[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg ten behoeve van de Energieraad d.d. 15 juni 2012

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2012D25296, datum: 2012-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z11218:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


	Energieraad

		Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

		

Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te
leggen over de brieven van de minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie, ten behoeve van de Energieraad d.d. 15 juni 2012. De
volledige agenda is opgenomen aan het eind van dit verslag.

De op 13 juni 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de
minister bij brief van 14 juni 2012 toegezonden antwoorden hieronder
afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van der Ham

De griffier van de commissie,

Franke

Inhoudsopgave

I	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

		Vragen van de leden van de VVD-fractie				

		Vragen van de leden van de PvdA-fractie				

		Vragen van de leden van de CDA-fractie				

		Vragen van de leden van de SP-fractie				

		Vragen van de leden van de D66-fractie						

II	Antwoord / Reactie van de minister

III	Volledige agenda

I	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda. Zij hebben nog wel enkele vragen en opmerkingen bij
de agenda. Deze leden willen de minister bedanken voor zijn inzet rond
energie- efficiƫntie. Dit is een waardeloze richtlijn in zijn
oorspronkelijke vorm en een typisch voorbeeld waar Brussel zijn
beperkingen zou moeten kennen. Wat betreft deze leden moeten lidstaten
namelijk zelf kunnen bepalen hoe zij hun energiedoelstellingen behalen.
Dat hoeft Europa niet te doen. Dankzij de motie van het lid Leegte c.s.
(Kamerstuknummer 32626, nr. 9) en de inzet van deze minister wordt het
grootste leed voorkomen. Deze leden willen de minister vragen of hij kan
zorgen dat er eerst een proefperiode komt waarin lidstaten kunnen laten
zien dat zij zelf prima hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen,
voordat Europa paternalistisch voorschrijft wat landen moeten doen. 

Energie gaat over economie. Binnenkort zal de energierekening dominanter
voor de economische ontwikkeling zijn dan de loonkosten. Onze huidige
olie-economie zit aan de grenzen van het mogelijke. Niet omdat de olie
binnenkort opraakt. Op kortere termijn is de hoeveelheid olie in de
grond niet de ā€˜bottleneck’. Waar het wel om gaat? Om tempo! Wat
telt, is de vaart waarmee wij olie kunnen winnen. En die snelheid zit
aan de grenzen van het mogelijke. Dus moeten we zoeken naar
alternatieven en snel ook. Europa hoeft hiervoor slechts twee dingen te
doen. Ten eerste te zorgen voor een goede energie-infrastructuur, de
leden van de VVD-fractie steunen de minister in zijn standpunt. 

Ten tweede, en belangrijker, is een stabiel investeringsklimaat. Ten
aanzien van de Routekaart 2050 willen de leden van de VVD-fractie de
minister oproepen uit te dragen dat de Europese discussie moet gaan over
slechts ƩƩn doelstelling. En die doelstelling is dat Europa alleen nog
gaat sturen op CO2. We kunnen dan na 2020 ophouden met aparte
doelstellingen voor hernieuwbare energie en energie-efficiency. De
hernieuwbare energiedoelstelling kunnen we alleen halen met heel veel
subsidie. Tegelijkertijd ondermijnt deze doelstelling de goede werking
van het Emissions Trading System (ETS), waardoor er geen prijs voor CO2
tot stand komt en het ETS geen prikkel geeft tot innovatie. 

Daarnaast zien de leden van de VVD-fractie in de geannoteerde agenda
ruimte om een punt te maken van gas geven op de interne energiemarkt. In
de Raadsconclusies over de Energie Routekaart 2050, die tijdens de
Energieraad worden goedgekeurd, wordt het belang onderstreept van een
goed werkende interne markt en tijdige implementatie van de interne
markt richtlijnen. Dat is in feite de Raad die tegen de Raad zegt dat ze
beter werk moeten verrichten. De leden van de VVD-fractie hebben hierbij
enkele vragen. Waar liggen deze problemen nu precies? Welke lidstaten
liggen dwars? Hoe doet Nederland het? Is dit een typisch voorbeeld van
ā€œput your money where your mouth isā€? Lezen we volgend jaar in
nieuwe Raadsconclusies weer precies dezelfde aanbevelingen terug? Hoe
wordt er nou doorgepakt om het doel van een geĆÆntegreerde energiemarkt
in 2014 te bereiken?

