[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake Beschikbaarheidbijdrage curatieve zorg

Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging (Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMG)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2012D25903, datum: 2012-06-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2012Z10540:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32 393	Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en

	enkele andere wetten in verband met de aanvulling met

	instrumenten voor bekostiging (Wet aanvulling 

	instrumenten bekostiging WMG)   

Nr. 

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld -------------------------2012

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er
bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de
brief van 25 mei 2012 inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve zorg
(Kamerstuk 32 393, nr. 16).

De op 15 juni 2012 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de
minister bij brief van ----- toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

Adjunct-griffier van de commissie,

Clemens

Inhoudsopgave									blz.	

 

I.		Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II.		Reactie van de minister	

I.		VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES				         	

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie	

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de voorgenomen aanwijzingen in verband met de beschikbaarheidbijdrage
zoals bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg
(WMG). Deze leden hebben hierover enkele vragen.

Met betrekking tot de beschikbaarheidbijdrage voor traumazorg door
mobiel medische teams, spoedeisende hulp en acute verloskunde vragen
deze leden of het verstrekken van een beschikbaarheidbijdrage inhoudt
dat voor al deze vormen van zorg zal gelden dat er een volledige
landelijke dekking is van deze zorg binnen de daarvoor gestelde
wettelijke termijnen, in het bijzonder ook voor de buitengebieden. Zo
niet, kan de minister aangeven wat de meerprijs zal zijn van het
landelijk dekkend maken van deze diensten?

De leden van de PvdA-fractie zijn niet overtuigd van de noodzaak van het
verstrekken van beschikbaarheidbijdragen voor ‘zorg verleend tijdens
de transitie van bekostigingssystemen’ en ‘tijdens de
overgangsregeling kapitaallasten’. Deze leden vragen of is onderzocht
of aanbieders deze kosten zelf kunnen dragen. Is de minister het met
deze leden eens dat de zorgaanbieders zelf regelmatig voor extra kosten
hebben gezorgd, bijvoorbeeld via upcoding en overdeclaratie ter waarde
van € 1 miljard in de periode 2006-2008? Kan de minister tevens een
inschatting maken van de hoogte van de beschikbaarheidbijdrage voor deze
onderdelen in 2013? Tot slot vragen deze leden of is overwogen de
beschikbaarheidbijdrage in deze gevallen te verstrekken in de vorm van
een lening. De leden van de PvdA-fractie gaan er daarbij vanuit dat
zorgaanbieders voldoende kennis hebben om hun diensten niet onder
kostprijsniveau aan te bieden. Graag ontvangen deze leden een reactie
van de minister hierop.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de
minister inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve zorg. Zij hebben
daarover nog enkele vragen.

Bij de voorgenomen aanwijzing voor de academische zorg wordt voor 2013
uitgegaan van dezelfde systematiek als in 2012 alsmede dezelfde
vergoeding minus € 10 miljoen. Blijft dit voornemen gehandhaafd ook nu
de resultaten van het interdepartementaal beleidsonderzoek bekend zijn?

Zorgaanbieders die de beschikbaarheidbijdrage in 2012 ontvingen en
daarop nog steeds recht hebben in 2013, worden bekostigd voor het bedrag
van 2012. Voor nieuwe zorgaanbieders die in 2013 voor het eerst in
aanmerking komen, geldt de toekenning van de bijdrage op grond van
beleidsregels. Op basis waarvan worden de beleidsregels door de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgesteld en geldt dit vanaf 2013 ook
de jaren erna voor nieuwe zorgaanbieders?

In het debat over het Zorglandschap heeft de minister toegezegd in
overleg te treden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en
kleine ziekenhuizen om ook ziekenhuizen die gevoelig zijn voor de 45
minutennorm, maar geen volwaardige spoedeisende hulp (SEH) kunnen
exploiteren, in aanmerking te laten komen voor de
beschikbaarheidbijdrage. Dit naar aanleiding van de situatie in De
Sionsberg te Dokkum. Kan de minister aangeven of, in afwachting van de
resultaten van dat overleg, hier de beschikbaarheidbijdrage voor 2013
gehandhaafd blijft?

In 2012 voert de zorgautoriteit een voorbereidend onderzoek uit, zo
lezen de leden van de CDA-fractie. Kan de minister aangeven wat precies
onderzocht wordt en wanneer de resultaten bekend zijn?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de
minister inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve zorg. In deze brief
somt de minister de verschillende vormen van zorg op die voor deze
bijdrage in aanmerking komen. Genoemde leden hebben al veel vragen
gesteld in de schriftelijke inbrengen over de beschikbaarheidbijdragen
op andere terreinen. Deze leden beperken zich daarom tot enkele vragen.

De leden van de SP-fractie vragen de minister uitgebreid te
beargumenteren waarom de academische zorg, de traumazorg door mobiel
medische teams, de spoedeisende eerste hulp, acute verloskunde,
gespecialiseerde brandwondenzorg, de zorg verleend tijdens de transitie
van bekostigingssystemen en de zorg verleend tijdens de
overgangsregeling kapitaallasten belast zullen worden met een Dienst van
Algemeen Economisch Belang (DAEB), terwijl de post mortem orgaanuitname
donoren, het calamiteitenhospitaal en de coördinatie, opleiding en
training traumazorg belast worden met een Dienst Algemeen Belang (DAB).
De leden van de SP-fractie vragen de minister om voor elk van deze
zorgvormen toe te lichten waarom is gekozen voor een DAEB dan wel DAB. 

De minister brengt in de passage over de zorg verleend tijdens de
overgangsregeling kapitaallasten in herinnering dat de garantie van de
overheid jaarlijks wordt afgebouwd tot 0% vanaf 2017. De leden van de
SP-fractie vragen de minister welke stappen momenteel nog worden gezet
nu het kabinet een demissionaire status heeft en vragen de minister van
verdere stappen in deze ingrijpende stelselwijziging af te zien in
afwachting van de koers van een nieuw kabinet. 

II.	REACTIE VAN DE MINISTER 

 PAGE    

 PAGE   3