Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake het Besluit beheer sociale huursector (huurverhoging op grond van inkomen)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2012D26044, datum: 2012-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.G. Wolbert, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: Drs. M.J. van der Leeden, griffier
Onderdeel van zaak 2012Z09606:
- Indiener: J.W.E. Spies, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst (2012-2017)
- 2012-05-22 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-05-31 10:00: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2012-06-07 10:30: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2012-06-14 12:00: Nahang van het besluit van 8 mei 2012 tot wijziging van het Besluit beheer sociale-huursector (huurverhoging op grond van inkomen) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2013-09-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
33 129 Besluit beheer sociale huursector (huurverhoging op grond van inkomen) Nr. 50 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. … Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 mei 2012 betreffende de nahang van het besluit van 8 mei 2012 tot wijziging van het Besluit beheer sociale huursector (huurverhoging op grond van inkomen). Bijbrief van ... heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie Wolbert De griffier van de commissie Van der Leeden I Vragen en opmerkingen uit de fracties De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief en zien aanleiding tot het stellen van een aantal vragen. Wanneer verwacht u dat het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) (Kamerstukken 33 129) tot wet is verheven en in werking treedt? Verwacht de regering dat de woningcorporaties de jaarlijkse huurverhoging zullen uitstellen tot de wet in werking is getreden? Zijn hier afspraken over gemaakt met de woningcorporaties? Hoeveel verklaringen over het inkomen zijn er inmiddels opgevraagd door de woningcorporaties? Klopt het dat de woningcorporaties de verklaringen die zijn afgegeven voordat de wet in werking is getreden, niet mogen gebruiken? Moeten de woningcorporaties deze gegevens vernietigen? Zo ja, wie ziet hier op toe? Krijgen de huurders een bevestiging van de woningcorporaties dat deze gegevens, die zonder grond zijn verstrekt, ook daadwerkelijk zijn vernietigd? Wat zijn de extra uitvoeringskosten die voortvloeien uit het nogmaals verstrekken van deze verklaringen door de Belastingdienst? Klopt het dat in het Kunduz-akkoord over de begroting van 2013 een extra huurverhoging is opgenomen? Hoeveel huurders kunnen hierdoor te maken krijgen met een huurverhoging boven inflatie? Hoeveel extra huuropbrengst kunnen de woningcorporaties genereren wanneer zij de ruimte van deze maatregelen volledig benutten? Is de huurverhoging uit het Kunduz-akkoord net als de eerdere huurverhoging op grond van inkomen bedoeld om de doorstroming op de huurmarkt te bevorderen? Zo ja, wat zijn hierin de uw concrete doelstellingen? Wanneer wordt de extra huurverhoging uit het Kunduz-akkoord aan de Kamer voorgelegd? Wanneer wordt verwacht dat deze in werking treedt, indien beide Kamers ermee instemmen? De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende brief. Zij stellen hierbij een aantal vragen. Huurders moeten zelf aantonen dat het inkomen in het afgesproken peiljaar onder de €43.000 was. Is hier sprake van een omgekeerde bewijslast en is dit wettelijk toegestaan? Voor het verstrekken van gegevens zijn huurders niet instemmingsplichtig. Bij de plannen voor de invoering van het Elektronisch Patiënten Dossier was dit wel het geval. Wat is het verschil? Er bestaan verschillen in huurprijzen voor dezelfde woningen. De ene huurder, die al langere tijd in de woning zit betaalt bijvoorbeeld €400 per maand, terwijl zijn buurman voor dezelfde woning €600 per maand betaalt. Stel dat beide huurders zoals u ze noemt “scheefwoner “zijn, dan worden ze ook beiden geconfronteerd met 5% extra huurverhoging. Uiteraard lopen dan de huren nog verder uit elkaar. Als dan de huurder van de woning van € 400 een gezinsinkomen van bijvoorbeeld €75.000 en de andere huurder een gezinsinkomen van € 44.000 heeft dan wordt de laatste harder getroffen door de 5% maatregel terwijl hij per saldo, financieel gezien, minder “scheef “woont. Acht u dit wenselijk en hoe verhoudt dit zich tot de rechtsgelijkheid van burgers? Artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens stelt dat de betrokkene voor de verwerking van zijn gegevens ondubbelzinnige toestemming moet hebben verleend en dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert. Wat rechtvaardigt, gezien dit artikel, uw voornemen om de persoonsgegevens van burgers aan verhuurders te verstrekken? In de nota van verslag aan de Eerste Kamer spreekt het kabinet de verwachting uit dat als gevolg van het beleid van dit kabinet de vraag naar geliberaliseerde huurwoningen in het segment €660 tot €950 de komende tijd zal toenemen en dat aanbieders kansen zien aan deze vraag tegemoet te komen. Waarop is deze uitspraak gebaseerd? Kunt u uw verwachting concretiseren? Wanneer kunnen wij het onderzoek WoON 2012 verwachten? Het kabinet wil verhuurders niet verplichten om vrijgekomen woningen - na de extra huurverhoging - weer voor een lagere huurprijs en aan een huishouden met een lager inkomen te verhuren. Op welke wijze gaat u er dan voor zorgen dat er voldoende beschikbare sociale huurwoningen beschikbaar komen? Indien de boveninflatoire huurverhoging niet (direct) leidt tot doorstroming, dan leidt deze er wel toe dat huurders met een hoger inkomen een huurprijs betalen die meer in overeenstemming is met de kwaliteit van de woning, schrijft u als antwoord op vragen van de Eerste Kamer (33129 D). Waarop baseert u dat de extra 5% huurverhoging in overeenstemming is met de kwaliteit van de woning? Hoe wordt de kwaliteit bepaald en hoe is dat in voorliggend besluit geborgd? Het uitzonderen van de 5% extra huurverhoging van de huursomontwikkeling van een woningcorporatie geldt in het voorstel slechts voor die extra huurverhogingen die per 1 juli worden gedaan. Geldt deze uitzondering dan niet voor woningcorporaties die (dit jaar) al hebben aangekondigd de extra huurverhoging op een latere datum in te willen voeren? II Reactie van de minister PAGE PAGE 2