De urgentie volgt uit de grenzen van de olie-economie die de leden van
de VVD-fractie zojuist noemde. We zien dit terug in de prijs van benzine
aan de pomp die stijgt en vooral sterk schommelt. EƩn oorzaken hiervan
is de economische groei in de zogenaamde BRIC landen. Een andere is de
financiƫle crisis. De financierbaarheid van overheidstekorten is van
grote invloed op prijzen in grondstoffenmarkten. Als de markt
staatsobligaties niet meer vertrouwt als veilige of rendabele
bestemming, wordt een andere parkeerbestemming gezocht. Olie is een
belangrijke vluchthaven. In reactie op de prijsstijging zetten overheden
hun strategische oliereserves in om de prijs te dempen. Omdat het hele
systeem van financierbaarheid, vraag en aanbod continu tegen de grenzen
van het systeem aanzit, zijn grote schommelingen in de olieprijs het
gevolg. Zelfs kleine aanbodverstoringen in de periferie van de
olieproductie hebben groot effect op prijzen. 

We kunnen kiezen om als een struisvogel te zeggen dat het allemaal
meevalt en de prijsdaling van olie door de wegvallende vraag van
Zuid-Europa te interpreteren als herstel van het systeem. Het is net zo
waar als kortzichtig en strooit zand in de ogen.

De urgente uitdaging is om er voor te zorgen dat wij een onafhankelijke
positie krijgen, waarin wij, als in een winkel, vrijelijk kunnen kiezen
uit verschillende energiebronnen. En als wij alternatieven willen
hebben, dan zullen we ze ook moeten ontwikkelen. Door te sturen op
slechts ƩƩn doelstelling, minder CO2, zal dit het meest effectief tot
stand komen.

Vragen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling
kennisgenomen van de stukken op de agenda van de Energieraad. De leden
gaan graag op een aantal zaken wat dieper in. 

Verduurzaming van de energieproductie en besparing van energie moeten
voor wat de leden van de PvdA-fractie betreft de kern zijn van de agenda
van de Energieraad. Het spijt deze leden dan ook dat de ambitie van de
minister niet wat verder gaat dan het niveau dat we uit de stukken
lezen. De leden van de PvdA-fractie hadden graag gezien dat de Deense
ambities om energiebesparing verplicht te stellen waren gevolgd. Het
compromis moet qua ambitieniveau niet naar beneden worden bijgesteld.
Hoe kijkt de minister hier tegen aan? Deze leden lezen dat de minister
in beginsel nog steeds afwijzend staat tegenover dit dossier. Is de
minister het met deze leden eens dat met energiebesparing nog veel winst
te behalen valt? Kan hij garanderen dat Nederland niet zal proberen om
het ambitieniveau nog verder naar beneden te halen? 

Voorts hebben de leden van de PvdA-fractie zorgen over de ETS sectoren.
Het is zaak dat de economie niet geremd wordt, maar dat bedrijven toch
gemotiveerd blijven om energie te besparen. Wat zijn de plannen van de
minister om de energie-intensieve industrie te bewegen naar duurzamer
energieverbruik te gaan? Te denken valt aan een koppeling van die
industrie bij de aanleg van windmolenparken. Zou de minister bereid zijn
dit in Nederlands en Europees verband te stimuleren en dit op de agenda
van de volgende Energieraad te plaatsen? Deze leden overwegen een motie
op dit punt. 

