[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

HGIS jaarverslag 2011

Bijlage

Nummer: 2012D21128, datum: 2012-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Jaarverslag 2011 van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) (2012D21127)

Preview document (🔗 origineel)


Homogene Groep Internationale Samenwerking

Jaarverslag 2011

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Figuur 1. HGIS-uitgaven 2011 naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

Totale omvang van de HGIS 2011: 6,097 miljard

Begroting en realisaties 2011 naar beleidsthema Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten 151.446 -3.060 148.386
2. Vrede, veiligheid en conflictbeheersing 1.034.860 -57.488 977.372
3. Versterkte Europese samenwerking 616.609 -28.374 588.235
4. Meer welvaart en minder armoede 1.353.050 -93.349 1.259.701
5. Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling 1.352.996 82.127 1.435.123
6. Beter beschermd en verbeterd milieu 612.800 -112.301 500.499
7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer 299.937 63.617 363.554
8. Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland 69.937 5.563 75.500
9. Overige uitgaven 897.976 -148.945 749.031
Totaal 6.389.611 -292.210 6.097.401


Figuur 2. ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

Totale omvang van de ODA-uitgaven: 4,693 miljard

ODA-uitgaven naar beleidsthema Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten 40.459 5.604 46.063
2. Vrede, veiligheid en conflictbeheersing 612.661 -3.042 609.619
3. Versterkte Europese samenwerking 519.000 -22.190 496.810
4. Meer welvaart en minder armoede 1.191.188 -87.864 1.103.324
5. Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling 1.339.639 80.509 1.420.148
6. Beter beschermd en verbeterd milieu 470.593 -45.937 424.656
7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer 281.998 66.483 348.481
8. Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland 27.646 9.201 36.847
9. Overige uitgaven 218.201 -11.255 206.946
Totaal 4.701.385 -8.491 4.692.894


Figuur 3. Non-ODA uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

Totale uitgaven non-ODA: 1,404 miljard

Non-ODA-uitgaven naar beleidsthema Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten 110.987 -8.664 102.323
2. Vrede, veiligheid en conflictbeheersing 422.199 -54.446 367.753
3. Versterkte Europese samenwerking 97.609 -6.184 91.425
4. Meer welvaart en minder armoede 161.862 -5.485 156.377
5. Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling 13.357 1.618 14.975
6. Beter beschermd en verbeterd milieu 142.207 -66.364 75.843
7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer 17.939 -2.866 15.073
8. Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland 42.291 -3.638 38.653
9. Overige uitgaven 679.775 -137.690 542.085
Totaal 1.688.226 -283.719 1.404.507


Inhoudsopgave

HGIS-jaarverslag 2011

1. Leeswijzer 6

2. Beleidsprioriteiten 7

3. HGIS Toelichting per beleidsthema 9

Financiële Bijlagen

Bijlage 1a. HGIS-uitgaven 2011 horizontaal 28

Bijlage 1b. HGIS-ontvangsten 2011 horizontaal 33

Bijlage 2. ODA-uitgaven 2011 naar beleidsthema 34

Bijlage 3. ODA-prestatie 2011 37

Bijlage 4. ODA-uitgaven 2011 per land 38

Bijlage 5. Non-ODA uitgaven 2011 per beleidsthema 42

  1. Leeswijzer

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. De HGIS maakt het mogelijk om de uitgaven van de verschillende departementen op het gebied van internationale samenwerking te bundelen, om zo de onderlinge samenhang te illustreren. Het doel van de HGIS is om als instrument te worden ingezet voor een geïntegreerd en coherent buitenlands beleid.

Het HGIS-jaarverslag 2011 gaat beknopt in op de activiteiten en de resultaten die in 2011 met de HGIS-middelen zijn gerealiseerd. Daarmee is het HGIS-jaarverslag een bundeling van elementen uit de jaarverslagen van de verschillende departementen.

Het jaarverslag spiegelt volgens de begrotingssystematiek de HGIS-nota voor 2011, waarbij de beleidsthema’s van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden gevolgd. In de HGIS-nota 2011 waren echter ook thematische tabellen opgenomen die in dit HGIS-jaarverslag niet worden opgenomen omdat in de Basisbrief besloten is dat er geen inputdoelstellingen voor ontwikkelingssamenwerking meer worden vastgesteld.

De budgetten in de HGIS-nota 2011 zijn gebaseerd op de Miljoenennota 2011 zoals die door kabinet Balkenende IV gepresenteerd is. De begroting voor 2011 werd echter nog gewijzigd op basis van het Regeerakkoord van het kabinet Rutte bij incidentele wet. Het HGIS-jaarverslag laat het verschil zien tussen de begroting, inclusief deze incidentele suppletoire begroting op basis van het Regeerakkoord, en de realisatie.

Dit jaarverslag gaat beknopt in op de activiteiten en resultaten die in 2011 met de HGIS-middelen zijn uitgevoerd en behaald. Het verslag is ontleend aan de jaarverslagen van de verschillende ministeries en geeft inzicht in de grote lijnen. Meer gedetailleerde toelichtingen staan derhalve in de jaarverslagen van de ministeries, in het bijzonder in dat van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Binnen de HGIS is een tweedeling te maken tussen de uitgaven aan Official Development Assistance (ODA) en de overige uitgaven aan internationale samenwerking, vaak kortweg aangeduid met ‘non-ODA’.

Beleidsprioriteiten

De regering heeft voor een scherper en beter geïntegreerd buitenlands beleid drie pijlers geformuleerd: welvaart, veiligheid en vrijheid.

Onder de pijler welvaart ligt de focus op het versterken van het internationale handels- en financieringsklimaat en op duurzame economische groei, zowel in ontwikkelingslanden als in al ontwikkelde landen. Het beleid richt zich op het verbeteren van de internationale marktwerking door het faciliteren van markttoegang en door het verzekeren van een gelijk speelveld. Dit geldt zowel voor Nederlandse bedrijven in het buitenland als voor de positie van ontwikkelingslanden op internationale markten.

In 2011 werden hiervoor bijvoorbeeld publiek-private partnerschappen aangegaan om de Nederlandse kennis en kunde uit de topsectoren te laten samenwerken op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Verder is in 2011 de economische diplomatie verdiept ter bevordering van de handel. De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken werken nauw samen op het gebied van internationale marktwerking. Het ministerie van Financiën speelt daarbij ook een belangrijke rol bij de multilaterale banken en ontwikkelingsfondsen.

De tweede pijler, veiligheid, omvat alle activiteiten ter bevordering van de internationale rechtsorde en internationale stabiliteit. Dit omvat de internationale inzet van de ministeries van Defensie, Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken. In 2011 heeft Nederland een actieve bijdrage geleverd aan het mitigeren van risico’s voor de internationale stabiliteit met onder meer de civiele politietrainingsmissie in Afghanistan, de anti-piraterij operaties voor de kust van Somalië en de NAVO-operatie Unified Protector in Libië.

Onder de derde pijler, vrijheid, valt de inzet voor mensenrechten wereldwijd. In 2011 werd de mensenrechtenstrategie geactualiseerd voor een scherpere inzet. Deze actualisatie beoogt een doelgericht en effectief mensenrechtenbeleid te realiseren waarbij de inzet zich met name richt op vijf prioritaire thema’s: (1) selectieve inspanningen ter verdediging van mensenrechten in zwaar repressieve regimes, (2) aanpakken van ernstige mensenrechtenschenders, (3) ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, (4) vrijheid van meningsuiting inclusief internetvrijheid en vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en (5) maatschappelijk verantwoord ondernemen. Nederland heeft zich in 2011 bovendien ingespannen voor de positie van vrouwen en religieuze minderheden en voor de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.

Daarnaast kent het buitenlands beleid een aantal dwarsdoorsnijdende onderwerpen, zoals de activiteiten van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op gebied van klimaat en energiezekerheid.

Ontwikkelingssamenwerking is een integraal onderdeel van het buitenlands beleid, waarbij de drie pijlers van het buitenlands beleid alle drie aan de orde komen. Zoals in de Basisbrief in 2010 werd aangekondigd, werd ontwikkelingssamenwerking in 2011 herzien. Voor een efficiënte en effectieve ontwikkelingssamenwerking is gekozen om in te zetten op vier speerpunten waarop Nederland meerwaarde kan bieden, namelijk (1) voedselzekerheid, (2) veiligheid en rechtsorde, (3) water, en (4) seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

In 2011 is in de Focusbrief een verdere hervorming aangekondigd. Er is gekozen om te werken met 15 partnerlanden in plaats van 33, waarbij rekening is gehouden met het armoede- en inkomensniveau van landen en het perspectief op resultaten.

In 2011 is ook gewerkt aan de modernisering van de Nederlandse diplomatie, zoals aangekondigd per brief aan de Kamer. Het uitgangspunt is het centraal stellen van Nederlandse belangen, onder andere door intensivering van de economische diplomatie en de vereenvoudiging van de consulaire dienstverlening.

  1. HGIS Toelichting per beleidsthema

Beleidsthema 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Nederland heeft zich in 2011 op verschillende manieren ingezet voor een versterkte internationale rechtsorde en mensenrechten. Dat is mede verbonden aan ons belang om als internationale economie op betrouwbare en voorspelbare wijze zaken te kunnen doen. In artikel 90 van de grondwet is vastgelegd dat de Nederlandse staat de internationale rechtsorde moet bevorderen.

De Nederlandse inzet vindt onder meer plaats door bijdragen aan internationale hoven en tribunalen. In 2011 heeft Nederland zich bijvoorbeeld actief ingezet voor de uitbreiding van het lidmaatschap van het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC). De consolidatie van het ICC blijkt onder andere uit het feit dat de VN-Veiligheidsraad Libië heeft doorverwezen naar het ICC.

Nederland heeft ook actief bijgedragen aan het versterken van de Europese rechtsorde. Nederland droeg bij aan de institutionele en juridische vraagstukken. Daarnaast faciliteerde Nederland de in Den Haag gevestigde organisaties Europol en Eurojust. De ministers van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie hebben gezamenlijk het kabinetsstandpunt verwoord ten aanzien van een effectiever en efficiënter Europees Hof van de Rechten van de Mens.

