghouder in lidstaat A een overboeking doet naar een
rekeninghouder in lidstaat B de rekeninghouder in lidstaat B vrijwel
gelijk over zijn geld kan beschikken. Om deze betalingsinfrastructuur
mogelijk te maken vindt op de achtergrond van de transactie tussen een
rekeninghouder in lidstaat A en B een parallelle transactie plaats
tussen de nationale centrale banken (NCBs). Een betaling van een bank in
lidstaat A aan een bank in lidstaat B zorgt er namelijk voor dat de NCB
van lidstaat A een verplichting krijgt ten opzichte van de ECB en de NCB
van lidstaat B een vordering krijgt op de ECB. De balans van alle
vorderingen en verplichtingen die de NCBs t.o.v. de ECB hebben heet de
Target-2 balans en de saldi van individuele NCBs heten de Target-2 saldi
(zie voor een voorbeeld tabel 1). In de periode tot 2007 waren de omvang
van de Target-2 balans en de individuele saldi van NCBs relatief klein.
Sinds de kredietcrisis is deze situatie echter verandert, centrale
banken van Duitsland, Luxemburg, Nederland en Finland kennen momenteel
een fors positief saldo op de Target-2 balans. De overige eurolanden
hebben een (fors) negatief saldo.  

Oorzaken oploop Target-2 saldi

Als gevolg van de banken- en schuldencrisis is er sprake van een netto
kapitaaluitstroom uit met name perifere lidstaten, mede door het
opdrogen van de interbancaire kredietverlening. Investeerders in
perifere lidstaten percipiëren een groter kredietrisico en trokken hun
geld uit deze lidstaten en de daar gevestigde banken terug. Perifere
banken vingen het wegvallen van financiering via de internationale
financiële markten op door tegen onderpand te lenen bij de ECB (via het
herfinancieringloket). Naar mate de crisis verdiepte kwam bovenop het
kredietrisico in de ogen van investeerders nog een potentieel
wisselkoersrisico, doordat uittreding van lidstaten uit de eurozone niet
meer werd uitgesloten door de markt. Tot slot kozen ook bedrijven en
burgers uit perifere lidstaten ervoor tegoeden te verplaatsen naar
banken in kernlanden. Deze factoren zorgden ervoor dat de banken in
perifere lidstaten nog afhankelijker werden van het
herfinancieringsloket van de ECB.

De ECB ziet zich nu door de crisis gedwongen om onbeperkt krediet tegen
onderpand aan banken te verstrekken om de monetaire transmissie in de
Eurozone te waarborgen. Immers, zonder dit ruime monetaire beleid zouden
liquiditeitsproblemen voor deze banken hebben geleid tot een
onverantwoord scherpe terugval in de kredietverlening en daarmee de
economische groei en inflatie in deze landen. 

De kapitaaluitstroom uit perifere landen naar kernlanden, die opgevangen
wordt door centrale bank liquiditeit, is terug te zien in de Target-2
saldi van de NCBs van de eurolidstaten. Waar de NCBs van de relatief
sterke landen in de Eurozone een steeds positiever Target-2 saldo
hebben, hebben de NCBs van perifere landen waar de banken en
overheidsfinanciën sterk onder druk staan een steeds negatiever saldo.
De NCBs van de kernlanden krijgen een vordering op de ECB voor de netto
kapitaalinstroom; de NCBs van de perifere lidstaten hebben een
verplichting aan de ECB voor de netto kapitaaluitstroom, deze uitstroom
hebben ze moeten opvangen met het herfinancieringsloket van de ECB. De
onderstaande tabel geeft een overzicht van de netto posities van NCBs
ten opzichte van de ECB.

