[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2012D21234, datum: 2012-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling; Londen, 30 september 2011 (2012D21232)

Preview document (šŸ”— origineel)


Wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling; Londen, 30 september 2011 (Trb. 2012, 11)

TOELICHTENDE NOTA

Inleiding

Op 26 juli 2011 is in de Raad van Bewindvoerders van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (hierna te noemen ā€œEBRDā€) overeenstemming bereikt over de uitbreiding van de geografische reikwijdte van het mandaat van de bank naar landen in het zuidelijke en oostelijke gebied van de Middellandse Zee. Ter uitvoering van dit besluit heeft de Raad van Gouverneurs van de EBRD op 30 september 2011 Resolutie Nr. 137 en Resolutie Nr.138 aangenomen tot wijziging van respectievelijk de artikelen 1 en 18 van de op 29 mei 1990 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (Trb. 1990, 143; hierna: ā€˜Overeenkomstā€™).

De Raad van Gouverneurs is het hoogste orgaan van de EBRD. Hierin zijn de 63 deelnemende landen en instellingen vertegenwoordigd. Deze raad heeft een groot deel van de bevoegdheden gedelegeerd aan de Raad van Bewindvoerders die uit 23 leden bestaat. Nederland heeft met Mongoliƫ, Macedoniƫ en Armeniƫ een eigen kiesgroep en levert de bewindvoerder.

Verloop van de onderhandelingen

In 2010 heeft Egypte aangegeven ontvangend land van de EBRD te willen worden. Egypte was al lid van de EBRD, maar wilde nu ook in aanmerking komen voor financiƫle steun van de bank. Dit zou een fundamentele discussie over de geografische reikwijdte van het mandaat van de bank vergen evenals een wijziging van de Overeenkomst. Immers, Egypte ligt buiten het operatiegebied zoals omschreven in artikel 1 van de Overeenkomst. Daarom werd besloten de aanvraag van Egypte tijdens het nieuwe meerjarige toetsingskader (2011-2015) te behandelen. Door de ontwikkelingen in de Arabische regio aan het begin van 2011 kwamen deze besprekingen in een stroomversnelling. In de conclusies van de Europese Raad van 25 maart 20111 werden de EU-lidstaten opgeroepen een mandaatuitbreiding van de EBRD naar de zuidelijke buurlanden te overwegen. De G8-leiders spraken zich op 26 en 27 mei 2011 in Deauville ook uit voor de mandaatuitbreiding van de EBRD.

In brieven aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen in de Arabische regio (zie Kamerstukken II 2010/11, 32 623, nrs. 16 en 40) werd aangegeven dat Nederland voorstander is van een mandaatuitbreiding van de EBRD. Nederland heeft tijdens het onderhandelingsproces wel een aantal voorwaarden aan deze mandaatuitbreiding gesteld. Zo heeft Nederland zich ingezet voor een uitbreiding die zich beperkt tot landen in de regio waar de EBRD een toevoegde waarde heeft ten opzichte van andere internationale financiƫle instellingen. Verder heeft Nederland gevraagd om een duidelijke toetsing van de individuele landen uit de regio aan de economische en politieke condities die de EBRD hanteert. Aan deze voorwaarden wordt in de voorliggende wijziging van de Overeenkomst voldaan. Tenslotte is voor de mandaatuitbreiding geen kapitaalverhoging nodig. Dit was een belangrijke voorwaarde voor Nederland.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 van de Overeenkomst wordt het mandaat van de EBRD beschreven. Doel van de activiteiten van de bank is het ondersteunen van de overgang naar open, op de markt georiƫnteerde economieƫn en het bevorderen van het private ondernemerschap in Midden- en Oost-Europese landen, die gecommitteerd zijn aan principes van een meerpartijen democratie, pluralisme en markteconomie. Sinds 2006 is de EBRD ook actief in Mongoliƫ.

Door de wijziging van artikel 1 kan de EBRD ook activiteiten ontplooien in landen in het zuidelijke en oostelijke gebied van de Middellandse Zee, die lid zijn van de bank. Een niet-Europees land kan lid worden van de EBRD als het lid is van het IMF. De vereisten voor lidmaatschap veranderen niet door de wijziging van de Overeenkomst. De wijziging wordt ingevolge artikel 56, tweede lid, van de Overeenkomst van kracht nadat alle partijen van de Overeenkomst deze hebben aanvaard.

Zodra dit een feit is kunnen individuele landen in het zuidelijke en oostelijke gebied van de Middellandse Zee, die lid zijn van de bank, ontvangend land van de EBRD worden. De landen moeten wel aan de genoemde principes uit artikel 1 voldoen. De wijze waarop hierover wordt besloten staat in het gewijzigde artikel 1 beschreven, namelijk met instemming van minstens twee derde van de Gouverneurs die minstens drie vierde van het totale aantal stemmen van de leden vertegenwoordigen.

Artikel 18

De wijziging van artikel 18 maakt het mogelijk om in landen in de toegevoegde regio die geen ontvangend land zijn, maar dat wel willen worden, voorbereidende activiteiten te starten nog voordat de voornoemde, hierboven beschreven wijziging van artikel 1 door alle partijen van de Overeenkomst is aanvaard. Deze activiteiten worden gefinancierd uit een zogenaamd Bijzonder Fonds. De wijziging van artikel 18 wordt ingevolge artikel 56, eerste lid, van de Overeenkomst van kracht nadat deze is aanvaard door minstens drie vierde van de partijen die minstens vier vijfde van het totale aantal stemmen vertegenwoordigen.

Zodra dit een feit is kunnen individuele landen in het zuidelijke en oostelijke gebied van de Middellandse Zee mogelijk ontvangend land worden en in aanmerking komen voor middelen uit het Bijzindere Fonds. Zij moeten wel aan de genoemde principes uit artikel 1 voldoen. De wijze waarop daarover wordt besloten staat in het gewijzigde artikel 18 beschreven, namelijk met instemming van minstens twee derde van de Gouverneurs die minstens drie vierde van het totale aantal stemmen van de leden vertegenwoordigen.

De steun aan een mogelijk ontvangend land uit het Bijzondere Fonds is in principe tijdelijk, namelijk voor de periode dat het land nog geen ontvangend land is. Als blijkt dat het land uiteindelijk geen ontvangend land van de EBRD wordt zal de steun uit het Bijzondere Fonds worden stopgezet.

Aandeel van Nederland en financiƫle consequenties

Het Nederlands stemaandeel in de EBRD bedraagt 2,51%. Het stemaandeel wordt bepaald door het aandeel in het kapitaal van de EBRD. De verdragswijziging zal niet leiden tot een additionele bijdrage in het kapitaal van de EBRD en heeft daarom geen financiƫle consequenties voor Nederland.

Koninkrijkspositie

De Overeenkomst geldt, wat het Koninkrijk betreft, voor Nederland, CuraƧao en Sint Maarten. De wijzigingen van de Overeenkomst zullen eveneens voor Nederland, CuraƧao en Sint Maarten gelden.

De Minister van Financiƫn,

De Minister van Buitenlandse Zaken,


  1. Zie http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=DOC/11/3&format=HTML&aged=1&language=NL&guiLanguage=enā†©ļøŽ