Daarnaast heeft Nederland in 2011 haar mensenrechtenstrategie geactualiseerd met de notitie “Verantwoordelijk voor vrijheid: mensenrechten in het buitenlandsbeleid”. Deze actualisatie beoogt een doelgericht en effectief mensenrechtenbeleid te realiseren waarbij de inzet zich met name richt op vijf prioritaire thema’s: (1) selectieve inspanningen ter verdediging van mensenrechten in zwaar repressieve regimes, (2) aanpakken van ernstige mensenrechtenschenders, (3) ondersteuning van mensenrechtenverdedigers, (4) vrijheid van meningsuiting inclusief internetvrijheid en vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, en (5) maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het mensenrechtenfonds wordt selectiever ingezet. Hiertoe is het aantal landen dat in aanmerking komt, gehalveerd. Om zo effectief mogelijk te opereren, vindt er een dialoog plaats met landen en wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij mensenrechtenverplichtingen die zij reeds zijn aangegaan. Deze zogenaamde receptorbenadering benadrukt dat mensenrechten universeel zijn, maar dat de implementatie ervan een nationale aangelegenheid is. Ook wordt in het veld gewerkt met bestaande sociale instituties, zoals vrouwengroepen, vakbonden, kerkelijke organisaties, LHBT-organisaties en denktanks.

In 2011 heeft Nederland zich bovendien ingespannen voor de positie van vrouwen en religieuze minderheden en de rechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.

In de OESO is onder het Nederlands voorzitterschap een apart hoofdstuk mensenrechten opgenomen in de in mei 2011 herziene richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Tabel 1. Versterkte internationale rechtsorde een eerbiediging van de mensenrechten (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 01.01 Internationale rechtsorde 47.330 5.154 5.729 1.084 53.059 6.238
01.02 Mensenrechten 49.539 35.305 6.063 4.520 55.602 39.825
01.03 Internationale juridische instellingen 21.400 0 -7.517 0 13.883 0
V&J 13.03.01 Rechtshandhaving/Europol en Eurojust 32.677 -7.344 25.333
13.03.03 Rechtshandhaving/NFI 500 9 509
Totaal 151.446 40.459 -3.060 5.604 148.386 46.063

Financiële toelichting

BZ - De verhoging van het budget met EUR 5,7 miljoen is het gevolg van een hogere verdragscontributie aan de Verenigde Naties, vanwege een toename van het budget van de VN en vanwege een bijdrage aan de renovatie aan het VN-hoofdkantoor. De verhoging van het budget voor mensenrechten met EUR 6.1 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een extra bijdrage aan de Office of the High Commisioner of Human Rights specifiek voor Tunesië en Egypte. De verlaging van het budget voor internationale juridische instellingen wordt veroorzaakt door een lager uitgevallen bijdrage aan het Internationale Strafhof in Den Haag, met name omdat de sloopkosten van de oude gebouwen op de nieuwbouwlocatie lager zijn dan voorzien.

V&J – De verlaging van het budget voor rechtshandhaving (Europol en Eurojust) is veroorzaakt door een vertraging van de werkzaamheden aan de nieuwbouw van Europol.


Beleidsthema 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Het vergroten van de veiligheid en stabiliteit in de wereld vormt een belangrijke conditie voor zowel onze veiligheid als voor effectieve armoedebestrijding en voor het functioneren van de democratie en rechtsorde in ontwikkelingslanden.

De kabinetsbrede inzet voor de opbouw van fragiele staten draagt daar op een belangrijke manier aan bij. In 2011 hebben de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie samen gewerkt aan de geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan. De geïntegreerde benadering maakt het mogelijk om defensie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking op coherente wijze in te zetten. Nederland heeft tevens bijgedragen aan politietrainingsmissies op EU-niveau in Kosovo en Irak, en aan trainingen aan wetgevingsjuristen en magistraten in onder andere Rusland en Turkije.

Geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan

Afghanistan maakt zich op om eind 2014 de volle verantwoordelijkheid te dragen voor de veiligheid in het land. In januari 2011 is besloten dat Nederland de komende vier jaar Afghanistan hierbij gaat ondersteunen door de civiele politie te versterken en de juridische keten beter te laten functioneren in de noordelijke provincie Kunduz en de hoofdstad Kabul. In de zomer van 2011 is de missie van start gegaan. Militairen, politiefunctionarissen en diplomaten werken nauw samen binnen de missie. In Den Haag ligt de coördinatie bij de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie en Veiligheid en Justitie.

In Kunduz krijgt de civiele politie, van basisagent tot hoger kader, een kwaliteitsimpuls door intensieve training en begeleiding. Deze taken worden uitgevoerd door politiefunctionarissen via de Europese politietrainingsmissie EUPOL en de Koninklijke marechaussee in nauwe samenwerking met Nederlandse militairen.

Eén van de lessen uit de evaluatie over de Uruzgan missie die in het najaar van 2011 aan de Kamer is gestuurd, is het belang van aandacht voor de werking van de juridische keten. Vandaar dat ook de versterking van de juridische sector zoals de rechterlijke macht, aanklagers en advocatuur belangrijk onderdeel van de missie is, hetgeen in Kunduz wordt uitgevoerd door NGO’s en civiele experts van EUPOL.

Tenslotte wordt ook in Kabul door Nederland in het kader van de geïntegreerde politietrainingsmissie via EUPOL het midden en hoger politiekader de rechterlijke macht, aanklagers en advocaten getraind, gementord en geadviseerd.

De krijgsmacht heeft van 23 maart tot en met 31 oktober tevens een bijdrage geleverd aan de NAVO-operatie Unified Protector (OUP) in Libië. OUP had, op basis van resolutie 1973 van de VN-Veiligheidsraad, tot doel de bevolking te beschermen en toezicht te houden op de naleving van een No Fly Zone en het tegen Libië ingestelde wapenembargo. De Nederlandse bijdrage heeft bestaan uit een mijnenjager, zes F-16 jachtvliegtuigen en een KDC-10 tankvliegtuig. Ook hebben Nederlandse militairen deelgenomen aan AWACS-vluchten en hebben zij deel uitgemaakt van verschillende NAVO-hoofdkwartieren.

Nederland heeft ook een actieve bijdrage geleverd aan de bestrijding van piraterij, onder andere als deelnemer aan de NAVO-operatie Ocean Shield met Hr.Ms. De Ruyter en Hr. Ms. Tromp, en aan de EU-operatie Atalanta  met Hr.Ms. Zuiderkruis.

Op het gebied van vredesopbouw werkt Nederland samen met de militaire en civiele missies van de VN, de NAVO en de EU. Zo is er onder andere een bijdrage geleverd aan de UN Mission in Sudan (UNMIS), die na de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan op 9 juli 2011 is overgegaan in de UN Mission In South Sudan (UNMISS). Daarnaast is de eerste fase van het programma voor de ontwikkeling van de veiligheidssector in Burundi (Security Sector Development and Reform) met succes voltooid.

De rechtstaatbevordering in ontwikkelingslanden volgt uit het feit dat goed bestuur een dwarsdoorsnijdend thema is dat de speerpunten ondersteunt. In 2011 werd rechtstaatbevordering opgenomen in de programma’s in de partnerlanden Oeganda, Rwanda en Indonesië, waardoor onder andere in Oeganda de achterstand in de behandeling van zaken afnam en in Rwanda juridische advieskantoren werden opgezet in alle districten.

Ook via internationale fora, zoals de NAVO en de EU, heeft Nederland zich ingespannen voor veiligheid en stabiliteit, onder meer door zich in te zetten op meer synergie tussen de activiteiten van internationale organisaties. In internationaal verband werden thema’s als het bestrijden van terrorisme en het bestrijden van de proliferatie van massavernietigingswapens verder uitgediept. Nederland heeft bijvoorbeeld een belangrijke bijdrage geleverd aan de oprichting van het Global Counter-Terrorism Forum in september 2011.

Het jaar 2011 werd gekenmerkt door een aantal humanitaire crises, waaraan Nederland een snelle en flexibele bijdrage heeft kunnen leveren; onder meer door 80 procent van de middelen voor noodhulp ongeoormerkt uit te besteden aan de VN of Rode Kruis-organisaties; en door de coördinatie van de hulp per sector te coördineren. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie hebben zich er samen sterk voor gemaakt dat de rampen respons van de EU bijdraagt aan de snelheid en effectiviteit van humanitaire hulpverlening.

Op het gebied van energievoorzieningszekerheid hebben de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken gezamenlijk het beleid ten aanzien van energierelaties met prioritaire landen en regio’s alsmede multilaterale organisaties vastgelegd in de door de Ministerraad goedgekeurde notitie ‘Naar een nieuw kader voor internationale energierelaties’. In dit beleidsdocument wordt het streven naar diversificatie van aanvoerroutes en van energiebronnen nader uitgewerkt. Belangrijk resultaat van de Nederlandse energiediplomatie was de verkiezing van oud-minister Maria van der Hoeven tot Executive Director van het International Energy Agency. Tegen de achtergrond van de uitval van de Libische olieproductie besloten de lidstaten van deze organisatie, inclusief Nederland, noodvoorraden in te zetten met het oog op de stabiliteit van de oliemarkten.

Verder steunde Nederland onder andere de International Renewable Energy Agency en het Extractive Industries Transparency Initiative.

De gezamenlijke inzet van de verschillende ministeries op het speerpunt veiligheid en rechtsorde draagt bij aan het behalen van de doelstellingen zoals geformuleerd in de Focusbrief in 2011, in het bijzonder in fragiele staten.

Tabel 2. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 02.01 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 17.543 0 -4.913 0 12.630 0
  02.02 Bestrijding internationaal terrorisme 500 0 0 0 500 0
  02.03 Non-proliferatie en ontwapening 9.553 2.875 4.302 377 13.855 3.252
  02.04 Conventionele wapenbeheersing 0 0 0 0 0 0
  02.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 350.668 225.435 3.594 -16.209 354.262 209.226
  02.06 Humanitaire hulpverlening 252.267 250.000 12.988 14.117 265.255 264.117
  02.07 Goed bestuur 133.635 121.351 4.136 738 137.771 122.089
V&J 91.01.01/23.02.01 Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen 0 0 6.997 6.935 6.997 6.935
Defensie 20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) 270.694 13.000 -84.592 -9.000 186.102 4.000
  Totaal 1.034.860 612.661 -57.488 -3.042 977.372 609.619

Financiële toelichting

BZ – De verlaging van het budget voor nationale en bondgenootschappelijke veiligheid wordt veroorzaakt doordat de nieuwbouw van het NAVO-hoofdkwartier in Brussel enerzijds is vertraagd en anderzijds goedkoper is geworden. De uitgaven voor non-proliferatie en ontwapening zijn gestegen omdat de contributie voor 2012 aan de Comprehensive Nuclear Test Ban and Treaty Organization en de Organization for the Prohibition of Chemical Weapons al in 2011 is betaald. De verhoging van de uitgaven aan regionale stabiliteit en crisisbeheersing is een gesaldeerd effect. Enerzijds is er sprake van een verhoging vanwege de bijdrage aan de Kunduz trainingsmissie. Anderzijds is er sprake van een verlaging omdat er geplande activiteiten niet zijn doorgegaan en doordat de betalingen aan het Medefinancieringsstelsel (MFS)-I lager uit zijn gevallen en de nieuwe uitgaven voor het MFS niet meer op dit artikel worden geboekt.