Tabel 1. Target-2 Saldi (in miljarden euro)

	Eind 2007**	Eind 2010**	September 2011***

Duitsland	71	326	449**

Luxemburg	18	68	84

Nederland	-22	41	89**

Finland	3	20	49

Italië	36	3	-103**

Cyprus 	*	-6	-8

Malta	*	-1	-

Estland	*	*	2

Slovenië	2	-	-2

Slowakije	*	-13	-13

België	-62	-14	-24**

Oostenrijk	-25	-28	-36

Frankrijk	0	-28	-98

Spanje	-3	-51	-83

Portugal	-6	-60	-59

Griekenland	-10	-87	-101

Ierland	-1	-145	-135

* destijds geen lid van de Eurozone

** bron openbare jaarverslagen/jaarrekeningen nationale centrale banken

*** schattingen Deutsche bank “Deutsche Bank Research Target2-Watchers
update”

Bezien vanuit een breder perspectief betekent deze oploop van Target-2
saldi voor een deel dat de risico’s die de Nederlandse banken liepen
op commerciële banken in de perifere landen verschuiven naar een risico
dat DNB loopt op de ECB en uiteindelijk op de NCBs van met name de
perifere landen. Vanuit risico-oogpunt is dat op zich geen
verslechtering, omdat de NCBs in die landen over het geheel genomen een
beter risico zullen zijn dan de commerciële banken. Daarnaast is het
echter ook een verschuiving van risico van privaat naar publiek. 

Risico’s Target-2 systeem

Zoals hierboven uiteengezet is, illustreren de oplopende Target-2 saldi
een gebrek aan vertrouwen in (het bankwezen van de) perifere landen,
maar het bestaan ervan vormt niet direct een probleem. De Target-2 saldi
zijn feitelijk administratieve saldi, die niet worden verrekend – wat
in principe ook niet nodig is in een muntunie. Echter indien een
lidstaat met een negatief Target-2 saldo zou besluiten zijn nationale
munteenheid opnieuw in te voeren en uit het Eurosysteem te treden, dan
houdt de NCB van dat land een schuld ten opzichte van de ECB. Echte
problemen met de Target-2 saldi ontstaan dan indien de uittredende
lidstaat bepaalt dat haar ingezetenen (inclusief de centrale bank) hun
externe verplichtingen niet langer mogen nakomen. Er zullen dan
(eventueel in Club van Parijs verband) afspraken moeten worden gemaakt
over hoe om te gaan met deze schuldenkwestie. In het uiterste geval zou
het Eurosysteem dan een verlies kunnen lijden. Deze mogelijke verliezen
zouden vervolgens volgens de kapitaalsleutel worden verdeeld over de
achterblijvende Lidstaten. Deze kapitaalsleutel moet dan wel
gecorrigeerd worden voor het feit dat er minder lidstaten zijn. Het
aandeel van Nederland in de huidige kapitaalsleutel bedraagt 5,6%; als
een lidstaat uittreedt zou het Nederlandse aandeel in het verlies op de
Target-2 vorderingen dus iets meer dan 5,6% zijn. Als in een extreem en
onwaarschijnlijk scenario meerdere landen de Eurozone zouden verlaten
neemt de kans op verliezen navenant toe: de verliezen op de uitstaande
Target-2 vorderingen moeten dan immers onder minder landen worden
verdeeld.

Afname risico’s Target-2 systeem

Zoals hierboven aangegeven lopen de Target-2 saldi en de risico’s die
hiermee gepaard gaan op naarmate het vertrouwen van investeerders in
bepaalde lidstaten en de banken die er gevestigd zijn afneemt. Om nu het
tij te keren en de Target-2 saldi weer af te laten nemen is herstel van
vertrouwen noodzakelijk. Indien het vertrouwen herstelt, zal de rente
die perifere lidstaten betalen op de kapitaalmarkt immers afnemen, c.q.
hun markttoegang verbeteren. Dit heeft dan tevens positieve gevolgen
voor de banken in die lidstaten. Door de afname van het gepercipieerde
kredietrisico wordt het voor investeerders nl. weer aantrekkelijker om
aan perifere banken te lenen. Hierdoor raken deze banken minder
afhankelijk van de financiering van de ECB en hun NCBs, wat zich
vertaalt in afnemende Target-2 saldi. Het herstel van vertrouwen zal er
ook toe bijdragen dat de rente die deze banken betalen voor hun eigen
financiering lager zal worden; daardoor stijgt hun winstgevendheid en
kunnen ze sneller hun buffers versterken. Op die manier zullen
investeerders het kredietrisico van deze banken lager inschatten,
waardoor waarschijnlijk meer private partijen weer in hen zullen willen
investeren. Ook op die manier nemen de Target-2 saldi dan weer verder
af, omdat er immers weer een netto kapitaalinstroom naar deze lidstaten
plaats zal vinden.

