Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2012

Op 14 mei 2012 attendeerde het commissiesecretariaat van de vaste
commissie Koninkrijksrelaties mijn departement op een aantal openstaande
commissiebrieven, waar ik met deze brief op in zal gaan.

Uw brief van 5 maart 2012, kenmerk 2012Z03222/2012D08913, waarin u een
schrijven over NuStar aan mij doorstuurt, is overgedragen aan het
ministerie van Infrastructuur en Milieu, omdat het onderwerp onder
verantwoording van dit ministerie valt.

Met uw brief van 22 december 2011, kenmerk 2011Z27172/2011D64013, stuurt
u een schrijven aan mij door over de gevolgen van de verhoging van de
zeespiegel voor Aruba. Deze brief is eveneens direct aan mij gestuurd en
heb ik afgehandeld per brief van 6 januari 2012 met kenmerk
2012-0000006097 en stuur ik u hierbij.

Uw brief van 22 december 2011, kenmerk 2011Z27159/2011D63969, waarin u
een schrijven over riolering op Bonaire aan mij doorstuurt, heeft
betrekking op het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De brief werd
geschreven vanuit een ambtelijke positie en is meegenomen in de
ambtelijke contacten die sindsdien hebben plaatsgevonden. Op 11 juni
2012 heeft u het kabinetsstandpunt op het onderzoek naar het
referentiekader (vrije uitkering) ontvangen waarin uitgebreid wordt
ingegaan op de financiële positie van de openbare lichamen.

Uw brief van 21 december 2011, kenmerk 2011Z26930/2011D63515, waarin u
een schrijven aan mij doorstuurt over het bedrag dat Bonaire zou krijgen
voor onder andere onderhoud van wegen en het bestuur, is wegens foutieve
registratie pas op 15 juni 2012 beantwoord. Deze correspondentie voeg ik
bij.

Uw brief van 28 september 2011, kenmerk 2011Z18552/2011D46152, waarin u
een schrijven over giftige uitstoot van de ISLA raffinaderij op Curaçao
aan mij doorstuurt, heb ik afgehandeld per brief aan u van 7 oktober
2011 met kenmerk 2011-2000439742.

Uw brief van 2 mei 2011, kenmerk 2011Z09429/2011D23140, waarin u een
schrijven over integriteit van een eilandgedeputeerde aan mij
doorstuurt, heb ik afgehandeld per brief aan u van 4 juli 2011 met
kenmerk 2011-2000259976.

Met uw brief van 4 april 2011, kenmerk 2011Z06933/2011D17238, stuurt u
mij een schrijven door over de gehouden verkiezingen van de eilandsraad
op Bonaire. Over dit schrijven heeft mijn ministerie met de steller
contact gehad. Als bijlage stuur ik u mijn brief aan hem van 7 november
2011.

In uw brief van 23 februari 2011, kenmerk 2011Z03899/2011D09255, stuurt
u een schrijven waarin u wordt geïnformeerd over de sentimenten die
leven bij de Sabaanse bevolking. Wegens foutieve registratie is dit
schrijven pas beantwoord op 15 juni 2012, deze correspondentie voeg ik
bij.

Met uw brief van 2 december 2010, kenmerk 2010Z00041/2010D48921, stuurt
u een schrijven door waarin de vraag gesteld wordt bij welk bevoegd
orgaan een klacht over het functioneren van de Gouverneur van Aruba kan
worden ingediend. Wegens foutieve registratie is dit schrijven pas
beantwoord op 15 juni 2012, deze correspondentie voeg ik bij.

Uw brief van 16 december 2010, kenmerk 2011Z00010/2010D52032, over het
verzoek om een nadere reactie over de omvang van de stormschade op
Curaçao, heb ik beantwoord per brief aan u van 8 februari 2011 met
kenmerk 2011-2000017297.

Ik hoop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd over de stand
van zaken van de inhoud van uw brieven. Voor zover door administratieve
oorzaken tussen mijn Ministerie en de Tweede Kamer en binnen mijn
Ministerie niet alle briefschrijvers tijdig antwoord hebben gekregen,
betreur ik dit zeer. Er is actie ondernomen om herhaling in de toekomst
zoveel mogelijk te voorkomen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W.E. Spies