Defensie – De verlaging van het budget voor het uitvoeren van crisisoperaties hangt samen met de International Security Assistance Force (ISAF) redeployment. Er is minder personeel ingezet dan voorzien, en bovendien is de Redeployment Task Force sneller afgebouwd dan gepland. Daarnaast is het onderhoud en herstel van het uit Afghanistan teruggekeerde materieel vertraagd. De uitgaven aan de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz vielen eveneens lager uit dan begroot omdat de realisatie van de permanente infrastructuur in Kunduz en Mazar-e-Sharif vertraging opliep. De aangegeven vertragingen leiden tot het doorschuiven van een deel van deze uitgaven naar latere jaren.

Beleidsthema 3 Versterkte Europese samenwerking

De welvaart en stabiliteit van Nederland wordt bevorderd door een sterke Europese samenwerking. In 2011 heeft de samenwerking op Europees niveau bijgedragen aan het vinden van antwoorden op mondiale uitdagingen, zoals de financiële crisis en klimaatontwikkelingen. Nederland heeft zich ingezet voor een versterking vande begrotingsdiscipline van de lidstaten en het groeivermogen van de Europese economie. Dat heeft onder andere geresulteerd in een prudenter Stabiliteits- en Groeipact. Op Europees niveau is ook de inzet van de lidstaten voor de VN Klimaattop in Durban in 2011 bepaald.

Daarnaast heeft Nederland zich ingezet voor een effectief optreden van de EU naar derde landen, met in 2011 in het bijzonder aandacht voor het nabuurschapsbeleid voor de Arabische regio. Nederland heeft, tijdens het voorzitterschap van de Benelux-unie in 2011, samen met elf andere lidstaten gepleit voor meer synergie tussen de Europese Dienst voor Extern Optreden en de nationale diplomatieke diensten. Het Programma voor Maatschappelijke Transformatie (MATRA) heeft in 2011 bijgedragen aan het transformatieproces richting democratische, pluriforme rechtstaten door middel van versterking van het maatschappelijk middenveld in landen in Oost- en Zuidoost-Europa en Marokko.

Met betrekking tot het uitbreidingsbeleid heeft Nederland vastgehouden aan het ‘strikt-en-eerlijk’ beleid. Dat dit beleid zijn vruchten afwerpt, bleek in 2011 toen Servië de laatste twee door het Joegoslavië-tribunaal gezochte verdachten Mladić en Hadžić arresteerde.

Nederland heeft in 2011 steun uitgesproken voor de visie van de Europese Commissie voor de toekomst van het Europese ontwikkelingsbeleid, waarbij de EU, net als Nederland, een sterkere focus en een gedifferentieerde aanpak voorstelt. De gedifferentieerde aanpak stelt mensenrechten en goed bestuur centraal, en wil gezamenlijke programmering tussen de Commissie en de lidstaten de norm maken.

Ook de Raad van Europa (RvE) heeft het voornemen geuit om zich meer op kernthema’s te richten; waarbij de thema’s mensenrechten, democratie en rechtsstatelijkheid centraal komen te staan. Nederland steunt deze ontwikkeling en heeft zich ingezet voor het behouden dan wel vergroten van de monitoringsinstrumenten van de RvE.

Tabel 3. Versterkte Europese Samenwerking (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/

omschrijving

 

 

 

Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 03.02 Ondersteuning bij pre- en postaccessie 9.428 0 -3.566 3.710 5.862 3.710
  03.03 EOF Europees Ontwikkelingsfonds 189.133 189.133 -25.900 -25.900 163.233 163.233
  03.04 Nederlandse positie in de EU 3.145 0 715 0 3.860 0
  03.05 Raad van Europa 9.303 0 377 0 9.680 0
Toerek. EU-begroting 405.600 329.867 0 0 405.600 329.867
  Totaal 616.609 519.000 -28.374 -22.190 588.235 496.810

Financiële toelichting

BZ – De uitgaven voor het MATRA-programma zijn verlaagd met ruim EUR 3 miljoen omdat het besluit was genomen om de nieuwe verplichting voor het MES-programma pas in 2012 in te laten gaan. De uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds zijn verlaagd omdat de financieringsbehoefte van de Commissie in 2011 lager was dan verwacht als gevolg van vertragingen in regionale programma’s.

Beleidsthema 4 Meer welvaart en minder armoede

Nederland streeft naar duurzame economische ontwikkeling en armoedevermindering in ontwikkelingslanden en naar versterkte internationale economische betrekkingen. In dit kader heeft Nederland zich in 2011 ingezet voor een voorspelbaar en niet-discriminerend handelssysteem waarbij voldoende aandacht is voor de belangen van de minst ontwikkelde landen.

Ook heeft Nederland zich ingezet voor de ontwikkeling van de private sector in ontwikkelingslanden als motor voor groei en armoedevermindering. Daarbij wordt speciaal gekeken naar het speerpunt voedselzekerheid, waaraan de Nederlandse topsectoren Agro&Food en tuinbouw een belangrijke bijdrage kunnen leveren. In 2011 is het beleid ten aanzien van het speerpunt voedselzekerheid ontwikkeld, wat resulteerde in de Beleidsbrief Voedselzekerheid. In zes Afrikaanse landenzijn fast track initiatieven gestart, zoals in Ethiopië een aantal programma’s voor de verbetering van de toegang van boeren tot zaaigoed, kleinschalige tuinbouw en ontwikkeling van melkveehouderij en –verwerking. Ook is een aantal goedlopende publiek-private partnerschappen opgeschaald, zoals bijvoorbeeld het partnerschap met Solidaridad dat zich richt op het versterken van de positie van kleine boeren en ondernemers in internationale handelsketens.

Nederland heeft als co-voorzitter samen met Zuid-Afrika in de Informal Task Force on Tax and Development in de OESO voorstellen gedaan aan ontwikkelingslanden om belastingontduiking tegen te gaan.

In 2011 is een klein deel van de schuld van Ivoorkust kwijtgescholden in verband met de vorderingen van Ivoorkust in het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC)-traject.

De Nederlandse bijdrage aan de discussies bij het IMF en de Wereldbank over het schuldhoudbaarheidsraamwerk richt zich erop dat dit raamwerk beter moet aansluiten bij de lokale omstandigheden.

Daarnaast is er in 2011 meer focus aangebracht in het multilaterale beleid, inclusief de financiering van multilaterale instellingen. Het ministerie van Financiën is als aandeelhouder bij verschillende multilaterale instellingen actief. De aandeelhouders van de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) hebben gezamenlijk besloten tot uitbreiding van activiteiten naar de zuidelijke en oostelijke Mediterrane regio.

EBRD uitbereiding naar nieuwe regio

Tijdens de jaarvergadering van de EBRD in Astana 20-21 mei 2011 hebben de aandeelhouders van de Bank besloten tot een amendering van de EBRD-oprichtingsovereenkomst die een geografische uitbreiding van operaties mogelijk moest maken in de SEMED regio grenzend aan de Middellandse Zee (in eerste instantie in Egypte, Jordanië, Marokko, en Tunesië). De EBRD werd vanwege de ervaring van de Bank bij democratische en marktgeoriënteerde transitieprocessen en de solide kapitaalsbasis hiertoe gevraagd door de internationale gemeenschap (o.a. Europese Raad 25 maart 2011 en de G-8 Top in Deauville 26-27 mei 2011). Het kabinet steunt een duurzame transitie in de Arabische regio (cfm. Kamerstuk 32 263 nr. 40). In de nieuwe regio zal de EBRD zich richten op ontwikkeling van de private sector en transitie en daarbij vooral haar expertise inzetten.

De minister van Financiën is namens Nederland de gouverneur van de Bank. De minister van Buitenlandse Zaken is de plaatsvervangend gouverneur. Beiden ministeries werken nauw samen om deze amendering van het mandaat mogelijk te maken. De uitbreiding van het geografische werkgebied van de bank wordt gefinancierd binnen het bestaande kapitaal van de EBRD. Buitenlandse Zaken heeft daarnaast EUR 2 miljoen bijgedragen aan een Multi-donorfonds dat de Bank in staat stelt om een snelle start in de regio te maken. Zonder ratificatie mag de bank nog niet opereren in de nieuwe regio.

De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Buitenlandse Zaken hebben gezamenlijk belangrijke stappen gezet ter verbetering van de faciliteiten voor handels- en investeringsbevordering. Het beleid is erop gericht dat Nederlandse bedrijven meer profiteren van kansen op nieuwe markten en in sectoren waarbij economische diplomatie een sleutelrol speelt.

Internationaal ondernemen

De groei van de wereldhandel nam in 2011 sterk af, na het ingezette herstel in 2010. Ook de groei in een aantal belangrijke afzetmarkten stond onder druk, onder andere door de aanhoudende crisis in Europa en de budgettaire problemen in de VS. Opkomende markten groeiden gestaag verder. Onze economie profiteerde afgelopen jaar nog onvoldoende van de kansen die nieuwe markten en sectoren bieden.

Daarom zijn er flinke stappen gezet om Nederland beter aan te sluiten op de nieuwe markten en sectoren. Op 24 juni 2011 is in de Ministerraad de brief ‘Buitenlandse Markten, Nederlandse kansen’ goedgekeurd. Deze brief presenteerde de hoofdlijnen van het nieuwe internationaal economisch beleid ten behoeve van het bedrijfsleven. Het nieuwe beleid kent minder subsidies, meer economische diplomatie en heldere afspraken met de brancheorganisaties over de rolverdeling tussen de overheid en marktpartijen.

In 2011 is stevig ingezet op economische diplomatie. Bestaande subsidieregelingen zijn deels vervangen door een strategische agenda van projecten, kansen en belemmeringen in belangrijke groeimarkten waar kansen liggen die met behulp van economische diplomatie kunnen worden verzilverd. Ook is er een kabinetsbrede strategische reisagenda opgezet. Daarvan maken ook economische missies onderdeel uit. De topsectoren van de Nederlandse economie kunnen zich alleen door samenwerking tussen ondernemers, onderzoekers en de overheid blijven onderscheiden op de wereldmarkt. In 2011 is een begin gemaakt met het formuleren van de internationale ambities van de topsectoren.