In de guidelines vanuit Brussel inzake ETS-compensatie lezen de leden
van de PvdA-fractie dat er toestemming wordt gegeven om een gedeelte van
de kosten die de industrie moet maken te compenseren. De leden van de
PvdA-fractie vinden het in de eerste plaats zaak dat de
energie-intensieve sectoren gestimuleerd worden om hun energieverbruik
terug te dringen. In enkele gevallen heeft efficiƫnter werken de grens
van het haalbare bereikt. Zeker in sectoren waar elektrolyse onderdeel
uitmaakt van het bedrijfsproces. Het is een natuurkundig gegeven dat
daar nog weinig extra energiebesparing te halen valt. Is de informatie
juist dat Duitsland deze bedrijven compenseert en dat de Europese regels
dat toelaten? Is de minister bereid dit met zijn Duitse en Spaanse
collega te bespreken? Het is immers zaak om binnen de EU tot een level
playing field voor onze industrie te komen. 

Vragen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat er komende week op
Europees niveau weer gesproken wordt over energiezaken. Een aantal zaken
willen deze leden de minister graag meegeven. Als eerste vragen zij of
er in Europa nog wel gekeken wordt naar decentrale opwekking als
onderdeel van de energie-infrastructuur. Deze leden geloven hier echt in
en willen dat er ook warme aandacht voor is in Europa. Is de minister
bereid dit punt actief op de agenda in Europa te plaatsen? 

Richtlijn energie-efficiƫntie

Wat betreft de richtlijn energie-efficiƫntie vindt sinds april een
triloog plaats tussen de Raad, het Europees Parlement (EP) en de
Europese Commissie (EC), waarbij de inzet van het Deense
EU-voorzitterschap is om in juni een akkoord te bereiken. Allereerst
zouden deze leden graag van de minister willen weten wat de laatste
stand van zaken in deze triloog is. Is er nog nieuws? Deze leden zijn
nog wel bezorgd ten aanzien van het level playing field. Voor landen die
net beginnen is 1,5% gemakkelijk te halen; onze industrie, installaties
en bouw zijn al behoorlijk energie-efficiƫnt. Voor andere landen zal
dit niet het geval zijn, hier is 1,5% ā€œeen eitjeā€ voor. Hoe wordt
hier mee omgegaan? Deelt de minister de zorgen van de leden van de
CDA-fractie op dit punt? Is hij bereid zich hiervoor actief in te zetten
tijdens de Raad? 

Ook complimenten van deze leden voor de minister en zijn recente
optreden/oproep richting Duitsland om meer samen te werken op het gebied
van energie door middel van een effectief energiebeleid. Landelijke
subsidieregelingen die slecht op elkaar zijn afgestemd kunnen de werking
van de energiemarkt verstoren. Hogere kosten voor de belastingbetaler
zijn het gevolg. Heeft de minister in dit onderhoud ook gesproken over
de vrijstelling van transporttarieven voor gebruikers, waar deze leden
al eerder aandacht voor hebben gevraagd inzake Zalco? Kan de minister
aangeven wat op dit punt de stand van zaken is en wat de Nederlandse
inzet in Brussel op dit punt is? De leden van de CDA-fractie blijven van
mening dat landen dit in het vervolg niet zomaar alleen kunnen
beslissen. Is het mogelijk om, tot er permanente maatregelen zijn, een
regeling in te stellen dat landen dergelijke acties eerst Europees
dienen aan te kaarten? 

Mededeling bio-economie

Met de mededeling inzake bio-economie wordt beoogd om innoverende
duurzame Europese economie te stimuleren. Een actieplan voor de
bio-economie is in de mededeling opgesteld. Investeringen in onderzoek,
innovatie en vaardigheden voor de bio-economie worden door de leden van
de CDA-fractie ondersteund. Kan de minister aangeven hoe deze mededeling
zich verhoudt tot het Europese onderzoeks- en innovatiebeleid
(Horizon2020)? 

Deze leden zijn het helemaal eens met de minister dat naast
investeringen in onderzoek en innovatie met betrekking tot de
bio-economie ook gekeken moet worden naar de belemmerende effecten van
regelgeving op de bio-economie. Deze leden ondersteunen deze visie maar
willen graag van deze minister weten wat voor effecten dit zal hebben op
de eigen industrie, het beleid inzake maatschappelijke verantwoord
ondernemen (MVO) en onze internationale handelsrelaties? 

