[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2012D20890, datum: 2012-05-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verdrag inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (2012D20886)

Preview document (šŸ”— origineel)


Wijzigingen van het Verdrag inzake de Internationale Organisatie voor
Mobiele Satellieten; Londen, 2 oktober 2008 (Trb. 2009, 132) 

TOELICHTENDE NOTA

1. Inleiding

Op 3 september 1976 werd te Londen opgericht het Verdrag inzake de
Internationale Organisatie voor Maritieme Satellieten (INMARSAT), met
Exploitatieovereenkomst en bijlagen (Trb. 1978, 122; hierna ā€˜het
Verdragā€™). Doel van de overeenkomst was de telecommunicatie voor de
zeescheepvaart te verbeteren door het beschikbaar stellen van de
daarvoor nodige satellietcapaciteit voor maritieme veiligheidsdiensten. 

De maritieme veiligheidsdiensten vloeien voort uit het op 1 november
1974 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag voor de
beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS; Trb. 1976, 157) en omvatten
in het bijzonder een communicatiesysteem voor noodgevallen en veiligheid
(GMDSS = Global Maritime Distress and Safety System). Het betreft onder
meer het verzenden en ontvangen van noodsignalen, communicatie in het
kader van zoek- en reddingsacties en het verzenden van maritieme
veiligheidsinformatie (o.a. weersvoorspellingen en weeralarm). Het GMDSS
bepaalt met welke radiocommunicatieapparatuur de schepen moeten zijn
uitgerust, hoe deze apparatuur moet worden gebruikt en welke
faciliteiten aan de wal nodig zijn om de GMDSS-communicatie te
ondersteunen. 

Omdat deelname aan INMARSAT voor het Koninkrijk der Nederlanden van
belang was uit hoofde van de scheepvaart- en havenbelangen, werd het
Koninkrijk op 16 juli 1979 bij het Verdrag partij voor Nederland en de
Nederlandse Antillen. Sinds 1 januari 1986 geldt dit verdrag ook voor
Aruba.

Bij de wijziging van 24 april 1998 (Trb. 1999, 79) vond een
herstructurering van het Verdrag plaats, omdat door de toegenomen
concurrentie in het aanbod van mobiele satellietdiensten het
noodzakelijk geacht werd de exploitatie van de satellieten niet langer
te laten verrichten door een intergouvernementele organisatie, maar die
over te dragen aan een privaatrechtelijke onderneming (zie Kamerstukken
II, 1998/99, 26 730 (R1640), nr. 1). De internationale organisatie
INMARSAT werd toen omgedoopt tot ā€˜de Organisatieā€™, terwijl de nieuwe
privaatrechtelijke onderneming werd aangeduid als ā€˜de Ondernemingā€™.
Om te verzekeren dat de Onderneming de in het verdrag vastgelegde
grondbeginselen zou naleven, en in staat zou worden gesteld de
verzorging van GMDSS-diensten voort te zetten, werd in artikel 4 bepaald
dat de Organisatie met de Onderneming een Openbare-dienstenovereenkomst
aangaat en toezicht op de uitvoering daarvan uitoefent. 

Een daarop volgende verdragswijziging van 29 september 2006 (Trb. 2007,
168) waarbij de intergouvernementele organisatie werd omgedoopt tot
Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (IMSO) en de
exclusieve positie van de Onderneming werd beƫindigd, trad nimmer in
werking.

De Algemene Vergadering van de IMSO nam vervolgens op 2 oktober 2008 te
Londen een nieuwe verdragswijziging aan (Trb. 2009, 132) die de
wijziging van 29 september 2006 omvat. Die wijziging van 2006 werd
tegelijkertijd ingetrokken. De wijziging van 2008, die in afwachting van
de inwerkingtreding vanaf 6 oktober 2008 voorlopig wordt toegepast,
wordt hieronder mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken
toegelicht.

De onderhavige wijzigingen houden in het kort in dat de organisatie
alsnog wordt omgedoopt tot Internationale Organisatie voor Mobiele
Satellieten (IMSO) (zie het nieuwe artikel 2), dat de exclusieve positie
van de Onderneming wordt beƫindigd (zie het nieuwe artikel 5) en dat
IMSO wordt aangewezen als coƶrdinator van het Long Range Identification
and Tracking of Ships (LRIT)-systeem voor het op lange afstand opsporen
en identificeren van schepen (zie artikel 4).

2. Gewijzigde taakstelling van IMSO

De International Maritime Organisation (IMO) heeft besloten dat
GMDSS-diensten ook door andere satellietaanbieders dan de Onderneming,
inmiddels Inmarsat Ltd. genoemd, moeten kunnen worden verstrekt. Zij
dienen hiervoor door IMO als zodanig te worden erkend. Tot op heden is
Inmarsat Ltd. nog de enige aanbieder van GMDSS-diensten.