Nederland heeft zich ingezet voor vrije en niet-discriminerende wereldhandel, in de World Trade Organization en bijvoorbeeld door het sluiten van Europese handelsverdragen.

Niet alleen in handel, maar ook in internationale investeringen werd de internationale koppositie van Nederland in 2011 onderschreven. Nederland is een grote investeerder in het buitenland en een van de grootste ontvangers van binnenkomende investeringen. Dat is mede te danken aan het goede vestigingsklimaat en de inspanningen van de Netherlands Foreign Investment Agency, dat een absoluut topjaar had. Er werden in 193 projecten een totaal van EUR 1.472 miljoen aan investeringen naar Nederland gehaald. Met deze projecten zijn 4 358 arbeidsplaatsen gemoeid.

Bij het internationaal economisch beleid is ook gekeken naar (voormalige) ontwikkelingslanden. Nederlandse bedrijven kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan ontwikkelingsvraagstukken op het gebied van water en voedselvoorzieningszekerheid. Via multilaterale organisaties, ambassadeprogramma’s, publiek-private partnerschappen en centrale instrumenten zoals het bedrijfsleveninstrumentarium werd gewerkt aan private sector ontwikkeling en het verbeteren van het lokale ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden. Dit hield onder meer in dat gewerkt werd aan het scheppen van de juiste randvoorwaarden om de private sector in ontwikkelingslanden tot bloei te brengen. De ontwikkeling van de private sector is de motor van lokale economische groei. Dit dient ook de

Nederlandse handels- en investeringsbelangen.

Nederlandse kennis en kunde, ingezet ten gunste van lokale economische ontwikkeling, werd actief bij ontwikkelingssamenwerking betrokken. De inzet van de Nederlandse kennis en kunde van de topsectoren is in 2011 op de kaart gezet en wordt gedragen door de bewindslieden van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gezamenlijk.

Tabel 4. Meer welvaart, minder armoede (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/

artikel/

omschrijving

Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 04.01 Handels- en financieel systeem 18.951 826 -6.788 359 12.163 1.185
  04.02 Armoede-bestrijding 297.090 294.590 70.924 67.663 368.014 362.253
  04.03 Onder-nemingsklimaat ontwikkelings-landen 487.096 482.596 -115.445 -115.445 371.651 367.151
  04.04 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelings-samenwerking 24.815 24.815 565 565 25.380 25.380
 

04.05 Nederlandse handels- en investerings

bevordering

6.660 0 -821 0 5.839 0
V&J 13.03.01 Rechtshandhand-having/Tech.ass. bij drugsbestr. Suriname 200 200 -140 -140 60 60
 

91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/

WIPO

146 0 -7 0 139 0
Financiën 04.20 Mult. Ontw. Banken en Fondsen 282.205 282.205 55.071 55.000 337.276 337.205
IenM 33.03 Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) 1.565 0 -327 0 1.238 0
  33.02 Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO en CCR-Rijnvaart) 925 0 -57 0 868 0
EL&I 2.45 Versterken gezamenlijke kennisbasis 4.384 0 722 0 5.106 0
  3.10 Zorgen voor aantr. regio's/steden om te kunnen ondern. (WTO) 226 0 -226 0 0 0
  4.01 Algemeen (bijdragen aan int. instituten) 0 0 520 0 520 0
  4.50 Handhaving niveau v. voorzieningszekerh. op korte + lange termijn 1.090 0 -716 0 374 0
  5.01 Algemeen 14.119 0 32.547 0 46.666 0
  5.20 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde 4.007 0 869 0 4.876 0
  5.30 Bevorderen van internationaal ondernemen 52.009 0 -29.148 0 22.861 0
  5.50 Programmatisch pakket 53.027 7.400 -9.606 -5.144 43.421 2.256
  10.30 Efficiënt werkende communicatie en postmarkt (bijdr. UPU/ITU) 2.501 0 -519 0 1.982 0
  39.11 Internationale contributies/FAO 6.973 3.556 -92 -47 6.881 3.509
  33.14 Beheer van de natuur (Tropisch hout) 61 0 0 0 61 0
Toerek. EKI-kwijtschelding 95.000 95.000 -90.675 -90.675 4.325 4.325
  Totaal 1.353.050 1.191.188 -93.349 -87.864 1.259.701 1.103.324

Financiële toelichting

BZ – De uitgaven voor het handels en investeringssysteem zijn lager dan begroot omdat er door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden minder aanspraak is gedaan op de garantievoorziening dan dat er ruimte was.

De hogere uitgaven voor armoedevermindering zijn een gesaldeerd effect van een aanpassing in de betalingsritmes aan de Wereldbank voor het Multilateral Debt Relief Initiative en de Heavily Indebted Poor Countries Initiative en een hogere uitgave aan het Bank Netherlands Partnership Program vanwege een eindbetaling, tegen verminderde uitgaven onder het thema Institutionele Ontwikkeling en in sectordoorsnijdende programma’s.

De uitgaven voor ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden zijn verminderd. Dat komt onder andere doordat een aantal posten wegens lokale omstandigheden minder heeft uitgegeven dan was voorzien en omdat een er vertraging is opgelopen in de uitvoering van onder andere het Global Agriculture and Food Program, het programma Strategic Alliances with International NGOs en activiteiten onder het thema Kennis en Vaardigheden. Anderzijds vonden hogere uitgaven plaats aan het Programma Uitgezonden Managers en het Minst Ontwikkelde Landen-fonds van de FMO vanwege versnelling in de uitvoering van bestaande activiteiten.

De mutatie voor de toerekening van de EKI-kwijtschelding is neerwaarts bijgesteld omdat voor 2011 was verwacht dat Ivoorkust het HIPC-eindpunt zou bereiken, waarna volledige kwijtschelding zou volgen, inclusief de exportkredietschulden (EKI). Dat heeft echter niet plaatsgevonden.

EL&I – De onderuitputting onder 05.30 ‘bevorderen internationaal ondernemen’ is voornamelijk toe te schrijven aan onderuitputting op de instrumenten ‘Overig Programmatisch Pakket’ en Package4Growth.

In de ontwerpbegroting 2011 is de bijdrage DG BEB aan Agentschap NL opgenomen onder de uitgaven geraamd op artikel 05.30 (OD2). Bij 2e suppletore wet 2010 zijn alle bijdragen aan agentschappen onder de materiële apparaatsuitgaven gebracht. Hierdoor is de realisatie van de uitgaven 2011 verantwoord onder de uitgaven apparaat artikel 05.01 (Algemeen), hetgeen de mutatie verklaart.

Financiën – De verhoging van de uitgaven onder multilaterale ontwikkelingsbanken en –fondsen wordt veroorzaakt doordat het verzilveringschema van het zachte-leningenloket van de Wereldbank (IDA) is aangepast.

Beleidsthema 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

De ontwikkeling van mens en maatschappij is een voorwaarde voor de duurzame economische ontwikkeling. Nederland is een internationaal erkende speler op gebied van Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). Bij de herziening van het Nederlands ontwikkelingsbeleid in 2011 is SRGR dan ook als één van de vier speerpunten van het beleid gekozen. Op dit gebied heeft Nederland zich in 2011 bijvoorbeeld ingezet voor een integrale aanpak van HIV/aids en SRGR bij UNAIDS.

Gelijke rechten voor mannen en vrouwen is eveneens een belangrijke doelstelling onder dit beleidsthema. In 2011 was de ambitie om de Nederlandse inzet op internationaal emancipatiebeleid te dissemineren. Daartoe is de Kamerbrief Internationaal Genderbeleid naar de Tweede Kamer verzonden. Ook heeft Nederland bijgedragen aan een nieuwe meerjarig fonds voor het behalen van de Millennium Development Goal 3.

Ter versterking van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden zijn in 2011 de activiteiten van start gegaan van twintig allianties van samenwerkende ontwikkelingsorganisaties die een subsidie hebben ontvangen in het kader van het medefinancieringsstelsel-II.

De Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling van het basisonderwijs in ontwikkelingslanden draagt bij aan betere kansen op betaald werk en daarmee op economische groei. In 2011 heeft Nederland bijvoorbeeld een bijdrage geleverd aan het UNICEF-programma Education in Emergencies and Post-Conflict Transition. De ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben tevens bijgedragen aan kennisontwikkeling en het bevorderen van internationale samenwerking op het gebied van onderwijs.

Tabel 5. Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 05.01 Onderwijs 258.567 258.567 -24.703 -24.703 233.864 233.864
  05.02 Kennisontwikkeling 134.757 132.161 -2.172 -2.172 132.585 129.989
  05.03 Gender 42.201 42.201 -3.250 -3.250 38.951 38.951
  05.04 HIV/AIDS 246.604 245.111 12.662 10.789 259.266 255.900
  05.05 Reproductieve gezondheid 162.886 162.886 -26.218 -26.218 136.668 136.668
  05.06 Participatie civil society 433.627 433.627 126.197 126.197 559.824 559.824
OCW 06.01 HBO (beurzen niet EU) 3.453 3.453 0 0 3.453 3.453
  07.10 Wetenschappelijk onderwijs 61.814 58.546 -171 -182 61.643 58.364
  16.01 Onderzoek en wetenschappen: WOTRO 454 454 0 0 454 454
EL&I 36.15 Kennisontwikkeling en innovatie 0 0 160 0 160 0
  36.16 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) 35 35 0 0 35 35
  36.16 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) 1.098 1.098 50 50 1.148 1.148
VWS 46.01.01 Sport en OS 1.500 1.500 -2 -2 1.498 1.498
  98.01.01 WHO-partnerschap 6.000 0 -426 0 5.574 0
  Totaal 1.352.996 1.339.639 82.127 80.509 1.435.123 1.420.148

Financiële toelichting

BZ –De verlaging van de uitgaven op artikel 5.5 ‘reproductieve gezondheid’ is het gevolg van de overheveling van alle MFS-II uitgaven naar artikel 5.6, als mede door een vertraging in een aantal centraal gefinancierde activiteiten. Daar staat tegenover dat het betalingsritme aan de Global Alliance for Vaccines and Immunization juist is verhoogd. Het budget voor artikel 5.6 ‘participatie civil society’ is verhoogd omdat alle MFS-uitgaven naar dit artikel zijn overgeheveld. Daarnaast heeft een aanpassing plaatsgevonden in de betalingsritmes ten behoeve van onder andere SNV.


Beleidsthema 6 Beter beschermd en verbeterd milieu

Nederland zet zich nationaal en internationaal in voor een duurzame leefomgeving. Dat komt tot uiting in de Nederlandse inzet voor het beperken van de mondiale temperatuurstijging tot maximaal twee graden Celsius. Er wordt invulling gegeven aan deze inzet door middel van een kosteneffectief klimaatbeleid.