Daarnaast willen en gaan we met elkaar, heel Europa, naar een duurzame
energievoorziening. Het bijstoken van biomassa is voor veel Europese
landen een belangrijk onderdeel in de huidige energiemix. Heldere
criteria over wat nu echt duurzame biomassa is, is noodzakelijk om dit
proces goed te begeleiden. De leden van de CDA-fractie hebben al eerder
gepleit voor heldere Europese criteria en een voortvarende en snellere
aanpak in Europa op dit punt. Kan de minister een laatste stand van
zaken geven op dit punt? Komt het aan bod tijdens deze Energieraad?

Energie stappenplan / Routekaart

De leden van de CDA-fractie steunen de Nederlandse inzet voor een
vernieuwde Europese beleidsmix voor klimaat en energie na 2020 waarbij
vereenvoudiging, minder stapeling van doelen (kosteneffectiviteit) en
het stimuleren van innovatie centraal staan. Eerst een goede evaluatie
van verschillende doelen en subsidiesystemen alvorens nieuwe voorstellen
kunnen worden gedaan. De CO2 reductiedoelstelling, met ETS als
voornaamste instrument, is daarbij leidend. Met name dit laatste punt is
voor de leden van de CDA-fractie cruciaal. Wat ook goed is, is dat de
rol van gas expliciet is opgenomen. De realiteit is dat fossiele
brandstoffen de komende jaren hard nodig zijn met het oog op de
leveringszekerheid. Deze leden kiezen dan voor gas in plaats van kolen
en olie; gas is beter voor het milieu en kan daarnaast op de lange
termijn als het aandeel hernieuwbare energie toeneemt de noodzakelijke
flexibiliteit bieden om fluctuaties in vraag en aanbod op te vangen. Nu
we het toch over gas hebben; hoe verloopt de discussie in Europa met
betrekking tot schaliegas? En wanneer mogen deze leden het rapport
verwachten ten aanzien van de Nederlandse situatie?

Ook interessant is de opmerking dat Nederland heeft voorkomen dat er 30%
duurzame energieverplichting geldt in 2030, omdat men
technologieneutraal wil zijn en geen schijnzekerheid wil leveren. Een
CO2 reductiedoelstelling is het enige. Kan de minister wat uitwijden op
dit punt, waarom is hiervoor gekozen? 

Naast deze flexibiliteit is investeringszekerheid voor de leden van de
CDA-fractie van cruciaal belang op het gebied van energie. Ondernemers
maar ook burgers verdienen duidelijkheid wanneer het gaat om de ā€˜de
weg die de overheid wil bewandelen’. Op deze manier komen
investeringen ook daadwerkelijk van grond. De laatste jaren is het
teveel van de hak op de tak geweest; van MEP naar SDE naar SDE+. Ook de
Kamer heeft hier een cruciale rol in. Ziet de minister manieren om de
investeringszekerheid ten aanzien van groene energie te verberen ten
opzichte van de huidige situatie, die overigens al veel beter is dan
voorheen? 

Stresstests Europese kerncentrales

Ten aanzien van de stresstests op de Europese kernenergiecentrales
vragen de leden van de CDA-fractie het volgende. Borssele was extreem
veilig maar er waren enkele aanbevelingen ten aanzien van maatregelen
die de veiligheid nog meer zouden kunnen borgen. De minister heeft
uiteraard aangegeven deze maatregelen door te voeren. Deze leden vragen
om welke maatregelen het exact gaat en wanneer deze zijn of worden
aangepakt? Ten aanzien van Fukushima bereiken deze leden enkele
verontrustende signalen. Met name rondom gebouw nummer vier schijnt de
veiligheid voor mens, dier en milieu nog niet helemaal geborgd te zijn.
Deze leden vragen de minister of hij hiervan op de hoogte is en of hij
het wenselijk acht om hier in de Raad aandacht voor te vragen. Hoe
verloopt het herstelproces en wat is de laatste stand van zaken?

