[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2012D16467, datum: 2012-04-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda Informele Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid d.d. 24/25 april 2012 (2012D16464)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage: 

Geannoteerde agenda Informele Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid d.d. 24/25 april 2012

De informele Raad van ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken zal
zich bezig houden met een aantal zaken die verband houden met de huidige
economische crisis in Europa. 

De eerste middag van de informele Raad zal in het teken staan van
jeugdwerkloosheid. Daarover zullen drie parallelle workshops worden
gehouden. Deze hebben als onderwerp: ‘manieren om de youth guarantee
(verplicht leer-werk aanbod voor jongeren) te bewerkstelligen’,
sociale diensten onder druk’ en ‘beleid aan elkaar koppelen op de
gebieden jeugdwerkloosheid, opleiding en training’. Op het moment van
schrijven van deze geannoteerde agenda is geen nadere informatie over
deze workshops bekend. Nederland zal deelnemen aan de derde workshop.
Daarbij lijkt de nadruk te liggen op de aansluiting
onderwijs-arbeidsmarkt.

Op de tweede dag zullen de ministers van gedachten wisselen over de
wetgevende initiatieven met betrekking tot de detacheringsrichtlijn.
Tevens zal de Commissie het werkgelegenheidspakket presenteren. 

Aansluiting Onderwijs-Arbeidsmarkt ivm jeugdwerkloosheid

Nederland is van mening dat het verbeteren van de overgang van school
naar werk van essentieel belang is. Een goede aansluiting tussen
onderwijs en arbeidsmarkt is wat Nederland betreft een voorwaarde voor
lage jeugdwerkloosheid. Belangrijk onderdeel in de aanpak van Nederland
is dan ook het voorkomen van schooluitval. Het doel is om zoveel
mogelijk jongeren met minstens een startkwalificatie de arbeidsmarkt te
laten betreden, omdat dit de kansen van jongeren significant verbetert.
De intensieve aanpak van voortijdig schoolverlaten werpt zijn vruchten
af. In tien jaar tijd is het aantal leerlingen zonder startkwalificatie
bijna gehalveerd van 71.000 in 2002 naar 38.600 in het schooljaar
2010-2011. 

Behalve het voorkomen van voortijdig schooluitval is het beter laten
aansluiten van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarkt ook een belangrijk
onderdeel van de Nederlandse aanpak. In het mbo wordt bijvoorbeeld de
kwalificatiestructuur vereenvoudigd waardoor er minder opleidingen met
gering arbeidsmarktperspectief komen en worden mbo-instellingen
verplicht hun opleidingsaanbod af te stemmen met het bedrijfsleven. 

In 2012 is met de wijziging van de WWB, en samenvoeging van deze wet met
de WIJ, de WWB voor jongeren verder activerend gemaakt, waarbij de eigen
verantwoordelijkheid van de jongere voor zijn toekomst benadrukt wordt.
Ondermeer is voor de jongere tot 27 jaar, een zoektermijn van 4 weken
ingevoerd, alvorens hij een WWB-uitkering kan aanvragen. In deze periode
dient de jongere aantoonbare inspanningen te verrichten om algemeen
geaccepteerde arbeid te verkrijgen en moet hij  mogelijkheden voor de
terugkeer naar regulier onderwijs onderzoeken. Hierbij geldt dat een
opleiding voor een uitkering gaat en werk leidend wordt. Jongeren worden
gestimuleerd om zich door middel van scholing goed voor te bereiden op
de arbeidsmarkt en daarna in eerste instantie zelf op zoek te gaan naar
werk.  

Wetgevende voorstellen met betrekking tot de detacheringsrichtlijn

Dinsdag 21 maart jl. heeft de Europese Commissie de aangekondigde
wetgevende voorstellen met betrekking tot de detacheringsrichtlijn
gepubliceerd. In de eerste plaats betreft het de zogenaamde
handhavingsrichtlijn, die beoogt de handhaving van de arbeidsvoorwaarden
die uit de detacheringsrichtlijn voortvloeien, te verbeteren. Daarnaast
gaat het om de  zogenoemde Monti-2 verordening, die voorschrijft dat bij
collectieve acties, waaronder stakingen, rekening gehouden dient te
worden met de interne marktvrijheden van vestiging en dienstverlening en
omgekeerd. De Kamer ontvangt vrijdag 13 april de BNC-fiches met het
kabinetsstandpunt over deze voorstellen. 

Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat het kabinet overwegend positief is
over de voorgestelde handhavingsrichtlijn en overwegend neutraal staat
ten opzichte van de voorgestelde verordening over de uitoefening van het
recht op collectieve actie in relatie tot de EU-vrijheden van vestiging
en dienstverlening (Monti-2).

De reden voor de overwegend positieve houding  ten opzichte van de
handhavingsrichtlijn is dat de handhaving van gelijke arbeidsvoorwaarden
voor mensen die hier komen werken voor het kabinet een hoge prioriteit
heeft. De richting van het voorstel – meer mogelijkheden om te toetsen
of er daadwerkelijk sprake is van detachering en meer mogelijkheden voor
inspectiediensten om te handhaven – wordt daarmee ondersteund. Het
kabinet ziet hierbij als aandachtspunten dat deze richtlijn goed
uitvoerbaar moet zijn, duidelijke normen voor handhaving moet bevatten
en tot zo min mogelijk administratieve lasten moet leiden.

De overwegend neutrale houding ten opzichte van de zogenaamde
Monti-2-verordening is erin gelegen dat het kabinet van mening is dat
het praktische nut van deze – zeer korte – verordening beperkt is.
De verordening beoogt duiding te geven aan een aantal uitspraken van het
Europese Hof van Justitie. Rechters dienen zich in gevallen van
mogelijke strijdigheid tussen EU-vrijheden en sociale grondrechten te
baseren op de bepalingen uit het Europees Sociaal Handvest (art. 6, lid
4). Daarbij moeten rechters de genoemde Hofuitspraken reeds in hun
afweging betrekken. Een meerwaarde van de verordening kan erin gelegen
zijn dat bij aanname een consensus op Europees niveau is gecreëerd.

Presentatie werkgelegenheidspakket

Op 19 april aanstaande brengt de Europese Commissie een
werkgelegenheidspakket uit. Dit werkgelegenheidspakket is een bijdrage
van de Commissie aan het beleidsdebat over werkgelegenheidscreatie in
Europa. Het pakket zal voortbouwen op de vlaggeschip-initiatieven (met
name het initiatief ‘nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen’) en
aansluiten bij de oplossingsrichtingen uit de Jaarlijkse Groei-analyse
2012, die november vorig jaar is gepubliceerd. Het
werkgelegenheidspakket zal mogelijkheden beschrijven voor baancreatie
(bijv. groene banen en banen in de zorg en ICT) en aangeven hoe
EU-fondsen kunnen worden benut voor investeringen in menselijk kapitaal.

Tijdens de Informele Raad zal de Commissie dit werkgelegenheidspakket
presenteren. Er is geen discussie voorzien.