Daartoe heeft Nederland deelgenomen aan de VN-klimaattop in Durban. De Nederlandse inzet was afgestemd op Europees niveau. De belangrijkste uitkomst van Durban is dat er een nieuw mondiaal bindend instrument voor het klimaatregime zal worden ontwikkeld.

In het huidige klimaatregime streeft Nederland naar het behalen van de Kyoto-doelstelling, onder andere met de inzet van het Clean Development Mechanism (CDM) en Joint Implementation (JI). JI wordt geïmplementeerd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en heeft samen met gegroende Assigned Amount Units in 2011 3,6 Mton aan vermeden CO2-uitstoot gerealiseerd. Het CDM wordt uitgevoerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en heeft in 2011 5,8 Mton aan vermeden CO2-uitstoot gerealiseerd.

CO2-reductieprogramma’s

Nederland kent in het kader van het Kyotoprotocol een verplichting om de nationale broeikasgasemissies in de periode 2008–2012 met zes procent ten opzichte van 1990 te reduceren. Op grond van de meest recente inzichten van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wordt verwacht dat Nederland de Kyotodoelstelling gaat halen.

In het kader van het Kyotoprotocol is afgesproken dat landen hun reductieverplichting via maatregelen in het buitenland mogen realiseren. Hiervoor zijn drie instrumenten beschikbaar: Internationale Emissiehandel, Joint Implementation (JI), en het Clean Development Mechanism (CDM). Het CDM en JI maken het voor bedrijven aantrekkelijk om in ontwikkelingslanden en landen in Midden- en Oost-Europa in schone technologieën te investeren. Zij kunnen de uitgespaarde broeikasgassen verkopen aan industrielanden. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid voor landen om emissieruimte, in de vorm Assigned Amount Units (AAU’s), die ze over hebben, aan anderen te verkopen.

Daarnaast zet Nederland zich in voor duurzaam gebruik en beheer van natuurlijke hulpbronnen. Nederland draagt onder meer bij aan de kennisontwikkeling op het gebied van bosbeheer en boslandbouw. Een gezamenlijke inspanning van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu in het kader van het Interdepartementale Beleidsprogramma Biodiversiteit en via het Initiatief Duurzame Handel heeft geleid tot een groei in de vraag naar duurzaam hout, onder andere dankzij publieksvoorlichting en monitoring van de houtimport.

Duurzaam waterbeheer is één van de speerpunten van het Nederlands beleid. De Nederlandse watersector kan daar mondiaal een belangrijke bijdrage aan leveren. Het Nederlands buitenlands beleid faciliteert een samenwerking tussen Nederlandse experts uit kennisinstellingen en het bedrijfsleven enerzijds en vertegenwoordigers van de betrokken ministeries uit de focuslanden van Water Mondiaal (Vietnam, Egypte, Bangladesh, Mozambique en Indonesië) anderzijds. In Vietnam heeft dit bijvoorbeeld geleid tot een klimaatadaptatiestrategie voor de Mekong-delta en Ho Chi Min stad. De krachten van de Nederlandse watersector worden gebundeld in het programma Partners voor Water, waarvan de uitvoering ligt bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Partners voor Water

Partners voor Water (II en III) bundelt krachten om de Nederlandse watersector te versterken. Nederlandse waterexpertise vanuit de overheid, het bedrijfsleven, kennisinstellingen en NGO's wordt structureel ingezet om bij te dragen aan duurzame oplossingen voor de wereldwaterproblematiek en bij te dragen aan versterking van de Nederlandse exportpositie.

De middelen van PvW II zijn in 2011 vrijwel uitgeput. Evaluatie van afgesloten projecten en activiteiten levert een beeld op van substantiële spin-off. De Wereldbank en de Asian Development Bank hebben diverse projecten gefinancierd waarbij Nederlandse organisaties een rol spelen in de uitvoering. Een aantal initiatieven zijn verzelfstandigd.

In 2010 is een start gemaakt met PvW III, met een vergelijkbaar budget als voor PvW II. Vooralsnog worden de ambities van Water Mondiaal en de met name de 5 deltalanden uit dit budget gefinancierd. Om dit (deels) te kunnen accommoderen is het aantal PvW landen terug gebracht van 43 naar 26 inclusief de 5 deltalanden Indonesië, Vietnam, Bangladesh, Egypte en Mozambique.

In 2011 is voor EUR 4 miljoen aan beschikkingen afgegeven onder de tijdelijke subsidieregeling binnen het tijdelijke crisiskader. Eind 2010 was de definitieve subsidieregeling vrijwel afgerond.

Enkele voorbeelden van projecten en activiteiten die in 2011 aan de doelstelling hebben bijgedragen:

  • Het thema "Water en klimaatadaptatie" werd internationaal geagendeerd middels het Cooperative Programme on Water and Climate (CPWC). Vanuit CPWC is in 2011 nog een belangrijke bijdrage geleverd aan het opstarten van de programma’s op de deltalanden.

  • Het project Jakarta Coastal Defense Strategy Study is uitgevoerd om een strategie te ontwikkelen voor het sterk verminderen van de risico’s voor overstroming vanuit de zee en rivieren, mede als gevolg van bodemdaling. Nederland is gevraagd om in dit stadium de te assisteren bij de procesbegeleiding en multi-stakeholder betrokkenheid. De studie krijgt een vervolg in de vorm van een masterplanstudie.

  • Voor Bangladesh, Egypte en Mozambique zijn eerdere verkennende missies uitgewerkt om met de NL ambassades en lokale partijen vorm te geven aan de focus voor de Water Mondiaal samenwerking.. In 2011 heeft dat geresulteerd in conferenties, oprichting van samenwerkingsverbanden en de formulering van strategische projecten

  • Voor een sterke internationale positie is het van belang om als Nederland te blijven innoveren. Daarom heeft Partners voor Water bijgedragen aan de doorontwikkeling van de innovatieprogramma's 'delta- en watertechnologie', en aan het Programma Human Capital Water. Verder is gewerkt aan de doorontwikkeling van de toekomstvisie 2020 voor de sector.

  • Om de internationale zichtbaarheid van Nederland te versterken, heeft PvW veel energie gestoken in communicatie ( www.dutchwatersector.com) en aanwezigheid op diverse internationale podia.

  • Een bijdrage is geleverd aan de formulering en uitwerking van de Top Sector Water. In enkele landen (waaronder Bangladesh, Indonesië en Mozambique) wordt aangesloten bij de uitvoering van de bilaterale OS-programma’s.

  • De Syrian Dutch Water Cooperation is stil gelegd in verband met de onrust.

Tabel 6. Beter beschermd en verbeterd milieu (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/

artikel/omschrijving

Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 06.01 Milieu en water 334.985 332.566 -53.992 -54.727 280.993 277.839
  06.02 Water en stedelijke ontwikkeling 136.757 136.757 8.781 8.781 145.538 145.538
IenM 31.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 9.536 0 221 0 9.757 0
  37.01 Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 736 27 154 9 890 36
  57.44 Internationaal milieubeleid 3.970 0 -1.492 0 2.478 0
  57.48 Clean development mechanism 93.675 0 -46.330 0 47.345 0
  61.89 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties 335 0 -335 0 0 0
EL&I 4.20 Duurzame energie (Joint Implementation) 31.563 0 -19.308 0 12.255 0
  33.14 Programma 'Leren voor Duurzame Ontwikkeling' 1.000 1.000 0 0 1.000 1.000
  39.11 Internationale contributies/UNEP 243 243 0 0 243 243
  Totaal 612.800 470.593 -112.301 -45.937 500.499 424.656

Financiële toelichting

BZ – De uitgaven op gebied van milieu en water zijn lager dan begroot als gevolg van een technische overheveling naar artikel 5.6 van alle MFS-uitgaven. Daarnaast zijn enkele uitgaven aan hernieuwbare energieprojecten vertraagd, terwijl aan het Global Environment Fund juist een extra betaling is gedaan als gevolg van een aangepast betalingsritme.

IenM - De onderuitputting bij het CDM in 2011 vloeit voort uit het feit dat in het budget een bedrag was opgenomen voor eventuele noodzakelijke aankopen om het halen van de Kyoto-doelstelling zeker te kunnen blijven stellen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving bestaat er namelijk een kans dat Nederland 8 Mton tekort zal komen om de Kyoto-doelstelling te halen. Deze aankopen hebben nog niet plaatsgevonden, omdat gewacht wordt totdat in 2013/2014 de werkelijke emissies in de Kyoto-periode en de leveringen op de aangekochte emissierechten bekend zijn.

EL&I - De lagere uitgaven bij Joint Implementation worden veroorzaakt door een ongunstig investeringsklimaat, waarbij ook sprake is geweest van een faillissement. Hierdoor zijn de investeringen bij projecten in het buitenland op het gebied van reductie van broeikasgasemissie lager uitgekomen dan geraamd.


Beleidsthema 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer

Jaarlijks gaan miljoenen Nederlanders op reis, en brengen er miljoenen mensen een bezoek aan Nederland. Het beschermen van Nederlanders in het buitenland en het reguleren van het personenverkeer is daarom belangrijk.

In 2011 is er bijstand verleend aan Nederlanders in noodsituaties in onder andere Egypte, Japan, Ivoorkust, Jemen, Libië en Syrië. De capaciteit voor de crisisrespons door de consulaire dienstverlening is vergroot.

Consulaire dienstverlening richt zich ook op Nederlanders die het risico lopen om ter dood te worden veroordeeld. Deze personen ontvangen een voorziening voor bijstand, die in 2011 is verruimd. Een rapport over Nederlandse gedetineerden in het buitenland werd in mei 2011 naar de Tweede Kamer gestuurd.

De regulering van het personenverkeer omvat ook het asielbeleid en de visumverlening. De eerstejaarstoerekening staat op de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maar valt onder ODA. Daarom komen de uitgaven als toerekening onder de HGIS. Het aantal visumaanvragen steeg van 390 000 in 2010 tot 425 000 in 2011.

Tabel 7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/

omschrijving

Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 07.01 Consulaire dienstverlening 16.809 0 -2.871 0 13.938 0
  07.02 Vreemdelingenbeleid 10.130 9.000 -212 -217 9.918 8.783
Toerek Opvang van asielzoekers 272.998 272.998 66.700 66.700 339.698 339.698
  Totaal 299.937 281.998 63.617 66.483 363.554 348.481

Financiële toelichting

BZ – De verlaging van het budget voor consulaire dienstverlening wordt veroorzaakt doordat de kosten voor het consulaire informatiesysteem lager zijn dan voorzien. De mutatie op de toerekening opvang van asielzoekers bestaat uit twee delen. Enerzijds vond er een naheffing plaats bij de afrekening uit 2010 van EUR 42 miljoen vanwege een stijging van de gemiddelde kostprijs per asielzoeker. Anderzijds is de raming voor 2011 bijgesteld met EUR 24 miljoen vanwege een stijging van de gemiddelde opvangduur per asielzoeker.