Connecting Europe Facility - TEN-E

Met TEN-E wordt een nieuwe methode voorgesteld voor het identificeren
van concrete energieprojecten van Europees belang binnen de Europese
prioriteitsgebieden. Daarnaast worden voorstellen gedaan voor versnelde
vergunningverleningtrajecten in de lidstaten en een verbeterd
investeringsklimaat voor grensoverschrijdende energie-infrastructuur.
Tot slot bevat TEN-E voorstellen om projecten in aanmerking te kunnen
laten komen voor directe of indirecte financiƫle steun van de EU. De
leden van de CDA-fractie staan positief ten opzichte van dit voorstel,
maar zijn kritisch over de mogelijkheid die TEN-E biedt om projecten
door de EU te laten financieren. Tot slot, welke lidstaten zijn voor een
grotere rol voor lidstaten en welke zijn tegen? Hoe groot acht de
minister de kans dat de Nederlandse inzet ten aanzien van een grotere
rol voor de lidstaten wordt gehaald? Op het gebied van veiligheid zou
volgens deze leden juist wel meer mogen worden overgeheveld naar Europa,
bijvoorbeeld toezichtorganen etc. Hier kan een efficiencyslag worden
behaald. 

Vragen van de leden van de SP-fractie

Besluit en verordening energystar

De leden van de SP-fractie zouden graag een toelichting krijgen op de
geprognosticeerde effecten van de nieuwe overeenkomst met de VS inzake
Energy Star. Gesteld wordt dat afgelopen drie jaar het verbruik van
verkochte kantoorapparatuur met 16% verminderd is. Wat is de
doelstelling voor de komende drie jaar? Hoe heeft het energieverbruik
van de totale voorraad kantoorapparatuur zich de afgelopen drie jaar
ontwikkeld? Wat zou de extra reductie van het energieverbruik zijn als
nog uitsluitend kantoorapparatuur met Energy Star label verkocht mag
worden?

De leden van de SP-fractie zouden ook graag een toelichting krijgen op
de discussie met de VS over intensivering van het toezicht op de
naleving van de regeling. Is de conclusie gerechtvaardigd dat Europa qua
handhavingsbeleid nog op een neonliberalere koers zit dan de VS? Kan het
antwoord gemotiveerd worden? Hoe ziet het beoogde handhavingsbeleid er
voor de komende verdragsperiode uit? Is de inzet van de Nederlandse
regering om de controle op de uitvoering van de Energy Star regeling wel
te verhogen naar een beschaafd niveau?

Tenslotte hebben de leden van de SP-fractie met vreugde kennisgenomen
van de inzet van de regering op een versnelde implementatie van
Ecodesign verordeningen, conform de motie van de leden Jansen en Van
Veldhoven, maar zij zouden graag een update krijgen van de voortgang dan
wel de al geboekte resultaten op dit dossier.

Mededeling bio-economie

De leden van de SP-fractie onderschrijven de wenselijkheid om in
EU-verband in te zetten op een versterking van de samenhang tussen de
lidstaten met betrekken tot onderzoek, producteisen, ondermee op het
gebied van duurzaamheid. Wel vinden zij de uitwerking van de drie
centrale onderwerpen in de mededeling behoorlijk vaag. 

De leden van de SP-fractie zouden graag een toelichting krijgen op de
uitspraak: ā€œNederland zal er binnen de EU voor pleiten dat de invoer
van grondstoffen voor de bulkchemie en andere industrieƫn volledig
geliberaliseerd wordt. Nederland wil hierbij streven naar grondstoffen
die voldoen aan internationale eisen wat betreft duurzaamheid en andere
niet-handels overwegingen.ā€

Deze passage getuigt naar de mening van de leden van de SP-fractie van
een dubbele moraal: de ongebreidelde import van agro-grondstoffen uit
ontwikkelingslanden is per definitie, al is het maar door tweede orde
effecten, een aanslag op de lokale voedselvoorziening en de
biodiversiteit. Daarnaast vormt de ongebreidelde import een belemmering
voor de benutting van in Europa beschikbare reststromen, als de
verwerking daarvan duurder is dan de import van agro-grondstoffen uit
derde landen. Dat is economisch op de lange termijn schadelijk voor
Europa zelf. Ten slotte zouden de leden van de SP-fractie graag een
nadere duiding van het ā€œstrevenā€ krijgen.