In verband met de opheffing van de exclusieve positie van Inmarsat Ltd.
heeft de Maritieme Veiligheids Commissie (MSC: Maritime Safety
Committee) van IMO eind 2006 een verzoek gedaan aan IMSO om ook toezicht
te houden op toekomstige andere aanbieders dan Inmarsat Ltd. Om deze
taakverbreding verdragsrechtelijk te verankeren heeft IMSO de
verdragsbepalingen betreffende Inmarsat Ltd. zo aangepast dat zij
betrekking hebben op elke aanbieder van GMDSS-diensten. Zo wordt in het
gewijzigde artikel 5 van het verdrag bepaald dat IMSO met de aanbieder
een Openbare-dienstenovereenkomst sluit waarin de openbare
dienstverplichtingen van de aanbieder worden vastgelegd en de
toezichtmechanismen gedefinieerd worden. Dit is geheel in lijn met de
bestaande overeenkomst met Inmarsat Ltd. 

Voorts wordt met dit wijzigingsverdrag een bepaling ingevoerd (artikel
4) die een coƶrdinerende rol van IMSO ten aanzien van het LRIT-systeem
mogelijk maakt. Ingevolge dit systeem moeten schepen automatisch, ten
minste vier keer per dag, hun ā€œidentiteitā€ (een uniek nummer dat
gerelateerd is aan het IMO-nummer van het schip) en hun locatie met
aanduiding van dag en tijd melden aan de administratie onder wier vlag
wordt gevaren. Deze meldingen worden via satellieten doorgeleid naar
landelijke of regionale LRIT Data Centra. Bij deze centra kunnen de
aangesloten landen in hun hoedanigheid van vlaggenstaat, kuststaat of
havenstaat onder bepaalde voorwaarden informatie opvragen over de
schepen.

Het LRIT-systeem is een initiatief van IMO dat primair is opgezet ter
verbetering van de maritieme veiligheid. Daarnaast is het systeem
effectief bij terrorismebestrijding en bestrijding van piraterij,
vergemakkelijkt het zoek- en reddingsacties en draagt het bij aan een
betere bescherming van de leefomgeving op zee (ā€˜het milieuā€™). Het
MSC heeft IMSO verzocht als Coƶrdinator van het LRIT-systeem te
fungeren en in dat kader toezicht te houden op de werking van het
systeem. Op grond van het gewijzigde artikel 4 kan IMSO taken als
LRIT-Coƶrdinator verrichten overeenkomstig IMO-besluiten en met
goedkeuring van de Algemene Vergadering. Het betreft in het bijzonder
het toezicht op de snelheid en compleetheid van de berichtgeving en de
naleving van spelregels over welke partijen welke informatie kunnen
verkrijgen. 

De kosten van de werkzaamheden van IMSO als LRIT-Coƶrdinator worden
niet ten laste van de lidstaten gebracht, zo is bepaald in het
gewijzigde artikel 4. Deze kosten worden doorberekend aan de datacentra
waarop toezicht wordt gehouden. In verband hiermee wordt een aparte
boekhouding gevoerd voor de werkzaamheden van IMSO ten aanzien van het
LRIT-systeem. De kosten van het LRIT-informatiesysteem zelf en van het
verzamelen van de gegevens worden in eerste instantie geheel door de
vlaggenstaat gedragen. Als landen deze gegevens opvragen, in het
bijzonder havenstaten en kuststaten, brengt de vlaggenstaat aan hen een
vergoeding in rekening voor de geleverde informatie.

4. Verhouding tot het Nederlandse beleid

Het besluit van de IMO om de verlening van GMDSS-diensten mogelijk te
maken voor andere satellietaanbieders dan Inmarsat Ltd. en de daarmee
samenhangende verdragswijzigingen van 2 oktober 2008, sluiten goed aan
bij het Nederlandse beleid van liberalisering en flexibilisering van de
elektronische communicatiemarkten. Tot nog toe heeft Inmarsat Ltd. een
monopoliepositie bij het aanbieden van de diensten die in het Verdrag
zijn aangewezen als openbare diensten. Het past in de ontwikkeling van
de markt van mobiele satellietcommunicatie dat in de toekomst ook andere
aanbieders dan Inmarsat Ltd. in de gelegenheid worden gesteld dit soort
diensten aan te bieden. Het is daarbij uiteraard van belang dat de
kwaliteit van de dienstverlening hoog blijft. De
Openbare-dienstenovereenkomst die met IMSO wordt gesloten en het
toezicht van IMSO daarop bieden op dat punt afdoende waarborgen.

Het LRIT-systeem is inmiddels operationeel, zij het dat nog niet alle
IMO-partijen erbij zijn aangesloten. Nederland neemt aan het systeem
deel via het ā€“ reeds operationele - Europese LRIT-Datacentrum. 

5. Aanvaarding en inwerkingtreding

De verdragswijzigingen treden blijkens het tweede lid van artikel 18 van
het Verdrag (dat bij de onderhavige verdragswijziging wordt vernummerd
tot artikel 20; zie voor de tekst Trb. 1999, 79) in werking 120 dagen
nadat tweederde van de Partijen deze wijzigingen heeft aanvaard. De
wijzigingen behoeven parlementaire goedkeuring. Zij worden bindend voor
de Partijen die de wijzigingen hebben aanvaard. 

6. Koninkrijkspositie

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zullen deze
verdragswijzigingen gelden voor het Europese en Caribische deel van
Nederland en voor CuraƧao, Aruba en Sint Maarten.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

 Zie Resolutie A.1001(25) van 29 november 2007 ( HYPERLINK
http://www.imo.org/safety/mainframe.asp?topic_id=905 
http://www.imo.org/safety/mainframe.asp?topic_id=905 .).

  PAGE  1