Beleidsthema 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Internationale culturele samenwerking is één van de instrumenten die bijdragen aan het sterke profiel van Nederland in het buitenland. Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ministeries van Onderwijs, Cultuur Wetenschap en Buitenlandse Zaken. In de uitvoering, onder meer op het topgebied creatieve industrie, werken beide ministeries samen met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

In 2011 veranderde de focus van het internationaal cultuurbeleid: meer aandacht voor cultureel topsegment en voor een versterking van het Nederlands economisch belang, door verbanden tussen cultuur, handel en economie te benadrukken. Concreet voorbeeld was de rol van Nederland als gastland tijdens de internationale boekenbeurs van Beijing. Ook de topsector creatieve industrie genoot in 2011 prioriteit, onder meer via het programma Dutch Design Fashion and Architecture (DutchDFA).

Een ander instrument voor het versterken van het de beeldvorming van het Nederlands buitenlands beleid in binnen- en buitenland is het inzetten van publieksdiplomatie. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een aantal bestaande programma’s voor publieksdiplomatie in 2011 samengebracht tot één bezoekersprogramma ‘In gesprek met Buitenlandse Zaken’.

Daarnaast werd in 2011 de geplande brede visie op het Nederlandse gastheerschap jegens internationale organisaties goedgekeurd door de interdepartementale stuurgroep Nederland Gastland. De visie sluit aan bij de positie en het profiel van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld. In het kader hiervan zijn in 2011 ook de deelvestigingen van de restmechanismes van de tribunalen voor Rwanda en Joegoslavië voorbereid.

Tabel 8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/

omschrijving

Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 08.01 Nederlandse cultuur 8.118 472 -1.391 -81 6.727 391
  08.02 Cultureel erfgoed 4.885 2.149 4.753 3.634 9.638 5.783
  08.03 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 50.309 25.025 1.223 5.648 51.532 30.673
  08.04 Vestigingsklimaat internationale org. in Nederland 55 0 177 0 232 0
OCW 08.11 Cultuur: overig 904 0 -167 0 737 0
  14.01/02/04 Cultuur: overig 5.666 0 968 0 6.634 0
  Totaal 69.937 27.646 5.563 9.201 75.500 36.847

Financiële toelichting

BZ – De totale mutatie van EUR 5,6 miljoen voor beleidsthema 8 wordt met name veroorzaakt door het feit dat de aanslagen voor de verdragscontributie voor UNESCO (artikel 08.02 ‘cultureel erfgoed’, EUR 4,8 miljoen) eerder werden ontvangen dan verwacht, waardoor betaling nog in 2011 heeft plaatsgevonden.

Beleidsthema 9 Overige uitgaven

Onder het thema overige uitgaven zijn de uitgaven gebracht die niet binnen één van de inhoudelijke beleidsthema’s kunnen worden geplaatst. De uitgaven betreffen met name de apparaatsuitgaven van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de middelen voor attachés. Vanuit bijna alle ministeries worden attachés met specialistische kennis uitgezonden naar Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.

In 2011 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken plannen opgesteld om invulling te geven aan de bezuinigingen en hervormingen die zijn ingegeven door het Regeerakkoord, om zowel het departement als de posten efficiënter, goedkoper en flexibeler te maken. Dit betreft ook de attachés van de vakministeries binnen de HGIS.

Uitgangspunten bij de hervorming van het postennet zijn het centraal stellen van Nederlandse belangen via onder andere intensivering van de economische diplomatie, ‘structuur volgt functie’, modernisering en vereenvoudiging van de consulaire dienstverlening (zie hieronder) en flexibeler, meer gefocust, geïntegreerder en dynamischer werken. Hiertoe zijn er voor het eerst ambassadeurs benoemd in Panama en in Juba. Chonqing in West-China is gekozen als locatie voor een Consulaat-Generaal. De ambassade in Yaoundé werd gesloten, en de ambassades is Asmara, Quito en Montevideo bereiden zich voor op een spoedige sluiting. De posten in Lusaka, Ouagadougou, Managua en La Paz blijven tot 2014 open maar bereiden zich tevens voor op sluiting. De taakstelling voor de reductie van het aantal fte met 391 voor de periode 2008-2011 is in 2011 behaald.

Tabel 9. Overige uitgaven (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
BZ 09.01 Geheim 0 0 10 0 10 0
  10.01 Nominaal en onvoorzien 62.261 0 -62.165 0 96 0
  11.01 Apparaatsuitgaven 780.427 218.201 -84.810 -11.255 695.617 206.946
Div. dept. Attachés 55.288 0 -1.980 0 53.308 0
  Totaal 897.976 218.201 -148.945 -11.255 749.031 206.946

Financiële toelichting

BZ – De lagere apparaatsuitgaven zijn het gevolg van lagere uitgaven aan zowel personele als materiële uitgaven. Dit is het gevolg van een afname van het aantal uitgezonden medewerkers en van een overheveling van budget naar het ministerie van Defensie voor de persoonsbeveiliging op hoog-risicoposten, alsmede van een verlaging van de uitgaven aan buitenlandse huisvesting.

Ten slotte heeft er een onderbesteding plaatsgevonden als gevolg van eerdere begrotingsbesluitvorming ter correctie van de kasschuif die in 2013 ten laste van het apparaatsartikel is gebracht.

Bijlage 1a. HGIS-uitgaven 2011 horizontaal: per ministerie en per begrotingsartikel (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
    Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
V Buitenlandse Zaken
01.00 Versterkte int. rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
01.01 Internationale rechtsorde 47.330 5.154 5.729 1.084 53.059 6.238
01.02 Mensenrechten 49.539 35.305 6.063 4.520 55.602 39.825
01.03 Internationale juridische instellingen 21.400 -7.517 0 13.883
02.00 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur
02.01 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 17.543 -4.913 0 12.630
02.02 Bestrijding internationaal terrorisme 500 0 0 500
02.03 Non-proliferatie en ontwapening 9.553 2.875 4.302 377 13.855 3.252
02.04 Conventionele wapenbeheersing 0 0
02.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 350.668 225.435 3.594 -16.209 354.262 209.226
02.06 Humanitaire hulpverlening 252.267 250.000 12.988 14.117 265.255 264.117
02.07 Goed bestuur 133.635 121.351 4.136 738 137.771 122.089
03.00 Versterkte Europese samenwerking
03.02 Ondersteuning bij pre- en postaccessie 9.428 -3.566 3.710 5.862 3.710
03.03 EOF Europees Ontwikkelingsfonds 189.133 189.133 -25.900 -25.900 163.233 163.233
03.04 Nederlandse positie in de EU 3.145 715 0 3.860
03.05 Raad van Europa 9.303 377 0 9.680
04.00 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede
04.01 Handels- en financieel systeem 18.951 826 -6.788 359 12.163 1.185
04.02 Armoedebestrijding 297.090 294.590 70.924 67.663 368.014 362.253
04.03 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden 487.096 482.596 -115.445 -115.445 371.651 367.151
04.04 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking 24.815 24.815 565 565 25.380 25.380
04.05 Nederlandse handels- en investeringsbevordering 6.660 -821 0 5.839
05.00 Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling
05.01 Gelijke kansen op doorlopen kwalitatief goed onderwijs 258.567 258.567 -24.703 -24.703 233.864 233.864
05.02 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek 134.757 132.161 -2.172 -2.172 132.585 129.989
05.03 Gender 42.201 42.201 -3.250 -3.250 38.951 38.951
05.04 HIV/AIDS 246.604 245.111 12.662 10.789 259.266 255.900
05.05 Reproductieve gezondheid 162.886 162.886 -26.218 -26.218 136.668 136.668
05.06 Participatie civil society 433.627 433.627 126.197 126.197 559.824 559.824
06.00 Beter beschermd en verbeterd milieu
06.01 Milieu en water 334.985 332.566 -53.992 -54.727 280.993 277.839
06.02 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen 136.757 136.757 8.781 8.781 145.538 145.538
07.00 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer
07.01 Consulaire dienstverlening 16.809 -2.871 0 13.938
07.02 Vreemdelingenbeleid 10.130 9.000 -212 -217 9.918 8.783
08.00 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland
08.01 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden 8.118 472 -1.391 -81 6.727 391
08.02 Cultureel erfgoed 4.885 2.149 4.753 3.634 9.638 5.783
08.03 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 50.309 25.025 1.223 5.648 51.532 30.673
08.04 Vestigingsklimaat int. organisaties in Nederland 55 177 0 232
09.00 Geheim
09.01 Geheim 10 0 10
10.00 Nominaal en onvoorzien
10.01 Nominaal en onvoorzien 62.261 -62.165 0 96
11.00 Algemeen
11.01 Apparaatsuitgaven 780.427 218.201 -84.810 -11.255 695.617 206.946
Totaal 4.611.434 3.630.803 -163.538 -31.995 4.447.896 3.598.808
VI Veiligheid en Justitie
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Tech. ass. bij drugsbestrijding Suriname 200 200 -140 -140 60 60
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Europol en Eurojust 32.677 -7.344 0 25.333
13.03.03 Rechtshandhandhaving/NFI 500 9 0 509
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/Attachés 1.293 -241 0 1.052
91.01.01/23.02.01 Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen 6.997 6.935 6.997 6.935
91.01.01 Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO 146 -7 0 139
Totaal 34.816 200 -726 6.795 34.090 6.995
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
39.01 Apparaat (attachés) 721 -218 0 503
Totaal 721 0 -218 0 503 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
06.01 HBO (beurzen niet EU) 3.453 3.453 0 0 3.453 3.453
07.10 Wetenschappelijk onderwijs 61.814 58.546 -171 -182 61.643 58.364
08.11 Internationaal beleid: attachés 150 0 0 150
08.11 Internationaal beleid: Cultuur overig 904 -167 0 737
14.01/02/04/05 Cultuur: overig 5.666 968 0 6.634
16.01 Onderzoek en wetenschappen: WOTRO 454 454 0 0 454 454
16.03 Attaché China 252 -64 0 188
Totaal 72.693 62.453 566 -182 73.259 62.271
IXB Financiën
01 Belastingen
02 Belastingdienst (attachés) 1.324 -24 0 1.300
04 Internationale betrekkingen
20 Mult. Ontw. Banken en Fondsen 282.205 282.205 55.071 55.000 337.276 337.205
09 Algemeen (apparaat/attachés) 1.075 236 0 1.311
Totaal 284.604 282.205 55.283 55.000 339.887 337.205
X Defensie
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) 270.694 13.000 -84.592 -9.000 186.102 4.000
26 Commando Dienstencentra
06.01 Attachés 20.688 0 0 20.688
Totaal 291.382 13.000 -84.592 -9.000 206.790 4.000
XII Infrastructuur en Milieu
31.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 9.536 221 0 9.757
33.02 Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO en CCR-Rijnvaart) 925 -57 0 868
33.03 Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) 1.565 -327 0 1.238
37.01 Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 736 27 154 9 890 36
41.01 Attachés 2.104 -78 0 2.026
57.44 Internationaal milieubeleid 3.970 -1.492 0 2.478
57.48 Clean development mechanism 93.675 -46.330 0 47.345
61.82 Apparaat/attachés 316 0 0 316
61.89 Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties 335 -335 0 0
Totaal 113.162 27 -48.244 9 64.918 36
XIII Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
2 Een sterk innovatievermogen
01 Algemeen (attachés) 5.679 630 0 6.309
45 IS opkomende markten 4.384 722 0 5.106
3 Een concurrerend ondernemingsklimaat
10 Bijdrage UNWTO 226 -226 0
4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding
01 Algemeen (bijdragen aan int. instituten) 520 0 520
20 CO2/reductieplan-Joint Implementation 31.563 -19.308 0 12.255
50 Bijdrage aan diverse instituten 1.090 -716 0 374
5 Internationale Economische Betrekkingen
01 Algemeen 14.119 32.547 0 46.666
20 Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde 4.007 869 0 4.876
30 Bevorderen van internationaal ondernemen 52.009 -29.148 0 22.861
50 Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten 53.027 7.400 -9.606 -5.144 43.421 2.256
10 Elektronische communicatie en post
30 Bijdrage aan internationale organisaties 2.501 -519 0 1.982
33 Natuur
14 Beheer van de natuur (Tropisch hout) 61 0 0 61
14 Programma 'Leren voor Duurzame Ontwikkeling' 1.000 1.000 0 0 1.000 1.000
36 Kennis en Innovatie
15 Kennisontwikkeling en innovatie 160 0 160
16 Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) 35 35 0 0 35 35
16 Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) 1.098 1.098 50 50 1.148 1.148
39 Algemeen
11 Internationale contributies/FAO 6.973 3.556 -92 -47 6.881 3.509
11 Internationale contributies/UNEP 243 243 0 0 243 243
21 Apparaatsuitgaven (attachés) 19.828 -2.235 0 17.593
Totaal 197.843 13.332 -26.352 -5.141 171.491 8.191
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
98.08.06 Apparaatsuitgaven (attachés) 749 0 0 749
Totaal 749 0 0 0 749 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
46.01.01 Sport en OS 1.500 1.500 -2 -2 1.498 1.498
98.01.01 WHO-partnerschap 6.000 -426 0 5.574
98.02.01 Algemeen, apparaatsuitgaven (attachés) 1.109 14 0 1.123
Totaal 8.609 1.500 -414 -2 8.195 1.498
Toerekeningen
EU-begroting 405.600 329.867 0 0 405.600 329.867
EKI-kwijtschelding 95.000 95.000 -90.675 -90.675 4.325 4.325
Opvang asielzoekers 272.998 272.998 66.700 66.700 339.698 339.698
Totaal 773.598 697.865 -23.975 -23.975 749.623 673.890
TOTAAL UITGAVEN 6.389.611 4.701.385 -292.210 -8.491 6.097.401 4.692.894