Vragen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda voor de aankomende Energieraad. Deze leden menen dat
nu het moment is om slagen te maken voor een duurzame, koolstofarme
energievoorziening na 2020. Zij benutten daarom graag deze kans om met
de minister van gedachten te wisselen over de inzet tijdens de
Energieraad.

Energie-infrastructuur

De leden van D66-fractie kunnen de uitermate terughoudende opstelling en
de zorgen van de minister voor wat betreft Europese financiering van
energie-infrastructuur en daaruit volgende marktverstoring moeilijk
plaatsen in de context van de stelselmatig terugkerende tekorten van de
netbeheerder voor elektriciteit TenneT, die recent nog hebben geleid tot
een significante kapitaal injectie. Deze leden vragen de minister of
zijn zorgen over marktverstoring onderbouwd kunnen worden met concrete
voorbeelden. Wat verstaat de minister precies onder ā€œmarktpartijenā€
op de markt voor energienetten, waar hoe dan ook sprake is van een
sterke mate van regulering en veelal publiek eigendom? Rekent hij de
Nederlandse en Duitse netbeheerders of het Russische Gazprom tot de
marktpartijen wier activiteiten verstoord zouden worden door Europees
gefinancierde netuitbreidingen? 

De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de
stappen die de minister gezet heeft ten aanzien van nadere samenwerking
op vlak van een energienet op de Noordzee. Deze leden vragen de minister
of het mogelijk is om, vooruitkijkend naar de oplevering van de
rapporten van de technische werkgroepen dit najaar, het initiatief te
nemen om voor te stellen om een gezamenlijke conferentie te organiseren
met de andere participerende landen over zowel deze rapporten als de
samenhang met de verordening energie-infrastructuur en de rol die Europa
kan spelen bij de verdere concretisering van de plannen? Deze leden
vragen de minister of hij bereid is dit voorstel te bespreken met de
andere betrokken landen tijdens de Energieraad en de andere relevante
internationale overleggen?

Veiligheid van olie- en gasactiviteiten op zee

De leden van de D66-fractie lezen in de overwegingen van de minister met
name overwegingen van juridische aard en subsidiariteit. Deze leden zijn
van mening dat de keuze voor het relevante reguleringsinstrumentarium en
het niveau waarop dit wordt ingezet primair moet volgen uit de weging
van wat het beste is vanuit de doelstellingen, die gericht zijn op
veiligheid. Deze leden vragen of er een nadere onderbouwing kan worden
gegeven over hoe de genoemde instrumenten en de invulling van de
bevoegdheden uitwerken voor wat betreft dit criterium.

Energie Routekaart 2050

De leden van de D66-fractie hebben met zorg kennisgenomen van het
standpunt van de minister ten aanzien van de concept Raadsconclusies.
Deze leden wijzen erop dat uit de analyses rondom de Routekaart
koolstofarme economie blijkt dat een ambitieuzer pad voor wat betreft
CO2 besparing tot 2020 nodig is om de CO2 prijs terug te brengen naar
het eerder geanticipeerde niveau. Deze leden vragen de minister daarom
om actief invulling te geven aan de moties waarin de Kamer gevraagd
heeft om de verbetering van de werking van het ETS, bijvoorbeeld via een
verhoging van de doelstelling in 2020 of een set aside van
emissierechten. Is de minister bereid hiertoe te pleiten op de
Energieraad? Deze leden vragen de minister of de voorwaardelijkheid die
hij bepleit slecht uitwerkt voor de investeringszekerheid van bedrijven.