Herstel van vertrouwen is dus cruciaal. Om dit vertrouwen te herstellen
is en wordt een breed pakket aan maatregelen in Europa en de Eurozone
genomen. Het betreft hier, zoals bekend, maatregelen om zowel het
vertrouwen in eurozone lidstaten als in de in die lidstaten gevestigde
banken te herstellen. 

Om op korte termijn het vertrouwen in lidstaten te herstellen is er het
noodfonds EFSF en zijn opvolger ESM, die in ruil voor strenge
conditionaliteit financiering ter beschikking stellen aan lidstaten die
niet meer zelfstandig naar de kapitaalmarkt kunnen. 

Om op de lange termijn te borgen dat ingezette bezuinigingen en
hervormingen in van kracht blijven en te borgen dat geen nieuwe
lidstaten in de problemen komen is er het six-pack en het nieuwe
begrotingsverdrag. Voor een recent overzicht verwijs ik u naar het
verslag van de Europese Raad op 8 en 9 december 2011 en de visie
toekomst Economische en Monetaire Unie. 

Om op korte termijn het vertrouwen in banken te versterken is er de EBA
exercitie van december jl., waardoor banken per 1 juli 2012 aan een 9%
kapitaalseis moeten voldoen na herwaardering van het overheidspapier op
hun boeken tegen marktwaarden.

Om op lange termijn te borgen dat de bancaire sector versterkt wordt in
Europa en een veel kleiner risico vormt voor de overheidsfinanciën is
er een heel pakket aan structurele versterkingen en hervormingen zoals
de hogere Bazelse kapitaal- en liquiditeitseisen en de extra
kapitaaleisen voor systeemrelevante instellingen. Voor een volledig
overzicht verwijs ik u naar de beleid- en wetgevingsbrief financiële
markten.

Om de huidige risico’s die voortvloeien uit het Target-2 systeem te
mitigeren is het dus noodzakelijk dat deze Europese maatregelen
voortvarend blijven worden opgepakt. Deze brief over het Target-2
systeem onderstreept zo nogmaals het belang van deze maatregelen.

Hoogachtend,

De Minister van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

 Target-2 staat voor Trans-European Automated Real time Gross Settlement
Express Transfer. 

 Het eurosysteem bestaat uit de ECB en alle nationale centrale banken
(NCBs) in de eurozone.

3 In de bijlage van Kamerstuk 33000, nr. 36 bent u geïnformeerd over de
zogenaamde ‘Griekenlandscenario’s’. Op p. 6, 8 en 9 van deze
bijlage wordt het aandeel van DNB benoemd in de potentiële verliezen
van de ECB door haar blootstelling aan Griekenland via het Eurostelsel.
Deze potentiële verliezen betreffen deels verliezen die voortkomen uit
het Target-2 systeem, dat echter in deze brief niet als zodanig bij naam
wordt genoemd.

 Banken die onvoldoende onderpand van afdoende kwaliteit hadden, deden
een beroep op Emergency Liquidity Assistance (ELA) bij hun nationale
centrale bank, om zo de gaten aan de passivazijde van hun balans te
vullen. 

 kamerstuk 21 501-20, nr. 602

 kamerbrief van 7 september 2011 van het kabinet inzake een visie over
de toekomst van de Economische en Monetaire Unie

 Brief met kenmerk FM/2011/9075M van 26 oktober jl.

Directie Financiële Markten



Ons kenmerk

FM/2012/230 M







	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  5  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  5 

vertrouwelijk

Directie Financiële Markten 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

www.rijksoverheid.nl





Ons kenmerk

FM/2012/230 M

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

vertrouwelijk

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA 'S-GRAVENHAGE



Datum:	



Betreft:	Target 2  



vertrouwelijk	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \*
MERGEFORMAT  5