Bijlage 1b. HGIS-ontvangsten 2011 horizontaal: per ministerie en per begrotingsartikel (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011
V Buitenlandse Zaken
22 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum. hulpverl. en goed bestuur
10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 149 -149
70 Humanitaire hulpverlening 1.000 347 1.347
23 Versterkte Europese samenwerking
40 Restitutie Raad van Europa 243 243
24 Meer welvaart en minder armoede
10 Aflossingen en rente begrotingsleningen 20.483 8.840 29.323
27 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en regulering v.h. pers. verkeer
10 Consulaire dienstverlening 38.450 2.553 41.003
28 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en buiten Nederland
10 Doorberekening Defensie diversen 790 -16 774
31 Algemeen
10 Diverse ontvangsten 57.326 56.867 114.193
20 Koersverschillen 38.746 38.746
Totaal 118.198 107.431 225.629
VI Veiligheid en Justitie
13.03.01 Rechtshandhaving/Europol 258 258
Totaal 0 258 258
IXB Financiën
04.07.01 Ontvangsten IFI's 8.920 3.628 12.548
Totaal 8.920 3.628 12.548
X Defensie
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties 1.407 1.807 3.214
Totaal 1.407 1.807 3.214
XIII Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
05 Internationale economische betrekkingen
21 Ontvangsten kredieten en garanties 10.681 -2.044 8.637
90 Diverse ontvangsten BEB 1.134 -677 457
Totaal 11.815 -2.721 9.094
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
98.03.01 Algemeen ontvangsten 5 5
Totaal 0 5 5
TOTAAL ONTVANGSTEN 140.340 110.408 250.748

Bijlage 2. ODA-uitgaven 2011 naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

Begroting/Beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011

Begroting/

artikel

Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten
1.1 Internationale rechtsorde 5.154 1.084 6.238 V-01.01
1.2 Mensenrechten 35.305 4.520 39.825 V-01.02
Totaal 40.459 5.604 46.063
Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur
2.3 Non-proliferatie en ontwapening 2.875 377 3.252 V-02.03
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 225.435 -16.209 209.226 V-02.05
2.6 Humanitaire hulpverlening 250.000 14.117 264.117 V-02.06
2.7 Goed bestuur 121.351 738 122.089 V-02.07
V&J Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen 0 6.935 6.935

VI-91.01.01/

23.02.01

Defensie Crisisbeheersingsoperaties 13.000 -9.000 4.000 X-20
Totaal 612.661 -3.042 609.619
Versterkte Europese samenwerking
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie 0 3.710 3.710 V-03.02
3.3 EOF Europees ontwikkelingsfonds 189.133 -25.900 163.233 V-03.03
Toerek. Toerekening EU-begroting 329.867 0 329.867 Toerekening
Totaal 519.000 -22.190 496.810
Meer welvaart en minder armoede
4.1 Handels- en financieel systeem 826 359 1.185 V-04.01
4.2 Armoedebestrijding 294.590 67.663 362.253 V-04.02
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 482.596 -115.445 367.151 V-04.03
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking 24.815 565 25.380 V-04.04
V&J Rechtshandhaving/Tech.ass. bij drugsbestr. Suriname 200 -140 60 VI-13.03.01
Financiën Mult. Ontw. Banken en Fondsen 282.205 55.000 337.205 IXB-04.20
EL&I Faciliteit transitielanden 7.400 -5.144 2.256 XIII-5.50
Internationale contributies/FAO 3.556 -47 3.509 XIII-39.11
Toerek. EKI-kwijtschelding 95.000 -90.675 4.325 Toerekening
Totaal 1.191.188 -87.864 1.103.324
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling
5.1 Onderwijs 258.567 -24.703 233.864 V-05.01
5.2 Kennisontwikkeling 132.161 -2.172 129.989 V-05.02
5.3 Gender 42.201 -3.250 38.951 V-05.03
5.4 HIV/AIDS 245.111 10.789 255.900 V-05.04
5.5 Reproductieve gezondheid 162.886 -26.218 136.668 V-05.05
5.6 Participatie civil society 433.627 126.197 559.824 V-05.06
OCW HBO (beurzen niet EU) 3.453 0 3.453 VIII-06.01
Wetenschappelijk onderwijs 58.546 -182 58.364 VIII-07.10
Onderzoek en wetenschappen: WOTRO 454 0 454 VIII-16.01
EL&I Waarborgen van het kennisstelsel (Intern. onderwijs) 35 0 35 XIII-36.16
Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) 1.098 50 1.148 XIII-36.16
VWS Sport en OS 1.500 -2 1.498 XVI-46.01.01
Totaal 1.339.639 80.509 1.420.148
Beter beschermd en verbeterd milieu
6.1 Milieu en water 332.566 -54.727 277.839 V-06.01
6.2 Water en stedelijke ontwikkeling 136.757 8.781 145.538 V-06.02
IenM Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 27 9 36 XII-37.01
EL&I Programma 'Leren voor Duurzame Ontwikkeling' 1.000 0 1.000 XIII-33.14
Internationale contributies/UNEP 243 0 243 XIII-39.11
Totaal 470.593 -45.937 424.656
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer
7.2 Vreemdelingenbeleid (opvang asielzoekers) 9.000 -217 8.783 V-07.02
Toerek. Opvang van asielzoekers 272.998 66.700 339.698 Toerekening
Totaal 281.998 66.483 348.481
Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland
8.1 Nederlandse cultuur 472 -81 391 V-08.01
8.2 Cultureel erfgoed 2.149 3.634 5.783 V-08.02
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 25.025 5.648 30.673 V-08.03
Totaal 27.646 9.201 36.847
Algemeen
11.1 Apparaatsuitgaven 218.201 -11.255 206.946 V-11.01
Totaal 218.201 -11.255 206.946
Totaal ODA binnen HGIS 4.701.385 -8.491 4.692.894
ODA buiten HGIS (instituten EL&I) 4.725 4.725
TOTAAL ODA 4.706.110 -8.491 4.697.619  

Bijlage 3. ODA-prestatie 2011 (bedragen in miljoenen EUR)

ODA-prestatie in 2011    
ODA-uitgaven (1) 4.686,0
Af: Aflossingen op ODA-leningen (2) 54,9
Af: Ontvangsten op eerdere ODA-uitgaven (3) 109,2
Netto ODA (1-2-3) 4.521,9
BNP 2011 605.640,0
ODA-prestatie 2011   0,75%
Extra ODA voor de GPM (Kunduz):  11,6