De leden van de D66 fractie steunen de lijn van de minister ten aanzien
van het verlaten van een doelstelling voor duurzame energie na 2020
niet. Deze leden menen dat de beoogde inzet van de minister schadelijk
is voor het investeringsklimaat en zij vragen de minister om nader te
duiden hoe de verhoudingen in de onderhandelingen liggen ten aanzien van
het voortzetten of schrappen van een aparte doelstelling voor duurzame
energie. Kan hij in het verlengde hiervan ook reageren op de inzet van
een coalitie van energiebedrijven waaronder (SSE, Eneco, DONG Energy,
EWE, Acciona, Sorgenia, PPC, EDP Renewables and Stadtwerke München)?

De leden van de D66 fractie vragen de minister of hij kan toezeggen zich
constructief op te stellen indien er zich een meerderheid aftekent voor
een dubbele doelstelling na 2020. Tot slot vragen deze leden de
minister, gelet op de recente brief aan de Kamer over de internationale
aspecten van duurzame energie, of er ook in dit verband gesproken is
over de mogelijkheid om voor wat betreft een duurzame
energiedoelstelling na 2020 te kiezen voor een gedeelde doelstelling per
regionale energiemarkt of zelfs een onverdeelde Europa brede
doelstelling? Deze leden vragen de minister om, indien dat nog niet het
geval is, deze mogelijkheid te benoemen als mogelijkheid en te vragen
naar een vergelijking van de effecten van deze vormen van
lidstaatoverstijgende doelen voor duurzame energie. Zij wijzen erop dat
dit ook mogelijkheden biedt voor een navenante harmonisatie van de
stimuleringsregimes voor hernieuwbare energie, zoals in Noord Europa al
het geval is via de gezamenlijke verplichting van Noorwegen en Zweden.

Energie-efficiƫntie

De leden van de D66-fractie vragen de minister naar de laatste stand van
zaken in de triloog tussen Voorzitterschap, Raad en Parlement. Deze
leden vragen de minister om zich constructief op te stellen indien er
zich inderdaad een meerderheid aftekent voor Raadsconclusies aangaande
mogelijke maatregelen voor energiebesparing, en daarbij politieke steun
te verlenen. Zij vragen de minister om de onderbouwende analyse door ECN
van de gevolgen van de voorliggende voorstellen naar de Kamer te sturen.
Deze leden vragen de minister te bevestigen dat restwarmtebenutting zal
worden erkend als energiebesparing voor wat betreft de Europese
voorstellen.

De leden van de D66-fractie vragen de minister of, indien er inderdaad
sprake is van politieke besluitvorming, met het oog op de besluitvorming
door een volgend kabinet, opdracht te geven tot een analyse van de
mogelijke beleidsopties om de nodige aanvullende energiebesparing te
realiseren, zodat een volgend kabinet ook voortvarend de besluitvorming
kan oppakken. 

II	Antwoord / Reactie van de minister

III 	Volledige agenda

Geannoteerde agenda Energieraad d.d. 15 juni 2012: Brief regering -
minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen -
6 juni 2012 

 Kamerstuk 21501-33-376

Verslag informele Energieraad d.d. 19-20 april 2012  Brief regering -
minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie M.J.M. Verhagen -
10 mei 2012 

 Kamerstuk 21501-33-369

Fiche: Besluit en Verordening Energy Star: etiketteringsprogramma voor
Kantoorapparatuur : Brief regering - staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken, H.P.M. Knapen 20 april 2012 

 Kamerstuk 22112 – 1400

Fiche: Richtlijn radioactieve stoffen in drinkwater : Brief regering -
staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen – 27 april 2012

Kamerstuk  22112-1411

EU-voorstel: Mededeling strategie bio-economie in Europa COM(2012)60
EU-voorstel - Organisatie, Europese Commissie - 9 maart 2012

Zaak 2012Z04770

Fiche: Mededeling bio-economie Brief regering - staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen – 23 maart 2012

Kamerstuk 22112-1387