Bijlage 4. ODA-uitgaven 2011 per land

Profiel 1 landen 2011
Benin
2.07 Goed bestuur 1.786.000
4.02 Armoedevermindering 2.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1.801.000
5.01 Onderwijs 6.526.000
5.03 Gender 2.000
6.01 Milieu en water 828.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 9.039.000
Totaal 19.984.000
Ethiopië
2.07 Goed bestuur 1.736.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 20.699.000
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS 109.000
5.01 Onderwijs 1.573.000
5.03 Gender 463.000
5.04 HIV/AIDS 7.983.000
5.05 Reproductieve gezondheid 5.960.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 3.000.000
Totaal 41.523.000
Mali
1.02 Mensenrechten 20.000
2.07 Goed bestuur 502.000
4.02 Armoedevermindering 15.000.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 3.191.000
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS 315.000
5.01 Onderwijs 8.981.000
5.04 HIV/AIDS 7.000
5.05 Reproductieve gezondheid 9.951.000
6.01 Milieu en water 17.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 4.529.000
Totaal 42.513.000
Mozambique
2.07 Goed bestuur 2.124.000
4.02 Armoedevermindering 18.000.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 4.976.000
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS 164.000
5.01 Onderwijs 305.000
5.03 Gender 457.000
5.04 HIV/AIDS 2.733.000
5.05 Reproductieve gezondheid 9.000.000
6.01 Milieu en water 25.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 11.287.000
Totaal 49.071.000
Oeganda
1.02 Mensenrechten 530.000
2.07 Goed bestuur 5.871.000
4.02 Armoedevermindering 212.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 591.000
5.01 Onderwijs 2.893.000
5.03 Gender 92.000
Totaal 10.189.000
Rwanda
2.07 Goed bestuur 6.607.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 14.088.000
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS 125.000
5.01 Onderwijs 6.200.000
6.01 Milieu en water 7.030.000
Totaal 34.050.000
Profiel 2 landen 2011
Afghanistan
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 29.542.000
2.07 Goed bestuur 2.152.000
Totaal 31.694.000
Burundi
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 10.500.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 126.000
Totaal 10.626.000
Jemen
1.02 Mensenrechten 108.000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 228.000
2.07 Goed bestuur 342.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1.308.000
4.04 Kwaliteit en effectiviteit OS 5.000
5.01 Onderwijs 600.000
5.03 Gender 50.000
5.05 Reproductieve gezondheid 734.000
6.01 Milieu en water 6.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 40.000
Totaal 3.421.000
Palestijnse Autoriteiten
1.02 Mensenrechten 1.089.000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 13.115.000
2.07 Goed bestuur 5.054.000
Totaal 19.258.000
Soedan
1.02 Mensenrechten 1.084.000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 35.884.000
2.07 Goed bestuur 520.000
Totaal 37.488.000
Brede relatie 2011
Bangladesh
2.07 Goed bestuur 2.707.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 882.000
5.01 Onderwijs 18.720.000
5.03 Gender 948.000
5.05 Reproductieve gezondheid 6.790.000
6.01 Milieu en water 10.724.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 15.021.000
Totaal 55.792.000
Ghana
2.07 Goed bestuur 105.000
4.02 Armoedevermindering 10.000.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 276.000
5.01 Onderwijs 6.644.000
5.03 Gender 485.000
5.05 Reproductieve gezondheid 18.443.000
6.01 Milieu en water 9.075.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 77.000
Totaal 45.105.000
Indonesië
2.07 Goed bestuur 11.340.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1.262.000
5.01 Onderwijs 14.394.000
5.02 Kennisontwikkeling 4.000.000
6.01 Milieu en water 9.892.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 12.452.000
Totaal 53.340.000
Kenia
1.02 Mensenrechten 29.000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 51.000
2.07 Goed bestuur 3.642.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2.975.000
6.01 Milieu en water 1.744.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 4.802.000
Totaal 13.243.000
Transitielanden 2011
Colombia
1.02 Mensenrechten 1.931.000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 2.341.000
2.07 Goed bestuur 781.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1.686.000
6.01 Milieu en water 7.570.000
Totaal 14.309.000
Vietnam
4.02 Armoedevermindering 2.647.000
5.04 HIV/AIDS 1.186.000
5.05 Reproductieve gezondheid 4.627.000
6.02 Duurzaam waterbeheer 5.240.000
Totaal 13.700.000
Zuid Afrika
2.07 Goed bestuur 3.455.000
4.02 Armoedevermindering 20.000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1.532.000
5.01 Onderwijs 9.684.000
5.04 HIV/AIDS 6.321.000
Totaal 21.012.000
Regionale programma's 2011
Afrika Grote Meren
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 500.000
2.07 Goed bestuur 260.000
6.01 Milieu en water 8.446.000
Totaal 9.206.000
Exitlanden 2011
Albanië 275.000
Armenië 618.000
Bhutan 2.000.000
Bolivia 37.432.000
Bosnië & Herzegovina 7.051.000
Burkina Faso 38.668.000
Congo, Democratische Republiek 4.163.000
Egypte 6.393.000
Europa en Centraal Azië 3.255.000
Georgië 224.000
Guatemala 12.736.000
Kaap Verdië 1.700.000
Kosovo 746.000
Macedonië 1.029.000
Moldavië 2.840.000
Mongolië 4.407.000
Nicaragua 14.787.000
Pakistan 17.727.000
Senegal 19.259.000
Sri Lanka 74.000
Suriname 33.318.000
Tanzania 47.867.000
Zambia 14.628.000
Zimbabwe 5.205.000
Totaal Exitlanden 276.402.000

Bijlage 5. Non-ODA uitgaven 2011 per beleidsthema (bedragen x EUR 1000)

 Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving Begroting 2011 Mutatie Realisaties 2011 Begroting/artikel
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten
1.1 Internationale rechtsorde 42.176 4.645 46.821 V-01.01
1.2 Mensenrechten 14.234 1.543 15.777 V-01.02
1.3 Internationale juridische instellingen 21.400 -7.517 13.883 V-01.03
VenJ Rechtshandhaving/Europol en Eurojust 32.677 -7.344 25.333 VI-13.03.01
Rechtshandhaving/NFI 500 9 509 VI-13.03.03
Totaal 110.987 -8.664 102.323
Vrede, veiligheid en conflictbeheersing
2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 17.543 -4.913 12.630 V-02.01
2.2 Bestrijding internationaal terrorisme 500 0 500 V-02.02
2.3 Non-proliferatie en ontwapening 6.678 3.925 10.603 V-02.03
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 125.233 19.803 145.036 V-02.05
2.6 Humanitaire hulpverlening 2.267 -1.129 1.138 V-02.06
2.7 Goed bestuur 12.284 3.398 15.682 V-02.07
VenJ Civ.crisisbeh.missies/uitz. politiefunctionarissen 0 62 62 VI-91.01.01/23.02.01
Defensie Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse operaties) 257.694 -75.592 182.102 X-20
Totaal 422.199 -54.446 367.753
Versterkte Europese samenwerking
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie 9.428 -7.276 2.152 V-03.02
3.4 Nederlandse positie in de EU 3.145 715 3.860 V-03.04
3.5 Raad van Europa 9.303 377 9.680 V-03.05
Toerek. EU-begroting 75.733 0 75.733 Toerekening
Totaal 97.609 -6.184 91.425
Meer welvaart en minder armoede
4.1 Handels- en financieel systeem 18.125 -7.147 10.978 V-04.01
4.2 Armoedebestrijding 2.500 3.261 5.761 V-04.02
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 4.500 0 4.500 V-04.03
4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering 6.660 -821 5.839 V-04.05
VenJ Effectieve besturing van het Justitieapparaat/WIPO 146 -7 139 VI-91.01.01
Financiën Mult. Ontw. Banken en Fondsen 0 71 71 IXB-04.20
IenM Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO en CCR-Rijnvaart) 925 -57 868 XII-33.02
Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) 1.565 -327 1.238 XII-33.03
EL&I IS opkomende markten 4.384 722 5.106 XIII-02.45
Bijdrage UNWTO 226 -226 0 XIII-03.10
Algemeen (bijdragen aan int. instituten) 0 520 520 XIII-04.01
Bijdrage aan diverse instituten 1.090 -716 374 XIII-04.50
Algemeen 14.119 32.547 46.666 XIII-05.01
Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/invest.verkeer en versterking v/d econ. rechtsorde 4.007 869 4.876 XIII-05.20
Bevorderen van internationaal ondernemen 52.009 -29.148 22.861 XIII-05.30
Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op zowel binnen- als buitenlandse markten 45.627 -4.462 41.165 XIII-05.50
Bijdrage aan internationale organisaties 2.501 -519 1.982 XIII-10.30
Internationale contributies/FAO 3.417 -45 3.372 XIII-39.11
Beheer van de natuur (Tropisch hout) 61 0 61 XIII-33.14
Totaal 161.862 -5.485 156.377
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling
5.2 Kennisontwikkeling 2.596 0 2.596 V-05.02
5.4 HIV/AIDS 1.493 1.873 3.366 V-05.04
5.6 Participatie civil society 0 0 0 V-05.06
OCW Wetenschappelijk onderwijs 3.268 11 3.279 VIII-07.10
EL&I Kennisontwikkeling en innovatie 0 160 160 XIII-36.15
VWS WHO-partnerschap 6.000 -426 5.574 XVI-98.01.01
Totaal 13.357 1.618 14.975
Beter beschermd en verbeterd milieu
6.1 Milieu en water 2.419 735 3.154 V-06.01
IenM Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 9.536 221 9.757 XII-31.01
Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 709 145 854 XII-37.01
Internationaal milieubeleid 3.970 -1.492 2.478 XII-57.44
Clean development mechanism 93.675 -46.330 47.345 XII-57.48
Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties 335 -335 0 XII-61.89
EL&I CO2/reductieplan-Joint Implementation 31.563 -19.308 12.255 XIII-04.20
Totaal 142.207 -66.364 75.843
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer
7.1 Consulaire dienstverlening 16.809 -2.871 13.938 V-07.01
7.2 Vreemdelingenbeleid 1.130 5 1.135 V-07.02
Totaal 17.939 -2.866 15.073
Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en buiten Nederland
8.1 Nederlandse cultuur 7.646 -1.310 6.336 V-08.01
8.2 Cultureel erfgoed 2.736 1.119 3.855 V-08.02
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 25.284 -4.425 20.859 V-08.03
8.4 08.04 Vestigingsklimaat int. organisaties in Nederland 55 177 232 V-08.03
OCW Cultuur: overig 904 -167 737 VIII-08.11
Cultuur: overig 5.666 968 6.634 VIII-14.01/02/04
Totaal 42.291 -3.638 38.653
Overige uitgaven
9.1 Geheim 0 10 10 V-9.1
10.1 Nominaal en onvoorzien 62.261 -62.165 96 V-10.01
11.1 Apparaatsuitgaven 562.226 -73.555 488.671 V-11.01
Div. dept. Attachés 55.288 -1.980 53.308 Div. Begrotingen
Totaal 679.775 -137.690 542.085
Totaal non-ODA 1.688.226 -283.719 1.404.507